Kip met ‘veertig’ teentjes knoflook voor bijzondere gasten…

kip

Zaterdag waren Bert en Jolanda hier op bezoek, ze kwamen een dagje uit hun woonplaats Assen, naar Gemert. Wij kennen Bert en Jolanda al heel lang; onze eerste kennismaking vond plaats op de camping in Luxemburg. Zij waren daar toen met twee tentjes, de dochters Romie en Celine en de hondjes Sil en Sam. Dat klikte meteen en we zagen elkaar de jaren daarna nog regelmatig terug in Septfontaines. Tot er een moment kwam dat de kinderen niet meer mee gingen en Bert en Jolanda alleen met hun tentje aankwamen op een drijfnatte camping… Wij gingen net naar huis dus was het logisch dat zij het natte tentje inruilden voor onze droge caravan… Jammer alleen dat we elkaar zo niet vaak meer zien; zij zijn in Luxemburg als wij de caravan niet gebruiken… Goed om elkaar maar eens thuis op te zoeken en wat bij te praten. Het werd een gezellige dag; De Keizer van Monera kwam natuurlijk zijn zaterdagborrel drinken, de Jongste Bediende kwam even uitrusten van het maaien, Marleen zocht haar Vriend, en Bram en Maja hadden gewoon zin in een glas wijn en gezelschap… Soms valt het niet mee om een rustig ‘bijpraatmoment” in ons huishouden te vinden, maar toch, ik had al voorzien in een simpele maaltijd: “Langzaam gegaarde Kip met veertig teentjes knoflook”. Dat is zo’n gerecht dat hier altijd wel van pas komt; de kip wordt langzaam gegaard dus je hebt wat speling. De oven staat al aan en je kunt er dan ook  groenten en aardappeltjes bijschuiven. Vooraf voor het hele gezelschap wat meloen met mooie ham en daarna een rustig dinertje met onze gasten uit Assen.

Kip met ‘veertig’ teentjes knoflook

Het geheim van dit recept is dat de kip samen met de kruiden in een dichte pan langzaam gegaard wordt. De pan wordt gesloten met een deegrand tussen de deksel zodat alle geuren en aroma’s in de pan blijven. Pas aan tafel breek je de deegrand open.

  • 1 flinke kip dus, van onbesproken gedrag ( ik gebruikte een Kemperhoen)
  • 1 bosje platte peterselie
  • 1 bosje verse tijm, wat takjes basilicum en rozemarijn, 1 laurierblad
  • 1 dl olijfolie
  • 1 citroen
  • 40 teentjes knoflook mét schil. (Let op dat je goede knoflook koopt.)
  • 500 gram bloem, wat water en wat olie om het deeg te maken om de pan dicht te plakken

Neem een vuurvaste pan met deksel, die in de oven kan. Verwarm de oven voor op 180 graden. Bundel een deel van de kruiden en stop dat samen met de citroen in de kip. Giet de olijfolie in de pan, schik de veertig teentjes knoflook erin en voeg nog een paar eetlepels gehakte kruiden toe. Roer alles even door en leg de kip op de kruiden.Maak van ongeveer 500 gram bloem, een beetje water en wat olie een mooi soepel deeg. Sluit de deksel van de pan en ‘plak’ de deksel dicht met het deeg. De bedoeling hiervan is dat er geen lucht, in of uit, de pan kan. Alle geuren en smaken blijven in de pan. Zet de pan zo, afhankelijk van de grote van de kip, ongeveer 1 ½ tot 2 uur in de oven.

