De lange weg naar Santiago de Compostella, intermezzo: Jan van Gemert in Baskenland…

10298686_660009844067464_5169250194055794896_n
Pelgrim Jan liet me via Sas weten dat hij heel sterke associaties kreeg bij het aanzien van het landschap waar de wandelaars doorheen trokken. Alsof hij het al sinds mensenheugnis kende. Hij herkende in de omgeving de verbeelding die thuis aan de muur hing; een aquarel, mogelijk een gewassen tekening in gemengde techniek. (Ik zou er met mijn neus bovenop moeten zitten om er meer over te vertellen, ik heb slechts een foto…)

Ik weet het welhaast zeker: Jan betrok het schilderij van of via vriend en collega Theo van Gemert. Het is gemaakt door de vader van Theo, Jan van Gemert.

In een ver verleden deelde ik het atelier met Jan van Gemert. Hij was beeldend kunstenaar in behoorlijk goede doen, ik was een kunstenstudent in arrenmoede. Jan hielp me kunstzinnige problemen op te lossen, en nu en dan schoof hij wat af. Nooit geldelijk, altijd in de materiële zin. Canvas, olieverf, inkten, papier, het gewone kunstenaarsgedoe. Maar soms ook wijnen, bij voorkeur van Spaanse afkomst en Valdepenas was favoriet. Soms ook etenswaar…

Jan heeft veel landschappen geschilderd in Spanje, hij kwam er graag, hij kwam er vaak. De eenvoud, de gastvrijheid en de overweldigende natuur trokken hem, hij sleepte hele families uit onze contreien er mee naartoe. De delen van Spanje die hij verkoos waren nog niet overwoekerd met hotels, bed-and-breakfasts en plat vertier. Jan vertelde me over dat kerkje, ergens in het niemandsland van de Basken, er hing een échte Goya, zomaar zonder enige bescherming; de deur van de kerk was altijd open. Ook was hij al eens een schildering van El Greco tegen gekomen, zomaar in het wild. Dat waren nog eens tijden, kom er nu nog eens om…

En terwijl Jan’s gezelschap vakantie vierde trok hij de bergen in om te schilderen. De lokale bevolking sprak Jan eerbiedig aan met Master, of ook wel met Profesór. Hij werd met alle egards behandeld, en zo ook zijn gezelschap.

Jan verloor een been op dertienjarige leeftijd, een handicap die hem zijn hele leven parten heeft gespeeld. Hij kreeg er een kunstbeen voor in de plaats. Het maakte hem ongeschikt als arbeidsman, maar het bood hem wél de kans om te gaan studeren. Mét been was Jan nooit kunstenaar geworden, waarschijnlijk had er dan een carrière als wever of metselaar voor hem in het verschiet gelegen.

Jan was een mild-slordig mens, hij raakte wel eens wat kwijt. Het kon dan ook zomaar gebeuren dat hij zijn been verloor, ik heb het zelf bij enige gelegenheid mee mogen maken… Het gebeurde hem ook op een van zijn schildertochten, hij kon niet meer op of neer, been kwijt! Een passerende herder vond de arme invalide en ondernam onmiddellijk actie. In het dorp, een paar kilometer verderop, werd een missie gestart. Een ezel plukte men uit zijn tredmolen, het was de enige ambulance in de verre omgeving. Jan werd opgehaald en in optocht naar het dorp gevoerd. En de hele lokale bevolking stond aan de weg om de inkomst luister bij te zetten. Het oogde als de Intocht van Christus te Brussel.

(Ik heb die verhalen niet alleen van Jan, hij was een bescheiden mens, daar waar het over hemzelf ging. Ik hoorde ze van Ome Put, van Nieta, van Petra, van Henk. Vraag het aan Nieta, ze verteld zó een avond vol…)

In een oeroud compendium, het heette geloof ik: Wie is Wie in de Nederlandse Kunsten, kwam ik Jan’s naam tegen. Het compendium was uitgegeven in 1954. Jan stond er te boek als aankomend, talentvol Brabants Kunstenaar.

Jan evenwel, koos in die tijd voor het onderwijs. Die keuze heeft een aantal goede Kunstenaars opgeleverd. Jan kon het vak wegleren, zoveel is zeker. Zijn eigen carière kwam daardoor wel in het gedrang. Té weinig tijd voor eigen kunsten, Té weinig tijd om zichzelf te ontwikkelen, té veel sociale contacten om te onderhouden. Zijn eigen werk ontwikkelde zich niet uit, het was de tijd van de stilstand.

Ik heb het hem verweten, die stilstand. Jan echter had meer realiteitszin. Hij laafde zich aan het feit dat hij een aantal jonge mensen op het juiste spoor had gezet. Het werk dat hij maakte na de pensioengerechtigde leeftijd was een herhaling van wat hij in de jaren vijftig had ontwikkeld. En het was goed zo…

© ellen-paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 58…

verjaardag
25-05-2014. De etappe ging van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Roncesvalles, 25 kilometer.

Jarig of niet, voor de pelgrim was het een werkdag. En wat voor een werkdag! Deze dag dienden de Pyreneeën pas écht geslecht te worden.

Enfin,.. al vroeg in de ochtend versierde Ans haar broer met een vlaggetje, een hoedje en een toeter. En ze zong lang zal-ie leven voor hem. Aan het ontbijt werd een en ander nog eens over gedaan, maar nu meerstemmig.

