Turkse Linzensoep

linzensoep
Vandaag waren wij op paddenstoelenjacht, en met succes! We plukten een mooie mand vol, bijna allemaal eekhoorntjesbrood en een paar andere boleten. Ik ga een deel drogen voor de wintervoorraad en ik wil er ook een paar conserveren. Ik las ergens een Russisch recept maar weet even niet meer waar. Iemand een idee? Morgen maak ik een pastarol met verse paddenstoelen. Later dus meer over de paddenstoelen.

Van al het wandelen en plukken hadden we honger gekregen; zin in soep! Voor dit soort noodgevallen hebben we meestal wel wat soep in de diepvries. Als ik maaltijdsoep maak, maak ik altijd een flinke hoeveelheid en vries wat porties in. Deze soep maakte ik twee weken geleden en ik besef nu dat ik er helemaal nog niets over geschreven heb,

Het recept zag ik op 24 Kitchen, heerlijke zender om naar te kijken als je moe bent en in niets anders zin hebt. Ik heb de hoeveelheden niet exact aangehouden; gewoon geen zin om op te zoeken. Alles ‘ongeveer’ dus.

  • 400 gram oranje linzen
  • 2 uien in halve ringen gesneden
  • 3 aardappelen, geschild en in blokjes gesneden
  • 2 eetlepels rode paprikapasta (in Turkse winkels te koop; Binet)
  • scheutje olijfolie
  • 2 eetlepels gedroogde munt
  • dikke yoghurt
  • eventueel wat zout
  • 2 liter water
Verwarm de olie en bak de uien even aan. Doe de paprikapasta en de munt erbij en bak een paar minuten. Doe dan de aardappelstukjes en de linzen in de pan en giet er het water  bij. Breng de soep aan de kook en laat ze dan zachtjes 25 tot 30 minuten doorkoken tot de aardappels en de linzen gaar zijn. Pureer met de staafmixer tot een mooi soep. Proef of er zout bij moet. De paprikapasta (Binet) is te koop en verschillende smaken; zeer pittig, zoet, met en zonder zout. Proef dus eerst vóór je zout toevoegt.
Meng de rest van de munt door de yoghurt en serveer de soep met een lepel muntyoghurt erin. Lekker met een stuk knapperig brood.
*) op de foto ontbreekt de yoghurt; vergeten om later een foto te maken.
© ellen.

Choucroute royale; zuurkool mét…

choucroute royale
Het is weer zuurkooltijd en dat is hier in Luxemburg goed te merken. In de winkels ligt een keur aan zuurkooltoebehoren; worsten, hammetjes, gepekelde carbonaden, gerookt spek, noem maar op. Verse zuurkool koop je hier bij de slager, niet bij de groentenwinkel. Ik besloot Choucroute Royale te maken, zuurkool met allerlei vleessoorten. Ik kocht bij de slager een pond verse zuurkool, worst uit de Jura (Montbeliard), een stukje gerookt spek en een voorgekookt hammetje (een jambonneau)
Deze verse zuurkool moet nog garen en het is heerlijk als je de kool stooft samen met het vlees. De aardappelen worden niet door de zuurkool gestampt maar er los bij geserveerd.  De aardappelen zijn, anders dan bij ons, ondergeschikt in dit gerecht, het gaat om de zuurkool en de vleessoorten. Het valt mij altijd op dat mensen enorme hoeveelheden zuurkool kopen; twee kilo zuurkool is hier voor een gewoon gezin heel normaal. Slagers hebben plastic bakken staan waar één of twee kilo zuurkool ingeschept kan worden.

  • Voor twee personen:
  • 2 plakken gerookt spek
  • 1 jambonneau
  • 1 worst uit Montbeliard
  • 500 gram verse zuurkool
  • 4 jeneverbessen, 2 kruidnagelen en een blaadje laurier, wat peper
  • 1 ui, fijngesneden
  • 1 teentje knoflook
  • 3 flinke aardappelen, geschild en in parten gesneden
  • 1 glas Riesling
  • wat ganzenvet of als je dat niet kunt vinden wat boter.
Spoel de zuurkool onder stromend water af en knijp even uit. Smelt het vet in een pan met dikke bodem en smoor de ui met de knoflook even zachtjes aan. Doe de zuurkool erbij, de kruiden en de worst en het spek. Giet de Riesling erover en laat alles zo heel zachtjes zeker een uurtje stoven. Leg dan het hammetje erop en de aardappelen. Laat nog zo’n 25 minuten stoven tot de aardappelen gaar zijn. Schep alles op een mooie schaal en dien op. De aardappelen worden dus niet gestampt maar los bij de zuurkool opgediend. Heerlijk bij dit herfstige weer!
Wij dronken er een mooi glas Riesling bij.
© ellen.

