Veevoeders…

Ik mag er best een paar jaren langs zitten, ik schrijf uit het blote hoofd en de oplettende lezer weet intussen wel dat ik nogal eens lijd aan “Verdichtung”. (Er verschijnt op dit moment weer een cirkel in mijn bierglas…)

We kochten het rek op een  vlooienmarkt ten behoeve van de plaatselijke Land- en Tuinbouwschool, een goede dertig jaar terug. De school werd ingrijpend verbouwd en gemoderniseerd en kennelijk was dit stukje aanschouwelijk onderwijs overbodig.

Het rek bevatte oorspronkelijk 48 buisjes, gevuld  met componenten waaruit veevoeders werden (worden?) samen gesteld. Twee buisjes ontbraken, twee hebben we zelf naar de vaantjes geholpen.

Exotische namen als Cobaltsulfaat, Maisglutenglucose, Luzernemeel, Zemelgrint, Katoengraanschroot en Verenmeel beschrijven de inhoud van de glazen potjes. En dat waren dan de ingrediënten van het voedsel van de dieren die uiteindelijk op jou en ons bord belandden.

Ons burgers zegt het weinig. De enige burger die ik ken die zich iets bij die stoffen kan voorstellen is Zjak. Maar die is dan ook bio-chemicus. Evengoed zijn hele generaties boerenkinderen in onze, maar waarschijnlijk ook in jou omgeving, groot geworden met de kennis die ze vergaarden door goed te kijken naar dit soort tableau’s.

De Jongste Bediende, die in een ver verleden als burgerkind infiltreerde in onze boerenstand, herinnert zich in ieder geval het gebruik van het rek in het schoolvak Diervoeders nog als de dag van gisteren. (Het is later nog goed gekomen met die jongen, hij ging Biologies-Dienamies studeren, en wel in de strenge vorm…)

Het voederrek was aan de school ter beschikking gesteld door de C.H.V., een diervoedergigant die zijn wortels heeft in Veghel, bij ons om de hoek. Theo Maassen, die in de schaduw van de C.H.V. silo’s zijn jeugd doorbracht gebruikte het bedrijf nog eens als achtergrond voor een sketsch (hoe treurig kan Brabant zijn..).

Enfin…, als Maartje niet een foto nodig had van het voederrek, en Walter niet zo doortastend geweest was om Ellen even te bellen, dan was er geen foto. En dit stukje zou waarschijnlijk nooit geschreven zijn. En dat, terwijl dat rek toch al bijna een derde eeuw in onze toilet hangt te pronken…

 

 

Terug naar de eerste Flickr foto…

Afgelopen weekend publiceerde ik mijn 10.000 foto op Flickr. Ik probeerde vooraf  nog een beetje te bepalen wat daarop zou staan; Hond Max met zijn kop in mijn tas op zoek naar overgebleven boterhammen, of een mooie gedekte tafel met uitgelezen gerechten en romantisch kaarslicht, of een gezellige zaterdagbijeenkomst met vrienden om de borreltafel, of misschien wel culinair nieuws… Het kwam er allemaal niet van; Hond Max liet zich persé niet fotograferen met zijn kop in mijn tas ( terwijl hij dat toch iedere werkdag doet), romantisch kaarslicht was dit weekend geen tijd voor, de zaterdagse borreltafel was zó gezellig dat er van foto’s maken niets terecht kwam… en zo werd de “Jan in den Zak” , foto nummer 10.000 op Flickr…

Paul O schrijft op mijn oproep om sugesties  te doen voor die 10.000 foto: “De (gezellige?) afwas na al dat koken en consumeren?” Was een goed idee, ware het niet dat er of héél veel afwas is die regelrecht de vaatwasser ingaat hier thuis, of één van ons twee doet zo’n afwasje even tussendoor. Mooie, wat zeg ik, prachtige afwasfoto’s maakte ik al in Luxemburg. Daar is zo’n afwasje na een maaltijd voor 16 personen, in de openlucht, een ware belevenis. Zeker als de afwasploeg dan ook nog het nummer  “Sirens”, zingt uit de film “Brother Where Art Thou”. Dat is het ware afwaswerk! Maar daar stond al een foto van op Flickr en de zangeressen van de afwasploeg worden groter en ik ga  hun afwaszangkunst niet zomaar op het world wide web plaatsen. (dat is overigens ook de reden dat voor de kijkers op Flickr nog géén 10.000 foto’s te zien zijn. Ik heb 10.000 foto’s geplaatst maar er staan een aantal foto’s “dicht”, alleen te bekijken voor familie of vrienden. Een beetje privacy is soms nodig. Maar luister en kijk toch maar even naar een stukje uit die prachtige film en stel je die berg afwas voor die al zingend weggewerkt wordt…