Zet de pan op tafel en breek de deegrand. Haal de deksel van de pan en verdeel de kip én de teentjes knoflook. De knoflook heeft door het langzaam garen de agressieve smaak verloren en is nu zalvend zacht geworden.

kip met veertig teentjes knoflook en verse tuinkruiden

  • Erbij; wat Rozeval aardappeltjes,  ‘al dente’  koken, afgieten, in een ovenschaaltje schikken, wat olijfolie erover en wat takjes rozemarijn. Even naast de pan met de kip in de oven laten bruinen.
  • Gegrilde venkel met tomaatjes; De venkel doormidden snijden en even in olijfolie aanbakken. 2 pommodori tomaten in kwarten snijden en even mee smoren. Dan de venkel en de tomaten in een ovenschaal schikken. Er wat bouillon bijgieten en nog even, naast de kip, in de oven laten garen
  • Tijden van de bijlagen bij benadering; dat is juist ideaal van dit soort ovengerechten; een kip, schuif er de groenten en aardappeltjes bij en draai de thermostaat gewoon wat lager als het gezelschap nog niet aan eten toe is…
Het dessert; perziken gestoofd in sinaasappelsaffraansaus met frambozen beschrijf ik nog een keer. Daar heb ik helaas geen foto van gemaakt.
Natuurlijk een kopje espresso toe; het was een bijzonder genoeglijke dag!
© ellen.

Bouillabaisse uit de buurt van Montpellier…

De foto toont een onderdeel uit mijn bouillabaisse. Welke vis het is weet ik niet. Het ziet er allemaal wat rommelig uit. Ik schaam me daar niet voor, de beste bouillabaisse-koks maken er een rommeltje van.

En nogmaals, wil je je vispannetje maken met filets (voor mijn part met vissticks), mijn zegen heb je. Het zal alleen nooit bouillabaisse worden.

Ik had aan mijn eerdere artikel nog een filmpje willen hangen. Een spectaculaire kijk in de keuken van een Chef die het echt kan, en dan ook nog eens voor een  groot en uitgelezen publiek. Zij restaurant heet Les Tamaris, chez Raymond. De man zal dus Raymond heten, ik kwam niet meer over hem te weten.

Kijk hier hoe Raymond een maaltijd maakt voor een goede veertig collega koks uit Lyon.

(De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik ook voor de man viel omwille van de espadrilles aan zijn voeten. Ik sjok in mijn vrije tijd al een jaar of veertig op zulke sloffen. Sympathiek volk, die espedrille-dragers. Guust Flater draagt ze ook…)

De bijen van Antoon…

Deze of gene wil nog wel eens een potje honing achter laten op het Ministerie. En wij weten dat te waarderen. Suiker wordt in ons huishouden zelden gebruikt, maar voor goede honing komen we ons bed uit. We gebruiken honing bij het bakken van taarten, of in het deeg voor koekjes, bij het stoven van vruchten en bij de bereiding van een mooi stuk vlees. Soms als toetje en soms gewoon sec op de boterham…

Het merendeel van onze honing betrekken we via Marleen en de Jongste Bediende. (Nou ja, betrekken… “Zij schenken” is een betere aanduiding, want de transacties vinden altijd plaats met gesloten knip.) Marleen op haar beurt haalt de honing in Noord-Limburg. Haar broer houdt daar domicilie. Hij is naast nog een aantal andere agrarische aktiviteiten ook imker.

Gisterenavond kwam ze even langs. En de boodschap die Marleen bracht was niet mis. Broer Antoon was altijd de trotse bezitter van acht bijenvolken, nu restte hem er nog slechts één! Zeven volken uitgestorven, morsdood, vernietigd.

Oorzaak van die ellende is een klein plantje, mogelijk staat het ook in jou tuin. Het heet Gebroken hartje, maar wordt ook wel Tranend hartje genoemd (Dicentra spectabilis).

Er is geen reden om dat plantje nu direct uit je tuin te verwijderen. In kleine hoeveelheden levert het geen schade op voor de bijen. Het giftig stuifmeel en de giftige pollen gaan op in de massa goed spul. Alleen bij grote concentraties komen bijenvolken in de gevarenzone.

In de buurt van Antoons kasten is een plantenkweker begonnen op grote schaal Gebroken hartje aan te planten, een aantal velden. Natuurlijk, iemand moet dat doen en het is helemaal legaal. En jij wilt in het voorjaar toch je nieuwe plantjes kunnen kopen bij het tuincentrum.

