Ingemaakte paprika’s

ingemaakte paprika's

Vanmorgen kreeg ik onverwacht bezoek van onze campingburen Gerrie en Constant. Zij hadden een weekendje doorgebracht in Zuid Limburg en kwamen op de terugweg langs ons dorpje. Ze wisten ons adres niet precies maar och, in zo’n dorp… Echt puur toevallig kwamen ze Julia (van Eupotours) tegen en die wist natuurlijk wel waar wij wonen. Nou ja, we dronken gezellig koffie en kletsten wat over van alles en nog wat. Gerrie vertelde over de leuke markt die ze in Limburg bezocht hadden. Kilo’s paprika’s voor heel weinig geld. “Eigenlijk heb ik er veel teveel gekocht, wil jij er een paar”? Ja, graag, altijd leuk. Constant en Gerrie vervolgden hun reis naar hun huis in de Randstad en ik dook in de boeken om te zoeken naar een recept voor de paprika’s. Ik vond iets bij Elizabeth David. In haar boek “Een omelet en een glas wijn”, vertelt ze over een restauranthoudster in het Zuiden van Italië wiens specialiteit ingemaakte paprika’s waren. Deze vrouw, Mafalda, serveerde de ingemaakte paprika’s als antipasto. De repen paprika besprenkeld met wat olijfolie en bestrooid met peterselie en gehakte knoflook. Dat leek me wel wat! Elizabeth David houdt vervolgens een heel verhaal over hoe rijp en vlezig de paprika’s moeten zijn als je ze op deze manier inmaakt. Het is nu zo’n beetje de tijd. Koop hiervoor geen supermarkt paprika’s. Koop zoals Gerrie deed en flinke zak vol op de markt. Vaak een beetje vreemd van vorm en overrijp, die zijn het beste (en bovendien nog goedkoop ook).

paprika's

Paprika’s dus, gele of rode, als ze maar mooi vlezig en goed rijp zijn. Verder heb je wat zout nodig, een paar blaadjes basilicum en een paar goed afsluitbare potten met een schroefdeksel. Oja, en Engelengeduld!

Prik de paprika op een lange vork of klem ze tussen een tang en rooster ze vervolgens helemaal zwart. Dat kan op een gaspit, je kunt ze ook op de bbq leggen. Ze moeten echt helemaal zwartgeblakerd zijn. Als de paprika’s afgekoeld zijn peuter je de zwarte schil eraf.
paprika's
Dat is echt een heel vervelend karweitje. Je bent er wel even mee bezig. Er mag echt helemaal geen zwart velletje meer te zien zijn.
Spoel dan de ontvelde paprika’s goed af onder stromend water en verwijder de zaden en zaadlijsten.
paprika's
Snijd de paprika’s in smalle repen van ongeveer 1 1/2 cm breed en leg de repen in schone potten. Ik gebuikte jampotjes van 250 ml inhoud. Ik had geen andere. Elizabeth David raadt aan om potten van een halve liter te gebruiken. Als de potten geopend zijn is de inhoud niet heel lang meer houdbaar. Daarom leek mij de keus voor 250 ml potjes niet slecht.
paprika's

Vul de potten goed af met de repen paprika en leg in elke pot een paar blaadjes basilicum. Voeg per pot een theelepel zout toe (voor 250 ml potten, gebruik je halve liters potten doe er dan twee theelepels zout bij. Sluit de potten en zet ze in een pan met water die groot genoeg is zodat de potten helemaal onder water staan. Breng het water aan de kook en laat het 15 minuten koken. Je kunt de ingemaakte paprika’s volgens David bewaren tot de volgende zomer.

Het is even werken, maar dan héb je ook wat!

© ellen.

 

Linzen “di Castelluccio di Norcia”…

linzen uit Castelluccio di Norcia

De laatste opruimronde in onze kelder verstoorde de natuurlijke ordening der dingen. De kelder ziet er netjes uit, daar niet van, maar voor een deel is niet meer te achterhalen welke spullen wanneer werden aangeschaft, repectievelijk via welke gulle gever de zaken in de kelder belandden. Ik houd het erop dat deze linzen tot ons kwamen via Ans en Alex, meegebracht van een Italiëreis.

