Knoflooksoep met gepocheerd ei

knoflooksoep met gepocheerd ei

We zijn al dagen niet meer alleen op de camping. Jan en Ans arriveerden dinsdag en Evert, Neel en de kids kwamen donderdagavond aan. Het was hier dus een drukte van belang. We hebben samen leuke uitstapjes gemaakt en naar hartelust allerlei boodschappen gedaan in de diverse supermarkten. Ik schrijf er later nog over. Jan en Ans zijn zojuist aan de terugreis begonnen, de kids spelen buiten een onduidelijk verstopspel, Evert maakt een wandelingetje, Paul leest een boek en Neel probeert al breiend het Eupotours web-log bij te werken. (de verbinding met het internet is weer eens heel zwak, tijd genoeg om tussendoor een stukje te breien) Het is opeens heel stil, we hebben besloten om er vandaag een superluie zaterdag van te maken, dus heb ik wel even tijd om een stukje te schrijven.

Eerst maar eens even over de knoflooksoep die we deze week aten. Jan is dol op soep en vertelde over de knoflooksoep die ze in Tjechië eens aten. De lekkerste die hij ooit gegeten had. Paul vertelde over de knoflooksoep uit La Mancha, dus knoflooksoep moest het worden. Alle ingrediënten waren aanwezig maar de soep uit La Mancha moet in de oven, het rauwe ei giet je op de soep en stolt in de oven. Een oventje hebben we hier (nog) niet, dus we maakten een variant met een gepocheeerd ei. Het resultaat was prima. Zeer geschikte soep voor een koude dag in oktober.

  • 4 flinke sneden oud witbrood
  • 1 1/2 liter bouillon
  • 100 gram gerookte ham in kleine sliertjes
  • 1 theelepel paprikapoeder mild
  • 1/2 theelepel chilipoeder
  • 4 eetlepels olijfolie
  • zeker 12 ferme tenen gerookte knoflook, fijngehakt
  • 1 eetlepel vers gehakte platte peterselie
  • 4 eieren

Snijd het brood in kleine dobbelsteentjes. Verwarm de olijfolie en bak daarin het brood goudbruin. Voeg de knoflook toe en laat ze even meebruinen. Doe er het paprikapoeder en de chili bij, roer even goed om en giet er de bouillon bij. Laat de soep zo ongeveer 20 minuten zachtjes pruttelen.

Zet een ruime pan water op het vuur met wat azijn of citroensap.
Zorg dat het water nètaan kookt.
Breek het ei in een kommetje en laat het dan uit het kommetje in het water glijden.
Pocheer het ei drie minuten. Vouw het eiwit voorzichtig met een vork om de dooier. (hoe verser het ei hoe minder dit nodig is)
Haal het ei dan met een schuimspaan uit het water, laat het even uitlekken. Schep de soep op borden en leg in elk bord een gepocheerd ei.

Een echte maaltijdsoep, we aten alleen een paar gerookte kwartelpootjes toe.

En natuurlijk een kopje espresso!

© ellen

Kerrie van Midden-Java…

nasi goreng en kerrie van midden Jawa

 

Na mijn gerommel in het afvalputje had ik trek gekregen, zin in iets ‘anders dan anders’. Ik had runderlapjes gekocht met het idee om ze te stoven met mosterd. Erbij snijboontjes en aardappelpuree. Niets mis mee, maar ik had opeens m’n zinnen gezet op iets exotisers. Ik besloot maar eens te zoeken in het boek van Beb Vuyk; “Groot Indonesisch kookboek”.

