Courgettesoep van de courgettes uit de tuin van de Oma van Wouter…

courgettesoep

Wij wilden vanavond eens rustig aan doen; eindelijk ons boek uitlezen, een film kijken of gewoon even niets… Maar om ons heen gonst het van de activiteiten; de kids in de tent proberen het droog te houden, de kids in de Eupotoursbambi kijken een film en nieuwe, van de snelweg afgeregende gasten zetten in het pikkedonker hun tent op, de Franse kinderen die de hele dag in Ansembourg op het feest waren zijn nog te opgewonden om te gaan slapen. En wij, ach, wij drinken nog maar een glas…

Intussen moet er wel wat geschreven worden; het was al dagen te druk hier om ook maar een letter te verzenden, maar de soep van de courgettes moet toch beschreven worden en nu internet weer goed lijkt te werken probeer ik maar even…

De vrienden van Julia kwamen hier donderdag aan en Wouter bracht een kistje mee met prachtige gele courgettes, een superkomkommer en een heleboel eieren. Gekregen van zijn oma, uit haar moestuin in Asten. We besloten de courgettes in een grote pan soep te verwerken.

  • Voor veel hongerige personen:
  • een stuk of zes gele courgettes, geschild en in kleine blokjes gesneden
  • 2 uien, fijngesneden
  • 8 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 3 grote aardappelen, geschild en in kleine blokjes gesneden
  • een klont mooie Bretonse boter
  • 2 liter groentenbouillon
  • nootmuskaat, peper en zout
  • 8 blaadjes fijngehakte mint
  • 8 blaadjes fijngehakte basilicum
  • een flinke scheut Luxemburgse room
  • 200 gram vers geraspte Parmezaanse kaas
  • (wenselijk was een stukje vers geraspte gember, maar dat hadden we even niet)
Koken voor een groot gezelschap op een camping is leuk; iedereen helpt mee en het schillen en snijden van de groenten is in een mum van tijd gebeurd.
Smelt de boter in een grote soeppan en smoor daarin de uiensnippers en de knoflook tot ze zacht zijn.. Voeg dan de courgettestukjes erbij en smoor ze zachtjes mee. Voeg de aardappelstukjes erbij en de groentebouillon en breng het geheel aan de kook. Draai dan het gas terug en laat de soep pruttelen tot alle groenten gaar zijn. Doe er dan een flinke scheut room bij en laat nog even zachtjes doorkoken. Breng de soep verder op smaak met wat nootmuskaat, peper en zout en de mint en basilicum.
Pureer de soep met een staafmixer tot een mooie gladde soep. Voeg naar smaak nog wat Parmezaanse kaas toe en serveer met een blaadje mint.
Wij dronken een kopje espresso toe bij Joop en Wilma in het Campingcafé terwijl de kids de afwas deden…
© ellen

 

Phitophtera, een zegen voor de mensheid ?!..

Paddenstoelen zijn een zegen voor de mensheid. Ze helpen bij het opruimen van alle rommel in de natuur en met een beetje mazzel kun je ze nog eten ook. Geen kwaad woord over paddenstoelen, zolang ze maar groot zijn en een steel en een hoed hebben.

Het merendeel van hun familie echter heeft een voorkomen dat wat “creepy” is, klein, soms wollig, soms ook “sticky”. Een beetje griezelig dus. Ook die zwammen doen hun werk, en ze doen dat best. De wereld zou een onleefbare bende zijn zonder dat gespuis.

Maar er zijn er ook een paar, die wil je niet kennen… Phitophtera is er een van. Op de een of andere manier heeft die zwam bedacht dat hij aardappelen en tomaten moet opruimen. En hij doet dat effectief. Nachtschade, denkt die zwam, het woord zegt het al. Schade! Opruimen die handel.

Marleen en de Jongste Bediende plantten ook dit jaar weer een keurig akkertje piepers aan. Red Barons en Frieslanders. Die Red Barons doen het geweldig op onze zandgronden, die Frieslanders houden moedig stand, hoewel ze kleigrond prefereren.