Lenticchia di Castelluccio di Norcia, zo luidt de volledige naam. Linzen uit het gebied van Castelluccio, een kerkdorp van de gemeente Norcia in Umbrië, op de grens met de Marken.

De linzen genieten een geografische herkomstbenaming. Dat betekent ook dat er voorwaarden zijn gesteld aan de productie en verwerking. Ze worden geoogst in augustus, maar pas eind september te koop aangeboden. De linzen worden traditioneel geteelt. Sommige internetbronnen vermelden dat de teelt biologisch zou zijn. Ik heb daar geen aanwijzingen voor gevonden.

Wel vonden we een overdaad aan lofbetuigingen voor de Lenticchia di Catelluccio di Norcia. Intussen kunnen we die uit eigen bevinding bevestigen. We vonden deze peulvruchtjes zelfs lekkerder dan de door ons zo gewaardeerde linzen uit Puy. Ze smaken romig, lijkt het wel…

Vanavond aten we die wonderlinzen. Ik beschrijf in grote lijnen hoe we ze klaar maakten. De receptuur is afgestemd op twee personen. Maak je meer dan moet je wat rommelen met hoeveelheden ingrediënten. Maar wees gerust lezer, het wijst zichzelf.

  • 150 gram linzen,
  • spek in dunne reepjes,
  • 2 uien,
  • 1 teen knoflook,
  • 8 kerstomaatjes,
  • peterselie, laurier, tijm,
  • peper en zout.

Spoel en was de linzen in water. Zet ze vervolgens op in een pan met koud water, samen met een ui, de peterselie, de laurier en de tijm en breng het geheel aan de kook. Laat de linzen een klein halfuur zachtjes koken. Kontroleer of ze gaar genoeg zijn (let op dat ze niet te zacht worden). Giet de linzen af in een zeef en verwijder de kruiden en de ui.

Bak in een ruime pan het spek (voeg als het spek erg mager is wat olijfolie toe). Wanneer het mooi bruin is haal je het uit de pan. In het achtergebleven vet bak je de tweede ui, die je in ringen hebt gesneden, en de fijngehakte knoflook. Wanneer ui en knoflook mooi glazig zijn voeg je de gehalveerde kerstomaatjes toe. Laat alles een paar minuten zachtjes stoven. Schep eventueel een teveel aan spekvet uit de pan. Stort daarna de linzen in de pan en verwarm het geheel. De spekjes erdoor en het gerecht kan op tafel.

Dit recept is natuurlijk te maken met elke soort linzen, zelfs met die uit blik. Maar doe jezelf een onvergetelijk plezier lezer, en ga achter die linzen uit Castelluccio aan. Je hebt dan iets onvergetelijks.

Wij aten er een stukje varkensgebraad bij, meer hoefde het niet te zijn.

Kop espresso toe.

linzen_right

© paul

Wortelpuree, maar anders…

wortelpuree

We kwamen thuis van vakantie en vonden op de berg kranten en poststukken maar liefst drie briefjes van KPN/TNT (Tante Post voor intimi…). Het Kind had ze als prioriteit voor ons gesorteerd en boven op de stapel gelegd. De briefjes lieten ons weten dat er op diverse adressen in onze buurt pakketjes lagen te wachten op onze thuiskomst. ( De Post doet dat tegenwoordig, je spullen afgeven, ergens in de buurt, wanneer je er even niet bent. Ik vind dat prima. Het bevordert impliciet het noodzakelijk contact met je buurtjes en je hebt snel je spullen ter beschikking.)