De wandelaars verbleven de afgelopen nacht in een heel groot pelgrimshuis. Verschillende verdiepingen, rijen stapelbedden en in de refter lange tafels met banken. Nagnoeg elk bed was belegd. Het is hier plots druk met pelgrims en wandelaars. Waar komen ze toch ineens vandaan? vraagt Ans, In Frankrijk zie je er bijna geeneen!

Ook het ontbijt ging er kompleet anders aantoe. Mensen maakten hun kopje oploskoffie, besmeerden dunne schijfjes stokbrood met jam en maakten dan dat ze wegkwamen, er stonden nog wachtenden achter hen…

De tocht van deze dag was de zwaarste tot nog toe, mogelijk de zwaarste van de totale reis. De hele dag speelde de regen de wandelaars parten, het maakte de hellingen glad, bij het stijgen én bij het dalen. Steile klimmen waren het en er hing mist in het hooggebergte. Hele stukken van de dag werd het uitzicht door de weersomstandigheden belemmerd.

Van 07.30 uur tot 12.30 uur werd er aan één stuk door geklommen, daarna wisselden klim, afdaling en vals-plat elkaar af. Na zeven kilometer diende zich een mogelijkheid aan om koffie te drinken, voor de verdere rest was er die dag onderweg niets te krijgen. Het oudbakken brood uit de rugzak werd lopend genuttigd en het werd weggespoeld met water uit een plastic flacon. Het was te nat om ergens te gaan zitten. En toen de landsgrens werd gepasseerd volgde er een anderhalf uur durende afdaling; steil, modder, stenen, boomwortels, spekglad. Welkom in Spanje…

De pelgrims klommen boven de boomgrens, ze overbrugden een hoogte van 750 (zevenhonderdvijftig!) meter. Uiteindelijk ging het ze goed af. Het leek wel of de pelgrimage van de afgelopen twee maanden bedoeld was als trainingsparcours voor deze éne barre dagtocht. Om 14.30 arriveerden de wandelaars in Roncesvalles.

Ans en Jan dronken een glas bier om de goede afloop te vieren en zochten dan het pelgrimshuis op. Ook nu weer leek de refugio op een kazerne en het was er stervensdruk. De rugzakken dienden opgeborgen, dan moest er worden ingeschreven, de stempel werd geslagen. Voorts kregen de wandelaars het nummer van hun bed uitgerijkt. Nummer 217 en nummer 218, op de tweede verdieping. Grote zalen met aan één kant steeds twee stapelbedden in een nis. En overal een drukte van jewelste.

In het hotel van de Jongste bediende en Marleen was ook een groot café ondergebracht. Daar werd vervolgens gedaan wat de hele dag al was uitgesteld, namelijk Jan’s verjaardag vieren!

Speciaal voor deze gelegenheid had de Jongste Bediende vanuit Gemert een aantal flessen Brandmeester meegenomen. En zo ook Jan’s doedelzak en zijn Schotse dracht. Jan werd uitgenodigd op de kamer van de Jongste Bediende om er de kado’s van het Thuisfront in ontvangst te nemen. Het gezelschap liet hem er discreet voor een wijle alleen. Het waren emotionele momenten en Jan had even genoeg aan zichzelf.

Na een stief kwartier haalde het gezelschap de jarige op, hij had zich intussen al omgekleed en blies zijn instument in.
IMG-20140527-WA0006

En dan, langzaam de trap afschrijdend, verscheen daar de jarige. En hij nam beslag van de ruimte, zoals Mad Piper Bill Millen onder vijandig vuur beslag nam van de stranden van Normandië op D-Day. Hij pijpte Flower of Scotland
IMG-20140527-WA0003
En zo gaat het dan: je doedelt wat en je kunt de fans nog slechts met moeite van het lijf houden. Succes gegarandeerd. En sfeer was er onmiddellijk. Een groep Italianen nam al snel het initiatief over en gaf een concert ten beste met de Liederen van Thuis.

Klokke zeven werd het Brandmeesterbier geschonken, in de wetenschap dat een goede 1400 kilometer verderop hetzelfde gebeurde. Er werd getoost, er werd geproost, er werd een traan weggepinkt. En er werd gezongen.

Jan vroeg me al die mensen te danken die hem feliciteerden, groetten, aanmoedigden en in de gaten hielden. Het is hem onmogelijk om iedereen persoonlijk te danken, dus doet hij dat via deze weg. En een speciale groet voor Ineke en de Kids…

En dan nog het volgende.  Kyan, Djint, Puk, Vickie, Fien en Sammie: dank voor jullie tekeningen, dank voor de armbandjes. Ik doe ze nooit meer af!

En een lieve groet van Ans voor Vriend Jan

© ellen-paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 57…

santiago nog...24-05-2014. De etappe liep van Osrabat naar Saint-Jean-Pied-de-Port, 24 kilometer.

Over Osrabat dient nog iets gezegd te worden. De wandelaars sliepen er in het pelgrimshuis, het was nog maar een goede twee jaar oud. Nieuwe gebouwen mochten dan vaak wat minder sfeer hebben en ze misten de romantiek van de ouderdom, maar evengoed was het wel lekker om eens verwend te worden met modern comfort.

Bijvoorbeeld een maaltijd maken op een modern komfoor, het was een genot. Ans en Jan bereidden er met genoegen een tomatensoepje. Dan roerei met ui en tomaat. Kaas toe… Karin en Patrick aten mee. (Er waren nog meer gasten in de refugio, maar die lagen allemaal vroeg op bed.)

