Hop…

croy 013

“To go hopping” was in tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw een
geliefde bezigheid voor arbeidersgezinnen uit de grote industriesteden van het
Verenigd Koninkrijk. In de korte vakantieweek die de bazen hun werkvolk gunden
trok men er met het gezin opuit, naar East Anglia, naar Cornwall. Voor kost en
inwoning werd gezorgd. Wel was het de bedoeling dat het gezin zich een deel van
de dag inzette bij de hopcampagne, er moest geoogst worden. Je kunt je er
vandaag de dag weinig meer bij voorstellen, maar het was voor de stadse
bleekneuzen dé manier om nog eens buiten te komen.

Het is alweer een maandje terug dat we belandden op het landgoed Croy, nabij
Aarle-Rixtel. We gingen eigenlijk voor de schapen maar kwamen uiteindelijk bij de hop uit. Die wordt daar
gekweekt ten behoeve van het Croy bier Men probeert bij het brouwproces
(dat in België plaats vindt) zoveel mogelijk gebruik te maken van plaatselijk
gekweekte gewassen. Een aantal boeren uit de direkte omgeving van Aarle-Rixtel
staan garant voor de lokale graanproductie. Een loffelijk streven lezer, hoewel
ik niet geloof dat de hopvelden voldoende opbrengst leveren om de hele
bierproductie te voorzien. Zoveel staat er nu ook weer niet.

Hop is een onmisbaar bestanddeel bij het brouwproces van de meeste bieren
(maar niet alle…).  Aan het eind van de zomer leveren de vrouwelijke planten
grote “bellen”. Ze worden geplukt en gedroogd. Die bellen bevatten klieren die
een olieachtige, bittere stof bevatten, genaamd Lupuline. Oorspronkelijk is men
ooit begonnen met hop toevoegen omwille van conserverende en antiseptische
werking van de bitterstoffen. Later kreeg de smaaksensatie van het bitter steeds
meer waardering. Bier van alleen granen wil nog wel eens laf en weeïg smaken,
met hop krik je de smaak dan fors op.

Voor Nederland geldt dat hop uit Duitsland en België komt, maar vooral toch
uit Bohemen. De Boheemse hop heeft een verfijnder aroma en wordt beschouwt als
de beste ter wereld (samen met die uit Hongarije, maar dat is in feite dezelfde
hopcultuur). Van oorsprong werd er ook in Nederland hop gekweekt. Je vindt het
woord hop op talloze plaatsen terug in toponiemen. Denk maar aan het Hopveld in
het zuid-oosten van ons dorp (Gemert). Omwille van de matige kwaliteit is de
hopcultuur verdwenen. Nieuwe rassen zouden echter geschikt zijn voor onze grond
en ons klimaat en zo wordt er dan ook weer her en der in den lande
geëxperimenteerd. Zie maar bij Croy, zie maar bij Gulpen.

In de meeste teeltgebieden is bij wet geregeld dat zodra het geslacht van de
planten duidelijk is, men ertoe over gaat de mannetjes te vernietigen. Worden de
vrouwtjes bevrucht, dan ontwikkelen ze namelijk zaden die een stof bevatten die
het schuim van het bier afbreekt. In Engeland geldt die regel niet, vandaar dat
flinterdunne laagje schuim op hun traditionele bieren.

Hop wordt overigens ook medicinaal toegepast. Het is slaapverwekkend,
rustgevend en het bestrijdt ongemakken bij de menopauze.

In België worden de ondergrondse scheuten op de hopwortel in het vroege
voorjaar geoogst. Het is een delicatesse.

Zodra de hop van Croy bellen heeft gaan we ze fotograferen. Je zult het
zien.

© paul

De bieren van Brauhaus Südstern…

25 jun. 2011

bierproeverij

De flessen lagen al sinds augustus van het vorig jaar op ons te wachten. Koel en donker opgeslagen in de kelder van Vriend Jan. Steeds weer namen we ons voor een proeverij in te richten, steeds weer waren het andere bieren die zich voordrongen. Afgelopen zaterdag was het dan toch eindelijk zover, alle vers ingekochte drank ten spijt.

