Bozjuletje, Primeurtje, Flauwekulletje…

Vanaf vandaag, derde donderdag van november, wordt de Beaujolais Primeur aangeboden. Enkele uren geleden (vanaf klokslag twaalf uur schrijft de conventie voor!) vertrokken de eerste vrachtwagens uit het wijngebied. Vannacht zijn er in Nederland “gezellige” proeverijen door het hele land. Kortom, je voelt weer op je klompen aan, ik word belazerd. En als dit nu het enige was. Er is meer…

Beaujolais Primeur wordt op een speciale manier gemaakt, in afgesloten kuipen, van ongeperste druiven. Dat betekent dat er een ander soort gisting op gang komt dan bij de gewone Beaujolais. Deze methode levert als het goed is een frisse, soepele, extreem jonge wijn op. Meestal is het niét goed!!! Toegegeven, ik heb ooit lekkere Primeur gedronken. Dat was bij een wijnliefhebber die niet op een Euro of achttien de fles hoefde te kijken. Lekker was zijn wijn, maar de prijs-kwaliteitsverhouding sloeg nergens op. De Primeurtraditie is in de vorige eeuw ontstaan, op ongeveer dezelfde manier als in welke wijnstreek dan ook. De eerste jonge, rauwe wijn is er en dat moet gevierd worden. Aan die wijn lees je af wat voor beloften er in je kelders liggen te rijpen. Je zorgt ervoor dat je het best mogelijke presenteert. Iedereen weet dat het niet om topkwaliteit gaat, en niemand verwacht dat. Op een of andere manier kregen anderen echter lucht van het feestje en wilden ook. De wijnboeren vonden het best en begonnen te produceren voor de toenemende markt en zo ontwikkelde het feestje zich tot een zelfstandig fenomeen. De productie is intussen opgeschroefd tot 70 miljoen flessen per jaar en ook andere wijngebieden beginnen te komen met Primeurwijnen, er is kennelijk een markt voor. Het goede uit de vroege productie blijft in de streek of wordt voor veel te veel geld aangeboden elders. De rest is nauwelijks de moeite van het proeven waard. Geloof me, lezer, het loont niet de moeite het kaf van het koren te scheiden, te veel kaf… Op het Ministerie wordt de laatste maanden als “drank-voor-alle-dag” een Portugese landwijn geschonken. Kost niks, heeft weinig pretenties. Wel kan deze wijn zich meten met de meeste Primeurs. Dat zegt toch iets, nietwaar? Advies van het Ministerie: besteed je goede geld aan een mooie Beaujolais Cru (het hoeft heus niet de duurste te zijn). Dan heb je iets om te proeven, te genieten en om later aan terug te denken, wijn maken kunnen ze namelijk wél in de Beaujolais. En laat de Primeur aan de snob. Die drinkt niet omwille van het genot, maar omwille van de mode. Ps: Een Beaujolais Nouveau is iets anders. Onder druk van de Angelsaksische markt wordt echter tegenwoordig alles op één hoop gegooit, ook het aangeboden product.

© paul

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *