Tomatenhaters en tomatenlaters…

campingmaaltijd
Dat een deel van de schare lezers mijn liefhebberij in bloedworst, pensen en beuling niet deelt, ik kan er mee leven. En dat mijn voorkeur voor lever, niertjes en ander orgaanvlees slechts in kleine kring wordt gewaardeerd, ik heb er begrip voor…

Maar dat er mensen bestaan die gewoonweg nooit uien in huis hebben en wel pretenderen elke dag een goede maaltijd te bereiden, ik kan me er niks bij voorstellen. En toch komen ze voor, ze hebben het me zelf verteld. Ongelofelijk… Zo bestaan er ook tomatenhaters, en de iets mildere vorm: tomatenlaters.

De eerste groep is simpelweg gestoord, zoveel is duidelijk. Men grilt ervan wanneer een recept tomaat voorschrijft en men kokhalst bij het aanschouwen van de rode vruchtjes. Op een of andere manier heeft men een trauma opgelopen, waarbij de tomaat kennelijk een crusiale rol speelt. De kwaal (lees: ziekte) zou met enige professionele begeleiding bestreden kunnen worden, maar met de huidige afbraakpolitiek in de geestelijke gezondheidszorg heb ik er weinig geloof in.

De tweede groep, die van de tomatenlaters, is eigenlijk veel erger. Ach ja, zo’n rood bolletje, ik snijd er wel eens partjes van voor over de salade, ‘t kleurt zo leuk. En dat  was het dan. En wanneer je vervolgens begint te argumenteren (… gezond, lekker, voedzaam, past overal bij, verhoogt de kwaliteiten van andere ingrediënten…) word je meewarig bekeken. Ja erger, men lacht je wat gemelijk toe.

De domme tomatenlater is degene die je toeblaft: Gezond? Als het gezond moet neem ik wel een vitaminepil! De (iets) slimmere tomatenlater komt meteen met het aloude argument dat de tomaat verworden is tot een waterbom, en dat het nooit meer goed zal komen. En ik weiger goed geld te betalen voor water!..

Enfin, ik heb het opgegeven om zoveel stupide vijandigheid te weerleggen. Gelukkig merkte ik dat de groep van laters en haters relatief klein is. Maar ze bestaan lezer, ze bestaan…

Tomaten als waterbommen komen dezer dagen gelukkig minder voor. En slappe, verweekte uien waar je niet één traan om hoeft te pinken worden ook weer zeldzaam, telers hebben hun les geleerd!

En uiteindelijk ben je zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van je inkopen; knijp erin, voel eraan en vooral: vraag of je een beetje mag proeven. Voor de beste spullen zit je niet altijd op de eerste rij wanneer je je hand op de knip houdt, maar een kritische houding en een beetje uitkijken belooft wat goeds.

Ach lezer, wij wisten het allang, we voelden het instinctmatig aan: de tomaat, maar ook de ui: het zijn toppers, nauwelijks te vergelijken met enig ander culinair ingrediënt, alle haters, laters en ontkenners ten spijt…

© paul

 

‘n Zompige zaterdag…

Jonge artisjokken...
De foto heeft niks met dit stukje te maken, en dit stukje niks met de foto.

Achter me roept Ellen: we steken de kaarsen aan, we dimmen de verlichting en vieren Herfst 2015… En waarlijk, het waait kil, het miezert en soms regent het door. Het heeft er geen schijn van dat de Lente is begonnen. Tijd voor een ordentelijk stukje is er niet; het is zaterdag en nog afgezien van de gebruikelijke gasten komen Maartje en Walter aanschuiven aan de weekend-dis.

Ellen is nagenoeg de hele dag bezig met de maaltijd. Ze maakt daarbij een ongelofelijke hoop rommel en afwas. En je hoeft heus niet te raden wie er dan verantwoordelijk is voor de schoonmaaklogistiek van de spoelkeuken. (Voor het uiteindelijk afwaswerk ook…) Morgen beschrijft Ellen haar versie van Pulled Pork.

Vanochtend bezocht ik de zaterdagmarkt in Helmond. Laat het nu uitgerekend Voorjaarskermis zijn in de stad. Het wil zeggen dat de markt voor een groot deel is verplaatst. De hele Koninginnenwal en nog wat hoeken en gaten worden nu gebruikt als marktplaats, terwijl de twee Marktpleinen vol staan met autoscooters, rupsen, draaimolens en ijzingwekkende moderne stellages. En een degelijke logica in de nieuwe standplaatsen van onze vertrouwde leveranciers kon ik niet ontdekken.