Twee van de pakketten bevatten onderwijs gerelateerde uitgaven, bestemd voor Ellen d’r bibliotheek. Het andere poststuk was afkomstig van Uitgeverij Van Dishoeck. Eindelijk weer eens een kookboek! En ach, het gebeurt wel vaker dat uitgeverijen belang stellen in de mening van het Ministerie. Dus sturen ze ons hun nieuwste uitgaven op gastronomisch gebied. En of het Ministerie er dan ook iets aardigs over wil schrijven…

We schrijven er heus wel over, zie de rubriek Lezen en Eten. Maar alleen schrijven we erover wanneer het gebodene ons ook aanstaat. Al in de oertijd van deze website besloten we de slechte zaken simpelweg dood te zwijgen (een enkele uitzondering daargelaten). Wijnen, restaurants, winkelketens, groot- of kleingrutters, bieren of kookboeken. We zullen ze prijzen indien de geboden waar het waard is. En anders hoor je er hier niets over. Met al de foute rommel die we ook tegenkomen zouden we wel drie websites kunnen vullen. We hebben daar geen zin in en ook de ons beschikbare tijd is niet toereikend…

Enfin, Van Dishoeck stuurde ons een kookboek. Simple Pleasures van de Nieuw-Zeelandse auteur Annabel Langbein. Je zou haar kunnen kennen, lezer. Haar televisie kookrubriek wordt regelmatig uitgezonden op de zender 24Kitchen. Ze heeft overigens een goede twintig kookboeken op haar naam staan, dat is niet niks.

Deze uitgave ziet er verzorgd uit. Mooi drukwerk, suggestieve plaatjes. Niet allen worden de gerechten uiterst smakelijk op foto getoond, ook is er plaats voor human interest; Annabel in de moestuin (met aarde onder haar vingernagels), Annabel schenkt de gasten wijn, soep, cocktails, Annabel schikt de tafels. Allemaal niks mis mee…

Het is alleen niet zo mijn keuken, bedacht ik.  Dat zegt overigens niet zo veel over Annabel, het zegt meer over mij. Ik ga het nu niet allemaal uitleggen, dat komt misschien nog wel, later.

Ellen evenwel is overtuigd van dit boek. Aan haar dan ook de eer om er een mooi artikel over te schrijven. En om mijn echtgenote een weinig te plezieren en niet direct de zeikerd uit te hangen koos ik voor de avonddis een gerecht uit dat boek van Annabel.  En eerlijk is eerlijk, het smaakte ons prima en de bereiding voldeed aan mijn culinaire beperkingen. Wortelpuree, maar dan anders

  • 5 middelgrote wortelen (500 gram),
  • 2 eetlepels olijfolie,
  • 2 tenen knoflook,
  • 2 theelepels komijnzaad,
  • 75 gram feta kaas,
  • 60 ml citroensap,
  • 2 theelepels vloeibare honing,
  • 2 eetlepels gehakte dragon,
  • Zouten peper uit de molen.

Schil de wortelen en hak ze grof in stukken. Kook ze met een beetje zout tot ze zacht zijn. Giet ze af en laat ze uitlekken.

In een grote koekenpan verhit je de olie. Bak daarin de fijngehakte knoflook en de komijnzaadjes op een middelmatig vuur tot het begint te geuren (laat de knof niet verbranden!).

Doe knof en komijn samen met de verbrokkelde feta, honing, kruiden, citroensap en uitgelekte wortel in de keukenmachine. Snuif zout erbij en een paar flinke draaien met de pepermolen. Hak alles fijn en breng het op smaak. Klaar! Het gerecht vergt al met al een goede tien minuten van je kostbare tijd. Vooruit dan, erbij vijf minuten voorbereiding…

  • Mevrouw Annabel rept er niet over, maar mijn smaak zegt me dat ik de volgende keer op een of andere manier extra peper toevoeg.  Misschien biber, misschien  harissa ? Het mag in ieder geval gerust pittiger…
  • Ellen opperde dat de smaak ook versterk zou kunnen worden met een paar reepjes ingelegde ansjovis.
  • In de plaats van dragon kun  je ook peterselie of munt gebruiken. Misschien zelfs koriander.
  • Je kunt het gerecht maken, ruim voordat je het gaat gebruiken.
  • Het gerecht diende als bijspijs bij onze maaltijd, het groentegerecht.
  • Bij het opdienen wordt geadviseerd om wat hele goede olijfolie over het gerecht te sprenkelen.  Misschien ook wat geroosterde komijnzaadjes…
  • Te gebruiken als bijgerecht bij geroosterd vlees, als dipsaus, als groentegerecht.
  • Ere wie ere toekomt: heerlijk, Mevrouw Langbein!