Frans deed me een ander idee aan de hand om de 10.000 foto te vieren; hij schreef: “Misschien de allereerste als je die nog kunt terugvinden? Om de cirkel rond te maken! Maar hopelijk niet af te sluiten”.

Dat was nog even zoeken, maar de champagnetoren was de eerste foto die ik op mijn toen kersverse Flickr account plaatste. De foto was al iets ouder dan de datum van plaatsing maar toch goed genoeg bevonden voor de feestelijke opening van het eerste weblog… En de Luxemburgse Cremants van Poll Fabaire zijn nog steeds prima om iets feestelijke te vieren. Ze doen zeker niet onder voor de ‘echte Champagnes’! Tip alvast voor de komende feestdagen; probeer ook eens de Specials van Poll Fabaire.

© ellen.

Op naar de 20.000…

 

 

 

Claustrofobie en een Duitse bever…

Na de geslaagde boswandeling op dinsdagochtend zat ik naar de paddenstoelen te staren die ik op het aanrecht had uitgestald. Het was nog vroeg, de dag lag nog open. Draaide ik me om dan keek ik in de zonovergoten tuin. Zou ik me ertoe zetten om op mijn favoriete plaatsje in de tuin te gaan zitten lezen, het zou niet lang duren voordat schuldgevoel de kop zou opsteken. De tuin moest voor een deel nog winterklaar gemaakt worden. En dat was wel het laatste waaraan ik behoefte had. Ik verzon dan maar wat anders…

Op een paar boogscheuten afstand van ons dorp ligt een nationaal museum: Oorlogsmuseum Overloon, Liberty Park. Afgezien van een groot kwantum wapentuig en een keur aan militaire voertuigen is daarin ondergebracht het Nationaal Oorlog- en Verzetsmuseum. Ik was er evenwel sinds mijn jeugd niet meer geweest, het werd tijd om er eens werk van te maken.

Ergens in de vroege jaren zestig van de vorige eeuw werd ik door mijn vader meegenomen naar die plek van herdenking, naar dat schuldig landschap. De grootste tankslag, ooit op Nederlandse boden uitgevochten, speelde zich daar af. In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. Heel Overloon en ook de belendende dorpen werden met de grond gelijk gemaakt.

Ik herinner me het educatieve gedeelte van het museum nog heel goed. En kennelijk was het goed gedaan, want ik ben me daar, op die plek, voor het eerst gaan realiseren dat oorlog iets anders is dan een spelletje.

Maar natuurlijk was ik als snotaap vooral geïnteresseerd in de tanks en de kanonnen, de vliegtuigen en de carriers. In die dagen stond dat spul nog allemaal buiten opgesteld, in de open lucht. En je kon overal inklimmen en aanzitten. Je waande je even chauffeur van een Russische T-34 tank, kanonnier in een Sherman,  of boordschutter van een B-25 Mitchel bommenwerper. Het kon allemaal.

Ook stond er een eenmans duikboot opgesteld. Duits, van het type Biber. Via een smal luik liet je je in de romp van het ding schuiven. En daar lag je dan. Een paar handels voor je om de roervinnen te besturen en verder niets. Geen licht, geen zicht en geen ruimte om je te bewegen. Ik stelde me voor dat er overal water om me heen was en dat ik in het zicht was geraakt van een geallieerde torpedobootjager, uitgerust met dieptebommen. En dat ze de aanval inzetten.