Deze ochtend werd er gestart bij goed weer, en het zou de hele dag goed blijven. Bij het belendend barretje, annex brooddepôt, had men nog snel leeftocht ingeslagen. Een mooie route lag in het verschiet, hoewel minder spectaculair dan die van de voorgaande dag.
water

Ferm stijgen en dalen vormde het credo, het waren per slot de Pyreneeën waar de pelgrims doorheen zwierven. Een ruime pauze, zo rond het middaguur, was dan ook geen overbodige luxe. Het brood werd gegeten op een muurtje, en er werden dutjes gedaan.

Half drie sloeg de torenklok van de plaatselijke kerk toen de wandelaars Saint-Jean-Pied-de-Port binnenliepen. Daarmee werd een nieuwe mijlpaal bereikt. Of eigenlijk twee: Saint-Jean-Pied-de-Port vormde de poort naar Spanje! Én klaarblijkelijk was nu tweederde van de Lange Mars volbracht. (Of men had nog éénderde te gaan, daar wil ik even vanaf zijn…)

In het stadje vloeiden nagenoeg alle noordelijke en oostelijke Compostellaroutes tesamen. Het was er een komen en gaan van pelgrims. Over Saint-Jean-Pied-de-Port schrijft Ans: Het plaatsje heeft wel een hoog Valkenburggehalte, toch is het heel bijzonder hier te zijn.

Men wandelde er eens rond en het Pelgrimsburo werd begezocht. Men boekte de refugio voor de nacht en streek hierna neer in een café om het Overwinningsbier te drinken. En daar de wandelaars nu in dat café voor de komende uren domicilie hadden gevonden, kon ik even iets geheel anders kwijt, speciaal voor al die nieuwe lezers van het Ministerie. De vaste fans zouden het stukje over kunnen slaan…
jongste bediende

Zoals bij elk ministerie scharrelen er ook op het Ministerie van Eten en Drinken wat ambtenaren rond. Natuurlijk genieten wij, Ellen en ik, de status van Minister, baas over deze burelen. Dat lijkt me logisch, daar hoeven we het verder niet over te hebben.

Zoals elk zichzelf respecterend buro houden ook wij er een Jongste Bediende op na. We hebben hem al in dienst vanaf het begin van ons virtuele bestaan, sinds 2005. Hij is voor een deel gemodellleerd naar de Jongste Bediende van de uitgeverij Dupuis, beter bekend onder de naam Guust Flater.

Er zijn een aantal overeenkomsten tussen die twee: het zachtmoedige karakter, de goedlachsheid, de inventiviteit, de niet aflatende solidariteit voor hun werkgevers.

Verschillen zijn er ook: daar waar Guust Flater de loomheid in zijn doen en laten nauwelijks kan verbergen, jakkert onze Jongste Bediende door het leven.

Wij zijn groots op onze Jongste Bediende, we zouden hem niet willen, niet kunnen missen. Soms lenen we hem even uit. Het zij voor reclamedoeleinden, het zij voor een goed doel [het Minsiterie is namelijk ook een NGO (Ni dieu, ni mâitre..)]. De Compostellareis ís zo’n goed doel.

We zonden hem dan vandeweek uit om ontwikkelingswerk te plegen in Spanje. De Jongste Bediende zou onze wandelaars daar voorzien van écht bier en van doedelmuziek. En we zonden Vriendin Marleen mee, iemand moest toch op dat jong passen…
IMG-20140525-WA0002

Enfin, we hadden hem weer eens onderschat. Om 17.30 uur ontmoette de Jongste Bediende de wandelaars in voornoemd café. Het was helemaal niet in Spanje, dit was nog Frankrijk.

Het weerzien was groots en het feestje kort. De Jongste Bediende moest op tijd slapen, de volgende dag diende hij kwartier te maken. De verjaardag van Jan zou dan gevierd…

Verzoek aan de wandelaars: houd de Jongste Bediende niet te lang bezig, we missen hem nu al. En Vriendin Marleen ook…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 56…

water 23-05-2014. De etappe liep van Osserain naar Ostabat-Asme, 23 kilometer.

My Beautiful Laundrette, het is wat mij betreft de op één na aardigste Britse film uit het Thatcher-tijdperk. Stephan Frears maakte de bijtende aanklacht tegen rascisme, tegen  polarisatie en tegen armoede. En Frears deed het zó dat er ook nog wat te lachen viel.

Twee jongemannen, een rijke Pakistaan en een arme Engelsman beginnen een wasserette en een liefdesrelatie. De complicaties zijn natuurlijk oneindig, in beider families, in de omgeving, maatschappelijk en sociaal. Enfin, bekijk het zelf maar, de DVD is nog steeds verkrijgbaar. Of Ans de film gezien heeft, ik weet het niet. We hebben het er nooit over gehad, bij mijn weten. Maar ik acht de kans evenwel lang niet ondenkbaar, Ans houdt van film.

Én Ans en Jan dat is wasserijvolk, het zit er diep in en je krijgt het er niet zomaar uit. Zo bezochten ze vandaag een wasserij in Baskenland, een excursie zogezegd. En ze sleepten dan ook nog twee bevriende vreemden mee… Maar ach, bijkomende gedachte van de wandelaars was dat dit waarschijnlijk de enige plaats zou zijn waar ze, na een regenbui van drie uur, hun spullen weer enigszins droog en toonbaar konden krijgen.