Bij geluk liep ik onmiddellijk onze citrusboer tegen het lijf. Maar daarna was het zoeken geblazen; ik sjouwde de hele markt wel drie keer over. De Shoarmamevrouw stond ergens verstopt aan een uithoek, met de standplaats van de Poolse Mevrouw was het nauwelijks beter gesteld. De Keniaanse Mevrouwen heb ik überhaupt niet gevonden. De Kaasboer had echter een prominente ruimte weten te bemachtigen, er was nu zelfs plaats voor een extra stalletje. En onze Turkse Groentemevrouw kwam ik puur per ongeluk tegen. Omdat ik nog even de stad in moest om bij de Indonesische Toko in de Passage wat specerijen in te slaan zag ik van verre onze Bloemenboer. Hem had men, samen met zijn collega’s een paar honderd meter van de eigenlijke markt gestald. (Toen ik later door de Ameidestraat terug liep naar de markt sprak een vertwijfelde dame me aan; waar ik die bloemen had gevonden? Ze zocht al geruime tijd, en ook zij had al een paar rondjes over de markt gemaakt, zonder resultaat…

De Visboeren ja, de visboeren die stonden gezamenlijk in het eerste gelid. Maar laat ik nu juist vandaag geen vis nodig hebben. Enfin…

Nog even over de artisjokken: het zijn de eerste verse kleine artisjokjes van dit jaar. Ze komen uit het zuiden van Italië. We aten ze vorige week in een stoofpotje met aardappel. Wat zien ze er mooi uit….

© paul

Rata rapide…

Rata rapide (pommes au lard)...

Het boek heet À LA SOUPE! Le repas du poilu. Het bevat een verhandeling over eten en koken in en om de Franse loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Ik ben al dagen bezig aan een artikeltje over de publicatie, maar ik kan er geen fatsoenlijk einde aan breien. Je mag er dus nog een dag of wat op wachten.

Wel heb ik al gekookt uit het boek, er staan namelijk ook recepten in. Het rata rapide mag vrij vertaald worden met ratjetoe-snel-klaar. Het is een eenvoudig gerecht van aardappelen, spek en uien, en het levert een voor die tijd volledige maaltijd op. In 1914 ging men ervan uit dat een maaltijd compleet was wanneer hij de componenten eiwit, koolhydraten en vetstof bevatte. Ik beschrijf het recept voor vier personen, zelf maakte ik een kleinere hoeveelheid klaar.

  • 2 kilo vastkokende aardappelen,
  • 100 gram gerookt spek,
  • 1 grote ui,
  • water,
  • peper en zout.

Schil de aardappelen, snijd ze in schijven en kook ze min of meer gaar. Snijd het spek in kleine dobbelsteentjes. Hak de ui in dunne ringen. Laat vervolgens het spek in een stoofpan uitsmelten en doe er dan de uien bij. Laat de ui op een middelhoog vuur glazig worden. Vervolgens worden de aardappelen toegevoegd en voorzichtig, maar grondig omgeschept. Daarna gaat er zoveel water bij dat het geheel nét onderstaat. Breng op smaak met wat peper en eventueel zout. De zaak mag stoven op een niet te laag vuur, zodat een deel van de vloeistof kan verdampen. Na een minuut of vijftien is je potje klaar, de ingrediënten drijven in een mooie dikke sausachtige bouillon. Dien heet op…modelbouwtentoonstelling Ethe (Gaume)