Ware het niet dat het al tijden zeike-zeike-weer is (excusez le mot). Enfin lezer, je hebt het allemaal zelf mogen beleven. En daar komt Phitophtera om de hoek kijken. Hij behoort tot de taxonomische klasse van de Waterschimmels en dat wil hij weten ook. Nattigheid betekent werk aan de winkel. En gretig zoekt hij zijn slachtoffers. Bijvoorbeeld op dat akkertje aan de Witte Brug in Gemert.

Nu is onze Jongste Bediende niet van een kleintje vervaard. Zijn heudige professie mag dan mijlenver afstaan van zijn opleiding, de Jongste Bediende is en blijft biologisch boer. Hij herkende de boosdoener in zijn gewas, dacht slechts ‘n moment na en handelde! Al die Frieslanders uit de grond, dat was zijn oplossing. De Red Barons zullen de Phitophtera aanval overleven. Zeker wanneer hij zo driftig in de weer gaat met de flitspuit (biologisch?)…

Enfin lezer, wij vinden het best. Ieder nadeel heb se foordeel… (wie zei het ook alweer?) Wij eten sinds dagen nieuwe aardappeltjes, krieltjes, zo lekker, zo vers…

Wij hebben wel iets met Phitophtera, de bezorger van Nerlands Hoop in trieste (lees: natte) dagen. En Ellen roept vanuit de keuken: Voor het eerst in ons samenzijn gaan we op vakantie met een zak aardappelen als bagage… Het zij zo lezer, het zij zo.

Verse jonge kapucijners…

Kapucijners uit blik, wie kent ze niet. Klaargemaakt met spek en spekvet, of opgediend met piccalilly en een gebakken ei. Je hebt er een voedzame maaltijd aan en al met al smaakt het heel behoorlijk.

Maar nu, in de maanden juni en juli, biedt men de verse jonge kapucijners aan. En dat is andere koek… Dat noem je niet lekker, dat heet goddelijk. Zacht en een tikkeltje zoet, maar uiteindelijk een smaak die nergens mee is te vergelijken.

Er waren tijden dat je ze nog nauwelijks zag op de markt, laat staan in de doorsnee groentenzaak. De laatste jaren, we constateerden het al eerder, lijkt het aanbod aanmerkelijk toegenomen. Toen ik zaterdag in zeven haasten over de Helmondmarkt rende zag ik ze in nagenoeg elke groentenkraam liggen. En natuurlijk kocht ik een kilo. Goedkoop zijn ze niet. Voor de goedkoop moet je die uit pot of blik nemen. Maar dan zul je ook nooit de smaaksensatie meemaken die het eten van jonge verse kapucijners veroorzaakt.

Je hebt er even aan te werken, aan een kilo ongedopte peulen. En je vingertoppen kleuren lichtelijk paars. Maar dat dien je maar op de koop toe te nemen.

Ik ben benieuwd wat Ellen er deze keer mee gaat doen (Ik maak ze schoon, Ellen verwerkt ze…) Maar uiteindelijk vind ik ze toch het lekkerst met slechts een scheut spekvet van onbesproken gedrag.

Aubergines met kappertjes en zwarte olijven

aubergines met kappertjes en olijven
Het zijn drukke weken zo vlak voor de vakantie; een paar keer extra gewerkt, wat afspraken, een verjaardag.., dan komt het er niet zo van om regelmatig te schrijven. Paul vult de pagina’s dan met ‘andere genoegens‘ en heel af en toe een recept. Dit keer wil hij schrijven over de vis uit de oven die hij gisteren klaarmaakte; hij gebruikte daarvoor het restant van het kappertjes/olijvenmengsel dat ik maakte voor deze aubergines… Vandaar, dus;

  • Voor twee personen
  • 2 aubergines in de lengte doorgesneden
  • 2 teentjes knoflook geplet
  • 2 takjes rozemarijn
  • olijfolie.

Snijd de gehalveerde aubergines kruislings in en stop in de opening een teentje knoflook en de rozemarijn. Leg ze in een ovenschaal giet er wat olijfolie over en laat ze op 170 graden 20 minuten garen. Haal de aubergines uit de oven.