De ellende begon al tijdens het ontbijt; een stortvloed aan water gutste naar beneden en hevige wind stak op… Niet dat het de pelgrims weerhield om zich op het pad te begeven. Het leek zelfs even of de weergoden respect toonden voor het feit dat de wandelaars zich, goed ingepakt en onverschrokken, in beweging zetten; de zon begon er spontaan van te schijnen. Maar ach lezer, het was slechts van korte duur, van zeer korte duur…

De eerste kilometer was nog niet geslecht of het begon te hozen. En het hield niet meer op. Na drie uren lopen soppen kwam men bij het plaatsje Saint Palais. Om in het plaatsje te geraken diende een oude spoorbrug te worden overgestoken. Het was de moeite om die oversteek te maken, want het plaatsje bood gelegenheid om een beetje op te drogen. Eerst in die wasserij, en daarna in het plaatselijk restaurant. Ik heb je nog niet verteld dat de wandelaars ook deze dag genoten van het gezelschap van Karin uit Nederland en Patrick uit België.

Het bezoek aan de wasserij had tot gevolg dat het gezelschap in iets minder deplorabele toestand het restaurant in schoof, de uitbater fronste evenwel zijn wenkbrauwen. Wat moest hij met die vier verzopen katten? lunch

Een beetje charme, misschien een beetje pelgrimscharisma en het ijs was snel gebroken. De wandelaars waren welkom aan de dis. De waard kookte een maaltijd in vier gangen: vooraf een terrine van vismousse, dan een soort van assiëtte van fijn worstvlees, eieren, sla en fruit,  en daarna schijven rosbief in een rodewijnsaus met boontjes. Kaasje en koffie toe… (Ik beschrijf een en ander vanaf aangeleverde foto’s, ik zou er zomaar een beetje naast kunnen zitten.)

Uitbuiken heette het in oneerbiedige bewoording, maar voor de reizigers was het gewoon uitrusten van een stormachtige ochtend. Dat was wat ze deden na het stevig maal. En toen ze dan eenmaal weer en route gingen bleek er een omslag te zijn geweest in het weer. Het wolkendek was opengebroken, de zon stond te stralen, de lucht was egaal blauw. Het landschap dat zich aandiende bood de mooiste vergezichten van de dag.

Karin en Ans waren het wildplassen intussen zat. Té hoog nat gras, modder onder struiken, nieuwsgierige passanten, enfin, je begrijpt de portee lezer… water Toen de wandelaars dan weer eens een huisje passeerden belden de twee dames aan. Of ze gebruik mochten maken van het toilet? De Madam die de deur opende vond het prima. En of de pelgrims zin in koffie hadden vroeg ze. En in een mum van tijd toverde ze vier dampende bakken tevoorschijn. Aardige Madam!..

Dan zagen de wandelaars in de verte Osnabat liggen, het was nog zeker een uur dalen. Echter het noodweer sloeg weer toe, felle wind en hoosbuien, het hele stuk tot aan het pelgrimshuis.

Gedeelde smart was halve smart lezer, en gedeeld geluk telde dubbel. Ans schrijft: Kei skonnen dag was het. We hebben intens genoten. En ze dronken gevieren een goed glas Baskische EKI

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, intermezzo: Brandmeester…

brandmeester
Dit is Jan. ‘t Is te zeggen, dit is een afbeelding van Jan, zoals hij prijkt op het etiket van een grote fles bier. Hij liet het bier brouwen ter gelegenheid van het afscheid van zijn arbeidzaam leven als Brandweercommandant. Én hij liet het bier begeleiden door een schrijven:

Met dit speciaal bier dank ik je voor jou rol in mijn brandweerloopbaan. Deze Brandmeester is optimaal op dronk op 25 mei 2014, ‘s avonds om 19.00 uur. Laten we samen (op afstand) proosten en hem rustig, met gesloten ogen inwerken op onze papillen. Opdat het leven ons nog lang goedgezind is.

Vandaag is het dan zover. Vanavond zullen er talloze flessen sneuvelen en het hele thuisfront zal op hem toasten. Er zal wat gezongen worden, een traan wordt weggepinkt.

Jan zelf viert zijn verjaardag in den vreemde…

Hij leve hoog: hurrah, hurrah, hurrah

© ellen-paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 55…

Osserain/ Szeder Laszló

Foto: Szeder Laszló.

22-05-2014. De etappe ging van Orthez naar Osserain-Rivareyte, 28 kilometer.

De pelgrims hebben het departement Landes verlaten en wandelen nu door het departement Pyrenées Atlantiques. Je zou ook een veel oudere benaming voor het gebied kunnen gebruiken: Pays Basque, Baskenland.

Het Baskenland beperkt zich niet alleen tot Spanje, ook dit deel van Frankrijk hoort erbij. Tien procent van de totale Baskische bevolking woont in dit stukje Frankrijk, een goede 275.000 zielen. Een vreemd volkje is het; ze zijn niet Spaans, ze zijn niet Frans, het zijn Basken. Men spreek er zijn eigen taal, in Spaans Baskenland meer dan in Frankrijk, maar toch… Die taal heeft niks van doen met andere West-Europese talen, ze staat op zichzelf en is in de verte familie van oeroude Kaukasische talen.

