Chinese wijn…

Gevonden op het VPRO-Noorderlog, dd 07-12-’04.

 Het schrift, de boekdrukkunst, de pasta, het porselein, de straatverlichting zijn slechts een paar voorbeelden van zaken waarin de Chinezen ons zijn voorgegaan. En nu ook de wijnbouw. Het bericht is alweer ‘n jaar oud, maar memorabel genoeg om een artikeltje aan te wijden. Enige jaren terug kwamen er bij een opgraving in Noord China een aantal aardewerken vaten tevoorschijn. De drab in die vaten is op de universiteit van Pennsylvania geanaliseerd. Daarbij is onomstotelijk vast komen staan dat de inhoud het restant is van zeer vroege wijnproductie. We hebben het over 7000 jaar voor Christus, dus een goede 9000 jaar geleden. (In Nederland was de landbouw nog niet eens op gang gekomen.) De analyse toont resten aan van meibes, druiven, honing en rijst. Vaten van recenter datum bevatten verder nog hars (conservering?), bloemen en kruiden. De afbeelding toont een van die wijnvaten uit de Chinese bronstijd. De Chinezen stoten met deze vondsten de bewoners van het oude Mesopotamië van de eerste plaats. De oudste bier-en wijnproductie die daar is aangetoond dateert van 5400 jaar voor Christus.

© paul

 

Bozjuletje, Primeurtje, Flauwekulletje…

Vanaf vandaag, derde donderdag van november, wordt de Beaujolais Primeur aangeboden. Enkele uren geleden (vanaf klokslag twaalf uur schrijft de conventie voor!) vertrokken de eerste vrachtwagens uit het wijngebied. Vannacht zijn er in Nederland “gezellige” proeverijen door het hele land. Kortom, je voelt weer op je klompen aan, ik word belazerd. En als dit nu het enige was. Er is meer…

Beaujolais Primeur wordt op een speciale manier gemaakt, in afgesloten kuipen, van ongeperste druiven. Dat betekent dat er een ander soort gisting op gang komt dan bij de gewone Beaujolais. Deze methode levert als het goed is een frisse, soepele, extreem jonge wijn op. Meestal is het niét goed!!! Toegegeven, ik heb ooit lekkere Primeur gedronken. Dat was bij een wijnliefhebber die niet op een Euro of achttien de fles hoefde te kijken. Lekker was zijn wijn, maar de prijs-kwaliteitsverhouding sloeg nergens op. De Primeurtraditie is in de vorige eeuw ontstaan, op ongeveer dezelfde manier als in welke wijnstreek dan ook. De eerste jonge, rauwe wijn is er en dat moet gevierd worden. Aan die wijn lees je af wat voor beloften er in je kelders liggen te rijpen. Je zorgt ervoor dat je het best mogelijke presenteert. Iedereen weet dat het niet om topkwaliteit gaat, en niemand verwacht dat. Op een of andere manier kregen anderen echter lucht van het feestje en wilden ook. De wijnboeren vonden het best en begonnen te produceren voor de toenemende markt en zo ontwikkelde het feestje zich tot een zelfstandig fenomeen. De productie is intussen opgeschroefd tot 70 miljoen flessen per jaar en ook andere wijngebieden beginnen te komen met Primeurwijnen, er is kennelijk een markt voor. Het goede uit de vroege productie blijft in de streek of wordt voor veel te veel geld aangeboden elders. De rest is nauwelijks de moeite van het proeven waard. Geloof me, lezer, het loont niet de moeite het kaf van het koren te scheiden, te veel kaf… Op het Ministerie wordt de laatste maanden als “drank-voor-alle-dag” een Portugese landwijn geschonken. Kost niks, heeft weinig pretenties. Wel kan deze wijn zich meten met de meeste Primeurs. Dat zegt toch iets, nietwaar? Advies van het Ministerie: besteed je goede geld aan een mooie Beaujolais Cru (het hoeft heus niet de duurste te zijn). Dan heb je iets om te proeven, te genieten en om later aan terug te denken, wijn maken kunnen ze namelijk wél in de Beaujolais. En laat de Primeur aan de snob. Die drinkt niet omwille van het genot, maar omwille van de mode. Ps: Een Beaujolais Nouveau is iets anders. Onder druk van de Angelsaksische markt wordt echter tegenwoordig alles op één hoop gegooit, ook het aangeboden product.