We aten er een mooi stuk kortgebakken varkensvlees bij. En een paar sneden knapperig stokbrood. Geweldige maaltijd! We hielden evenwel een schaaltje over. Prima dipsaus om mee te nemen naar het Café van Meester Jan, morgen…

© paul

Salade van broccoli en boontjes…

salade boontjes brocolli, tomaat 

Laatst aten we weer eens broccolisalade. Ach, dachten we, al zo vaak beschreven, laat maar gaan…

Nee, denk ik nu, het is alweer drie jaar geleden dat we het erover hadden en er zijn in die tijd een hoop nieuwe lezers bij gekomen. En overigens kun je niet iedere keer origineel zijn. Je herhaalt jezelf door de jaren, je kunt niet anders. Vandaar dus…

De foto dreigde alweer weg te zinken in het archief der vergetelheid, ik kon hem nog net redden.

Voor vier personen;

  • 400 gram broccoli
  • 4 tomaatjes
  • 1 lente ui
  • 300 gram speciboontjes
  • wat olijfolie en citroensap
  • 1 dessertlepel grove mosterd
  • peper en zout

Zet een ruime pan met gezouten water op. Blancheer de broccoliroosjes vier minuten in het kokende water en giet ze af. Laat de groenten even schrikken in ijskoud water dan blijven ze mooi groen. Doe hetzelfde met de boontjes (iets langer mag). Laat ze goed uitlekken en schik de roosjes en boontjes op een schaal. Schik de in partjes gesneden tomaatjes en de lenteui tusssen de andere groenten. Maak een dressing van citroensap, olijfolie, mosterd en wat peper en zout. Verdeel de dressing over de salade en dien op. Zon op tafel.

Erbij hoorde deze keer een enorme gegrilde côte a l’os, (clubsteak zeggen de Engelsen). Zo’n brok steak met een stuk rib. En een glas Spaanse rode…

© paul

Verse kapucijners met gerookt spek

kapucijners
Het asperge seizoen is afgelopen, jammer, we hebben zoals ieder jaar genoten van “Het witte goud” zoals deze groente hier in de buurt genoemd wordt. Wij wonen hier in Brabant midden tussen de aspergetelers en speciaal in ons dorp worden de beste asperges van Brabant geteeld. We kopen ze bij de teler ‘aan huis’. Supervers, prima kwaliteit, in de vroege ochtend gestoken s’avonds in de pan! De eerste eten we dan simpel met boter, ham en een eitje, later in het seizoen mag ik graag eens experimenteren met andere bereidingswijzen. Op de feestdag van Sint Jan, 24 juni, eindigt het aspergeseizoen. Met een mooie schotel pasta met aspergekopjes en gerookte zalm namen we afscheid van dit aspergejaar. Tijd voor een nieuwe seizoens-groente!
Kapucijners, wij zijn er allebei gek op! Niet die melige dingen uit een blik of potje, maar verse kapucijners! Het seizoen is maar heel kort. Je moet ze kopen als ze nog heel jong zijn. (of je bent zo’n geluksmens die ze gewoon zelf in eigen tuin teelt, maar die zijn er maar weinig)
Het is ieder jaar weer gokken wanneer de piepjonge kapucijners te koop zijn. Het seizoen is kort en soms, als je even een weekje niet oplet, mis je de boot. Afgelopen zaterdag lagen ze op de markt, vers, piepjong, met stralende paarse omhulsels…

Ik kocht, voor twee personen 750 gram. Dat bleek voor ons precies genoeg. Deze verse kapucijners hoeven nauwelijks enige toevoeging. Eet ze puur zoals ze zijn! Een ‘Captainsdiner’ zoals dat wel wordt genoemd vind ik niks met deze verse tere erwtjes. Een Captainsdiner is goed voor kapucijners uit de diepvries of als je op een trektocht door onherbergzame gebieden zo maar eens een blik opentrekt. Dán mogen er augurken bij en een gebakken ei en piccalilly en chili en weet ik wat nog meer…
kapucijners
Met verse kapucijners gaan we niks doen, geen geklooi met dit tere erwtje! Doppen, met een klein beetje water opzetten en hooguit 5 minuten koken. Op het laatst een klein beetje zout erbij. Intussen wat superspek zachtjes uitbakken (ik gebruikte biologisch gerookt spek van de Sumiranboerderij).
De erwtjes afgieten, de spekjes mét het uitgebakken vet en eventueel wat vers gehakte peterselie over de kapucijners scheppen en genieten!