Ik kocht het boek ooit in een doos met drie klassiekers; “De klassieke Italiaanse keuken”, van Michella Hazan, “De nieuwe Franse keuken”, van Paul Bocuse en het boek van Beb Vuyk. Ik moet zeggen dat ik van deze drie klassiekers dit laatste boek het minste gebruik. Ik waag me zelden of nooit aan Indonesische gerechten. Niet omdat ik dit eten niet lekker vind, zeker niet. Misschien komt het omdat er hier in de buurt zoveel mensen wonen die vanuit hun eigen achtergrond, of die van hun vrienden en partners, zo vertrouwd zijn met deze keuken dat ik er maar niet aan begin om hun kookkunsten te benaderen. Maar goed, eens moet er een begin gemaakt worden…

Ik koos een recept met runderlapjes, en vooral een recept waarvoor ik alle ingredienten, op een spriet sereh na, in huis had. Dat is trouwens nog een moeilijkheid bij het koken van Indonesische gerechten. De lange lijsten met voor mij onbekende ingredienten. Bij de plaatselijke super zijn ze niet meer te koop. Je moet er voor naar een Toko. Vroeger boden de supermarkten hier nog wel wat kruiden te koop aan, tegenwoordig zijn er alleen nog kant-en-klaar-pakketjes te koop. Ik maakte mijn eigen kruidenmengsel en stampte dat in de vijzel zoals het in het boek stond. Eigenlijk helemaal niet moeilijk. Gewoon even aan beginnen!

vijzel 005

De vijzel, ook wel tjobèk genoemd, heb ik lang geleden geërfd. Kon ik die eindelijk eens gebruiken voor het doel waarvoor hij gemaakt is!

  • 2 eetlepels olie
  • 500 gram rundvlees
  • 1/4 blok santen
  • Kruiden:
  • 3 eetlepels uien, fijn gesnipperd
  • 2 teentjes knoflook, gesnipperd
  • 1 eetlepel sambal oelek
  • 2 theelepels ketoembar
  • 1 theelepel djinten
  • 1 theelepel laos
  • zout
  • 2 theelepels koenjit
  • 1 spriet sereh

Wrijf de uien, de knoflook en de sambal, de ketoembar, de djinten, de laos, wat zout en koenjit met elkaar tot een brij. Bak dit kruidenmengsel in de olie. Snijd het vlees in blokjes en laat even meebakken. Voeg er 3/4 liter water, het blok santen en de sereh bij. Laat het gerecht stoven tot het vlees gaar is en het vocht tot ongeveer de helft is ingedampt. Serveer met witte rijst.

© ellen.

Gefrituurde salieblaadjes…

gefrituurde salie

Wij hebben achter onze caravan een prachtige salieplant, echte Italiaanse salie! We kregen de plant zo’n 10 jaar geleden van de toenmalige buurman van de camping, een Italiaan van geboorte. Paul schreef er al eens over op dit weblog. De plant groeit en bloeit nog steeds weelderig en vandaag bedacht ik maar weer eens ‘Muizen’ te maken. Je hebt er mooie aromatische salieblaadjes voor nodig. Onbespoten en vers geplukt, liefst met het steeltje eraan. De blaadjes worden in deeg gedompeld en daarna gefrituurd in hete olie. De vorm lijkt dan een beetje op een muisje, van daar dat deze gefrituurde blaadjes in Italie ook wel Muisjes genoemd worden.

Je eet de gefrituurde blaadjes als voorgerecht of borrelhapje.

Voor ongeveer 20 salieblaadjes:

  • 150 gram gezeefde bloem
  • 1 groot ei, dooier en eiwit gesplitst
  • wat zout
  • ijskoud bronwater
  • een scheut witte wijn
  • olie om in te frituren (zonnenbloem- of arachideolie)

Meng bloem en zout en de eidooier in een schaal. Voeg dan een scheut witte wijn toe en roer goed. Voeg bronwater toe en klop tot je een dik beslag krijgt. De consistentie moet ongeveer zijn als die van créme fraiche. Zet de schaal zeker 30 minuten in de koelkast. Klop dan het eiwit stijf en schep dit voorzichtig door het beslag. Verwarm intussen de olie in een frituurpan, (de olie moet zo heet zijn dat een korstje brood in een minuut mooi goudbruin kleurt).

Pluk de salie (mét steeltje!) en poets de blaadjes schoon. Haal ze door het beslag zodat ze helemaal bedekt zijn en bak ze in de hete olie aan alle kanten goudbruin. Schep ze met een schuimspaan uit de pan en laat ze op keukenpapier uitlekken. Bedenk dat de eerste vijf exemplaren er altijd een beetje raar uitzien. Maar heb je eenmaal grip op het procedee dan worden ze vanzelf prachtig.