Maak intussen een tapanade van grof broodkruim van *)

  • een flinke witte boterham, oud of geroosterd
  • 6 grote kapperappeltjes grof gehakt
  • 10 zwarte olijven grof gehakt
  • 2 teentje knoflook fijngehakt
  • wat rozemarijn- en tijmblaadjes fijn gehakt
  • 50 gram Parmezaanse kaas
  • wat olijfolie

Roer dat alles goed door elkaar. Verwijder de knoflook en de rozemarijn van de aubergines, die hebben hun werk gedaan, en schep de tapenade op de auberginehelften. Zet ze nog 15 minuten in de oven zodat ze een mooi knapperige bovenkant krijgen.

aubergines met kappertjes en olijven

Wij aten er lamsgehaktballetjes bij en wat couscous.

Kopje espresso toe.

*) Deze hoeveelheid is aangepast. Als je het recept voor de vis van Paul wil maken moet je van alles iets meer nemen.

© ellen.

Tuinboontjes zoals ze in Rome gegeten worden…

Romeinse tuinboontjes

Paul schreef dit seizoen al eerder over tuinboontjes, verse tuinboontjes met wat goed spek. Dat was een prima maaltijd en van de restanten maakte ik een salade met bietjes. Lekker allemaal, mits je de goede tuinbonen kunt kopen; niet te groot, niet té klein, vers enzovoorts. Vandaag wilde ik iets anders en zocht dus maar eens wat recepten. Als ik door de kookboeken blader staan er eigenlijk bedroevend weinig recepten in voor tuinboontjes.  Mevrouw Hazan schrijft in haar boek “De Klassieke Italiaanse Keuken”: “Tot de ontdekkers van Amerika naast goud en zilver bonen mee terug brachten, was de enige in Europa bekende boon de tuinboon (ofwel de grote of roomse boon). Hoewel deze boon al bijna vijfduizend jaar wordt verbouwd en gegeten, heeft de populariteit ervan vreemd genoeg nooit de grenzen van Zuid- en Midden- Italië overschreden.”

Tja, in Nederland eten we wel tuinbonen. Maar veel mensen bewaren een soort jeugdtrauma aan de overgare, bruingekookte, te grote taaie bonen. Jammer, ze kunnen zo lekker zijn die eerste verse kleine boontjes. Koop ze vroeg in het seizoen (mei/juni), gedopt moeten ze ongeveer de maat hebben van limabonen. Zijn ze echt veel groter, dop ze dan dubbel. Dat wil zeggen de schil verwijderen en dan het boontje zelf nog eens pellen.

Romeinse tuinboontjes

Vandaag had ik prachtige kleine boontjes, ze hoefden echt niet dubbel gedopt te worden en ik maakte ze klaar naar het recept van mevrouw Hazan; op de romeinse manier.

  • voor twee personen
  • een plak pancetta van ongeveer 1 cm in fijne blokjes gesneden
  • 2 kilo ongedopte jonge tuinbonen
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 2 eetlepels fijngesneden sjalot
  • versgemalen zwarte peper
  • wat water en eventueel zout
  • wat vers gehakte platte peterselie
Doe de olie in de pan en zet die op een matig vuur. Bak daarin de sjalotten heel zachtjes tot ze glazig zijn. Voeg de pancetta toe en bak zachtjes een minuutje of vier. Doe er dan de boontjes bij, bestrooi met versgemalen zwarte peper en roer goed door. Voeg 4 eetlepels water toe en sluit de pan. Stoof de boontjes zo in ongeveer 8 minuten gaar. Strooi er als de boontjes gaar zijn eventueel wat zout over en wat peterselie. Geef er knapperig stokbrood bij.
Kopje espresso toe.
© ellen.

Doperwtjes met sla

doperwtjes met sla

Er waren gisteren mooie Nederlandse doperwtjes te koop op de markt. Ze worden volop geteeld maar vreemd genoeg maar zelden te koop aangeboden. Het grootste gedeelte verdwijnt direct in pot en diepvries, jammer want ze zijn vers toch zo lekker. Vorige week aten we ze ook daar heb ik niet over geschreven. Vorige week kocht ik één kilo, net genoeg voor twee personen maar omdat we plotseling gasten kregen mengde ik de erwtjes met kleine blokje courgette. Smaakte prima. Dit keer besloot ik het klassieke franse recept te volgen zoals Onno kleyn vorige week op zijn blog schreef. De verhoudingen wat aangepast omdat we gisteren met twee personen waren. Op  deze ‘franse manier’ worden de erwtjes lang gestoofd, heel vreemd maar ik besloot het gewoon maar te proberen. Ook moet er suiker toegevoegd worden en daar ben ik nooit zo vóór maar soms kan een klein schepje suiker de natuurlijke zoete smaak van gerechten mooi benadrukken. Een klein schepje suiker toevoegen dus.