Voor Antoon en zijn bijen is het een hard gelag. Het heeft weinig zin om in de omgeving van zijn woonst nog kasten te zetten. De volken zullen het niet overleven. En hoe het verder moet weet ik niet, ik heb Antoon niet gesproken. Wel vertelde Marleen dat er gefluisterd wordt dat het laatste volk misschien naar ons dorpje wordt verplaatst, misschien wel naar de Witte Brug… Het lijkt me een goed idee.

Vervreemding…

Je wordt door een Franse meneer uitgenodigd op een kaasplank. Hij laat je wat streekproducten proeven en sluit de maaltijd af met een oude Goudse, uit Nederland. Het beste wat er bestaat beweert hij…

Of je strandt ergens in Midden-Frankrijk met je DAF 33. Er blijkt een man in de omgeving die die Eindhovense koekblikken repareert. Hij heeft een loods vol tweedehands onderdelen, écht alles. Citroën, Peugot, Renault, bóf. Moi, c’est DAF! En hij meent het. Hij repareert je autootje voor een habbekrats…

Je ontmoet in de Pfhalz een Duits echtpaar. De mevrouw begint onmiddellijk over voetbal (O god, denk je, alsjeblieft niet…). In onbetwistbaar knappe en technisch waarschijnlijk juiste bewoordingen legt ze je uit dat het Nederlands voetbal uiteindelijk het beste van de wereld is! Ze glundert erbij…

Je zit in een Berggasthof ergens aan de Zwitserse grens en je verheugt je op de plaatselijke specialiteit. De waard echter zet je vol trots een onvervalste Belgische Oude Orval voor. Dat moet de Herrschaften toch plezieren zie je hem denken…

Je zit in Luxemburg (het land van stevige koek en prachtig gebak) en iemand vraagt je of je trek hebt in een Zeeuwse bolus. Je bent de laatste die tegen vreemde etenswaar nee zegt, dus zeg je ja. Je weet echter in het geheel niet waar het om gaat. Nooit gehoord van Zeeuwse bolus, is dat Nederlands? De gulle gever kan zich géén betere lunch voorstellen…

Je zit nog steeds in Luxemburg, maar nu aan de boorden van een riviertje. Je droomt weg bij het gekabbel van een kleine waterval. En dan komen er en goede vijftig badeendjes voorbij gedreven. Je bent te beduust om ze te groeten…

In al dat soort gevallen treedt er een vervreemding op. Je raakt in verlegenheid en je voelt op je Hollandse klompen aan dat het niet helemaal klopt. Vreemd, vreemd, vreemd…

We zijn weer thuis; het huis is té groot, de tuin is een oerwoud en internet doet het gewoon! Als dat geen vervreemding oplevert… Er moet nog een hoop etenswaar beschreven worden, maar dat kan nu weer. Blijf lezen lezer…

Grote eters…

Anderhalve dag stond er een gemutileerd artikel op deze site. Het was door omstandigheden slechts gedeeltelijk opgeladen. Gelukkig is de oorspronkelijke versie bewaard gebleven, ik had er ruim vier uren aan gewerkt… Ik publiceer het  opnieuw als we weer thuis zijn. (Er schiet me op dit moment een passende benaming door mijn hoofd voor de kwaliteit van onze internetverbinding. Ik bespaar je die, ik wil niet grof worden.) Enfin, genoeg gezeurd…

Was het al een gaan en komen aan onze Luxemburgse stulp, het gedoe is daarna niet opgehouden. Wouter leverde Julia af op zondag, ze hadden een moordvakantie beleefd in de Morvan. De daarop volgende donderdag kwam hij terug met drie maten om de vakantie met Julia in Luxemburg voort te zetten (toe maar!). We hebben de complete bent een heel stuk weg van onze bedoening geplaceerd. Het zijn adolescenten, ze zoeken het maar uit… Wel is er en redelijke afspraak over het eten gemaakt. Het gaat niet aan dat Julia-Wouter-Jeroen-Rick-Alexander de hongerdood sterven terwijl bij Eupotours en op het Ministerie de Hoorn des Overvloeds rijkelijk zijn eetwaar sproeit.