Serveer de ‘Muizen’ warm bij een aperitief of als voorgerecht met wat tomatensalade.

gefrituurde salie

En dat buitenfornuisje is een echte uitkomst op de camping!

© ellen.

Tomaatjes met rozemarijn en kaas

tomaatjes uit de oven

Het weer is fantastisch, echt ‘lenteweer’! Het is eigenlijk tijd om eens wat buiten te grillen (ik ben gek op geroosterd vlees) ware het niet dat Paul een diepe afkeer heeft van ‘barbeknoeien’ en alles wat daar omheen hangt. Een gevoelig onderwerp dus hier op het Ministerie. Wij hebben ook niet veel tijd deze week voor uitgebreide maaltijden dus onze discussie is weer even uitgesteld. (Paul blij!) Druk, Druk, druk. Vanavond maar snel; wat tomaatjes uit de oven,(kort gegaarde) aardappeltjes met wat olie en rozemarijn in een schaalte ernaast. Een biefstukje gewoon in de pan gebakken.

  • Tomaatjes uit de oven; voor twee personen
  • olijfolie
  • 4 tomaatjes (kies een smakelijke soort) in vieren gesneden
  • 1 kleine rode ui, in flinterdunne schijfjes
  • 1 teentje knoflook, héél fijn gesneden
  • wat verse rozemarijn
  • wat boursinkaas
  • wat olijven
  • peper en zout

De tomaten in partjes snijden en met de uiringen, knoflookflinters en rozemarijntakjes in een met olijfolie ingevette ovenschaal schikken. De olijven verdelen over de tomaatjes. Peper, zout erover strooien . De boursinkaas, of geitenkaas of wat-ook-voor-soort-dan-ook-kaas, erover brokkelen. Nog een paar druppeltjes olijfolie erover en hupla onder de gril in de oven. 10 minuten op 200 graden voldoet.

Kopje espresso toe, toch nog onthaast!

© ellen.

Aardappeltjes met saffraan en tomaat; Papas Gadinatas.

aardappeltjes met saffraan en tomaat

Vandaag eindelijk een pril lentezonnetje en meteen een aangename temperatuur. De buitendeur open en eens even in de tuin rondgerommeld. De platte petersselie begint al nieuwe blaadjes te maken, de selderie is zelfs al iets verder in het blad, de crocusjes bloeien, de rozenstruiken schieten uit; kortom het lijkt erop dat het nu toch echt lente begint te worden!

Om dat te vieren een mooi zonnig schoteltje, een aardappelgerecht met saffraan en tomaat. Het duurt nog een hele tijd voor er verse tomaten zijn die geschikt zijn voor dit recept. Ik gebruikte dus gewoon tomaatjes uit blik, een prima vervanger. Ook nieuwe verse krieltjes zijn er nog niet, maar biologische Nicola aardappeltjes voldoen uitstekend. Neem biologische vastkokende aardappeltjes, even schillen en in stukjes snijden.

  • Voor vier personen:
  • 1 kilo aardappeltjes
  • 1 flinke ui, in dunne ringen gesneden
  • 3 tenen knoflook, fijngehakt
  • 1/2 liter blik tomaatjes
  • een plukje saffraandraadjes
  • 1 glas witte wijn
  • zeezout en peper
  • een handje lekkere olijven, mét pit
  • olijfolie.

Verwarm de olijfolie en fruit daarin de uienringen en knoflook zachtjes aan. Voeg de tomaatjes en de saffraandraadjes toe. Schep een paar keer goed om en doe de wijn erbij. Laat het mengsel nu inkoken tot een dikke tomatensaus. Voeg dan de aardappelstukjes toe en giet er zo veel water over dat de aardappeltjes net onderstaan. Breng alles weer aan de kook, zonder deksel, en laat koken tot de saus weer dik en glad is en de aardappelstukjes bijna gaar zijn. Voeg dan de olijven toe en laat nog vijf minuutjes doorsudderen zodat de olijven hun smaak kunnen afgeven. Serveer met wat verse basilicum en geroosterde pijnpitjes.