  • 1 kg verse Hollandse doperwten in de peul
  • 30 gram roomboter
  • 16 kleine uitjes, of 1 grote ui grof gesneden
  • het hart van een kropje sla, gewassen en in tweeën gesneden
  • 1 theelepel suiker
  • 25 gram mager rookspek, in blokjes
  • handje gehakte platte peterselie
Smelt de boter in een stoofpan, leg de sla op de bodem en verdeel daarover de erwtjes, het spek en het lepeltje suiker. Stoof, op een heel zacht vuurtje, het geheel zeker 30 minuten, langer mag ook. Strooi er dan de vers gehakte platte peterselie over en dien op. Wij aten er gisteren nieuwe aardappeltjes bij en een mootje zalm. Erg lekker, niet té zoet, dit gaan we zeker vaker eten!
Kopje espresso toe.
© ellen.

 

 

Verse tuinbonen met spek…

We aten ze in het weekend, onze eerste verse tuinbonen van het jaar. We vonden ze op de Helmondse zaterdagmarkt, échte verse Hollandse tuinboontjes. Juni is de maand dat ze op z’n lekkerst zijn. Je kunt ze daarna nog de hele zomer door krijgen, maar dan is het fijne, het frêle eraf, ze worden grover.

Ik heb ze gedopt, en probeerde ze daarna dubbel te doppen (de buitenschil van de afzonderlijke boontjes te verwijderen). Ik maakte echter met mijn lompe vingers zoveel stuk dat ik er maar mee gestopt ben. En het is ook niet nodig bij jonge tuinboontjes, de buitenschil wordt pas bitterig als de bonen groter en ouder worden.

We maakten ze heel simpel klaar. Gekookt, en daarna overgoten met uitgebakken spekjes (en natuurlijk het spekvet…). Erbij een varkenskarbonade, gestoofd in donker bier.

Tuinbonen luisteren naar allerhande namen in Nederland en Vlaanderen. Bij ons heten ze flodderbonen.

De molleboon is een naaste verwant, maar in Groningen wordt die naam ook gebruikt voor de tuinboon.

Soep met asperges, kaas, ham en zalm…

Asperges, ik schil ze zelf. Niet dat die ene euro die het machinaal schillen bij de boer kost me iets uitmaakt, want dat doet het niet. Ik vind schillen een aangenaam karwei, zoals ik ook garnalen pellen aangenaam vind.

Doorgaans koop ik voor ons tweeën één kilo asperges. Een kwart van het gewicht, een kleine 250 gram, schil ik van de groente af. Vaak verdwijnen de schillen in de groenbak, maar soms gebruik ik ze om een bouillon te bereiden. En het ligt er maar aan op welke manier dat gebeurt of ik aspergebouillon overhoud, of bouillon met een aspergesmaakje. Gisteren maakte ik soep met een smaakje.

We bereidden onze asperges in de oven, gegratineerd met een flink hoeveelheid kaas. Daar bleef een en ander van over, een stuk of zes stengels asperge, twee plakjes ham en flink wat bechamelsaus, waar ook kaas door zat gewerkt. Ik ging voor mijn soep als volgt te werk:

Ik deed de schillen in een pan en voegde water en runderbouillon toe in gelijke mate, alles bij elkaar twee liter vocht. Ik liet dit anderhalf uur trekken. Daarna zeefde ik de bouillon, de schillen gooide ik weg. Ik versneed het restant asperges en de twee plakjes ham. Die gingen bij de bouillon, samen met de bechamelsaus. Ik had er eerst de restanten geratineerde kaas uit gevist, die waren te hard en zouden niet in de soep opgenomen worden. Ik voegde nog eens 50 gram fijn gesneden gekookte ham toe en een handje peterselie. Ik versnipperde twee gekookte eieren en deed ze in de soep. En erbij nog wat Zwitserse strooikaas van Geska. Het geheel werd op smaak gebracht met peper, een half blokje kippenbouillon (ik had even niets anders) en een snuifje nootmuskaat.