  • Opmerkingen:
  • Twee kilo aardappelen is niet niks, je kunt gewoon wat minder nemen.
  • Ons spek is over het algemeen minder vet dan dat van 100 jaar geleden, ik moest wat extra boter toevoegen om de uien mee te kunnen bakken. Let overigens op met extra zout, je spek is al gezouten. En heb je de aardappelen gekookt in gezouten water dan hoef je in het geheel geen zout meer te gebruiken.
  • Houd de vloeistof in de gaten.
  • Het gerecht is gemaakt naar basisrecept. In alle keukens van de Eerste Wereldoorlog ging men ervan uit dat soldaten hun maaltje zelf wel opleukten. Dat heb ik ook gedaan.
  • Stel je voor: die ene verdwaalde Waalse soldaat die jullie Franse regiment was komen versterken bracht van thuis een zak Plate de Florenville mee. Nou, dan konden ze op het hoofdkwartier toch mooi hun varkensaardappelen zelf houden. En dat ranzige spek trouwens ook, want Jean uit de Gers had van zijn schoonvader een zij van het prachtigste spek meegekregen. Ongeblutste uien waren er wel te krijgen bij een vrouwtje dat met groente ventte, achter de linie. Misschien verkocht ze zelfs wel sjalotjes. Het zout kwam gewoon van de regimentsveldkeuken, maar de peper was van Pierre. Hij had wel een pond op voorraad. Jammer alleen dat Jérôme uit Bourgondië op verlof was, naar de verse peterselie kon je dit maal wel fluiten.
  • Poilu uit de titel van dit stukje is de algemene benaming van de Franse infanteriesoldaat. Het betekent letterlijk: de behaarde…

© paul

Koekje van het Noordbrabants Museum…

Noordbrabants Museum/ Maison de Boer...
Gisteren waren weer even in het Noordbrabants Museum in ‘s Hertogenbosch. Het was, geloof ik, alweer de vijfde keer sinds de heropening in mei 2013. En ook nu weer zeiden we tegen elkaar dat we er te weinig komen.

Er loopt een alleraardigste tentoonstelling met werken uit de Kunstsammlung Würth, een privéverzameling van de Duitse industrieel Reinholt Würth. De man heeft wat breed verzameld en mogelijk zie je daarom geen absolute topstukken terug, maar wat je wel te zien krijgt is meer dan de moeite waard. Het is een bont overzicht van de moderne, veelal Europese, kunstgeschiedenis.  Het museum biedt verder nog wat kleinere exposities, deels gerelateerd aan de Van Gogh-hause die in onze contreien is losgebarsten. En natuurlijk bekijk je dan ook de vaste collectie. De Würthverzameling is nog te zien tot mei van dit jaar. Bezoek dat museum!

Ik ga binnenkort terug, al was het alleen maar om de recente werken van David Hockney nog een keer te zien. Ook hier geldt dat het niet de allerbeste schilderijen betreft, maar ondanks dat, wat zijn ze indrukwekkend…picasso

Oh ja, vergeet niet, wanneer je er toch bent, om even naar de eerste en tweede etage te gaan. Daar bevindt zich het Stedelijk museum van Den Bosch. Het zwaartepunt  van hun collectie daar ligt bij sieraden en keramiek. Je moet er echt even heen, al was het alleen maar voor die vaas van Picasso.

De lunches en kleine maaltijden worden in het Noordbrabants Museum verzorgd door Maison Van Den Boer, een kwaliteitscateraar uit onze streken. Ik at op het terras, in het zonnetje, een voortreffelijke kreeftensoep, terwijl Ellen zich bezig hield met een luxe burger. Heel behoorlijk eten voor een museum…

Het notoire kopje espresso kwam met een glaasje water en een zelf gebakken koekje met het logo van Maison Van Den Boer. Kruidig, heel beschaafd geurend naar citroen en kaneel.

© paul

 

Uit de oude doos: Big Mac als Europese standaard.

 

hemelvaart 2006

Bij het nalopen van oude artikelen stuitte ik op een voorval uit 2006. Ik was het allang weer vergeten en eigenlijk las ik het artikel alleen maar door vanwege de koddige foto erboven. Gaande het artikel bekroop me meer en meer een gevoel van surrealisme. Enfin, het staat er écht, ik heb het destijds niet verzonnen…