 Euskal Herria heet het Baskenland in het Baskisch. Waar het volk oorspronkelijk vandaan kwam is niet helemaal duidelijk. Het meest gangbaar is de theorie dat ze vanuit zuidoost Europa het westen koloniseerden, nog voor de Kelten dat deden.

In Spanje genieten de Basken een hoge mate van autonomie, in Frankrijk is dat minder aan de orde. Een echte Baskische staat in strikte zin heeft nooit bestaan. Maar tot in de middeleeuwen wisten de Basken een redelijke mate van autonomie te handhaven. Ook in de perioden daarna, hoewel politiek vallend onder Spaanse koningshuizen, behielden de Basken hun eigen bestuur, wetten en cultuur. Vanaf het eind van de 19e eeuw heerste er repressie. De taal mocht niet meer gesproken worden, de cultuur werd verboden en bestuurlijk had men niets meer te vertellen. Dat duurde tot de jaren zeventig van de vorige eeuw, tot de dood van dictator Franco. Ten gevolge van de repressie zijn veel Basken gevlucht naar, met name, Argentinië. Onze koningin is deels Baskisch
water

Daar dus wandelden de pelgrims naartoe op deze dag, naar Baskenland, om 07.30 uur waren ze vertrokken. Het weer was mooi, een doorbrekende zon en dan blauwe luchten. Een prachtige tocht was het, met veel stijgen en dalen. Bossen wisselden af met open landschap en de vergezichten die zich dan aandienden waren adembenemend. En altijd in de verte dat massief van de Pyreneeën. Ans beklaagde zich omdat ze dat gevoel niet op foto kon vastleggen. In werkelijkheid is het geweldig schrijft ze. Wel was het een eenzame tocht, de wandelaars kwamen onderweg nagenoeg niemand tegen.

Om 12.00 uur was het tijd om het oude brood te delen en even te dutten in het gras. Ergens in de ochtend waren de wandelaars twee medepelgrims voorbijgestoken. Die haalden hen nu weer in en lasten dan ook maar hun rustpauze in. Met die twee gasten, Karin uit Nederland en Patrick uit België, beleefden de wandelaars de avond hiervoor een genoeglijk tijd in het pelgrimshuis.

Met z’n vieren trok men verder en tegen 15.00 uur marcheerde men Sauveterre-de-Bearn binnen. Het enige onderdak bleek een veel te duur hotel. Bij de Tourist Information wist men echter een adres, 4 kilometer verderop. Men was zo gedienstig  om een afspraak te maken voor de vier. Dus wandelden de pelgrims nog een stuk door, naar het plaatsje Osserain-Rivereyte.(Ozeraine-Eribareita in het Baskisch.) Maar niet voordat er een glas Grimbergen werd gedronken op een terras.
water

Onderweg werd nog even de kerk van Lanneplaa aangedaan. Men wilde er de geborduurde Sint Jacobus gaan bekijken. (Nou ja,..) De kerk was gesloten.

In Osserain kwam het viertal terecht bij Monsieur Pascal, een 65 jaar oude pensionado, die pelgrims ontving in zijn huis. Monsieur Pascal bleek een aimabel mens.

Na de zelfverzorging en het corvee aan lijfgoed en rugzak werd er aan tafel rust genomen en wat gedronken. Monsieur Pascal verzorgde de maaltijd. Een groentesoep, pasta met tomatensaus, worstjes en brood. Kaas toe natuurlijk en zelfgemaakte perzikencompote. Die avond regende het straf, het kon de wandelaars niet deren. Zij zaten gezellig aan de keukentafel, in het huis van een goedlachse Bask

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 54…

café Les Pietons
21-05-2014. De etappe liep van Hagetmau naar Ortez, 27 kilometer.

Soms vallen foto’s zo uit, soms zijn ze erom gemaakt. Ik ga er gevoeglijk vanuit dat het eerste hier het geval is, hoewel,.. je weet maar nooit.

Ik vind het een bijzondere foto. Zakelijk en efficiënt, er staat op wat getoond diende te worden. Qua techniek had het beter gekund, maar het gaat me om de voorstelling.

Een grijs schild op een veld van wit-roze-blauw. De lijnen lopen van oost naar west, van noord naar zuid, maar ze lopen scheef. Dat geeft het geheel dynamiek. De vlakverdeling is asymmetrisch, maar nét goed. En ook al staan er letters op het bord en herken je de figuurtjes, het totaalbeeld van de foto wekt eerder een gevoel van abstractie op. Zoals de schilderijen van hyperrealisten als Richard Estes dat doen. Of de foto’s van Mark Power

Hadden jullie niet gedacht hè, pelgrims…

Terug naar de werkelijkheid van alledag. Ontbijten werd er met stokbrood en aardbeien, het bleek een prima manier om de dag te starten. En onder een bewolkte lucht, maar bij droog weer, vertrokken de wandelaars rond 07.30 uur om weer een nieuwe etappe bij te kunnen schrijven in het Compostellalogboek.

Het plan van Walther uit Magdenburg om in gezelschap van Ans en Jan een deel van de tocht te lopen kon geen doorgang vinden. Artritis aan zijn knie speelde fors op en hij voelde zich genoodzaakt om een paar dagen rust te nemen.

