PEPERKOEKMUSEUM…

Overal ter wereld bestaan er cullinaire musea. Over het algemeen zijn ze klein, en meestal in particuliere handen. Ze vertegenwoordigen doorgaans de specialiteit van een dorp, stad of streek. En meestal zijn ze gekoppeld aan deze of gene neringdoende die zo trots zijn spulletjes kan slijten. Ondanks het amateuristisch karakter van de meeste uitstallingen blijft het leuk om ze te bezoeken. Afgelopen zomer kwamen we op de terugreis van onze vacantie door het plaatsje Gertwiller, een piepklein stadje aan de oostelijke kant van de Elzasser wijnstraat, ter hoogte van Barr. Daar bevindt zich het Musée du Pain d’Epices. En de familie Lips bakt er haar kruidkoeken sinds een paar generaties. De streek is er beroemd om. Aan het begin van de 20e eeuw waren er maar liefst 9 koekenbakkers in het stadje. Voor het eerst werden de koeken beschreven in het jaar 1453 door cisterciënzer monniken uit het naburige klooster van Mariethal. De koeken behoorden oorspronkelijk bij de kersttraditie. Heden ten dage worden ze het hele jaar door aangeboden. Ze smaken heel behoorlijk, die pains d’epices. Te vergelijken met onze traditionele kruidkoeken, maar dan iets droger. En niet zo zoet. Wel is er een overdaad aan kruiden en specerijen gebruikt. Dat proef je terug en vooral ruik je het. De koeken geuren fantastisch. In het museum vind je een hoop oude bakkersrommel, maar ook een collectie Elzasser aardewerk die de status “museaal” waardig is. Vooral de beroemde Moules à Kugelhopf (stenen tulbandvormen) hebben ze in alle maten en soorten, de meesten oud en allemaal schitterend versierd. In de winkel van het museum kochten we hartvormige koeken voor het Kind en de Kids: Groeten uit de Elzas.

© paul

EENDENBORST MET RODEWIJNSAUS.

Vandaag eendenborst in rode wijnsaus. Het vel / huid van de eendenborst kruislings insnijden tot nét boven het vlees en er grof gemalen peper op strooien. Leg de filets met de huidkant onder en braad ze in een beetje boter of olie zachtjes aan. Na ongeveer 6 minuten is het vet eruit gelopen en de huid knapperig. Dan het vlees draaien en de andere kant nog ongeveer 6 tot 10 minuten braden. ( een beetje rosé is het lekkerste, dan is 6 minuten voldoende) Neem het vlees uit de pan en laat het op een voorverwarmde schotel nog een paar minuten rusten. Dien het vlees op met een mooie saus.

Voor ons vandaag een rode wijnsaus: 3 dl bouillon 3 dl rode wijn 1 fijngesneden sjalot 1 theelepel appelstroop, tijm, peper en zout. Smoor de sjalot even in een klein klontje boter. Giet de bouillon erbij en laat inkoken tot de helft Doe de wijn erbij en de tijm en laat de saus nogmaals inkoken. Zeef de saus, voeg de appelstroop toe en laat de saus zo nog zachtjes even doorkoken. Haal de saus van het vuur een klop er vlak vóór het opdienen een paar piepkleine klontjes ijskoude boter door.

Het slagen van deze saus hangt vooral af van de bouillon die je gebruikt. Zelfgetrokken, gelatineuse bouillon geeft het beste resultaat. Met bouillon van een blokje gaat het niet, de saus bindt dan niet en wordt vooral zout.

Wij aten er gebakken spinazie bij en peterselie aardappeltjes. Ik moet zeggen dat ik de spinazie bij de rode wijnsaus niet zo’n goede keuze vond. Boontjes lijkt me misschien een betere combinatie.

Een stukje abdijkaas toe. En espresso toe…

BAKLAVA-OORLOG…

 