© paul

 

Pinot noir en Alzheimer…

 

Gevonden op het VPRO-Noorderlog, dd 08-11-05. Het is geen verzinsel van de slijter om de hoek, en ook niet van gewiekste Franse wijnboeren. Nee, gedegen wetenschappelijk onderzoek toont aan dat (met name) rode wijn niet alleen gezond is voor hart en bloedvaten, maar ook werkzaam kan zijn in de strijd tegen Alzheimer. Het draait allemaal om het stofje Reservatol, dat in rode wijn voorkomt, en dan nog het meest in de Pinot noir. Reservatol remt de vorming van plaques, eiwitophopingen in de hersenen die dementie kunnen veroorzaken. Naar het zich laat aanzien is de benodigde doses wijn extreem hoog. Met andere woorden: samen met de plaques spoel je ook een hoop hersencellen weg. Maar hopen dus dat er snel een iets minder riskante methode gevonden wordt om de werkzame stof toe te dienen. In de tussentijd zou ik toch maar niet te zuinig zijn met het edele vocht. Sientific American geeft een artikel. Voor de wetenschappelijke beschrijving moet je zijn bij; Journal of Biological Chemistry (nov. ’05).

© paul

Hir Sitz Ich Dicker Wants…

In het museum Musee Unterlinden bevindt zich nog een restant van de wijncultuur die oorspronkelijk bloeide in dat gebouw. Unterlinden was van oorsprong een klooster, en de monniken bezaten uitgestrekte wijngaarden even buiten de stad. Een klein deel van de wijnkelders is nog in takt. Daar liggen nog een paar gigantische wijnvaten te pronken. Eén daarvan is afkomstig van een wijnboer uit de omgeving. We kochten een prentbriefkaart met de afbeelding van het vat, en thuis heb ik met behulp van een loupe het gedicht ontcijferd dat de trotse bezitter (ene Peter ???) er vandaag precies 224 jaar geleden in beitelde. (Krom Duits voor rekening beitelaar.)

Hir Sitz Ich Dicker Wants,

Mit Meinem Rebensaft,

Der Gibt Gesunten Mut,

Den Krancken Sterck Und Kraft,

Wer Desen Sich Bedint,

Mit Mase Nur Zur Zeit,

Den Macht Der Herr Vergnugt,

Er Fult Sein Herz Mit Freud,

Wer Aber In Misbrauchet,

Und Saufet Tag Und Nacht,

Der Wird Dadurch Ums Geld,

Und Leib Und Seel Gebracht.

Den 9 November Peter ??? Anno 1781

DOLLE BOEL OP HET MINISTERIE…

Soms zit het mee, soms zit het tegen… Het Ministerie kreeg enige tijd geleden alweer een partij wijnen aangeboden, gratis en voor niets, vanwege schoonmaak. De gulle gevers hadden de goedbedoelde presenten, relatieschenken en anderszins overbodige flessen achter in hun keldertje geparkeerd (sommige voor respectabel lange tijd al). Het Ministerie ging uiteraard op het aanbod tot overname in, hoewel het niet zich niet al te veel voorstelde van de resterende kwaliteit. Des te groter was dan ook de verrassing over de staat van de wijnen. Vooral ook omdat een en ander zich nogal a-typisch had ontwikkeld. Een middelmatige Spaanse evalueerde door de jaren tot een bijna-topwijn, een landwijn uit de Gironde kon zich na 10 jaren meten met die van het betere Château. Die van een ander beter Château was echter niet eens meer te gebruiken om de azijnvoorraad van het Ministerie aan te vullen. Rare ontwikkelingen en geheel niet conform “de boeken”. Acht van de veertien flessen dronk het Ministerie met plezier, twee uit noodzaak en de rest vond een eerloze afgang via riool. Gisteravond vernietigde het Ministerie de laatste fles. Behalve de inhoud van de fles, verdween ook de tekst van dit log, vandaar dat er enige tijd een afbeelding zonder tekst te zien was.