Ergens in de ochtend kwamen de wandelaars aan in een dorpje waar weer gezocht moest worden naar bewegwijzering. Ze maakten een rondje om de kerk, en juist op het moment dat er zich weer een Jacobsschelp aanbood, verscheen daar dat mannetje. Of ze de kerk wilden bezichtigen vroeg hij. Ach Monsieur, die zit op slot. Geen punt zei het mannetje, ik haal de sleutel. De pelgrims wilden eigenlijk doortrekken, maar het zou onbeleefd zijn om niet op het aanbod van de oude man in te gaan. Dus werd de kerk bezichtigd…

Toen de pelgrims even later weer en-route waren viel hen op dat alle huizen van het dorp naambordjes droegen. Alsof hier Ad Otten met zijn Vrijstaat aan het werk was geweest, heel bijzonder.

Het landschap begon alsmaar meer geaccidenteerd te worden. Het is heerlijk om af te dalen in een dal schrijft Ans, maar inherent aan dalen is dat je uiteindelijk ook weer moet klimmen. Na weer eens zo’n forse klauterpartij stond daar boven op de berg nog een oud mannetje. Het zou de tweelingbroer van de Kerksleutelaar kunnen zijn. Zou die ander naar zijn broer getelefoneerd hebben dat wij eraan kwamen vroegen de wandelaars zich af. Dat bleek niet het geval. Wel bood het mannetje hen vers water aan. En passant liet hij nog even zijn huisje zien. Gebouwd in 1825…

Het was woensdag, alle winkels waren gesloten en ook de Horecaf liet het afweten. Geen brood, geen koffie. De wandelaars voelden zich verplicht om het pelgrimspad te verlaten en in meer bewoonde streken op zoek te gaan naar leeftocht. Ergens op een industrieterrein was het gelukkig raak. De reizigers vonden een bakker die ook koffie schonk. En er kon gerust worden.

In een gesprekje met de bakker en zijn vrouw maakten de wandelaars zich bekend als bakkerskinderen; opa en drie ooms hadden immers hun leven lang het beroep uitgeoefend. Het verhaal viel in goede aarde en even later bood de bakkersvrouw aan om de reizigers per automobiel terug te brengen naar het pelgrimspad, want ze waren intussen een fors eind afgedwaald. Een genereus aanbod was het en de reizigers maakten er dan ook graag gebruik van.

Het was al wat verder in de middag en de reizigers prezen zich gelukkig met het weer. Misschien hadden ze dat beter niet kunnen doen, want na een ferme donderklap scheurde het grijzige wolkendek open en gutste de regen op hen neer. Een bui? Ja, maar dan wél eentje van twee uur, stortregen wel te verstaan. Nat tot op het bot waren ze.

Gelukkig kwam er altijd aan alles een end. Geleidelijk werd de regen minder, trokken de wolken weg, verscheen er blauw aan de kim en brak de zon door. En toen zagen de pelgrims ze voor het eerst: De Pyreneeën.

KICKENMAN!!!! schrijft Ans, de rest van de dag zal in het teken van deze ervaring staan!
café Les Pietons

Ik heb lang getwijfeld of ik deze foto wel zou gebruiken, want denderend is-ie niet. Maar omwille van de symboolwaarde zet ik hem toch maar. Les Piétons (de Voetgangers) heet het café, maar met het woord wordt natuurlijk ook gewezen naar de Beatles die het zebrapad oversteken in Abbey Road. Piétons staat ook voor twee Geertsen die de dwaze onderneming zijn aangegaan om dwars door België, dwars door Frankrijk en dan nog eens dwars door vijf Spaanse provincies te trekken, te voet! De foto toonde verder de eufore stemming waarin de wandelaars verkeerden nu ze voor het eerst de Pyreneeën zagen. Het glas Grimbergen was de welverdiende beloning.

En op de achtergrond schalden Paul, John, George en Ringo: Here Comes the Sun

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 53…

Brassempouy
20-05-2014. De etappe liep van Saint Sever naar Hagetmau, 17 kilometer.

Het kopje is nog geen vier centimeter hoog. Het is gesneden uit mammoettand en het is ruim 24.000 jaar oud. Het werd gevonden, een goede 8 kilometer van de slaapplaats van Ans en Jan in Hagetmau. Het kopje bevindt zich tegenwoordig in het Musée d’Archéologie nationale in Saint-Germain-en-Laye.

Men noemt haar La Dame à la Capouche, de Dame met de muts, maar ook wel la Dame de Brassempouy, naar het dorpje waar ze werd gevonden. Ze lag verstopt in een grot, de Grot van de Paus genaamd. De rest van haar lijfje is verloren gegaan, we zullen nooit weten of haar lichaam met eenzelfde kunstzinnige finesse was gemaakt.

Het is het oudste beeldhouwwerk dat een menselijk gezicht, een expressie weergeeft, het oudste ooit! We hebben het hier wél over de vroege steentijd…

Ik krijg altijd weer een brok in mijn keel wanneer ik haar zie, wat is ze mooi hè…

In de Grot van de Paus werden nog meer beeldjes gevonden, ook pijlpunten en andere artefacten. Maar niets van dat alles kan ook maar in de schaduw staan van deze kleine Venus.

Er is een Slowaakse web site waarop men een poging doet om archeologische vondsten van menselijke afbeeldingen tot leven te brengen, aanschouwelijk te maken. Het ziet er soms wat gelikt uit, maar men doet een serieuze poging. Je vindt er, met wat scrollen en klikken, het meisje van Brassempouy ook terug. Kijk bij Gravettian

Om en over de vindplaats is een museum gebouwd. La Maison de la Dame

Enfin,.. het was 09.30 uur en de ochtendrituelen waren gedaan, de wandelaars zetten zich en-route. Ze hadden zojuist afscheid genomen van Froukje, Guus en Gijs, die gingen hun vakantie afmaken aan de Atlantische kust.