“Grieks-Turkse strijd om nationaliteit van de Baklava”, kopte zaterdagochtend het Eindhovens dagblad. Het blijft geknoei tussen Grieken en Turken. Met de grootst mogelijke regelmaat verschijnen er artikelen in de pers over onenigheid tussen de twee volkeren. Het gaat over belangrijke zaken; handelsrechten, grenscorrecties, emi- en immigratie. Ook gaat het voortdurend over zaken die van ondergeschikt belang lijken. Maar niet voor Turken en Grieken. Op de nationale feestdag op Cyprus gaven de Grieken een boekje uit met informatie over hun cultuur. En daarin werd Baklava als een Grieks desert genoemd. Dat schoot Turkse baklavabakkers in het verkeerde keelgat. De woedende bakkers gingen de staat op, een heus protest. En daar bleef het niet bij. Het gedoe is intussen uitgegroeid tot een politieke kwestie tussen de beide landen. De Turkse minister van Justitie heeft fel uitgehaald naar de Grieken en beschuldigt hen van cultuurdiefstal. En dit was voorwaar niet de eerste diefstal. De Grieken hebben zich zo ook al de tasiki (cacik in het Turks) toegeëigend en ook het Turks fruit (lokum). Vinden de Turken. Het Ministerie van Eten en Drinken zou graag als onpartijdig bemiddellaar optreden. Het schort ons echter aan internationale erkenning en politiek hebben we al helemaal niks bij te zetten. Wij denken dat baklava eerder Turks dan Grieks is. In ieder geval is het woord onmiskenbaar Turks, en de Grieken hebben er geen eigen naam voor. In het geval van tasiki ligt het wat ingewikkelder. Die yoghurtsaus kom je al tegen in beschrijvingen uit de Griekse oudheid, uit de tijd dat er nog geen Turken in Turkije waren. Of de oorsprong daadwerkelijk Grieks is is nog maar de vraag. Wina Born vermeld een soortgelijke saus in haar boek over Oudtestamentisch eten. (Culinaire Bijbel, Kampen, 1998). Lokum heet het Turks fruit in Turkije, de Grieken noemen het lokumi. Het oorspronkelijk recept zou mogelijk uit de Perzische keuken komen (zoals nagenoeg al het verfijnde in de ruime regio). Hoe zit het met Fèta kaas vroeg ik me af. Die heeft elk Turks restaurant op de kaart staan, en bij onze Turkse slager ligt die kaas prominent in de vitrine. Ik belde mijn taalbegaafde collega Gulistan en die beweerde met stelligheid dat het woord feta niet voorkomt in het Turks, en ook niet in het Koerdisch. Het wordt als leenwoord gebruikt om soortgelijke kaas aan te duiden voor Nederlanders of het gaat gewoon over Griekse kaas. Turken zijn niet zo éénkennig. De foto komt van Google. Je ziet de etalage van een Baklavabakker in Amstelveen. We gebruikten hem al eens eerder.

© paul

DE WILDE BERTRAM…

Ik ben vandaag naar de tuin van Flora Meijdam geweest. Ik schreef het gisteren al, een tuin met allemaal inheemse eetbare planten. Van heel veel planten zijn we bijna vergeten dat ze eetbaar zijn terwijl het vroeger eigenlijk volksvoedsel was. Flora heeft ze allemaal in haar prachtige tuin staan. Ze kweekt en verkoopt het zaad en plantjes. Ze weet ook heel veel te vertellen over de planten, welk deel te eten is, (wortels, blaadjes, zaden). Na een uurtjes rondwandelen door de tuin met Flora, weet ik thuis bij het zien van de foto’s niet meer precies wat nu wat is. Sommige namen kan ik onthouden; huttentut, heermoes, morgenster, en natuurlijk de ‘gewone’ planten tijm, oregano, basilicum, rozemarijn. Ik ga proberen de komende tijd me te verdiepen in de eetbaarheid van de planten. Vooral de distelsoorten (verwant aan de artisjokken) lijken me interessant om eens te gaan uitproberen. Ik kom er op terug. Wie alvast een kijkje in de tuin van Flora wil nemen kan de foto’s op Flickr bekijken.De Wilde Bertram is elke zondag van april tot eind oktober te bezichtigen op zondag van 11.00 tot 16.00 uur.

© ellen

BOERENMARKT…

In ons dorp wordt gedurende de zomermaanden iedere zaterdag een boerenmarkt gehouden. Meestal is er weinig te koop wat ik echt nodig heb, maar vroeg in het seizoen staat er altijd een aspergeteler en een aardbeienteler. Volgens Nieta Br. zijn dit de allerlekkerste aardbeien, dus heb ik maar snel, tussen de buien door, een doosje gekocht. Plannen om naar de tuin te gaan hebben we maar opgegeven. Het giet weer.

© ellen

PIROSJKI…

Vanavond krijgen we bezoek; de algemene jaarvergadering van de Stichting Sientje van Loon i.o. , wordt bij ons gehouden. De Stichting Sientje van Loon i.o. is een vriendenclub met als doel gezellig samenzijn. Vakanties in Luxemburg, etentjes, zingen, kerstvieringen, verjaardagen, verbouwingen, verhuizingen en wat dies meer zij. Natuurlijk alles onder het genot van een hapje en een drankje. Vandaag voor de vergadering maar weer eens pirosjki gemaakt. Een recept uit het boek Prijatnogo Appetita, van Diana Dubois. Ik schreef er hier al eerder over, het recept voor deze lekkere hapjes kun je daar vinden.

