Gekookt spek en tong…

Zo’n slachtfeest is leuk, maar betekent ook wel wat werk. Vroeger waren mensen een aantal dagen druk bezig om zo’n varken te verwerken. Ik had maar een paar stukjes gekocht, maar dan moet ik nog goed bedenken hoe en wat ik ermee wil doen. Boeken, liederen en oude wijsheden komen dan op tafel. “Van ribbekes zult en ham, Faldera. Op minnen botterham, Faldera” enzovoorts. De jongste bediende moet het maar eens zingen, hij kan dat echt heel goed.

Intussen ligt het spek zachtjes te koken en de tong gaart in een andere pan ook langzaam. Spek ongeveer 500 gram per stuk (ik heb 2 stukken gekocht; 1 voor ons, 1 voor het kind) Het spek opbinden met katoen ( dan is het later makkelijker /mooier te snijden, hoeft niet per sé) Spek in een grote pan met koud water opzetten en aan de kook brengen. Eventueel afschuimen. Dan één grote ui, één teen knoflook, een of twee stengels selderij, 2 laurierbladeren, een koffielepel mosterdzaad en flink wat peperkorrels erbij doen. Het spek moet zo ongeveer 2 uur zachtjes trekken. Het spek af laten koelen in de bouillon en de volgende dagen opeten. Dit is heerlijk op donker roggenbrood met veel scherpe mosterd. Voor de tong volgt het recept morgen.

© ellen

IK GA ER NU WEER LEKKER VOOR ZITTEN….

Dat lukte me dus even niet, en staande typen is ook niet alles. Paul heeft de honneurs in de tussentijd waargenomen. We hebben nu ook uitgevonden dat er verschillende mensen kunnen werken aan het weblog, en hoe dat allemaal werkt. Paul kan dus voortaan onder zijn eigen naam schrijven, al is het midden in de nacht!

Het was een prima weekend, dat schreef Paul al, helaas schoot het maandag in mijn rug, of eigenlijk bil. Teveel van die ham gegeten denk ik.

Nog even een foto van het snijden van de ham.
Samen ging het goed, één draaien, één sturen. Maar de elektrische snijmachine (in Luxemburg natuurlijk) was beter geweest.
Die snijdt net wat dunnere plakjes.

CULATELLO (VERRASSING VAN JAN EN ANS 1)…

Tijd vandaag voor achterstallig onderhoud, ik moet hoognodig vertellen over afgelopen weekend. Zoals al eerder vermeld is de zaterdag een dag van de “zoete inval”. Achtereenvolgens kwamen rond etenstijd langs: Hendrikje, Gerard, Sil, Ans en Hijn, Titus, Vincent en Marleen. Die laatsten waren de dag daarvoor uitgenodigd op de zaterdagse maaltijd. De rest mocht ook deelgenoot zijn, maar verkoos andere oplossingen. De maaltijd bestond uit gefrituurde artisjokken met knoflookmayonaise, varkenshaas in room met diverse groenten uit de oven en Opperdoezer aardappeltjes. Kaas toe. Het koken was nog in volle gang toen Ans(andere Ans) en Jan aanbelden. Hoewel ze recht van tafel kwamen lieten ze zich vrij gemakkelijk overhalen een en ander mee te proeven. De recepten van die zaterdag komen nog wel een keer, het zijn allemaal gerechten die we wel vaker maken. Waar ik het over wil hebben is het volgende: Jan en Ans brengen traditioneel elk jaar bijzondere etenswaar mee van hun vacantie. Wij mogen daar graag in delen (zie het log over Salame da sugo). De voorraad raakt intussen op, maar enkele heerlijkheden zijn nog te vergeven. En op deze zaterdag was dat een Culatello. Een Culatello, die wordt beschouwd als de koning van alle met zout geconserveerde vleeswaren, is afkomstig uit het bovenste spierstuk van de varkensham. In het Nederlands heet dat stukje “het nootje”. Cutellohammen worden alleen in de Bassa-Verdianastreek (de geboortestreek van Giuseppe Verdi) in de provincie Parma geproduceerd. Anders dan de Parmaham die een droog klimaat nodig heeft is de Culatello juist gebaat bij vochtige omstandigheden. Bij aanvang van het conserveren weegt de ham ongeveer 5 kilo, na 12 maanden is dat gewicht gereduceerd tot 3 kilo. En alles wat “de boeken” beloven over de fijnheid, de subtiele aroma’s, de onvergetelijke geur en smaak, dat alles is waar! Nooit heb ik een ham zo lekker gevonden. Enige (kleine) dissonant was de dikte van de schijven. Met onze oude handsnijmachine werden de plakken een fractie te dik. Een recept om te gebruiken als opmaat voor een feestmaal voor vier personen: 12 schijven Culatello 90 gram verse boter Schik de ham op een schaal en strooi er de boterkrullen op. Dien op met vers, knapperig brood. De beste droge rode wijn is nauwelijks goed genoeg. Vincent en Marleen brachten een kistje Bordeaux Supérieur; “Moulin de Pillardot” 1999 [médaille d’argent, concours de Bordeaux 2000]en deze voldeed uitstekend! Wat zal dat een mooie wijnkelder worden in dat nieuwe huis! Wij verheugen ons er al op.