Ik wilde eruit. Weg uit dat ding. En dat nu ging niet, vooral dankzij de blinde paniek die zich van me meester maakte. Het kostte me mogelijk wel een kwartier voordat ik mezelf kon bevrijden, centimeter voor centimeter schuivend naar een positie van waar ik me door het mangat kom wurmen. Mijn eerste grote confrontatie met claustrofobie. Ik raakte het nooit meer kwijt. Het is moeilijk te voorspellen wanneer de claustrofobie toeslaat, maar eens in de zoveel tijd gebeurt het, daar kan ik gif op innemen. (Gek genoeg overkomt het me nooit in een lift!)

Ik heb de rest van mijn leven met regelmaat aan dat duikbootje terug gedacht. Ik heb het verhaal door de jaren wel honderd keer verteld.

Ik wandelde dinsdag door de tentoonstellingshal genaamd Oorlog- en Verzetsmuseum, Ik las de bijschriften bij de foto’s, bekeek de propaganda affiches, hoorde ooggetuige verslagen aan en bracht een kleine groet aan het inpandig monument voor de vermoorden en gevallenen. Ik heb in mijn leven veel over oorlog gelezen, er veel over nagedacht. Oorlog raakt me emotioneel, maar met tijden kan ik er ook op een meer analitische manier over denken, de enige manier om ooit tot de kern van de zaak te geraken… Enfin, dit soort dingen liep ik te mijmeren in de serene rust van het museum.

Toen ik daarna de hal betrad die men in Overloon het Marshallmuseum noemt stond ik plots oog in oog met de Kleinst Ubot Biber. Hij stond opgesteld in een hoek van het museum, naast het D Day-diorama. Gek genoeg was ik er helemaal niet op bedacht. En dat maakte de confrontatie des te heftiger.

Ik ben dan maar koffie gaan drinken, met een punt uitstekende kersenvlaai erbij. (Limburg is naast de deur…) Na enige tijd keerde ik terug naar de hal, ik wilde toch onderzoeken hoe het nou zat met die engtevrees. Het onderzoek stelde me niet gerust. Wie is er nou zo zot om vrijwillig in zo’n enge pijp te kruipen? Ik niet, nooit meer!

 

Alweer tomaten? Nee, foto’s…

tomaten 002

Het zijn misschien niet allemaal Bjoeties, het zijn niet allemaal Toppers, maar inmiddels hebben we wél 9990 foto’s geplaatst op Flickr. Naar verwachting publiceren we dus deze week nog de 10.000ste foto. 10.000 is wel een memorabel getal, wie of wat komt er op de 10.000ste  foto?  Nog Tien foto’s te gaan…

Wie of Wat is het onderwerp van de 10.000 ste? Heb jij een idée?

 

De Web-site is compleet!..

Reden voor een feestje, lijkt me. En gewoonlijk plaats ik dan de afbeelding van een glas Champagne, Crémant of goede wijn op de web-site. Een kopje espresso misstaat echter ook niet…

Gisteren middag om exact 13.45 uur plaatste ik het laatste ontbrekende artikel op de web-site. Alles is nu opgeduikeld uit de krochten van het wereldweb, gemigreerd, geïn- en geëxporeteerd, verplaatst en aangepast. Van de ruim 2600 artikeltjes zijn er naar schatting een stuk of tien verloren gegaan.

Het debacle van de “valse” links is (grotendeels) verholpen, alle oude links zijn verwijderd. Nou ja, allemaal…

Er moeten nog een hele hoop afbeeldingen teruggeplaatst worden, een aantal ging bij het overzetten verloren. Gelukkig hebben we ons Flickr-archief. Daar vind ik de komende tijd alles wel weer terug. Het heeft geen prioriteit…

Het oude web-log hebben we vernietigd (voor wat het waard is)…

Voorlopig zijn wij héél tevreden volk…

 

Cirkels…

De tijd van het zomergraan op de akkers valt veelal samen met de komkommertijd van de kranten. De politiek zit op z’n kont in die dagen, dus veel vreeswekkends valt er uit die hoek niet te verwachten.  En ook de economische krachten houden zich stilletjes. Crisis en recessie zijn op zijn vroegst pas in september weer aan de orde. Het zal mede daarom zijn dat er, elke zomer weer, hele pagina’s verschijnen over het fenomeen graancirkels. 