Wij aten er een salade van lauwwarme broccoli bij en een geconfijt eendenboutje. Het eendenboutje even verwarmen onder de gril.

Stukje Munster toe. En, natuurlijk een kopje espresso!

© ellen

De Knoflooksoep van Johnny…

7 sep 010

Een kop vol snot en ogen als spleetjes. Te weinig adem voor een lange wandeling en geen zin in een goed boek. Dat is zo ongeveer de stand van zaken op dit moment. Enfin, ik denk dat ik het gedoe snel moet couperen. Ik grijp terug naar een probaat middel van de helaas te vroeg overleden dichter en performer Johnny van Doorn. Ik maak zijn knoflooksoep regelmatig, en ik weet absoluut niet wat er nu zo gezond aan is, maar ik kikker er altijd mirakuleus van op. Deze keer (zoals nagenoeg élke keer) rommelde ik wat met de samenstelling zoals de Dichter die beschreef. Ik geef je het recept van mijn actueel brouwsel.

  • 2 liter bouillon,
  • 2 bollen knoflook (= 30 à 40 teentjes),
  • ‘n paar takjes selderie,
  • 1 lauwrierblad,
  • 1 takje thijm,
  • 3 blaadjes salie,
  • 10 gekneusde peperkorrels,
  • ‘n snuifje oregano.

Haal de velletjes van de de knoflooktenen en doe ze in de bouillon. Voeg de rest van de ingrediënten toe en zet de bouillon op een hoog vuur. Wanneer het geheel kookt kan de pan op het kleinste vlammetje en de soep mag één uur trekken. Zeef daarna de soep en verwijder de kruiderij. Pureer de knoflooktenen en doe ze terug in de soep. Klaar!

Opmerkingen:

  • Met bovenstaand recept maak je in feite een basissoep. Wil je wat meer vastheid, wat stevigers, voeg dan vanaf het begin in blokjes gesneden aardappel toe. Hoeveel hangt af van hoe dik je de soep wilt hebben. Ook experimenten met tomaat en aubergines leverden heel aardige resultaten op.
  • Ik had nog een metworstje liggen. Ik sneed een stuk in kleine dobbelsteentjes en liet die even meertrekken, nadat ik de soep had gezeefd en de knoflook gepureerd. Prima resultaat.
  • Veertig teentjes knoflook lijkt overdreven, maar bedenk dat die tenen door de kooktijd hun scherpte verliezen. Het pulp levert een uitgesproken smaak op, maar wel mild. Iets dergelijks gebeurt ook bij Ellens recepten voor lamsbout en haar kip met veertig teentjes knoflook.

© paul

Dorade uit de oven met dille-sinaasappelsaus…

Dorade met sinaasappel/dillesaus

Hoog tijd voor een ‘normale’ maaltijd. Na al die dagen van feestvieren, bier, soep en haringen, hadden wij wel behoefte aan een rustige maaltijd, aan een mooi gedekte tafel. En natuurlijk iets lekkers op de borden.

Ik wisselde de carnavalsfoto in de kop voor een rode kool; groente van dit seizoen. Er moest maar weer eens gewone Hollandse pot op tafel komen. Helaas geen rode kool te bekennen in de super.

Ik besloot er dan maar een mediterane maaltijd van te maken. Dorade had ik nog in de diepvries, een vaag recept in mijn hoofd. De rode kool wacht maar tot morgen.

  • Voor twee personen;
  • 2 niet te grote dorades, schoongemaakt
  • olijfolie
  • peper en zout
  • een paar dunnen schijfjes citroen
  • 6 verse laurierblaadjes

Bestrooi de binnenkant van de vis met peper en zout. Maak met een scherp mes drie inkepingen op de flank van de vis en stop daarin een blad laurier. Wrijf de dorades in met olijfolie. Stop een paar schijfjes citroen in de buikholte en leg de vissen in een met olijfolie bestreken ovenschotel. Verwarm de oven voor op 180 graden. Gaar de vissen in ongeveer 25 minuten.

