Uit de oude doos: Big Mac als Europese standaard.

 

hemelvaart 2006

Bij het nalopen van oude artikelen stuitte ik op een voorval uit 2006. Ik was het allang weer vergeten en eigenlijk las ik het artikel alleen maar door vanwege de koddige foto erboven. Gaande het artikel bekroop me meer en meer een gevoel van surrealisme. Enfin, het staat er écht, ik heb het destijds niet verzonnen…

In het Lëtzebuerger Tageblatt van 16 augustus 2006 lees ik dat van alle EU landen de koopkracht in Luxemburg het grootst is. Dat is op zich geen nieuws, hullie bruto nationaal product per hoofd van de bevolking neemt al tijden de eerste plaats in beslag binnen de Europese Gemeenschap.
Maar goed, economen hebben hun huiswerk nog eens over gedaan en tonen aan dat je het kortst hoeft te werken in Luxemburg om jezelf te kunnen trakteren op een Big Mac, namelijk 14 minuten.
Nu weet ik wel dat elk vergelijk opgaat, als je maar gelijke munt hanteert, maar het blijft me vreemd aandoen.
Niet gaat het over het over het uitstekende Luxemburgse rundvlees, beter dan in de omringende landen. Niet over hun accijnsvriendelijkheid voor de consument betreffende bier, wijn en spiritualiën. En ook niet over de schappelijke prijzen die de restaurants aldaar in rekening brengen voor hun (doorgaans uitstekende) diensten.
Nee, het gaat over Big Mac. Over dat ding dus dat er nu juist voor de consument niet toe zou moeten doen. Koopkracht is een zaak van centen, niet van goede smaak. Rare jongens, die economen.
Overigens kost een Big Mac in Nederland 16 minuten werken en in België 18.

Of de cijfers negen jaar na dato nog kloppen kan ik niet een-twee-drie verifiëren, maar het heeft naar mijn gevoel toch nog steeds iets van een modderfiguur, welstand aflezen aan hamburgers…

© paul