© ellen

LEKKER BROODJE…

Een echte zaterdagse lunch, een lekker vers broodje, ham, een gekookt eitje, blaadje sla, tomaatje. En dan liefst buiten op een terrasje. Helaas het regent dat het giet en het zier er niet naar uit dat het vandaag nog ophoudt met regenen. Jammer, ik had weer eens naar de kruidentuin van Flora Meijdam willen gaan. De tuin heet de Wilde Bertram en in de tuin staan alleen eetbare planten, van de gewone keukenkruiden die we allemaal kennen, tot bijzondere inheemse eetbare planten. De tuin is iedere zondag van 11.00 tot 16.00 uur open voor bezoekers. De tuin ligt een stukje buiten het centrum van Gemert. Je kunt er planten en zaden kopen. Vorig jaar oktober heb ik een aantal foto’s gemaakt in de tuin die zijn hier te vinden. Als het vandaag nog droog wordt wil ik foto’s van de tuin gaan maken.

© ellen

KIP IN RIESLINGSAUS…

Koop een mooie biologische, scharrel, of andere fatsoenlijke kip. Verder 30 cl droge Riesling, 30 cl room, 2 fijngesneden sjalotten, 2 platgedrukte teentjes knoflook, 250 gram champignons (in partjes gesneden), een handvol gedroogd eekhoorntjesbrood, 30 minuten voorgeweekt in lauw water boter (of een mengsel van olijfolie en boter), bloem, gehakte peterselie, zout, peper.

Verdeel de kip in 8 stukken en bestuif ze met bloem, peper en zout. Laat de boter warm worden en bak de kipdelen aan alle kanten lichtbruin. Haal de kip uit de pan en bak nu de ui, knoflook en champignons licht aan.Voeg de geweekte paddestoelen toe en bestuif het geheel met wat bloem. Blus af met de Riesling, roer alles goed om, giet er de room bij en laat het mengsel even doorpruttelen. Doe de kipdelen weer terug in de pan en laat het gerecht zo nog 40 minuten stoven (afhankelijk van het soort kip). Of schik alles in een ovenschaal en zet de schaal 40 minuten in een op 180 graden voorverwarmde oven. Bestrooi voor het opdienen met fijngehakte peterselie.

We aten er sperzieboontjes bij en gebakken aardappeltjes.   Vandaag geen kaas toe maar aardbeien met geklopte room. En espresso. Voor ons is een hele kip te veel. Ik heb een gedeelte van de kip gebruikt om bouillon van te maken.

BIEFSTUK MET WIJNSAUS…

Vandaag ging er van alles mis. Een vervelende hoge gasrekening, knellende schoenen, vergeten vlees uit de diepvries te leggen en ga zo maar door. Weinig inspiratie om een lekkere maaltijd te verzinnen. Dus maar even snel een paar boodschappen gedaan; een entrecôte. (Alweer? Ik zei het al, weinig inspiratie.) Een krop Romeinse sla, room. Daar moet toch iets mee te maken zijn. De dragon in de tuin begint inmiddels flink te groeien en ik wilde daarmee een mooie saus maken. In de diepvries heb ik altijd bouillon van kip en rund op voorraad, een goede basis voor een dragon / roomsaus. Bleek de bouillon geen kip of rund, maar ingevroren rodewijnsaus.

De entrecôte gegrild. Een salade gemaakt met sla, ui, tomaat, pijnpitjes krulletjes parmezaanse kaas en een milde dressing. Een paar aardappeltjes erbij. De saus maar afgemaakt met een flinke scheut rode wijn, wat dragon, en even flink in laten koken. Stukje kaas toe, vandaag een roodschimmel abdijkaas; Koningslander. En espresso.

© ellen

GLORIE VAN BOSKOOP…

Ze bloeien weer. Vijf stokken hebben we staan op het Ministerie, het ras heet Boskoops Glory, ook wel Glorie van Boskoop. Het is één van die druivensoorten die het eigenlijk altijd doen in ons land. We hebben ze voornamelijk uit decoratieve overweging aangeplant. Het Ministerie gelooft niet zo in zelf wijn maken. Anderen kunnnen dat veel beter. De stokken brengen evenwel goed op. In het najaar kunnen we dan ook rijkelijk uitdelen, de druifjes zijn heel geschikt voor consumptie. De planten geven in het voorjaar en een deel van de zomer een mooi groen blad. Eigenlijk hoopten we op mooie herfstkleuren, maar dat valt tegen. De stokken staan nu zo’n vijf jaar en ze beginnen er knoestig uit te zien. Vorig jaar had het blad een raar soort knobbeltjes, de productie heeft er niet onder geleden. Het ziet er naar uit dat dit zich nu weer gaat herhalen.

© paul