Dien op met deze sinaasappel-dillesaus:

Dorade met sinaasappel/dillesaus

  • een klein bosje verse dille, fijngehakt
  • een eetlepel sinaasappelrasp (een liefst biologische schil van een sinaasappel schoonboenen en de buitenkant raspen)
  • 100 gram boter
  • 2 theelepeltjes mosterd
  • 2 hardgekookte eidooiers

Smelt de boter. Kruimel de eidooiers heel fijn en meng alles door de gesmolten boter. Verwarm de saus nog even (niet laten koken) en dien snel op met de dorade.

Wij aten er wat gestoofde venkel bij.

Een mooie ‘zonnige’ maaltijd! Goed om het sombere winterweer te verdrijven!

Kopje espresso toe.

© ellen.

kip met dragon-roomsaus…

kip in dragon-roomsaus

Paul had zich voorgenomen om vandaag een mooi artikel te schrijven over Bloedworst en Balkenbrij. Over de verschillen tussen de Brabantse Bloedworst en de Limburgse Bloedworst. Gewone Balkenbrij en Bloedbalkenbrij, maar helaas. Paul ligt even in de lappenmand; het idee aan eten is voor hem al genoeg om nog zieker te worden…U moet de verhalen over balkenbrij en bloedworst, Limburg en Brabant, dus maar even tegoed houden.

Laat mij dan maar even het recept opschrijven van de kippenpootjes die we gisteren aten. Drumsticks, het onderste deel van de poot van de kip. Naar mijn idee een zeer smakelijk deel van de kip. Ik schrijf het telkens weer; bijna alle recepten met kip gaan de laatste tijd over kipfilets. Ik vind zo’n filet, van de borst, helemaal niet zo lekker. Het is vrij droog vlees en je moet veel moeite doen om het sappig te houden. De smaak is veel minder spannend dan het vlees van de poten. Ook de saus wordt veel smakelijker als het vlees mét botten even heeft mogen garen. Natuurlijk neem je een biologische kip, die blauwe supermarktkippen smaken bij voorbaat naar water, ze hebben een verschrikkelijk leven gehad en worden gefokt op een manier die echt heel slecht is voor ons milieu en dus voor ons allemaal. Kip van onbesproken gedrag dus. De drumsticks, het onderste deel van de kippenpoot, zijn vaak niet zo groot en wij lusten er dan wel twee per persoon, soms wel drie. Dat hangt af van gewicht en wat je er verder nog bij eet.

kip in dragon-roomsaus

  • Voor twee personen:
  • wat boter
  • 4 of 6 drumsticks van een biologische kip
  • 1 sjalotje, zeer fijn gehakt
  • 2 teentjes knoflook, geplet en zeer fijn gehakt
  • 1 scheutje droge witte wijn
  • 1 flinke lepel bouillon
  • 1 eetlepel gedroogde dragon, of veel verse dragon, (moeilijk te krijgen in dit seizoen)
  • peper en zout
  • een flinke scheut room
  • vers gehakte peterselie

Verwarm de boter en bak daarin de drumsticks lichtbruin aan. Voeg de sjalot en knoflook toe en bak ze even mee. Blus af met de witte wijn en voeg wat bouillon toe. Laat de drumsticks dan rustig 40 minuten garen. Doe er de dragon bij en de room en laat, met de deksel van de pan, nog zeker 10 minuten zachtjes smoren. De saus kookt mooi in tot een dikke roomsaus. De botjes in de drumsticks geven een rijke smaak aan de saus. Verder even proeven en peper en zout en wat vers gehakte platte peterselie toevoegen.

Wij aten er witlof bij en aardappeltjes. Een stukje kaas, Bleu d’ Auverne, toe. En natuurlijk een kopje espesso.

© ellen.

Zeewolffilet met saffraan en olijven…

vis 023

De voorbereidingen voor het komende Carnaval namen nogal wat tijd in beslag deze week; de pêkskes maken, accesoires kopen, vergaderen, extra stoelen regelen en ga zo maar door. De Jongste Bediende heeft zijn toeter gepoetst, Eupotours heeft een nieuw vel op de grote trom laten maken en de Keizer van Monera weet eindelijk wat hij aan zal trekken tijdens de optocht. Nog wat laatste versieringen en het feest kan beginnen. Vanmiddag verzamelen alle dweilorkesten in café Dientje en blazen de eerste noten van deze carnaval tijdens Het Generaal Alaaf, de opwarmer voor het carnaval. Hier kunnen alle orkesten laten horen wat ze dit jaar bij- of juist afgeleerd hebben.