En het kwam heel onverwacht. Ik opende een fles en werd volkomen verrast door de reactie van het bier. Het spoot met kracht uit de fles. En niet een beetje, nee een ware fontijn, ein springender Brunnen (met dank aan Martin Walser). Ik was meteen de helft van de inhoud van de fles kwijt. En ook van de volgende, en van de volgende…

(Ellen, die graag van een afstand naar onze proeverijen mag kijken, merkte fijntjes, en met een licht cynische ondertoon, op dat het ongeval toch ook een voordeel had. We hoefden nu maar de helft te drinken van het oorspronkelijke areaal, zodat er nog een mogelijkheid open bleef om straks een paar Engelse bieren te proeven. Dit waren literflessen. Elk nadeel heb se voordeel. Ellen houdt niet van bier…)

Enfin, wat er nu precies aan de hand was, ik kan het niet verklaren. Het mocht evenwel de pret niet drukken, we proefden z’n best van de restanten. Laat ik iets over het bier vertellen.

Tijdens hun vakantie in Duitsland bezochten Vriend Jan en Ans een microbrouwerij in Berlijn. De brouwerij ligt in de wijk Kreuzberg, een wijk die in het verleden begenadigd was met een hele hoop van dit soort brouwerijtjes. Nu is Brauhaus Südstern het enige. Het is een microbrouwerij in de ware zin van het woord. Gebrouwen wordt er in het café. Daar worden de bieren ook geschonken en eigenlijk nergens anders. Voor de klant die wat bier mee naar huis wil nemen vult men de flessen ter plekke af. Mooie ranke beugelflessen, inhoud één liter. Jan en Ans brachten aangename uren door in het café annex brouwerij.

Drie soorten behoren tot het vaste pakket van de brouwerij. Twee gerstenbieren van de lage gisting en een bovengistend tarwebier: Heller Stern, Dunkler Stern en Stern Weisse. Verder wordt er door het jaar heen nog gedaan aan bock- en meibieren, al naar gelang het seizoen.

Ik was het meest benieuwd het donkere type. En juist dat was niet goed. Het was verzuurd en er zat een vervelende bijsmaak aan die leek op het bedorven bier dat ik ooit dronk in Tsjechië. We deponeerden het goedje dan ook maar snel in de afvoerput.

Van het Heller Stern zeiden we beiden dat het een net bier was. Mild bitter, een tikje zuur. Zo’n bier dat niet gaat vervelen wanneer je het een avondlang drinkt met vrienden aan de Stammtisch.

Stern Weisse bleek de beste uit het gezelschap. Een beetje zurig, zacht en prettig naar fruit geurend én smakend. Gueuze-achtig, en dan gueuze van de betere soort. (Het is voor de liefhebber vloeken in de kerk, ik weet het. Maar dát was onze conclusie.) De 5,5 % alcohol maken ook dit bier geschikt om voor langere tijd te drinken zonder onmiddellijk kachel te raken. Mild, smakelijk, een behoorlijke afdronk, waarbij fruit en het zuurtje gehandhaafd blijven. Het bier zag er overigens ook mooi uit in het glas, ik ben daar wel gevoelig voor…

bierproeverij

Voor die Weisse zou je de brouwerij moeten bezoeken, wanneer je weer eens in Berlijn bent (Iedereen is wel eens in Berlijn!) Het is écht de moeite waard. En proef dan meteen die Donkere. En laat me weten wat je ervan vindt.

Adres en openingstijden vind je HIER.

© paul

Stoofpot van kalfswang met oude kriek en compote van blauwe bessen en appel

25 jun. 2011

 kalfswang en compote van appel en blauwe bessen

Paul schreef al uitgebreid over de bierproeverij met vriend Jan. Hij schreef ook dat ik niet zo’n bierliefhebber ben. Dat klopt het kan mij niet zo bekoren dat bubbelige goudgele drankje. Er is echter één uitzondering; Kriek. Dat vind ik af en toe wel lekker. Als ware bierliefhebber sleept Paul dus allerlei soorten kriek aan om mij te laten proeven. Bij de inkoop voor de proeverij vonden Paul en Jan een bijzondere kriek: Oude Kriek van brouwerij Oud Beersel. Honderd procent puur natuur! Op 1 liter van deze kriek gebruikt men 400 gram kersen en géén suiker. Ik proefde en was verkocht. Dit is werkelijk een Godendrank! We zochten wat achtergrondinformatie op internet over de brouwerij en vonden een recept van kalfswang gegaard in deze kriek. Het recept is van Daphnis Abbeloos, Sous-chef van restaurant So te Aalst (B) .Het leek me een goed idee voor een etentje met Bram en Maja.