Schoteltje van broccoli en kabeljauw…

Dat de Jongste Bediende een groot liefhebber is van schaal- en schelpdieren was je al bekend. Voor een maaltje zeefruit kun je hem zelfs bij nacht en ontij wekken. Wij mogen de Jongste Bediende dan ook graag aan onze dis noden wanneer er weer eens mosselen op het menu staan. 

Bij Marleen ligt dat anders. Zij is helemaal niet geporteerd van het schelpenspul, zij belieft het niet. Maar aangezien Marleen en de Jongste Bediende doorgaans tesamen het Ministerie bezoeken verzinnen we wel iets anders voor Marleen.

Onderstaand recept levert zo’n alternatief gerecht op. Het is geschreven voor één persoon, maar je kunt het naar believen uitbreiden voor meerdere mensen door de hoeveelheden te vergroten.

  • 1 stronk broccoli,
  • 1 mootje visfilet naar keuze (hier kabeljauw),
  • 1 eetlepel crème fraiche,
  • vers geraspte nootmuskaat,
  • chilivlokken,
  • boter,
  • peper en zout.

Snijd de broccoli. Kook de groente in gezouten water (de stronkjes moeten iets langer dan de roosjes) en pureer de gekookte groente samen met de crème fraiche tot een mooie smeuïge puree. Voeg wat vers geraspte nootmuskaat toe en eventueel peper en zout. Stort de groente in een vuurvaste schaal en druk de rauwe vis er middenin. Druppel wat gesmolten boter over de groente en leg wat klontjes boter op de vis. Besprenkel de schotel met wat chilivlokken. Schuif de schaal in een op 200 graden voorverwarmde oven en laat de vis in ruim 15 minuten garen.

Het gaat snel, en het kan nauwelijks simpeler. En of het smaakt, vraag dat maar aan Marleen…

 

 

Diner Parmentier – woensdag 3 oktober 2012 – Amersfoort

aardappelen

Nou ja, blijkt Pamentier, of de aardappel, opeens ‘helemaal in’! Dank aan Barbara Hart, die deze reactie stuurde op het artikel over Hachis Parmentier:

 Leuk om hier even te melden:

De aardappel staat dit jaar centraal in de Week van de Smaak. In dat kader wordt een Diner Parmentier georganiseerd in Amersfoort op woensdag 3 oktober. De leerlingen van Leerhotel Het Klooster bedenken, bereiden en serveren een viergangen aardappeldiner, genoemd naar Antoine Parmentier. Ziehttp://www.dinerparmentier.nl voor meer informatie.

Leuk, mooie reactie, dank je wel Barbara!

© ellen.

 

De snijbonen van Marleens moeder.

Ik hoor een hoop gemonkel vanaf de Witte Brug. Marleen en de Jongste Bediende krijgen het voor de kiezen dit jaar. Een mislukte aardappeloogst en tegenvallende opbrengst van de ajuinen. De zonnebloemen worden ontpit door het gevogelte des velds en de perelaar draagt slechts drie vruchten. Kommer en kwel zou je denken.

In een belendend perceel, palend aan de hof van onze vrienden verloopt de oogst iets anders. Ook daar is niet alles naar wens, maar er komen toch met regelmaat schone zaken van het veld. En zo kan het gebeuren dat we zo nu en dan verrast worden met verse onbespoten groenten van allerhande soort.

Neem nu die snijboontjes. Niet te dik, niet te grof, en kakelvers. Zelf snijden is het credo. Met het molentje. De geur die dan in je neus kringelt is met niets te vergelijken. De sensatie is overweldigend, zoiets als door een vers gemaaid hooiveldje lopen. Je krijgt er geen genoeg van.