In het Lëtzebuerger Tageblatt van 16 augustus 2006 lees ik dat van alle EU landen de koopkracht in Luxemburg het grootst is. Dat is op zich geen nieuws, hullie bruto nationaal product per hoofd van de bevolking neemt al tijden de eerste plaats in beslag binnen de Europese Gemeenschap.
Maar goed, economen hebben hun huiswerk nog eens over gedaan en tonen aan dat je het kortst hoeft te werken in Luxemburg om jezelf te kunnen trakteren op een Big Mac, namelijk 14 minuten.
Nu weet ik wel dat elk vergelijk opgaat, als je maar gelijke munt hanteert, maar het blijft me vreemd aandoen.
Niet gaat het over het over het uitstekende Luxemburgse rundvlees, beter dan in de omringende landen. Niet over hun accijnsvriendelijkheid voor de consument betreffende bier, wijn en spiritualiën. En ook niet over de schappelijke prijzen die de restaurants aldaar in rekening brengen voor hun (doorgaans uitstekende) diensten.
Nee, het gaat over Big Mac. Over dat ding dus dat er nu juist voor de consument niet toe zou moeten doen. Koopkracht is een zaak van centen, niet van goede smaak. Rare jongens, die economen.
Overigens kost een Big Mac in Nederland 16 minuten werken en in België 18.

Of de cijfers negen jaar na dato nog kloppen kan ik niet een-twee-drie verifiëren, maar het heeft naar mijn gevoel toch nog steeds iets van een modderfiguur, welstand aflezen aan hamburgers…

© paul

Nationale Stoofvlees-met-Frieten-Dag…

Vlaamse frieten...
Wij vierden de Nationale-Stoofvlees-met-Frieten-Dag dus iets eerder dan eigenlijk de bedoeling was. Niet om dwars te liggen, niet om eigenwijs te zijn; van recalcitrantie was in het geheel geen sprake, het kwam eenvoudigweg zó beter uit…

Enfin, het was allang duidelijk, het Ministerie heeft Jeroen Meus hoog in het vaandel. Om de kritiek van deze en gene eetblogger dat het programma Dagelijkse Kost wel wat erg eenvoudig is mogen we hartelijk lachen… Dagelijkse kost heet het programma en je bent toch wel een enorme oen wanneer je verwacht dat er ingewikkelde culinaire hoogstanden worden bedreven terwijl het programma zich juist richt op Dagelijks kost….

En trouwens, je zou beter hopen dat er in Vlaanderen en Nederland vijf dagen in de week gekookt werd naar voorbeeld van het televisieprogramma van Meus. Er zou in onzer contreien heel wat beter en lekkerder gegeten worden dan nu feitelijk het geval is, en dat geldt ook voor kookbloggers…

Enfin, via een stemprocedure werd duidelijk dat veel Vlamingen, en een enkele Nederlander Friet-Stoofvlees verkozen tot nationaal-door-de-weeks-gerecht. Het was daarom dat Meus en zijn team zondag 1 maart uitriepen tot Nationale-Stoofvlees-met-Frieten-Dag. En dat kwam mooi uit, want vandaag, zondag 1 maart, toont het televisieprogramma zijn duizendste uitzending. Vanavond om 20.00 uur wordt het jubileum uitgezonden. Een aantal restaurants spelen in op de Stoofvlees-frietendag en ook frietkotten, snacktenten en eetcafé’s laten zich niet onbetuigd. Er is echter een probleem…

In Vlaanderen loopt op dit moment een breed gedragen campagne genaamd Dagen -zonder-Vlees. De bedoeling is om mensen tijdens de (katholieke) vastentijd bewust te maken van de invloed van vleesconsumptie op het milieu. Gevraagd wordt om in deze periode vleesconsumptie tot een minimum te beperken, liefst geheel achterwege te laten. Nu valt zondag 1 maart in de vastentijd en zo zit Vlaanderen op dit moment met twee elkaar bijtende acties.

Daar komt nog bij dat Jeroen tijdens een van zijn programma’s vegetariërs een hoog opgeleide, goed verdienende elite noemde, die rondrijdt met bakfietsen en er heel hip uitziet. Het leverde hem een open brief in kwaliteitskrant De Standaard op, waarbij een van de redacteuren opmerkte: dat je dat volkje zo benoemd is tot daar aan toe, maar moet je daarom die andere Vlamingen aanzetten om zo veel mogelijk stoverij te eten. Enfin, een nationaal debatje was geboren…

De opmerking van Meus was naar mijn overtuiging een slip-of-the-tongue, die man is veel te innemend om boze praat te verkopen…  Meus en zijn team losten een en ander op heel Belgische wijze op: ze plaatsen dan op hun web site een aantal vegetarische recepten, als een soort tegemoetkoming.