Kalfswang is ‘in’. Je leest er opeens overal over. Het staat in de beste restaurants op de menukaart, maar zie het maar eens ergens te kopen. Na enig speurwerk bleek dat de Sliggro slagerij kalfswangen verkocht. Ik had ze nog nooit klaargemaakt, nog nooit gezien eigenlijk. Het bleken kleine stukjes mooi dooraderd vlees, een beetje onregelmatig van vorm, per wang een mooie één-persoonsportie.

  • voor vier personen;
  • 1 ui
  • 1 wortel
  • 1 stengel bleekselderij
  • 3 dl oude kriek
  • 2 dl sterke kalfsfond
  • bouquet garni (tijm, laurier, peterselie)
  • 2 teentjes knoflook
  • boter
  • voor de garnering 100 gram bittere chocolade

Voor de compote:

  • 4 Granny Smith appels
  • 1 dl appelsap
  • 250 gram blauwbessen
  • 1 kaneelstokje
  • 2 eetlepels honing

Snijd ui, wortel en bleekseldderij in grove stukken, stoof ze samen met de knoflook en het bouquet garni in de boter even aan. Kruid de kalfswangen met peper in zout en kleur ze in gebruinde boter. Doe dan de groenten en de kalfswangen in een stoofpot met deksel en giet de kriek en kalfsfond erover. Laat het geheel dan opkoken en verder garen in een voorverwarmde oven op 200 graden. Als de wangen gaar zijn (ongeveer 1 1/2 uur) haal je ze uit de oven en houd ze warm. Zeef de saus en laat even inkoken tot de gewenste dikte.

Voor de compote:

  • 4 Granny Smith appels, schillen, klokhuis verwijderen en in blokjes snijden
  • 1 dl appelsap
  • 250 gram blauwbessen
  • 1 kaneelstokje
  • 2 eetlepels honing.

Doe alle ingrediënten in een pan en laat ze in ongeveer 15 minuten inkoken tot moes.

Serveren; Strijk op elk bord een streep gesmolten chocolade en leg hierop een lepel compote. Daarnaast de kalfswang met wat saus. En daar drink je natuurlijk een glas van die mooie oude kriek bij.

Wij waren blij verrast! Heerlijk, zacht vlees, smelt op je tong! Prima saus. Zó lust ik wel bier!

© ellen

La Grande 10 van Brouwerij La Rulles…

 

 la rulles

Het was een druk weekend. Druk vooral voor Vriend Jan en voor mij, want er moest serieus bier worden geproefd. (Druk ook voor Ellen, want die verzorgde de hapjes, de maaltijden en het diner, en niet alleen voor Jan en mij!) We smeerden het “werk” uit over twee dagen. Dubbel werk, dubbel feest, dubbele pret… Ik ga je de komende dagen verslag doen, hoewel niet alles te beschrijven is. Niet alles fotografisch gedocumenteerd, geen goede aantekeningen (jongen doe nou eens niet zo slordig!…) maken dat een paar zaken onbesproken zullen blijven. Enfin…

Brouwerij La Rulles bestond deze maand elf jaar. Hiep Hiep, Hoera…, en lang zullen ze leven. Want waarlijk, al zijn ze nog jong, ze behoren intussen tot de Crème-de-la-crème van het Belgisch brouwersgilde. Altijd voor het beste, compromisloos wat betreft de kwaliteit. (Legendarisch is het verhaal over een brouwsel uit 2006. Niet helemaal was het naar de standaard van La Rulles, ze lieten de hele zaak dan maar verdwijnen in het afvoerputje… )

De brouwerij is in die afgelopen elf jaar wat gegroeid en zit nu op de maximale capaciteit. Hoeveel dat precies is weet ik niet, het radde Frans van de brouwers was iets te veel voor mijn ULO-buitenlands. Maar zoveel is duidelijk, meer produceren dan nu zullen ze niet doen. Uit de opbrengst van de brouwerij zijn drie modale inkomens te halen en daar houden de heren het bij. Met het begrip microbrouwerij wordt in België heel serieus omgegaan.