Snijden en meteen in de pan. Beetgaar koken, paar klonten boter erover en je heb Haute Cuisine. Ellen maakte er gehaktballen bij en aardappelpuree. Voor mij mocht het een vleesloze maaltijd zijn. Ik had genoeg aan die snijbonen…

 

Waaiervormige aubergines…

Je hebt groenten en je hebt groentenvruchten. En ze zijn allemaal te koken. Maak je ze echter in de oven klaar, of bak je ze in een pannetje, dan zijn er wezenlijke verschillen. Bij groenten voeg je vocht toe omdat ze anders uitdrogen of verbranden. Bij groentenvruchten (aubergine, tomaat, cougette, paprika) is dat in veel gevallen niet nodig. Die bevatten voldoende vocht van zichzelf.

Het volgende recept maakt gebruik van het vocht van verschillende groentenvruchten. Door de bereiding voegen de aroma’s zich tot één mooi geheel.

  • 2 aubergines,
  • tomaten naar behoefte,
  • 2 flinke uien,
  • 3 teentjes knoflook,
  • 1 blikje artisjokkenhartjes,
  • olijven naar behoefte,
  • 2 blaadjes laurier,
  • 3 takjes tijn,
  • 1 takje rozemarijn,
  • olijfolie,
  • peper en zout.

Halveer de aubergines in de lengte en snijd vervolgens tot twee centimeter van de onderkant dunne reepjes zodat een waaier ontstaat. Snijd de tomaten in dunne plakjes die tussen de reepjes aubergine passen. Steek de plakjes tomaat in de waaier.

Snijd de uien in ringen en hak de knoflook grof. Bedek de bodem van een ovenschaal met een filmlaagje olijfolie. Strooi hierop de helft van de uien en knoflook. Schik op de uien de auberginewaaiers, maar zodanig dat ze zo strak mogelijk tegen elkaar liggen. Vul de open ruimtes op met de stukjes artsjok en de olijven. Hak de blaadjes van de tijm en de rozemarijn fijn en strooi over het gerecht. Dek de aubergines af met de rest van de ui en knoflook. Besprenkel het gerecht gul met olijfolie. Een flinke zwieper met de peper- en zoutmolen en je gerecht is ovenklaar.

Verwarm de oven op 230 graden. Dek de ovenschaal af met aluminiumfolie en plaats die in de oven. Na 10 minuten stel je de temperatuur in op 180 graden. Laat het gerecht nu nog één uur in de oven garen. Kontroleer aan het eind van de gaartijd of de aubergines klaar zijn door met een scherp mes in het dikke gedeelte van de waaiers te prikken. Zakt het mes er gemakkelijk in dan is je schotel klaar. Zoniet, verleng dan de oventijd met een paar minuten.

  • Enige opmerkingen:
  • In principe gebruik je per tafelgast één auberginewaaier. Maak je er meer dan is dat geen enkel probleem. Koud smaken de aubergines zeker zo goed. Je kunt ze dus ook best in voren maken.
  • De waaiers dienen stevig tegen elkaar te liggen. De snijvlakken worden zo slechts indirect aan de ovenhitte bloot gesteld. Je hebt dan het voordeel dat de vruchten weinig vocht verliezen en ook zullen de verschillende smaken en aroma’s zich vermengen tot iets geheel nieuws.
  • In de receptuur zie je wat ik gebruikte als smaakmakers en toevoeging, maar het kan in feite alle kanten op. Gebruik als opvullers knolvenkel, selderiestengels, champignons of wat je verder bedenkt. Ook met de kruiderij valt volop te variëren.
  • Je kunt het gerecht ook maken met courgettes. Je gaat op dezelfde manier te werk. Na de tien minuten op 230 graden breng je de gaartijd op 180 graden terug tot een half uur. Je kunt voor alle zekerheid een scheut witte wijn toevoegen.
  • Afdekken met aluminiumfolie dient ertoe om het vormen van een harde korst op de aubergines en het verbranden van de uien tegen te gaan.
  • Het recept komt uit Groenten uit de antieke, maar hoogst aktuele serie Praktisch Koken van Time/Life.

 

Schoteltje van soepvlees…

Restverwerking is een schone zaak, we blijven het beklemtonen. Het is niet moeilijk, je moet er alleen even over nadenken. En dan blijkt nagenoeg alles mogelijk.