Verder kwam er voor Dagelijkse kost nog een ondersteuning uit geheel andere hoek. Een godgeleerde van de Katholieke Universiteit van Leuven liet weten dat de zondag niet wordt aangemerkt als vastendag. Meus zit met zijn keuze dus goed, die andere dagen kunnen gewoon vleesloos blijven…

Ik wijs je nog even op Ellen d’r Stoofvlees (met dank aan Jeroen Meus), het smaakte geweldig. Evenwel werd er aan tafel gefluisterd dat ze wel erg spaarzaam met de appelstroop was omgegaan. Maar ach, een kleinigheidje blijf je houden…

Als ik toch ooit Zuid-Oost Brabant definitief zou moeten verruilen voor een andere streek, ik koos domicilie in Vlaanderen, ik wél…

© paul

 

Vlaams stoofvlees met frieten

IMG_2921
Morgen wordt op België 1 de 1000ste uitzending van ‘Dagelijkse Kost’ uitgezonden, het kookprogramma van de Vlaamse Jeroen Meus. Dat moet natuurlijk een extra uitzending worden, iets heel speciaals. In de aanloop voor deze 1000ste uitzending besloten de Belgen van het programma Dagelijkse Kost een echte enquête te houden; “wat is het meest geliefde Vlaamse gerecht, wat eten de Belgen heel graag”… Er kwam met behulp van de kijkers een prachtige top tien tot stand:
1. Stoofvlees met frieten
2. Witloof met hesp uit de oven
3. Steak-friet met sla en bearnaisesaus
4. Vol-au-vent
5. Balletjes met krieken & balletjes tomatensaus
6. Asperges op z’n Vlaams
7. Konijn met pruimen
8. Kalfstong in madeirasaus
9. Zeetong á la meunière
10. Steak tartare
Een zeer respectabele lijst van gerechten! Ik zou in Nederland ook wel eens zo’n enquete willen houden, heel benieuwd wat daar uit zou komen…

Maar liefst 14331 kijkers hebben gestemd op Frieten met Stoofvlees als zijnde de ultieme Vlaamse klassieker. Jeroen roept zijn kijkers op om zondag 1 maart, morgen dus, massaal dan ook Frieten met Stoofvlees klaar te maken. Daar konden wij als buitenlands Ministerie toch niet omheen natuurlijk. Wij wonen dicht bij de grens en mogen graag bij onze zuiderburen aan tafel schuiven. Frieten met stoofvlees is ook voor ons een van de favorieten… Het Ministerie geeft dus met graagte gevolg aan de oproep van Jeroen…alleen kwam zondag ons niet zo uit…
Het Ministerie besloot dat het vandaag al Frieten-met-Stoofvleesdag zou zijn! Sorry Jeroen, dat heb je met die Hollanders, altijd Haantje de voorste…
Jeroen geeft het recept voor vier personen, maar ja, dat was niet genoeg voor onze zaterdagse roddel- en borreltafel. Wij rekenden op Het Kind, vriend Andy en hun nieuwe kruimel (maar die eet voorlopig alleen vloeibaar), De Jongste Bediende, vriendin Marleen, Paul en ikzelf. Maar ook Vriend Jan en zijn gade Ans waren welkom en schoven gezellig mee aan. Nou bleek Paul wat pinnig vlees ingekocht te hebben… en door allerlei omstandigheden was er opeens ook geen tijd om zelf frieten te bakken… We kochten dus frieten bij de plaatselijke Beste Frietenbakker, La Gondola. Paul stoof op de fiets naar de frietenbakker terwijl kruimel Jop zijn vloeibare voeding tot zich nam en de rest van het gezelschap de tafel dekte. Perfect!
Goed, het recept van Jeroen maar dan voor 8 personen (beetje weinig vlees maar het ging nét, samen delen)

  • 1500 gram rundvlees, (sukade is prima)  in flinke blokken gesneden
  • 1 flesje bruin bier (er stond hier toevallig een fles St Bernardus abt 12, maar ander mooi bruin bier mag ook)
  • 3 flinke uien  in grove stukken gesneden
  • 2 laurierblaadjes en een flinke pluk tijm, samengebonden
  • 4 kruidnagels
  • 2 bruine boterhammen (Pauls eigengebakken brood) dik besmeerd met mosterd
  • 2 eetlepels appelstroop
  • scheutje azijn
  • boter peper en zout.