© paul

CAPELLO DEL PRETE (VERRASSINGEN VAN JAN EN ANS 2)…

Dat de zaterdag een succes was mag blijken uit het vorige stuk. Klap op de vuurpijl was evenwel de uitnodiging om de dag daarna, zondag dus, de laatste “cultuurschat” uit de vacantievoorraad te komen genieten. Jan kookte die dag zijn Capello del prete. Dat is een driehoekige worst uit Emilia, die zijn naam dankt aan het hoofddeksel dat priesters aan het eind van de 19e eeuw droegen. De vulling bestaat uit mager vlees, vel, oren en kop. De worst wordt minimaal 2 uren gekookt, Jan liet hem ruim 3 uren trekken. De zwoerd (die dient als omhulsel) was toen helemaal zacht en gaar en de inhoud van de worst gaar en onvoorstelbaar geurig. De smaak leverde een ongekende sensatie op, de tweede dus binnen 24 uur. We aten er met kaas gevulde pasta bij en dronken de laatste flessen Ghianti uit de voorraad. Een bijzondere dag…

© paul

SALAMA DA SUGO…

Iedereen komt weer terug van vakantie, en het altijd weer spannend wat ze allemaal beleefd hebben. Jan en Ans waren dit jaar in Italie in Ferrara. Ze hebben voor ons een heel bijzondere worst meegebracht, “Salama da Sugo”.

Deze kookworst is gemaakt van varkenslever en -tong, in een gehaktmengsel van varkensnek, spek en varkenskop en gekruid met kaneel, peper, zout en kruidnagelen.
De worst wordt gestopt in een varkensblaas en moet dan minstens 6 maanden rijpen.
Dan moet de worst, in een linnen zakje, 6 uur gekookt worden. Het sap wat dan loskomt; de sugo, moet heerlijk zijn.
Ik bewaar de worst nog even tot er een geschikt moment is om hem klaar te maken. De Italianen eten deze worst bij voorkeur met kerstmis. Dat zal bij ons niet lukken want zo groot is de worst nou ook weer niet. meer informatie over de salama kun je vinden op

Wij waren zelf op vakantie in o.a. de Franse Jura en kochten daar ook “kerstworst”. Deze worst heet Jésus de Morteau. Het is een gerookte worst die voor gebruik gekookt moet worden. Meestal verwerkt in stoofpotten. In de kleine, stille, dorpjes rond het stadje Morteau waar de worsten gemaakt worden loopt het water je in de mond. Alles ruikt naar de worsten en ook hammen die daar overal gerookt worden.
In een restaurant daar in de buurt at ik een heel simpel, maar heel lekker voorgerecht; plakken Morteauworst gestoofd in een dikke saus van bouillon en rode wijn, opgediend in plakken met schijfjes gekookte aardappel erbij.