De weg was goed te bewandelen, veel asfaltbanen en een prachtig landschap. Het regende nu en dan een beetje.

Rond het middaguur bereikten de pelgrims een onopvallend caféetje. Een soort Café de Sport, dachten de wandelaars. Foto’s van de regionale basketbalkampioenschappen hingen aan de muur, affiches van Stierengevechten tegen het plafond. Het jongste affiche stamde uit 2002… Maar ze hadden er goede koffie en het meegebrachte brood mocht binnen worden gegeten omdat het buiten zo hard regende.
café Les Pietons

De rest van de tocht leverde geen onvolkomenheden op. Hagetmau werd dan ook relatief snel bereikt en de refugio, het pelgrimshuis, was gemakkelijk te vinden. Daar kwamen de wandelaars Walther tegen, een Duitse pelgrim die ze al bij een eerdere gelegenheid hadden ontmoet.

Walther had met nog twee andere Duitse pelgrims afgesproken die avond pizza te gaan eten in het stadje en hij nodigde Ans en Jan uit. De wandelaars vonden dat een prima idee. Ze besloten de tijd vóór de maaltijd te besteden aan een verkenning van Hagetmau.

Na een kort rondje om de kerk schoten de wandelaars dan de pizzeria in, maar van de Duitse gasten geen spoor. Enige wachttijd later werd er toch maar besteld, de innerlijke klok vroeg erom. De maaltijd verliep verder naar volle tevredenheid, het was er goed rusten.

Op de terugweg naar de refugio passeerden de wandelaars een andere pizzeria. En daar zaten die pelgrims uit Duitsland. Kleine spraakverwarring, onzorgvuldige  informatieoverdracht, shit happens

Het werd evenwel toch een goede avond met die Duitsers, er was genoeg te buurten. Ze kwamen uit Magdenburg, die gasten.

Ach, en kreeg ik gisteren een foto van een primitief en dronken soort bewegwijzering, die van vandaag is het andere uiterste. Een futuristisch ding. Wedden dat er een lampje inzit…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, rustdag…

Armagnac en Guus
19-05-2014. Saint Sever, rondje om de Abijkerk

Het zou verboden moeten zijn voor pelgrims om door deze omgeving te stappen zonder een glas van het vloeibaar rode goud te degusteren. Ik heb er evenwel alle vertrouwen in dat Ans en Jan op tijd hun glaasje zullen wegsnoepen.

Zo sloot ik het Compostella-intermezzo af waarin ik vertelde over die armagnac. De wandelaars namen mijn opmerking kennelijk ter harte, en ze lieten er geen gras over groeien.

Deze dag kon er uitgeslapen worden. In alle rust ontbeet men gevijven en ergens in de ochtend werd er koffie gedronken. Er hoefde verder niks. Nou ja, de rugzakken werden gereorganiseerd en de was moest opgevouwen, maar dat was corvee van alledag.

Na het schoonheidsslaapje van Guus kuierde het gezelschap vroeg in de middag naar het stadje Saint Sever. Gijs had nieuwe wandelschoenen meegebracht voor Ans, ze kon ze nu en-passant uitproberen. Ze zitten heerlijk stevig aan mijn voeten schrijft Ans, die brengen me wel naar Santiago.

Het stadje beviel de reizigers wel. Mooi vonden ze het; oud, maar heel goed geconserveerd. Het museum van de Orde der Jacobijnen was gesloten, dat viel even tegen. En voorts waren er werklieden in de abdijkerk bezig met kwast en kalk. Er werd een monochrome witte laag gezet over de met fresco’s beschilderde muren. Eeuwig zonde oordeelden de pelgrims. (Vreemd hoor, dat onderkalken, die kerk is werelderfgoed van de UNESCO!)

Het belangrijkste cultuurgoed van Saint Sever is echter so-wie-so niet te bekijken in het stadje: de Saint Sever Beatus, ook wel de Apocalyps van Saint Sever genaamd. Een prachtig middeleeuws handschrift dat in woord en beeld getuigt van de ondergang van de wereld. Picasso liet er zich door inspireren, zo ook Matisse.

En ach, de rustdag was er sneller dan ik dacht. Had ik het geweten, ik had de wandelaars naar dat wonderschone museum gestuurd, een paar kilometer verderop. Het Musée Départemental de la Faïance et des Arts de la Table.
Armagnac en Guus

Het gezelschap streek al snel neer op een terras en Jan raakte aan de praat met een autochtoon. Het ging, hoe kan het anders, over armagnac. Ik beloof je daar op een later tijdstip op terug te komen , Jan heeft er een en ander over geschreven.

Enfin,.. Armagnac werd er gedronken. Een authentieke, dat dan weer wél! Zes jaar oud, gestookt en opgelegd op de boerderij. Domaine de Laubesse in het plaatsje Hontanx, een dorpje zo groot als een postzegel. Herkomst, alcoholpercentage en datum van botteling waren met pen op het etiket geschreven.