© paul

België; en ook Nederlandse wijnoogst!..

herfst 019
Wij zijn vandaag naar Belgie geweest, Borgloon om precies te zijn. Laten we maar zeggen privé. Het was prachtig weer, een schitterende najaarszon, de hele dag. We hebben in Borgloon gedaan wat we moesten doen, en zijn door het mooie Vlaamse landschap weer naar huis gereden. Tussenstop Maaseik. Lekkere koffie, en volgens de kenner van het Ministerie was de “Bockenrijder” uit Opittter Prima. Dat hadden we ook wel even nodig. De thuisreis langs dorpen en pleinen van Vlaanderen was prachtig. Het meest ‘waanzinnige’ herfstlicht dat je je kunt bedenken, prachtig. Kwamen we ook nog langs Thorn, daar waren ze Nederlandse wijndruiven aan het oogsten!!!!

© ellen

 

UNTERLINDEN…

Vergat ik nog te schrijven dat de wijn die we bij de garnalen dronken afkomstig was uit Colmar. (In de Elzas, Frankrijk) Een pinot gris “cave Unterlinden”. Een wijnkoophuis met heel aardige wijnen. De naam van dit wijnhuis refereert aan de naam van het grote Museum in Colmar waar het beroemde retable d’Issenheim te bewonderen is.

De fles is helaas nu leeg, maar we bewaren mooie herinneringen aan ons bezoek aan Colmar dit jaar. We waren daar in het Musée Unterlinden. Het is altijd aangenaam om, met een glas wijn erbij, nog eens terug te denken aan de vakantie. Na afloop van het museumbezoek in Colmar dronken we een glas wijn en aten daar Flammeküche bij. Flammenküche zijn een soort pizza’s. Heel dun brooddeeg, belegd met spekjes, ui en Munsterkaas, als het goed is, in een houtoven gebakken. Een aardige gewoonte is dat je er in gezelschap één bestelt, die samen opeet, en vervolgens nog één, en nog één enz enz. (dus steeds vers en warm). Met daarbij de nodige flessen wijn. Tot slot neem je dan nog een laatste Flammekuche bekleed met appeltjes en aan tafel geflambeerd met een eau de vie uit de streek. Voor de fans: heel veel Anthonius op het retable, maar daar kon ik helaas geen plaatje van vinden.

© paul

CREMANT DE LUXEMBOURG…

Ik heb liever een glaasje Champus, zoals ze dat in “ons dorp” Septfontaines zeggen. Champus of beter gezegd Cremant de Luxembourg kan heel lekker zijn. Doet op een zomerse dag niet onder voor haar Franse deftige zus. Het is daar ook heel gewoon om één glaasje te bestellen in een café of restaurant. Er zijn goed afsluitbare doppen, en de fles komt, dezelfde dag, toch wel leeg. Maar een hele fles is wel zo gezellig. Ook niet superduur, gewoon de prijs van een goed glas wijn. Er zijn verschillende soorten, merken, druiven, waar ze van gemaakt zijn. Ik prefereer Poll Fabaire. Wormeldange Luxembourg, Pinot blanc. Paul zal wel een keer schrijven over Elbling (witte Luxemburgse, héle droge wijn). Hij heeft veel ervarning met deze soort.

© ellen

FIEDERWEISSE…

Een fan vroeg mij wanneer de rubriek dranken, drinken en nippen nu eens aan de beurt komt. Weinig tijd voor gehad de laatste dagen, en ook weinig inspiratie hier in dit land. Ik zocht in de schriftjes van 1999 naar iets bruikbaars en vond een verslag van een middagje Fiederweisse drinken. (in Duitsland Federweisse) begin oktober. Fiederweisse is er nú, dus wie vrij heeft moet heel snel naar Luxemburg of Duitsland. Fiederweisse is het allereerste “drankje” als de wijn gemaakt wordt. Fruitig, troebel, want nog niet helemaal uitgegist, maar al wel alcohol. De kastelein koopt dat in vaatjes van 5 lliter en die moeten snel op. Het is dus altijd feest met zo’n vaatje, en het is er maar even, dus iedereen drinkt ervan. Rare eigenschap van dat spul is dat het naar fruit smaakt, maar je er toch erg snel dronken van wordt, reden voor veel mensen om het er snel “van te nemen”. Dat geeft heftige feesten in kleine dorpjes. Geloof mij, “één glaasje is lekker”, daarna kun je beter iets anders drinken. Wél heel bijzonder, zo’n feest moet je één keer meegemaakt hebben.

© ellen