Mysterieus, fascinerend, maar toch ook een beetje beangstigend, dat gedoe. Talloze hypothesen doen de ronde over het ontstaan en de betekenis van die cirkels, maar die over buitenaardse inmenging doen het toch verreweg het best. Onaardse spokerijen doen het overigens ook goed. (Vraag het maar aan het Kind, gekend Dan-Brown-fan.)

Iets dergelijks overkomt mij ook lezer, maar dan met mijn bier. En het hele jaar door. Cirkels die op onverklaarbare wijze verschijnen in mijn glas.

Het begint meestal na een vierde fles Lupulus, maar soms ook na een zeker aantal pijpjes bockbier. Ik zit rustig te drinken en hup, het is er weer. Zomaar uit het niets… Ik schrik er iedere keer weer van. “Laat me met rust” brom ik in mijn glas. Of wanneer ik erg geschrokken ben: “Donder toch op!..”  Het mag niet baten…

Mijn angsten bezweren door hard te gaan zitten zingen wil nog wel eens helpen. Maar daar wordt mijn omgeving dan weer niet goed van.

Uiteindelijk komt het verlossend woord altijd weer van Ellen: “Je kunt toch ook gewoon minder drinken?” merkt ze fijntjes op.

Beschaamd neem ik nog een voorzichtig slokje. Ik zal het nooit meer doen

© paul

De Pörkölt van de Jongste Bediende…

ppp 

Tijdens een bezoek op maandagavond kondigde de Jongste Bediende aan dat hij pörkölt ging maken. Hij had er nog een paar vragen over. En nadat Ellen die naar beste vermogen had beantwoord en hem ook nog een zakje gerookt paprikapoeder ter hand stelde (voor het beste resultaat), nodigde Marleen ons spontaan uit om te komen eten. De Jongste Bediende leek er even mee in te zitten, maar hij vermande zich snel. We waren welkom.

Woensdagavond genoten we dan van de schotel. Het beste rundvlees, smeuïg gesmoord in de beste paprika. Pikant (letterlijk en figuurlijk) was de toevoeging van een kneepje Harissa uit de tube. Daar kunnen de Hongaren een puntje aan zuigen.

Erbij aardappelpuree met knolselder en spercieboontjes. Bonbons toe. Goeie wijn overigens ook…

Wij zijn trots op onze Jongste Bediende…

Hoe het gaat…

De herstelwerkzaamheden aan de artikelen op deze web-site gaan gestaag voort. We moeten nog een goede driehonderd artikelen ophalen uit obscure archieven en dan hebben we alles terug.

Aangezien de stukjes vaak beschadigd zijn (foto’s weg, links die vals doorlinken, gemutileerde lay-out enz..) valt er nog een enorme bult aan restauratiewerk te verrichten, alles moet met de hand. Mijn schatting op dit moment is dat we rond 1 december weer volledig operabel zijn, zodat jij niet meer doorgelinkt wordt naar rare pagina’s van belabberde web-logs, in-complete archieven of vastlopende web-sites. Tot die tijd krijg je valse informatie, we kunnen er niks aan doen… En nagenoeg alle reacties van oplettende, welwillende en meelevende lezertjes zij verloren gegaan. We vinden dat verschrikkelijk, maar we moeten ermee leren leven…

“Waarom zou je al die moeite doen, al die ellende trotseren?” was de oprecht aardig bedoelde vraag van een lezeres. “We komen toch wel hoor,” voegde ze eraan toe.

Lieve lezeres, lieve lezer, het gaat in dit geval niet om jullie. Het gaat om óns… Óns dagboek, ónze archieven, ónze herinneringen. Dat is de reden waarom we zoveel extra tijd investeren in herstel. En dat gaat ten koste van de actualiteit, dat heb je de afgelopen tijd wel kunnen zien. Het zij zo…

Over bezoek aan de web-site hoeven we evenwel niet te klagen. Dagelijks komen er meer dan duizend (1000) mensen langs. En dat is verdorie heel veel…

Dan nog iets over de foto; je ziet de opbrengst van “even met een schaartje” het trappetje afdalen van onze Luxemburgse woonst. Sinds deze zomer zijn wij als kleingrondbezitters de trotse eigenaren van een kruidentuintje aan onze voordeur, onze enige deur…

Platte peterselie, steentijm, gewone tijm, rozemarijn. Genoeg om een stevige schotel te kruiden. En er staat nog meer in die kleine Hof van Eden.