Ik had weer eens soepvlees over na het trekken van een krachtige bouillon. Sinds ik het recept tegen kwam in het Rund- en kalfsvleesboek uit de antieke, maar hoogst aktuele serie Praktisch Koken van Time/Life ben ik het blijven maken. Ik beschreef het recept hier. Gisteren echter verwerkte ik er ook een restje gekookte aardappelen in. Gewoon het broodkruim vervangen door een laagje aardappelpuree. Ik dekte de aardappelen dan nog af met een beetje geraspte Parmasaanse kaas en wat vlokjes roomboter. En aangezien ik uitgleed met de azijnfles werkte ik een lepeltje honing door de uien. Kwestie van de zoet-zuur balans herstellen.

Voorwaar, degelijke kost! (En onwaarschijnlijk lekker…)

 

 

Schotel met cantharellen…

Champignons kun je het hele jaar door krijgen, ze worden per slot gekweekt. En dat is maar goed ook, want anders zou je door de tijd heen regelmatig verstoken blijven van paddenstoelen. Soms moet je even zoeken naar de passende kwaliteit, je betaalt er meestal ook iets meer voor, maar dan heb je ook wat…

Maar nu aan het eind van de zomer worden er weer volop cantharellen aangeboden. Ze komen uit Midden Europa, later in het jaar uit Canada en de Verenigde Staten.

Bij mijn weten kunnen ze nog steeds niet gekweekt worden, ze komen dus uit het wild. Mits het plukken met overleg gebeurd hoeft het geen schade aan de bestanden op te leveren. In de meeste Cantharellen-landen is de pluk gereguleert met wet- en regelgeving.

Efin, wij kwamen de paddenstoeltjes tegen op de Helmondse zaterdagmarkt. En natuurlijk kochten we een maaltje. We aten ze eenvoudig, gebakken met aardappeltjes, ui en spek. Meer hoeft het niet te zijn, dit smaakt al hemels genoeg.

Ellen maakte een foto, maar daar kan ik nu even niet bij. Ik gebruik dan maar die foto van twee jaar geleden. Ook augustus, ook spek, ui, aardappel en cantharel. Ach, de mens is een gewoontedier…

Gesmoorde venkelknolletjes…

Gisteren maakte ik weer eens venkelknolletjes klaar. Het is zo’n heerlijk gerecht en nog eenvoudig ook. Het recept beschreef ik al eens, dat doe ik nu niet over. Wel heb ik een paar aanvullingen.

Eerst en vooral maakte ik een beginnersfout. De knolletjes worden namelijk in bouillon gestoofd. En mijn bouillon is altijd gezouten. Je moet dus niet tijdens het koken ook nog eens kwistig met de zoutmolen aan de slag. Ik deed dat wel… Jammer, het gerecht werd iets te zout. Opletten geblazen!

Verder schreef ik eerder dat ik de wortelaanzet van de knollen snijd. Intussen gebeurde het me een paar keer dat daarna de knolletjes deels uit elkaar vielen. Tegenwoordig laat ik de wortelaanzet gewoon zitten. De plant blijft heel en het resultaat is toch bevredigend. Je snijd het overtollige er gewoon af op je bord.

We kregen bezoek toen ik aan het koken was. Ik heb de zaak dan maar op een heel laag pitje gezet. De smoortijd werd aanmerkelijk verleng, het resultaat was er niet minder om.

Mosterdaardappelpuree…

Het fabeltje dat het altijd moeilijk moet zijn met de kokerij op het Ministerie kan elke trouwe lezer onmiddellijk ontzenuwen. Het is gewoonweg niet waar. Dat het goed moet zijn, dát is een waarheid als een koe…

Neem nou bovenstaand gerecht. Eenvoudiger is nauwelijks mogelijk. En iets lekkerders vind je ook niet snel. Je reinste troost-eten. Je hebt nodig goede aardappelen, goede boter en een flinke lik (of twee) goede mosterd. Dat is alles, mits de kwaliteit van je producten maar goed is!

Kook de aardappelen (met zout) tot ze gaar zijn. Knijp ze door de pureeknijper. Verdeel de klont boter in vlokken en strooi die over de massa. Voeg een flinke lik mosterd toe (in mijn geval twee, kwestie van smaak). Roer nu de massa voorzichtig om, je wilt je puree luchtig houden. Stort de massa in een schaal en je gerecht is klaar. Zo eenvoudig is dat.

Erbij zou je in wijn gestoofde uien kunnen serveren. Vlees erbij kan, het is evenwel niet noodzakelijk. Man-o-man, wat een maaltijd…