Ter ere van hun elf-jarig bestaan richtten de brouwers van La Rulles een festival in, wij mochten erbij zijn. En bij die speciale gelegenheid was natuurlijk ook een speciaal brouwsel te verwachten. Het werd de Grote Tien, La Grande 10. Ik was niet in de gelegenheid om het bier op het feest te proeven, want het bevat 10,5 % alcohol en ik diende die dag nog een auto te besturen. Ik hield het bij een Dubbele van het vat (één!). Wel kocht ik een paar flessen in, alsmede een bruine Dubbel en een gewone Tripel.

Zaterdag middag openden we de Grote Tien. Zoals je op de foto ziet is de kleur van een prachtig warm geel. Het bier laat bij uitschenken meteen zijn aroma’s gelden, niet opdringerig, maar wel intens. Zachte moutgeur, een tikkeltje hop en complex. Zacht ook is de smaak. Zacht, zacht, zacht! En tegelijk proeft het bier romig en vol. Smaakmakers als koreander en sinaasappelschil willen nog wel eens een scherpte geven aan een tripel, of in ieder geval hinderlijk op de voorgrond dringen. Niets van dat alles in dit bier. Een heel complexe smaak hier, maar alle smaaktonen in balans. Een klein bittertje, een klein zoetje, maar geheel in evenwicht met de mouten, de hop en de smaakmakers.

Vriend Jan riep in vervoering: “De zachtste tripel ooit!” En dat wil wat zeggen, als je bedenkt dat Jan al jaren zweert bij Westvleteren als Wereldbier nummer één.

Enfin, ik betaalde voor een 70 cl fles € 5,- Ik kan me wel voor mijn kop slaan dat ik niet meer heb ingekocht. Het is gelegenheidsbier, en binnenkort verdwijnt het weer van de markt. En dan zullen we het nooit meer proeven…

De bieren van La Rulles zijn moeilijk aan te komen. Maar ben je een echte bierliefhebber, dan moet ik je dringend aanraden om te gaan zoeken. Je maakt kans bij de échte bierwinkels, zoek ze maar op op internet. In de Gaume ligt het bier van La Rulles overigens gewoon in de supermarkt (zie de verkooppunten op de web-site van La Rulles).

© paul

Battin Fruitée…

Het is een interessante brouwerij, Battin uit Esch/Alzette, vooral voor pilsdrinkers. Ook al wordt hun gehele productie sinds een paar jaar gedaan door “grote broer” Bofferding uit Bascharage, de brouwers van Battin blijven zich een zelfstandige onderneming noemen. Een volsmakend, wat donker ogend pilsner maken ze. Erg lekker. Verder een donker Kerstbier en een luxebier dat luistert naar de naam Prestige. Je moet het beslist eens proberen.

En dan nu, 2007, het Battin Fruitée. Een bier op basis van pils en op smaak gebracht door toevoeging van fruit(sap). Van een brouwerij die zulk mooi pilsner maakt verwacht je altijd kwaliteit. Sterker nog, kwaliteit is de enige bestaansreden van een kleine brouwerij, bulk en rommel is voor de grote. Nou, in dit geval gaat die verwachting niet op.

Lezer, het is helemaal niks. Slap bier met gazeuse-smaak. De verpakking en reclame doen iets fris en dorstlessends verwachten, maar lossen die belofte niet in. Het smaakt te zoet en ronduit chemisch. Het zou me verwonderen als hier echt fruit aan te pas is gekomen. Het proeft alsof je te lang op de foute zuurbal hebt gezogen. Een kleffe smaak die nog tijden tegen je gehemelte blijft plakken. Met recht kun je spreken van een lange afdronk, maar niet van een beste…

Het zou me verwonderen als dit bier het komend jaar overleeft, daarvoor zijn er te veel en te goede alternatieven voor handen. Overal in Luxemburg kun je Belgische fruitbieren krijgen en die steken allemaal met kop en schouders uit boven dit sapje van Battin. Aan exporteren hoeven ze al helemaal niet te denken bij Battin. Ja wat denk je, die Belgen zullen gek zijn, hun goede Kriek en Framboise verruilen voor een glas limonade met alcohol!