En er woont een mol. We doen ons best om hem te verjagen, met een apparaat dat op een bepaalde mol-onvriendelijke manier zoemtonen produceert. Op zonneënergie, jawel! Vooralsnog houdt de mol zich doof (of hij is het echt…).

Enfin lezer, het komt goed. Heb een beetje geduld met ons…

Eten op de camping deel een; Boeuf Bourguignon

eten op de camping

Ik moet even een flinke inhaalslag maken. Het was hier de laatste weken zo druk dat er nauwelijks tijd overbleef voor het weblog, terwijl er toch van alles en nog wat te melden valt. Onze herfstvakantie brachten we door in Luxemburg en daar is nog wel een en ander over te schrijven.

Ik nam slechts één boek mee, veel tijd om te lezen zou er toch niet zijn in een gezelschap van 12 mensen en vier honden dacht ik zo. In zo’n groot gezelschap glippen de uren zomaar weg. Douchen, ontbijten, afwassen, de hondjes uitlaten en de ochtend is al voorbij… Dan volgen natuurlijk de dagelijkse boodschappen en dan is het alweer tijd voor de middagwandeling en daarop aansluitend het apperatief…

En dan de avondmaaltijd; voor 12 personen koken in een caravan valt niet mee. De ruimte is beperkt, we hebben slechts vier kookpitten en een aanrecht met ongeveer 60 cm werkvlak. Gelukkig staat het verblijf van Eupotours recht tegenover onze caravan. Daar is het binnen iets groter en kunnen we, als we allemaal een beetje inschikken, met 12 personen eten. Bovendien bezit Eupotours ook nog eens vier kookpitten en een koelkast. Koken is dan dus een kwestie van goed plannen en veel heen en weer rennen. Natuurlijk raakt daarbij onze hele huisraad door elkaar. Soms hebben wij nog vier vorken en twintig messen over, of zijn bij Eupotours opeens alle wijnglazen verdwenen. Aan het eind van de vakantie trekken we gewoon een uurtje uit om alles weer op de juiste plaats te krijgen…Tafelkleden en dekschalen daar doen we niet aan, gewoon de pan op tafel. Ieder heeft ook zo zijn vaste rol; Paul maakt de flessen open, Hijn is de proportioneur, Neel ruimt alles op, ik kook, Jeanne regelt de financien en de kinderen die moeten afwassen! Boodschappen doen we altijd samen. Iedereen heeft wel wat te zoeken in de grote supermarché’s. Iedere dag een volle kar. 12 mensen eten en drinken een enorme hoeveelheid en de koelkasten kunnen niet meer bevatten dan leeftocht voor één dag.

En wat we dan eten? Dat wordt tijdens het ontbijt democratisch besloten maar verandert in de loop van de dag nog een aantal keren en als we dan uiteindelijk in de supermarkt zijn besluiten we gewoon weer iets geheel anders klaar te maken…

In dit geval aten we Boeuf Bourguignon, erbij aardappelpuree met knolselderij en rode kool. Toe zelfgemaakte chocoladepudding met slagroom gemaakt door Flora en Ans.

  • Boeuf Bourguignon voor 12 personen
  • 2600 gram rundvlees (succade of de schouder is prima) in flinke dobbbelsten gesneden
  • een stuk ontijtspek in blokjes gesneden
  • 4 grote uien, fijngesneden
  • 4 wortelen
  • 6 tenen knoflook,
  • 2 laurierbladeren, wat tijm, selderie en peterselie
  • olijfolie
  • peper en zout
  • 1 1/2 fles Bourgogne (ik gebruikte in dit geval een andere wijn; een Julienas, die smaakte ons prima en was in de reclame…)