Daar komt nog bij dat de opa en oma van Wouter vaste lezers van deze site blijken te zijn. En ook houden zij er een groententuin op na in het Peelplaatsje Asten. Een kist courgettes, komkommer en eieren werd ons deel, alles biologisch! (Bedankt opa en oma…) En bijna zou ik vergeten dat Bram en Maja ook nog even langs kwamen. Kortom, prettige drukte.

Ellen kookte de eerste dag dat de adolescenten bij ons woonden een enorme hoeveelheid, gewoon om voor de rest van de tijd een maat te hebben.We waren in totaal met elf personen, het voedsel zou toereikend moeten zijn voor achttien. En echt, ze eten zo véél… Voor hond Max en hond Spot bleef slechts een armzalig hoopje spaghetti over, te weinig voor hun maaltijd!

Nou ja, de toon was gezet, wij kennen nu onze prijs. Grootverbruik is het credo! Het gold voor de Grillfestabend, voor de Indonesische rijstmaaltijd van Eupotours, het geldt voor de hoeveelheid brood bij het ontbijt. Van de courgettes maakte Ellen een hoeveelheid (vijf, zes liter?) soep. Het is op, alles. (Recept houd je maar even tegoed.)

Intussen roffelt er al ruim een uur een hoosbui op ons dak, het pad toont zich als een riviertje.  Evert en ik probeerden vanmiddag de adolescenten iets bij te brengen over kamperen en regen (veertig jaar ervaring…) De maten hadden echter geheel hun eigen oplossingen voor het naderend noodweer. Intussen zijn ze doende te verzuipen. Ach lezer, ze zoeken het maar uit, het zijn adolescenten…

 

 

 

Enfin…

Jan en Ans braken vanochtend op, Andy en het Kind keerden gisteren huiswaarts. Neel, Evert en de Twins kwamen aan en Julia werd een goed uur geleden afgeleverd. Kortom, een gaan en komen rond ons optrekje in Luxemburg. (En we verwachten nog een en ander.) Maar schrijven, hó maar! Internet werkt zo goed als de afgelopen jaren. Een eufemisme voor ‘t werkt niet! Hoe kun je zo in godesnaam een web site bijhouden?

Enfin, intussen werd er een geleerde ITer geconsulteerd en die deed iets met houtjes en kurk (!?) en nu zou de verbinding consistenter moeten zijn. Laten we het hopen, er is zoveel te schrijven.Bijvoorbeeld over die visjes uit de Moezel.

Andy had zich een visbrevet aangeschaft bij de Douane in Capelle. Voor een goede vijf euro mocht hij een week lang vissen in de Luxemburgse grensrivieren. Hij kwam thuis met een bak voorn en baars. Gevangen in de Moezel.

Ellen bakte de visjes op het buitenfornuisje. Heel simpel bestoven met wat bloem, peper en zout. Finger food van de bovenste kwaliteit.

 

De verhuizing van de zevenslaper…

jacht op de zevenslaper

Tsja, het verhaal van de zevenslaper is nog niet afgelopen; vanmorgen, zo rond dezelfde tijd als gisteren, hoorde ik weer gerommel op het dak. Onze caravan had een slecht dak en wij hebben op het dak een tweede dak gemaakt. Er zit zo’n 15 cm ruimte tussen de beide daken zodat de luikjes van de caravan gewoon open kunnen, dat ventileert prima. Ik had gisteren na het bezoek van de zevenslaper de beide dakluikjes voor alle zekerheid toch maar gesloten, je weet maar nooit… En ja hoor, rond de klok van 12.00 uur probeerde de zevenslaper weer door het luik naar binnen te komen. Ik heb er Joop maar weer bijgehaald en die besloot de vangkooi opnieuw te plaatsen. We zagen de zevenslaper over het dak rennen en even over het randje kijken. Joop concludeerde dat we te maken hebben met een zevenslaper met slaapproblemen want die beestjes moeten eigenlijk slapen overdag.