Met al dat gedoe bleven er wel een paar mooie gerechten liggen waarvan de recepten toch maar even opgeschreven moeten worden, deze vis bijvoorbeeld. Snel klaar en smakelijk, een prima gerecht voor als je haast hebt. Ik gebruikte filets van zeewolf, andere gefileerde vis kan ook. Door de toevoeging van saffraan en olijven krijgt dit gerecht een spaans tintje.

  • Voor twee personen:
  • 2 mooie filets, zeewolf, kabeljouw of andere witvis
  • wat olijfolie
  • een stukje gerookt spek in kleine dobbelsteentjes gesneden
  • 2 stengels bleekselderij
  • 1 rode paprika
  • 2 tomaatjes
  • 1 spaanse peper
  • 1 uitje, fijngesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 glas witte wijn
  • een plukje saffraandraadjes

Snijd de groenten in kleine dobbelsteentjes. Verwarm de olie en bak daarin de spekjes even uit. Voeg ui en knoflook toe en bak ze lichtbruin. Voeg dan de groenten, de saffraan en de olijven toe en smoor nog even tot alle smaken gemengd zijn. Leg dan de visfilets tussen de groenten en giet er een glas witte wijn over. Doe een deksel op de pan en laat de vis in ongeveer 15 minuten zachtjes garen. Geef er wat knapperig brood bij of wat witte rijst.

Stukje kaas toe en natuurlijk een kopje espresso.

© ellen.

Saffraan, rood goud…

saffraan

Saffraan: het is zo duur als goud. Dat gold in de ouheid, dat gold in de middeleeuwen, en het geldt nog steeds.

Reken maar even mee: voor een buisje saffraan betaal je bij Albert Heijn € 1,25. Het buisje bevat een paar draadjes saffraan. Het gewicht van de inhoud is 0,05 gram.

Reken je de prijs door naar een kilogram dan kom je op het meer dan forse bedrag van € 25.000,- . Voor één baar fijngoud 999,9 van een kilogram betaal je bij de integere goudhandel hier ten lande op het moment € 25.661,-. Denk je die zeshonderd-een-en-zestig euro even weg (peanuts) dan zie je dat ik gelijk heb. Saffraan is zo duur als goud.

Ach, er zit een demagogisch tintje aan deze redenering, dat weet ik ook wel. Wij kochten bij de groothandel een potje saffraan met een inhoud van tien gram en door die grotere hoeveelheid slonk de prijs fors. We betaalden niet € 250,- maar “slechts” € 78,-. En dat terwijl de goudprijs aardig stabiel blijft bij het vergroten van het kwantum. Voor 10 gram fijngoud betaal je al gauw € 260,-

Ongetwijfeld wordt de saffraan nog een stuk goedkoper wanneer je een hele kilo koopt, maar daar heb ik geen gegevens over gevonden.

Saffraan noem je de rode stampers van de Saffraancrocus (Crocus sativus). Elke bloem heeft er drie, en ze moeten met de hand geplukt worden. Vandaar dan ook die hoge prijs.

Saffraan geeft kleur aan je gerecht, maar vooral geur en smaak. Voor ons hoort de saffraan thuis in een rijtje samen met truffel en vanille. Heb je het échte spul een keer geproefd dan wil je niet anders meer.

Met de saffraan van Albert Heijn is niks mis. De stampertjes worden netjes geleverd in een plastic buisje om ze te beschermen tegen invloeden van buiten. En over het spul op zich hebben we nooit te klagen gehad. Gebruik je de specerij slechts een enkele keer, dan heeft het geen zin om op grotere schaal in te kopen, die van AH voldoet dan prima. Wij zijn door de jaren steeds vaker saffraan gaan gebruiken. Zo’n bus van 10 gram is toereikend voor zeker één jaar en levert uiteindelijk een besparing van een goede honderdzeventig piek.

Wij zijn er heel tevreden mee.

© paul

saffraan saffraan