Bak het vlees in een stoofpan in hete olie aan alle kanten bruin en strooi er flink peper en zout over. (Bij zo’n hoeveelheid bak ik telkens een portie in een grote koekenpan). Bak onderwijl het ontbijtspek uit in een andere koekenpan en doe er de uien bij. Als de uien mooi aangefruit zijn dan mogen ze samen met het spek bij het vlees gevoegd worden. Giet een scheutje van de rode wijn in de uienpan en roer de aanbaksels los. Voeg de uien bij het vlees en giet er vervolgens de rest van de wijn bij. Het vlees mag nagenoeg helemaal onder staan. De tenen knoflook gaan in hun geheel in de pan, en ook het boeketje smaakmakers, de selderie, de helft van de peterselie, de tijm en het laurierblad. Op het zachte vuur van het allerkleinste pitje mag het gerecht nu twee en een half uur stoven. De wortelen worden grof geneden en gaan na die twee en half uur bij het vlees. Nog een half uur doorsmoren en het gerecht afmaken met de resterende fijngehakte peterselie en wat peper en zout.

© ellen.

 

Afscheid van Louis…

Boosheid, een aandrang tot ruzie maken, de neiging om grof te worden. Dat is wat ik voel.

Maar met wie dan? En waarom dan? Ruzie maken met de voorzienigheid, met god, bouddha, krishna, allah of wodan? Met Ellen, met de Jongste Bediende? Ik dacht het niet. De eerste groep van grootheden speelt geen rol (meer) in mijn leven. Om met hersenspinsels ruzie te maken, dat is me mijn eer te na…

Mijn frustratie afreageren op Ellen? Op de Jongste Bediende? Of op al die andere vrienden, bekenden, deel- en lotgenoten. Het slaat nergens op. Geen goed idee…

Het is pure onmacht die mijn gemoedstoestand beheerst. Klinkklare onmacht. Daar is niemand schuld aan. Ik zal het ermee moeten doen. Het is het logische gevolg van keuzes die ik in het verleden maakte.

Eind januari brachten we Paul naar zijn laatste stek, in oktober droegen we Jan ten grave. Vandaag namen we afscheid van Louis. De moeder van deze drie mannen stierf in maart van dit jaar. Wat wil je dan nog zeggen?..

Ik ken Louis vooral uit zijn “wilde” tijd, de tijd van Joost en Sjanneke… Toen zagen we elkaar dagelijks, soms meer dan dat. Heftige discussies, daar was Louis goed in. Het ging bij ons dan over beeldende kunst en literatuur. En hij was scherp, die Louis. Goed kijken kon-ie, en belezen was hij ook. Louis had in die tijd een inhaalslag te maken. Hij las geen boeken, hij las oeuvres. Jan Wolkers, o.k… Maar dan ook alles van Wolkers. Jeroen Brouwers, idem dito. Jan Cremer, ha,ha, het was zijn alter ego, enzoverderenzovoort… Alle Russen uit onze bibliotheek las hij. Hij bleef er steeds wat laconiek over doen, maar hij las ze allemaal, álles…

Toen ik dan eind jaren tachtig met ernstig beenletsel in het ziekenhuis lag kwam Louis snuffelen aan mijn wond, niet een keer, maar vaak… “Goed zo Paul, geen gangreen…”  Louis was ervaringsdeskundige. Hij had zijn expertise opgedaan in de jaren dat hij Harrie verzorgde. Ik geloofde Louis op zijn woord, meer nog dan mijn chirurg, terwijl die toch de beste ter wereld was…

Louis vree (vrijde) aan met Dorethé, zijn leven kwam in rustiger vaarwater. Het mijne ook, zij het om andere reden. We ontmoetten elkaar minder, maar aangezien we “om de hoek” woonden, werden we geen vreemden. Twee kinderen kwamen uit de verbintenis, en ik zag dat het goed was…

Vanmiddag, tijdens de gepaste afterparty, kwamen allerhande anekdotes boven drijven. Ik beloofde deze en gene erover te schrijven. Ik doe het niet lezer, ik heb er geen zin in. Het is goed zo…

Dorethé, de kinderen Jolijn en Guusje, ze verdienen alle sterkte. Louis is niet meer…

Liefs, Ellen en Paul.