Ditmaal heeft hij de kooi, voorzien van een boterham met pindakaas, tussen de beide dak-lagen gezet. Geplakt moet ik eigenlijk zeggen (waar ducktape al niet goed voor is!) ik ben vanmiddag natuurlijk een paar keer wezen kijken maar pakte op een gegeven moment mijn boek weer op. Rond zes uur hoorde ik weer een hoop gerommel en ging naar buiten om te kijken. En ja hoor, gevangen! Hij/zij had de boterham met pindakaas al opgegeten en wilde nu snel uit de kooi. Ik heb geprobeerd foto’s te maken maar het beest zat natuurlijk niet stil.

Goed, gevangen, maar wat dan? Zielig om zo’n beestje dood te maken omdat het toevallig op een vervelende plaats zit. Laten zitten betekent ook vervelendigheid; ze knagen alles kapot. Joop heeft een donkere doek over de kooi gelegd en het beestje zo verhuisd naar een mooi bos 10 kilometer verder. Nou einde verhaal, hoop ik. Het zou zomaar kunnen zijn dat er nog een zit?

© ellen.

Een Zevenslaper…

zevenslaper
Vanmorgen hebben we even snel wat boodschappen gedaan en daarna zou Paul weer terugrijden naar Nederland. Hij moet helaas nog een paar dagen werken. Bij het opbergen van de boodschappen zag ik opeens een vreemd keuteltje. Niet van een muis, groter en bruiner… en even later nóg een vers keuteltje… Nou ben ik niet echt bang van dieren maar een prettig idee vind ik het ook niet dat er een of ander beest in de caravan rondsluipt. We gingen dus op zoek en al snel ontdekten we een beestje in de opbergruimte. Daar bewaren we etenswaar dus daar moet zeker geen beest inzitten. Paul zag een grote grijze staart en kwam tot de conclusie dat het een grijze eekhoorn zou moeten zijn. We hebben het hele hok leeggeruimd maar het beest verstopte zich telkens weer. Op een gegeven moment lukte het Paul om het diertje naar de kamer te jagen en hij was ervan overtuigd dat het beestje door de openstaande deur naar buiten gevlucht was. Einde verhaal. Paul nam afscheid en reed terug naar Nederland.

Maar toen ik vanmiddag rustig zat te lezen hoorde ik opeens iets tinkelen op de plank met glazen… en jawel daar zat het beestje weer. Ik besloot er Joop, de campingbeheerder bij te halen. Joop was vroeger boswachter en weet alles van dieren in en om de bossen. Joop trok een paar speciale dikke handschoenen aan, want “die krengen kunnen flink bijten”. Joop zag meteen dat het geen grijze eekhoorn was. Het was een zevenslaper of relmuis. Ook Joop kreeg het beestje niet te pakken het verdween weer razendsnel en was nergens meer te zien. Dus besloten we een val te zetten. Op mijn vraag wat het lokmiddel zou moeten zijn vertelde Joop dat een boterhammetje met pindakaas het beste is. Dat vinden ze lekker. Ter geruststelling; het was een keurige ruime val waarin het diertje niets akeligs zou overkomen. Alleen om te vangen en dan in het bos los te laten. Ik vond het toch maar een akelig idee dat dat beest s’nachts rond zou sluipen tot hij in de val zou lopen, maar goed, afwachten dus.

Om mijn gedachten wat te verzetten besloot ik mijn boek weer op te pakken en in het zonnetje te gaan zitten. Ik pakte mijn vlinderstoeltje, droeg naar buiten, klapte het open en iiiiek… daar sprong het beest uit! Het vluchtte meteen onder de caravan, maar ik kon nog wel zien hoe het eruit zag. Grijs, met een dikke staart zoals een eekhoorn heeft. Ongeveer  30 centimeter lang. Het verdween té snel om een foto te maken. De foto heb ik van google geplukt.