Een stukje kaas toe en natuurlijk een kopje espresso!

© ellen.

Over warm weer en koude asperges met dragonmayonaise…

asperges met ei en dragonsaus
Ik weet niet hoe het elders in Nederland is, maar hier in het Zuiden was het gisteren heet, broeiend heet. Mijn dag begon goed, ik wandelde vroeg in de morgen naar de bushalte, prima temperatuur, dus witte broek, slippers, géén jas… Al onderweg werd mij duidelijk dat de weersomstandigheden toch anders werden dan ik voorzien had. De eerste knallende bliksembui begon bij Lieshout en tegen de tijd dat ik bij het Terrein van de Technische Universiteit Eindhoven uit de bus stapte kwam het water met knallende bliksembakken uit de lucht. Gelukkig had ik in mijn tas een pakje met een plastic poncho. Een reclameding dat ik van onze conciërge Jan gekregen had… Ik hulde mij dus in de verknipte plastic zak en prees me gelukkig dat ik toch iets had om me enigszins droog te houden. Ik kwam al glibberend op mijn slippers, volkomen onder de modder aan op mijn werk. Brrr. Na de bui werd het overigens gewoon onmiddellijk weer broeiend heet… Geen dag om veel kookinspiratie op te doen dus.
Toen ik om zes uur thuis kwam was alles in diepe rust. Hond Max deed één oog open en kwispelde wat flauw. Hij wordt oud en kan niet meer tegen de warmte. Paul sliep nog. Hij werkt deze week s’ nachts en moet dus overdag slapen… Normaal staat Paul rond half vijf in de middag op dus was het duidelijk dat ook hij moeite had om te slapen bij deze temperaturen. Nog maar even laten doorslapen dacht ik. Maar wat te doen met het eten?

Na een tijdje een beetje apathisch in een stoel gehangen te hebben begon ik toch wel trek te krijgen… en er waren mooie verse asperges… geschild en al… *)
Ik besloot Paul te laten slapen tot hij uitgerust was en alvast een maaltijd te maken die op het gewenste moment genuttigd kon worden; een salade van lauwwarme asperges met dragonmayonaise. Daarbij een aardappelsalade en een stukje op de huid gebakken zalm. Prima eten, je kunt het grootste deel van tevoren bereiden. Weinig warmte in de keuken en toch snel en smakelijk.

  • 1 kilo asperges, geschild en niet al te gaar gekookt. Uit het kookvocht scheppen en uit laten lekken. Serveer ze niet recht uit de koelkast. Echt oud is niet lekker. Een beetje lauwwarm is prima.

erbij dragonmayonaise gemaakt van:

  • drie eidooiers
  • zonnebloemolie
  • 1 theelepel mosterd
  • citroensap
  • zout en peper
  • 1 koffielepel verse gehakte dragon
  • 1 eetlepel kappertjes

 

  • wat geraspte schil van een  (liefst onbespoten) sinaasappel
  • 2 hard gekookte eieren, gepeld en fijngehakt

Maak een mooie zalvige mayonaise en voeg op het laatst de dragon, een deel van de kappertjes en één van de fijngehakte eieren toe. Schik de asperges op een mooie schaal en schik het fijngehakte ei in een cirkel op de asperges. Strooi er wat sinaasappelrasp over en de rest van de  kappertjes. Serveer de dragonmayonaise in een schaaltje apart.

Erbij gewoon gekookte aardappeltjes en een stukje zalm, op de huid gebakken.

gebakken zalm

Prima maaltijd voor warm, broeierig weer.