Wat ik nu aan soep had mocht ik geen aspergesoep noemen, daarvoor was het te a-typisch. Wel was het een fijne soep geworden, en je proefde de asperges wel degelijk terug.

Bij het serveren snipperde ik nog wat gerookte zalm op het bord. Ik was tevreden…

(Ik ga nu als de wiede-weerga het huis opruimen en spoed me dan naar het Vrijdagmiddagcafé van Vriend Jan. Ik zal er Jos treffen, die maar niet uitgepraat raakt over zijn recente tocht. En ik verheug me op de dubbele van Lupulus. En ja Ellen, er wordt binnenkort over dat bier geschreven…)

 

 

 

Stoofpotje van jonge artisjokken en aardappelen

artisjokken
In Luxemburg wonen veel Italianen. Ze zijn hier zo’n drie generaties terug naar toe gekomen als gastarbeiders om het zware werk te doen in de mijnen, de staalindustrie en de wegenbouw. Ze maakten al snel promotie en begonnen hun eigen bedrijfjes. Het zware werk bleef liggen en de Luxemburgers moesten nieuwe arbeiders zoeken. Die vonden ze in Portugal en later kwamen er ook nog vluchtelingen bij uit het voormalige Joegoslavië. Gevolg is dat de Luxemburgse bevolking nog maar uit 55% ‘echte’ Luxemburgers bestaat. De gemeente Larochette staat zelfs bekend als de gemeente met het hoogste percentage buitenlanders van heel Europa. Als je op een mooie zonnige dag door Larochette wandelt waan je je in Portugal, bijna alle café’s, restaurants en winkels worden uitgebaat door Portugezen. Wat vooral leuk is aan deze diversiteit is het enorme aanbod in de winkels van Portugese en Italiaanse producten; pasta’s en gedroogde vis, maar ook verse groenten. We kennen hier een Portugese vrouw die af en toe heimwee krijgt naar haar geboorteland. Ze stapt dan in haar Porche en komt een paar dagen later terug met een kratje verse citroenen, doperwtjes en tuinboontjes. Niet iedereen is zo bemiddelt dat even op en neer rijden tot de mogelijkheden behoort, maar de eerste voorjaarsgroenten liggen hier te lonken in de winkels. Verse erwtjes, tuinboontjes, pisenlit, zwarte kool, ronde aubergines en tomaten in alle maten en soorten. Op de markt gisteren verkocht de groentenkoopman zelfs dubbelgedopte tuinboontjes weliswaar tegen fabelachtige prijzen, maar goed, dan heb je ook wat! (Pisenlit was € 19,- de kilo, de gedopte tuinboontjes ook zoiets) Wij hielden het op een bosje verse artisjokken uit Sicilië á € 2,95, dat vond ik een hele schappelijke prijs. Ik maakte er een stoofpotje van met nieuwe aardappeltjes. Het was eigenlijk genoeg voor vier personen, maar wij vonden het zo lekker dat bijna alles opging.

  • 1 bosje kleine artisjokken
  • 1/2 citroen
  • 500 gram nieuwe aardappelen, geschild
  • 2 sjalotten fijn gesneden
  • 4 teentjes verse knoflook, geplet
  • 2 eetlepels vers gehakte platte  petersellie
  • zwarte peper en zout
  • 4 eetlepels olijfolie

bosje artisjokken

Pers de citroen uit en giet het sap met water in een schaal. Maak de artisjokjes schoon. Verwijder de buitenste blaadjes. Snijd ze dan in vieren en knip de bovenste randjes eraf. Leg de partjes meteen in het citroenwater anders verkleuren ze. Schil de steeltjes en snijd die in stukjes. Gebruik een stoofpan met een dikke bodem en verhit daarin de olijfolie. Smoor de uitjes op een zacht vuurtje glazig. Doe de knoflook erbij en smoor die ook even mee.Doe er dan de aardappels, de artisjokkenpartjes, de steeltjes, zout peper en peterselie bij en bak alles zachtjes aan. Schep een aantal keren om en om. Voeg dan wat water toe en zet het vuur zo dat alles zachtjes pruttelt en leg de deksel op de pan. Reken op ongeveer 40 minuten stooftijd. Voeg eventueel wat extra water toe.
Lekker met gegrilde lamskarbonaadjes.
Kopje espresso toe, mét een glas armagnac, het was per slot een feestdag gisteren!
© ellen.