Wikipedia leert mij dat zevenslapers in Nederland niet voorkomen. En wie nu denkt dat het hier toch over eten zou gaan;  De relmuis gold bij de oude Romeinen als een lekkernij. De dieren werden gehouden en vetgemest in potten, gliraria genaamd. Als de dieren vet genoeg waren, werden ze gekookt en opgegeten. Een gemiste kans dus… Maar goed ik ben eerlijk gezegd blij dat hij weg is. Nu mijn stoeltje nog schoonmaken, dat is helemaal volgescheten!

© ellen.

Tortilla Espanola

Het begint om ons heen langzaam stil te worden; de vakantie breekt aan. De basisscholen hebben hier in het Zuiden als eerste vakantie dit jaar. Vorige week verzamelde al het onderwijzend en onderwijsondersteunend volk van ons dorp zich bij Café Dientje om het begin van hun vakantie te vieren met een borrel en goeie buurt. Gelukkig was het prachtig weer. Het was mooi te zien dat het hele terras van Café Dientje, maar ook de straat en de trottoirs aan de overkant  waren gevuld met feestende juffen en meesters.  Volgende week begint de “bouwvak“, dan is er een zelfde feest voor alle mensen die in de bouw werken. Een mooie traditie, dit inluiden van de vakantie. Ik werk op een Hogeschool, wij volgen het academisch jaar en wij krijgen altijd half juli vakantie. Ik val dus dit jaar overal tussenin; ik moet nog werken tot donderdag en dan vertrekken we meteen naar onze vaste stek in Luxemburg. Een goede reden om deze zaterdag alvast afscheid te nemen van degenen die thuisblijven. Een hapje en een drankje, de laatste aanwijzingen voor het verzorgen van de planten, het huis, de tuin enzovoorts. Een simpele maaltijd voor wie nog thuis is…

Ik maakte vandaag Tortilla Espanola, kip met saffraan uit de oven en een aardbeientaartje met amandelen toe.

Een echte Spaanse aardappelomelet; niet moeilijk maar je moet wel geduld hebben. De aardappelen moeten heel zachtjes garen (niet bruin bakken); geduld, geduld, geduld dus. Een heel zacht vuurtje en een goeie koekenpan. Liefst een gietijzeren pan of plaatstalen, mooi glad en toch vaak gebruikt.

Als voorgerecht voor 4 personen, als tapa voor 8 personen. Ik bakte twee tortillas voor ons gezelschap:

    • 4 flinke aardappelen, geschild en in plakjes gesneden
    • 1 flinke ui, schoongemaakt en in dunne ringen gesneden
    • peper en zout; eventueel wat verse tuinkruiden
    • 4 grote eieren
    • olijfolie

 Schil de aardappelen en snijd ze in fijne plakjes. Neem een goede gietijzeren koekenpan en schik daarin de aardappelschijfjes. Giet er zoveel olijfolie over dat de aardappelschijfjes helemaal onder de olie staan. Frituur de aardappelschijfjes héél langzaam tot ze goed gaar zijn, maar ze mogen niet bruin of knapperig worden. Een geduldwerkje dus. Frituur vlak voor de aardappels gaar zijn, de uienringen even zachtjes mee en strooi er wat zout over. Giet het geheel dan door een zeef. Vang de olie op in een kom en laat de aardappels even afkoelen. Klop intussen de eieren los met wat peper en zout en eventueel wat verse tuinkruiden. Schep de afgekoelde aardappelschijfjes erdoor en roer zachtjes om tot alles goed gemengd is.

Maak de pan goed schoon en giet er twee eetlepels van de opgevangen olijfolie in. Verhit de olie en giet er het ei/aardappelmengsel in. Bak de tortilla op een heel laag vuur; geduld, geduld… Dek de pan af zodra de bovenkant begint te stollen. Als de bovenkant helemaal is gestold wordt het tijd voor het spannendste gedeelte van de tortillabak; het omkeren! Nou ja, wees niet bang, gewoon doen! Zorg dat de tortilla overal los van de bodem is. Neem een deksel of een bord dat net iets groter is dan de koekenpan. Laat de tortilla vanuit de pan op de desksel/bord glijden. Keer de deksel om boven de pan en klaar! Bak nu de andere kant van de tortilla tot ze stevig aanvoelt en stort de koek op een bord. Snijd de tortilla in puntjen als begeleiding van de maaltijd, of verdeel de koek in blokjes en eet ze als tapas bij een glas wijn.
Wij aten er kippenpootjes uit de oven bij met saffraan , tomaat en artisjokkenhartjes. Maar daarover later meer…

© ellen.