Kopje espresso toe!
*) de asperges kregen we van onze buren. Ze maakten deel uit van een mooi dank-je-wel-pakket. Prachtig, alles in het wit, asperges, mijn lievelingsbloemen Lathyrus, een mooi dienblad, soesjes, wijn, een borrel en zelfs een kluif voor Hond Max. Leuk te zien  hoe je zelf met een beetje moeite een mooi persoonlijk cadeau kunt samenstellen!

© ellen.

 

Aardappelsalade van Alfred Walterspiegel…

DSC_0045

Het is alweer even geleden, maar Duitsers en aardappelen, ik mag er regelmatig met liefde over schrijven… In elk Bundesland en in alle mogelijke variaties vind je de aardappel. In de Rijke Keuken, in de Burgerkeuken, in de Boerenkeuken, in de Imbis. Er zijn restaurants die zich specialiseren in de aardappel, wij kennen er een in Trier. Niet een restaurant voor culinaire hoogstandjes, maar we hebben er lekker gegeten.

Ellen vroeg gisteren om aardappelsalade, dus kreeg ze aardappelsalade. Ik maakte een variant op het meesterstuk van Alfred Walterspiegel, kok en restauranthouder in Berlijn tijdens het interbellum. In een ver verleden al eens beschreven, maar nu geactualiseerd voor de nieuwe lezertjes.

  • 1 kilo vastkokende aardappelen,
  • 1 kwartliter bouillon,
  • 4 eetlepels spijsolie,
  • 1 eetlepel wijnazijn,
  • 2 eetlepels gehakte peterselie,
  • 2 eetlepels gehakte bieslook,
  • 1 eetlepel gehakte dragon,
  • 1 fijngehakte sjalot,
  • 2 flinke theelepels mosterd (met zaadjes)
  • peper en zout.

Kook de aardappelen in de schil en zorg dat ze niet overgaar worden. Giet de aardappelen af en laat ze wat koelen tot je ze in de hand kunt nemen. Peuter de schillen eraf en snijd ze in schijven van twee à drie millimeter dik. Meng alle overige ingrediënten goed door elkaar in een mengbeker. Giet vervolgens een klein beetje van het mengsel op de bodem van een platte schaal. Leg hierop schijven aardappel en bestrijk de bovenkanten met het mengsel. Dan volgt weer een laag aardappelen, die ook weer bestreken wordt, tot alles gestapeld in de schaal ligt. Vervolgens stort je het restant van het mengsel over de schotel uit. Zorg dat je de salade een half uur voor de maaltijd klaar hebt, zodat de aardappelen de tijd hebben om het mengsel op te slobberen. Je kunt eventueel voor het opdienen het mengsel nog een keer voorzichtig omscheppen, mar het is beslist niet noodzakelijk. In vroeger dagen werden dit soort schotels op de hoek van de fornuisplaat bewaard tot het opdienen. Je kunt je schotel evengoed voor en half uur in een op 50 graden voorverwarmde oven plaatsen. Uiteindelijk zal je schotel lauw van temperatuur zijn, en zo dien je hem te eten. Zeker niet gekoeld.

Ik was alweer vergeten hoe simpel het gerecht te maken is. De verse kruiden heb je natuurlijk in je tuin of in een bak in je vensterbank. En de rest heeft een normaal huishouden gewoon altijd op voorraad. Het resultaat is heerlijk, ultiem troosteten. Je kunt het werkelijk iedereen voorzetten. Ik heb in ieder geval de smaak weer te pakken. Vanavond maak ik een aardappelsalade uit de Pfalz.

We aten er gisteren gegrild rund bij, vanavond gaan we voor het varken.