Het heeft hen kennelijk gesmaakt, ze raakten er niet over uitgepraat. Hai viet wel an schrijft Jan, en dat was te merken ook. Vanaf het terras zonden de reizigers me een nieuwe foto van de Compostellabewegwijzering… Nou ja…
Armagnac en Guus

Kijk, als ze zo begonnen kon ik me voorstellen dat ze voortdurend de weg kwijt raakten. Dat had niks te maken met slechte bewegwijzering en niks met kabouters. Het bleek gewoon ordinair drankmisbruik te zijn. (Die gestileerde schelp dient geel te zijn Ans, dit is oranje!)

Maar goed, het leven ging door en er wachtte alsnog een klus voor de wandelaars. Er moest worden geboodschapt voor de avondmaaltijd. Ans en Jan kookten.

Het was weer kei gezellig schrijft Ans, en wij (en vooral dan ik) hebben volop genoten van het bezoek van Froukje, Guus en Gijs. Kan er weer een tijdje tegen…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 52…

Statue_d'Artagnan_Paris.
18-05-2014. De etappe liep van Mont Morsan naar Saint Severs, 21 kilometer.

Van alle helden uit mijn prille jeugd was dit de belangrijkste, ik vertel het je sterker: ik wás d’Artangnan. De jongste van de Drie Musketiers (de vierde dus..).

Mijn vader vertelde me het verhaal van de Franse soldaat. Hij schilderde de vierde musketier af als een boerenzoon, die furore maakte in het prestigieuze regiment van de Musketiers in Parijs. Hij kwam, zag en overwon. Hij deelde hier en daar een zwaardhouw uit, glorieerde in menig duel op de degen en plaatste zich zo in het middelpunt van de Koningsgetrouwen. Hij bevocht er zijn plaats in het elitekorps van het door edellieden gedomineerde regiment.

Mijn vader was een groot verhalenverteller. Het merendeel van zijn verhalen gingen over onze contreien; Gemert, de Peel. Mijn vriendjes en ik hingen aan zijn lippen. Vertelde hij meer exotische verhalen dan betrof dat doorgaans de ingedikte inhoud uit de wereldliteratuur die hij in het tijdschrift van Readers Digest had gelezen. Readers Digest had het voorwerk voor hem gedaan en de wereldliteratuur teruggebracht tot in hun ogen menselijke proporties. Een omvangrijk werk als De Graaf van Monte Christo, in de nieuwe Nederlandse vertaling een goede zevenhonderd bladzijden tellend, brachten ze schaamteloos terug naar 30 pagina’s, hapklare brokken zogezegd. (Je wilt niet weten wat mijn vader maakte van Ivanhoe van Sir Walther Scott…)

Zoals elk groot verteller bekommerde mijn vader zich niet om de literaire juistheid, net zomin als de redacteuren van voornoemd periodiek dat deden. Van goede smaak hadden zij geen last. Het verhaal behoefde ook niet te kloppen, mits het maar goed verteld werd.

Een mooi verhaal hoor, van die boerenzoon, maar niets is minder waar. Ook Alexandre Dumas, die de fantastische schelmenroman De Drie musketiers schreef maakte zich schuldig aan verdichting en romantisering. Het is hem, als groot literator, te vergeven…

Charles de Batz de Castlemore, Compte d’Artagnan was een telg uit een adelijk geslacht in de contreien waar de wandelaars lopen. Hij was Graaf van Artagnan. Hij had omwille van zijn adelijke titel gewoonweg recht op zijn plaats in het eliteregiment van Musketiers.  D’Artagnan maakte snel carrière en schopte het tot 1e Musketier, kolonel zou je heden ten dagen zeggen. In die hoedanigheid nam hij deel aan de campagne tegen de Nederlanden. Het pakte slecht voor hem uit, hij sneuvelde bij het beleg van Maastricht in 1673. Hij ligt er waarschijnlijk ook ergens begraven.

D’Artagnan is geboren in het gebied waar de pelgrims doortrekken, maar dat had je waarschijnlijk al wel begrepen…

Enfin,.. gestart werd er die dag pas om 08.00 uur. De wandelaars liepen op met Jean-Pierre, die voor een deel dezelfde route volgde. Het ging maar langzaam, Ans en Jan hadden tijd genoeg. Deze dag hoefden ze slechts 20 kilometers te overbruggen en er was dus alle gelegenheid om de omgeving goed in zich op te nemen..

Men onderzocht oude huisjes, stond stil bij een kippenren, bestudeerde een kudde koeien en snuffelde aan bloemetjes, kortom men zwierf ontspannen en op het gemak door het landschap.

Na 10 kilometer was er de gelegenheid om een kop koffie te drinken en de benen te strekken onder een terrastafel. Jean-Pierre evenwel begon zich wat zorgen te maken. Waren Ans en Jan al op de helft van hun dagtocht, hij had nog een goede 23 kilometer te gaan. Aangezien er was afgesproken om samen te lopen toonden Ans en Jan zich solidair en stapten de rest van de tocht wat steviger door.

Het kon dan ook zomaar zijn dat de pelgrims zich om klokslag 13.00 uur meldden bij de camping waar Froukje, Gijs en Guus een slaapplaats hadden geregeld. Ditmaal was het onderkomen een oude caravan met een grote voortent, plaats genoeg voor vijf logees.

Er werd een wasje gedaan, er werd wat geschreven, er werd gedronken, er werd gebuurt en Froukje verzorgde een heerlijke maaltijd. Verder deed men niets!

Behalve dan natuurlijk het notoire geknuffel met die kleine dondersteen…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>