Gegratineerde asperges met ham en drie soorten kaas

gegratineerde asperges met ham en drie soorten kaas
De asperge is ‘hot’, we zitten volop in het seizoen en hier in Zuid-Oost Brabant is dat ook goed te merken. Aspergemarkten, -proeverijen, prijzen voor de beste Aspergeteler van… en er zijn zelfs Aspergekoninginen… Wij genieten in het seizoen dan ook minstens één keer in de week van een maaltijd met asperges.

Ik heb niet zoveel behoefte om te experimenteren met deze mooie groente. De kwaliteit van de asperges die wij hier kopen is zo superieur; recht van het land, in de vroege ochtend gestoken, dezelfde avond op ons bord, dat er naar mijn mening verder weinig kookkunsten of bijzondere bereidingen voor nodig zijn. Men schrijft, Facebookt en Twittert over van-alles-en-nog-wat rond ‘onze’  mooie asperges. Johannes van Dam schrijft in zijn boek “De Dikkevandam” ; “Als ze binnen zijn leg ik ze altijd minstens een uurtje plat in een bak met water. Dan herstellen ze hun vochtgehalte enigszins”…  Wij kunnen ons hier in Zuid-Oost Brabant, met overal verkrijgbare, kersverse asperges, niets voorstellen bij deze ‘wijze’ raad uit De Dikkevandam. Wij zijn een gelukkig volkje!

Tsja, over de bereidingswijze; We hebben het hier op het Ministerie allemaal al lang geleden geprobeerd; ‘frituren’, ‘in de oven’, ‘beetgaar’ serveren met”… Maar ‘beetgaar‘ vind ik asperges eigenlijk helemaal niet zo lekker. En frituren leverde ook niet echt bijzonders op. Asperges moeten voor mij zacht en smeuig zijn, met een mooie rijke saus, goeie boter, of simpel met ham en ei of kaas… En er waren nog allemaal restjes kaas!

Goed, voor dit recept hebt je dus Topkwaliteit Asperges nodig. Ontvlucht de stad maar eens en ga op zoek naar de teler van de Lekkerste Asperge van Brabant *, of Limburg en koop een paar kilo van die superasperges.  Schil ze, of koop ze geschild. (Alleen als je ze echt vers kunt kopen, anders het advies van Johannes van Dam volgen en zelf schillen.)

  • Gegratineerde asperges met ham en drie soorten kaas voor twee personen
  • 1 kilo asperges, geschild (dat zijn ongeveer 18 tot 20 asperges, afhankelijk van de dikte)
  • 6 plakken biologische gekookte beenham (voor de vegetariers kan dit ook heel goed zonder ham!)
  • 50 gram Cheddar, 50 gram Oude Goudse en 50 gram Parmezaanse kaas zelf geraspt
  • bechamelsaus

Kook de asperges beetgaar, giet ze af  en laat ze uitlekken. Maak een mooie bechamelsaus en giet die in een ovenschaal. Rol de uitgelekte asperges met drie tegelijk in een plak ham. Leg de rolletjes op de bechamelsaus. Verdeel de geraspte kaas over de aspergerolletjes. De Cheddar over het onderste deel, de Goudse in het midden en de Parmezaanse over de kopjes. Beetjes nootmuskaat erover en de schotel in de oven 15 minuten laten gratineren op 180 graden. Snel opdienen met bijvoorbeeld in de schil gekookte nieuwe aardappeltjes. Drink er een glas Luxemburgse Rivaner bij.

Kopje espresso toe.

*) de afvalstukjes zijn prima te gebruiken om een mooi pastagerecht mee te maken

*) Lekkerste asperge van Brabant: Familie van Dinter. Foto’s  van de bokaal enzovoorts komen eraan!

© ellen.