© paul

Taartje van Rijntje met artisjokken en mooi spek

taartje met artisjokken en spek

Culinair historicus Lizet Kruyff vond bij een antiquair een kookboekje uit 1840 van ene Rijntje Biljardt. Lizet ging op zoek naar de achtergrond van Rijntje Biljardt en haar kookboek. Ze ontdekte dat Rijntjes recepten in die tijd overal werden gebruikt, door het  Gewone Volk maar ook in de keukens van het Koninklijk Huis…

Timmermansdochter Rijntje Biljardt leert het culinaire vak van haar zus. Al snel blijkt dat Rijntje een uitgesproken talent voor koken heeft. Ze bereidt heerlijke gerechten en daarom belandt ze in de keukens van de meest vooraanstaande kringen; Rijntje kookt voor koning Willem I en in 1837 op Paleis Soestdijk voor kroonprinses Anna Paulowna.  In 1840 – Rijntje was 33 jaar-  komt haar droom uit en verschijnt haar kookboek. Lizet Kruyff en Judith Baehner gaven er een moderne draai aan  en dat resulteerde in een kookboek vol eenvoudige én koninklijke gerechten voor vier seizoenen.

Ik besloot vandaag maar eens een recept uit ‘Rijntjes Keukengeheimen’ te maken; een hartige taart met artisjokken en pancetta. Natuurlijk waren er hier vandaag nergens verse artisjokken te koop en pancetta was ook al moeilijk. Ik gaf er dus maar een eigen draai aan… Ik gebruikte artisjokkenharten uit blik en in plaats van pancetta, gerookt biologisch spek van de Sumiranboerderij. Spek was prima, maar de artisjokken waren een beetje flauw vergeleken met verse.

Mijn versie dus:

  • 8 artisjokkenharten uit blik, goed uit laten lekken en in vieren snijden
  • 300 ml room
  • 3 eieren
  • zwarte peper en wat zout
  • 1/2 theelepel foelie, gestampt in de vijzel
  • 1 eetlepel vers gehakte platte peterselie
  • 1 teentje knoflook geraspt
  • 2 laurierblaadjes, doormidden gescheurd
  • 8 vellen diepvries filodeeg, ontdooid
  • 1 flinke klont boter, gesmolten
  • gedroogd broodkruim
  • 200 gram gerookt biologisch spek in grove plakken
  • een bakvorm 24 cm doorsnee, ingevet met boter

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Meng de room, eieren, foelie, peterselie, knoflook met wat zout en zwarte peper goed door elkaar. Bekleed de vorm met vellen filodeeg. Leg de vellen om en om en bestrijk ze steeds met de gesmolten boter. Strooi het broodkruim over de boter en schik daarop de artisjokkenparten en de stukjes spek. Schik er de laurierblaadjes ertussen en vul de taart op met het roommengsel.

Bak de taart in 35 tot 40 minuten mooi bruin en gaar. Het roommengsel moet gaar en mooi goudbruin zijn.

Wij vonden het wel lekker maar met verse artisjokken zou dit gerecht vele male beter zijn geweest. Van die kleine paarse artisjokjes, dat zal Rijntje bedoeld hebben…

Evengoed, een mooi boek: “Rijntjes Keukengeheimen”. Lizet Kruyff en Judith Baehner. Uitgeverij Good Cook. € 29,95. ISBN 9789461430830.

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

 

 

 

 

 

 

Daslook…

 daslook

 Op zaterdag ging ik even langs bij Flora. Ik trof haar zittend tussen de kruidenbedden, bezig zaailingen te verspenen. Flora beheert al lange tijd een heemtuin. Honderden verschillende soorten inheemse eetbare planten kweekt ze. Parate kennis heeft ze over een goede zeshonderd soorten, allemaal van hier, allemaal eetbaar. Ik ken in Nederland niemand met zo’n expertise. De tuin van Flora heet De Wilde Bertram. Flora doet in zaden, planten en kennisoverdracht.

Ik was daar die zaterdag omdat ik nog een plaatsje in onze eigen tuin over had. Ik wilde er Scharlei planten, die uit de kluiten gewassen saliesoort. Flora had wat mooie stekken staan, de koop was zo gesloten. En nu ik er toch was kreeg ik en passant een potje zaailingen kado van de Hertshoornweegbree. Of ik ze goed wilde verzorgen, en of Ellen er over een week of vier mogelijk mee zou willen koken. Flora was heel benieuwd wat het op zou gaan leveren.