 

En de kalkoen komt eraan…

Het ding was nog niet zo lang geleden onderdeel van de vederpracht van de vader of de moeder van onze aanstaande kalkoen. Ons beest is nog maar net uit het ei gekropen, dus van hem of haar zouden we alleen wat dons kunnen tonen. Je moet het dus even doen met de nalatenschap van zijn of haar ouders…

Marleen heeft een optie genomen op het kalkoenkuiken. Tegen de winter zal het, strikt biologisch opgevoed, klaar zijn om het Ministerie en Vrienden culinaire diensten te bewijzen. De vogel heeft dan een vrij leven genoten tussen aspergevelden en hakhoutbosjes in de omgeving van het Noord-Limburgse Merselo. Panklaar is-ie (of ze) tegen die tijd!

We spraken zelfs al een datum af. Het beest zou een dienende rol vertolken bij onze viering van Thanksgivingday. (Als je dan met overgave het Suikerfeest viert, en een uitstapje naar het Chinees Nieuwjaar niet schuwt, waarom zou je dan ook niet eens een Amekaanse feestdag adopteren? En zeker wanneer je je realiseert dat een en ander uiteindelijk een Nederlandse oorsprong kent.)

Thanksgivingday is het feest waarop men god ( bij anderen ook wel: God) dankt voor de goede gaven des velds en zo nog een en ander. Het feest valt altijd op de vierde donderdag van de maand november. Dit jaar dus op de 22ste, een dag dat ik moet werken… En zomaar midden in een nachtdienstweek een dagje vrij nemen, dat kun je schudden.

Geen nood, dacht ik. Ook Canada kent haar Thanksgivingday. Die valt op de 2e maandag in oktober. En uiteindelijk heb ik meer met dat tweetalig volkje ten noorden van de You-Ess-Of -Ee. Ons halve dorp verkaste in mijn jeugd naar die contreien…

Ook op dié datum blijkt mijn broodheer beslag te leggen op mijn goedwillende inzet. Dat wordt dus niks met Thanksgivingday. We zullen een andere gelegenheid moeten vinden, misschien zelfs een andere feestdag ontwerpen…

In een ver verleden deelde ik het atelier met Jan van Gemert. Hij was beeldend kunstenaar, in behoorlijk goeden doen, ik kunstenstudent in arrenmoede. Jan hielp me  kunstzinnige problemen op te lossen. En nu en dan schoof hij wat af. Nooit geldelijk, altijd in de materiële zin. Canvas, olieverf, inkten, papier, het gewone kunstenaarsgedoe.  Maar soms ook wijnen, bij voorkeur van Spaanse afkomst, en soms etenswaar.

De enige kalkoen die Ellen ooit heeft verwerkt kwam van Jan. En hij kreeg hem weer van een buurman uit het Noord-Limburgse Oler, uit een kweekbatterij. Een gigantisch beest was het.

Ellen had er goed over nagedacht, over wat te doen met zo’n monster. Het stond haar alleen niet aan, ook toen al niet, zo’n gevaarte uit een legbatterij. En toen ze dan ook nog eens haar lijf brandde, serieus brandde met littekens en al, toen had voor haar het specimen Kalkoen afgedaan . Voorgoed, dacht ze… Sinds dien huldigt ze het stanpunt dat kalkoenen de ultime plofkippen zijn. Het meest abjecte uit de doorfokkultuur.

En gelijk heeft ze. Die kilo’s grote gedrochten, je moet ze niet willen !

Maar nu, dat beest uit Merselo. Zuiver op de graat, schoon van lijf en leden. Dat is toch een feest waard? Ik dacht het wel lezer, ik dacht het wel (Elen twijfelt). We zullen zien…