In het museum Musee Unterlinden bevindt zich nog een restant van de wijncultuur die oorspronkelijk bloeide in dat gebouw. Unterlinden was van oorsprong een klooster, en de monniken bezaten uitgestrekte wijngaarden even buiten de stad. Een klein deel van de wijnkelders is nog in takt. Daar liggen nog een paar gigantische wijnvaten te pronken. Eén daarvan is afkomstig van een wijnboer uit de omgeving. We kochten een prentbriefkaart met de afbeelding van het vat, en thuis heb ik met behulp van een loupe het gedicht ontcijferd dat de trotse bezitter (ene Peter ???) er vandaag precies 224 jaar geleden in beitelde. (Krom Duits voor rekening beitelaar.)
Hir Sitz Ich Dicker Wants,
Mit Meinem Rebensaft,
Der Gibt Gesunten Mut,
Den Krancken Sterck Und Kraft,
Wer Desen Sich Bedint,
Mit Mase Nur Zur Zeit,
Den Macht Der Herr Vergnugt,
Er Fult Sein Herz Mit Freud,
Wer Aber In Misbrauchet,
Und Saufet Tag Und Nacht,
Der Wird Dadurch Ums Geld,
Und Leib Und Seel Gebracht.
Den 9 November Peter ??? Anno 1781