En waarom was ik dit jaar niet op tijd daslook komen halen? Nu was het eigenlijk te laat, de kracht was al een beetje uit de planten. Maar enfin, besloot Flora, Ik zal nog wat voor je uitsteken. Alles van de plant is eetbaar. Bloem, stengel, knolletje én blad. Het blad is het lekkerst, maar het dient het beste gegeten te worden voordat de bloemen uitkomen. Want daarna gaat de plant alle energie stoppen in de bloem en verliest het blad fors aan smaak.

Het mocht dan zo zijn dat de plantjes over hun hoogtepunt waren, ik was toch blij dat ik ze mee had genomen. Je kunt daslook op allerlei manieren verwerken in de keuken. In soepen, sauzen en salades. Gekookt, gestoomd of gebakken. De plant rauw verwerken is evenwel het beste. Bij verhitting verdwijnt namelijk nogal wat van de delicate smaak. Ellen maakte er die avond een salade van. En daar was niks mis mee…

Alle plantendelen hebben een lookachtige smaak, net milde of verse knoflook. De stengels zijn licht bitter. Je vindt daslook in Nederland en Vlaanderen, hoewel mondjesmaat. Bij onze Oosterburen komt hij veel vaker voor en staat de plant al sinds mensenheugnis hoog aangeschreven. Bärlauch heet-ie daar. En zoals dat gaat bij populaire zaken zwerven er talloze andere benamingen door de diverse Bundesländer: Hexenzwiebel, Waldherre, wilder Knoblauch,Zigeunerlauch en zo kun je nog wel even doorgaan. Tegenwoordig koop je daslook in Duitsland steeds vaker als tuinplant. Maar je kunt hem ook volop in het wild plukken. Wel opletten. Er zijn wat andere soorten waarmee je daslook zou kunnen verwisselen zoals herfsttijloos, gevlekte aronskelk en lelietjes der dalen. Soorten die beslist niet op je bord thuis horen. Ondanks alles vallen er ieder jaar weer slachtoffers in Duitsland ten gevolge van onkundig plukken en verzamelen.

© paul

Courgettebloem?..

Ellen nam de foto in een ver verleden in de tuin van Floor: de Wilde Bertram. Bij het opschonen van het fotoarchief kwam ik hem weer tegen. Ik dacht even dat het een courgettebloem was, maar bij nadere beschouwing klopt dat niet. Wat het wél is blijft me voorlopig een raadsel.

De foto trok mijn aandacht omdat het hier in huis al weken over courgettes gaat. En dan niet zozeer over de vrucht, maar veeleer zijn de bloemen onderwerp van begeerte. Ellen wil er eten van maken naar klassiek Italiaans voorbeeld. Gevuld met gehakt, gevuld met rijst, en dan gestoofd in olie of boter.

De Jongste Bediende is dezer dagen druk doende zijn groententuin groeiklaar te maken. De akker ligt er puik bij en de aardappels kunnen gepoot. Ook de uien, de sjalotten en de prei mogen de grond in. De platte peterselie is voorgezaaid, de snijbiet nog niet.

Ellen bedacht dat de Jongste Bediende dan maar courgettes moest zetten. Het schijnt een gemakkelijk gewas te zijn, met mooie grote bladeren en uiteindelijk goed eetbare vruchten. En natuurlijk die begeerde bloemen. De Jongste Bediende dacht er evenwel anders over. Het gewas deed hem veel te veel denken aan zijn verleden als biologisch-dynamisch boer. En het werd veel te groot, en het woekerde, en de oogsttijd van de bloemen viel in onze vakantie, we waren er eenvoudig niet. En nog een heel stel argumenten meer bracht hij te berde…

Marleen laat het groentengedoe goeddeels over aan de Jongste Bediende, zij is meer van de rozen en de dahlia’s. Maar nu Ellen haar vertelde van de vegetarische variant van de gevulde courgettebloemen was haar belangstelling absoluut gewekt.

Enfin, hoe het afloopt lezer, je zult het nog horen. Ik heb me niet écht in de discussie gemengd. Ik dacht in eerste instantie, die Jongen doet dat nooit… Intussen zie ik een sprankje hoop voor Ellen gloren…

En natuurlijk mag de Jongste Bediende meeëten van de kostelijke courgettebloemen. Voor hem zijn ze dan gevuld met vlees!

© paul