Verhit een grote braadpan en smelt er een klontje van de boter in. Bak daarin de uien op een matig vuur zachtjes aan. Neem een koekenpan, smelt daarin ook wat boter en bak daarin het vlees snel rondom  bruin. Voeg het vlees dan bij de uien. Bak het vlees in een aantal porties, als je al het vlees tegelijk bakt gaat het smoren en dat is niet de bedoeling.

Schenk, als al het vlees gebakken is het bier in de koekenpan. Roer alle aanbaksels los terwijl het bier aan de kook komt. Giet het bier bij het vlees en de uien.

Bind de laurierblaadjes en de tijm tot een bouquet garni en voeg dat bij het vlees. Doe er dan ook de appelstroop en de kruidnagels bij. Leg de met mosterd besmeerde boterhammen op het vlees en laat het geheel zo zachtjes stoven. Laat het vlees zachtjes garen tot het botermals is. Roer af en toe. De boterhammen vallen uit elkaar en binden de saus. Haal als het vlees gaar is de deksel van de pan en laat de saus nog wat inkoken.

Wij aten er een flinke salade bij van kropsla, tomaat, ui en wat hardgekookte eieren. Jeroen geeft er witlofsla bij, kan ook. Maar natuurlijk in ieder geval, eigengemaakte mayonaise!

En espresso toe!

 

 

Onze citroenboom…

citroenbloesem
Eigenlijk staat hij me altijd in de weg, iedere winter weer. Maar ja, heb je een citroenboompje, dan zul je het tegen vorst en sneeuw moeten beschermen anders is het snel afgelopen met je exoot.

Het boompje in de koude maanden uitbesteden is geen optie, dus sjouw ik het in het late najaar maar weer de keuken in, naar de vaste plaats bij de computer en vóór een van de kookboekenkasten. Een aantal boeken worden dan ook niet meer gebruikt tot in het voorjaar, je kunt er gewoonweg niet bij…

Nou is het natuurlijk niet alleen kommer en kwel met het ding. Een van de voordelen is onmiskenbaar het feit dat het boompje door de aangename temperatuur in huis snel bloesems vormt, ook dit jaar weer. Het ding zit helemaal vol met bloemetjes, een aantal zijn al getransformeerd in vruchtbeginsels. Als ze allemaal zouden uitgroeien tot volwassen citroenen dan zou het boompje er aan ten onder gaan. Maar dat gebeurt natuurlijk niet, onderweg naar volwassenheid sneuvelt het merendeel van de vruchtjes.citroen uit eigen tuin...

Elk jaar oogsten we een paar citroenen, het zal dit jaar niet anders wezen. Ze zijn smakelijk en hebben een dikke, zwaar geurende schil, ideaal om rasp van te maken.  Natuurlijk dekt de opbrengst slechts een fractie van onze citroenconsumptie. Maar het is puur genoegen, die eigen citroenen, elk jaar weer…

Een ander voordeel van een bloeiend boompje in huis is de geur. Die is namelijk overweldigend. En ik zit er middenin…

© paul

 

Carnaval en andere beslommeringen…

Carnaval 2015...
Die actie van het Kind en de Kruimel op vrijdag de dertiende hakte er flink in op het Ministerie. Zo trots als Grootouders maar kunnen zijn liepen wij de hele dag naast onze schoenen, zweefden als het ware op wolkjes, enfin, deden we wat nieuwbakken opa’s en oma’s doen…

Je zou bijna vergeten dat er ook nog andere dingen te beleven waren. Het was per slot de vooravond van het Feest der Feesten. En Kruimel of geen Kruimel, Carnaval stond voor de deur en diende gevierd te worden; de Zwarte Kabouter Bende (ZKB) was er klaar voor…Carnaval 2015...

Op zaterdag verzamelde de goegemeente zich dan ook traditioneel in de keuken van het Ministerie. Gezamenlijk werd de maaltijd genoten; een rijk gevulde lasagna en daarbij een bak sla voor de broodnodige vitamientjes.

Men vertrok vanaf het Ministerie om een kleine ronde door het dorp te maken. Onderweg ontvingen de kabouters een onderscheiding van Prins Hans van de Laotbloeiers, raakte men elkander vervolgens (ook traditioneel) kwijt, en vond elkaar dan weer terug bij het Ridderhof. Aldaar ontmoette men de Stadsprins en tot ieders verrassing bleek dat een volkomen benaderbaar figuur te zijn. Bravo, bravo, bravo…

20150214_234351

Enfin, het werd later en later en zo schoof de ZKB ongemerkt Carnavalszondag binnen. Die zondag verliep zoals verwacht: indrinken, optocht, dweilen, maaltijd genieten en nabuurten. Er was die avond kerriesoep van Anita, maar ook broccolisoep met zalm van Ellen en een grote pan verse worst. Goed brood erbij en fijne kazen. En een eersteklas zult… Voor de meesten was dit de dagsluiting, maar er waren er ook die meenden nog een ronde te moeten maken langs het cafécircuit.

Carnaval 2015...

Op maandag trok het gezelschap zoals altijd het dorp door, hier en daar afstappend. Thuis wachtte een maaltijd van zoervleisj. Neel van Eupotours maakte-um zoals elk jaar naar Limburgs recept. En weer vond een aantal van de Kabouters dat ze na de copieuze maaltijd alsnog moesten gaan slempen bij de plaatselijke Horecaf…

Ook de dinsdag verliep volgens traditie, ware het niet dat het notoire zangspel met de ZAPband in het honderd liep. Ondergetekende had even geen lucht en wilde niet het risico lopen zichzelf tegen de vlakte te zingen. (Jammer, volgend jaar zal ik beter voor mezelf zorgen…) Hachis Parmetier stond er die avond op het menu.

Alle dagen werd er gekookt voor twintig mensen, en zelfs een beetje meer voor het geval dat deze of gene wat extra gasten mee troggelde. Elke avond waren de kookpotten tot op de bodem leeg.

Dan was er nog de woensdag de definitieve afsluiting van het Feest der Feesten, het Haringhappen bij Marleen en de Jongste Bediende. Ik telde er op enig moment vijftig gasten, in totaal moet het een veelvoud zijn geweest. Haring was er in overvloed en drank ook. En ter verdere versterking van de inwendige mens zorgde Ellen voor acht liter bonensoep en nog eens zes liter Turkse linzensoep. Erbij goed brood en een lik roomboter. Enfin…

De Kabouterbende was dit jaar niet op volle sterkte. Andy en het Kind hadden hun handen vol aan Kruimel, dat was niet meer dan normaal, ze haalden het in volgende jaren wel weer in.

Dinie en Willie (en de kinderen) moesten afscheid nemen van moeder. Dat was heel droevig. Het was fijn dat ze nog even de moed konden opbrengen om met ons het voorbijtrekken van de Optocht te vieren. En het bood ons allen de mogelijkheid om ons oprechte medeleven te tonen. Enfin…feestje ellen 60

En dan was er in deze week nog het heuglijk feit dat Ans de leeftijd der onsterflijken bereikte; ze werd zestig, en terecht…. Het leverde een geweldig feest op, zoëen met ontelbaar veel gasten. Het werd één groot feest van herkenning. Allerhand volk na járen terug te zien was geweldig; en tussen al die ontmoetingen door liep Ans te stralen en te genieten. Ik zat het op mijn gemak af te kijken en ik bedacht dat je iedereen zo’n verjaardagspartij zou toewensen. Ach Anna, ach Anna…

Intussen komt het tijdstip naderbij dat ik een streep ga trekken. Al dat gefeest, al dat gedrink, geslemp, boertige leut en jolijt, het is mooi geweest. De ex-katholiek in mij gebiedt me om de komende tijd wat soberheid in acht te nemen.

En intussen komt Jop al regelmatig langs op het Ministerie. Je moet als Bomma en Bompa toch ook een beetje richtlijn zijn voor zo’n Kruimel… Nietwaar?

© paul

 

Jop…

IMG_1608 - kopie - kopie
Het Kind heeft een Kruimel gebaard. Zijn naam is Jop.

Jop kwam ter wereld op vrijdag de dertiende, zo rond 11.30 uur. Hij woog bij aanvang 3590 gram. Tot nog toe heeft hij niet veel gezegd, maar dat zit er ongetwijfeld aan te komen. En natuurlijk is het de mooiste baby van de wereld…

Vader, moeder en kind verkeren in blakende welstand.

Op het Ministerie begint men zoetjesaan te wennen aan de grootouderlijke status…

© ellen-paul