© paul

Konijn in Liefmans Goudenband…

13 mrt. 2011

konijn in Liefmans Goudenband 001

Ik ben geen bierdrinker, gewoon pils is aan mij niet besteed. Maar er zijn een paar bijzondere bieren die ik af en toe wel heel lekker vind. Eén ervan is Liefmans Goudenband, een mooi Belgisch bruin bier. Lichte zuren en een rijping op de fles maken deze Goudenband tot een klassieke Ale. Goudenband wordt gebrouwen in Dentergem en in Oudenaarde verder gefermenteerd en gerijpt. Een heerlijk bier voor zonnige dagen.

liefmans goudenband

Ik mag er ook graag een konijntje in stoven. Op de een of andere manier is de combinatie konijn en bier zowiezo een hele gelukkige; konijn in Rodenbach, Trapist, Kriekenbier, allemaal even lekker. Voor vandaag kocht ik twee mooie achterbouten van een Nederlands konijn en maakte het vlees ditmaal klaar in Liefmans Goudenband. Het bier geeft een prachtige bitter-frisse smaak aan het vlees en de saus.

  • Voor twee personen
  • 2 konijn achterbouten
  • boter
  • mosterd
  • bloem
  • 2 sjalotjes in dunne ringen gesneden
  • 1/2 flesje Liefmans
  • een flinke pluk tijm en een blaadje laurier
  • peper en zout
  • een scheutje room
  • eventueel wat bouillon

Smeer de bouten in met mosterd en bestuif ze met wat bloem. Verwarm de boter en bak daarin het vlees aan alle kanten mooi bruin. Voeg de sjalotjes toe en laat ze even meebakken. Blus dan af met het bier, voeg tijm en laurier toe en laat het geheel een uurtje zachtjes stoven. Voeg eventueel wat bouillon toe als er te weinig vloeistof in de pan is. Roer tegen het einde van de stooftijd een scheutje room door de saus.

Wij aten er vandaag witlof en wat aardappelpuree bij en natuurlijk dronken we een mooi glas Liefmans Goudenband!

Kopje espresso toe!

@ ellen.

Störtebeker Roggen-Weizen…

2 mrt. 2011

duits zwart bier

Ooit bier gedronken van roggenmout? Ikke wel, maar het is verduiveld lang geleden. Ik herinner me het (obscure) biermerk niet eens meer…

Piet bracht me laatst een “six-pack” van het merk Störtebeker, een product van de .Stralsunder Brauerei En om het meteen maar te duiden: Stralsund ligt aan de Duitse noord-oostkust, in het Bundesland Mecklenburg-Vorpommern. Stralsund was in beter tijden een van de belangrijkste Hanzesteden.

Die Stralsunder Brauerei is na de hereniging van de twee Duitslanden in handen gekomen van een groep enthousiaste brouwers uit het westen. En dat werd tijd ook, want de kwaliteit van het eens zo beroemde Stralsunder Blond was onder de Volksgenossenschaft hard achteruit gesukkeld. Enfin, de brouwerij werd voorzien van nieuwe apparatuur en moderne brouwmethoden, en de kwaliteit werd opgekrikt. Met een dikke nadruk op kwaliteit. En ook werd er naast de Stralsunder Biere een nieuwe lijn opgezet van ambachtelijk gebrouwen eigenaardigheden. En die lijn kreeg de naam Störtebeker.

Al eerder had ik het genoegen een paar flessen Zwartbier te mogen proeven van Störtebeker, uit de collectie van Piet. En ook een blonde variant kreeg ik afgelopen zomer voorgezet. Vriend Jan had die als vakantiebuit naar ons dorpje gesleept. Met name die zwarte had indruk gemaakt.

En nu dan dat Roggen-Weizen. Afgelopen vrijdag proefde ik het bier met Vriend Jan. En indrukwekkend was het. Ik ben van huis uit geen Weizendrinker, maar voor een donkere of zwarte variant wil ik nog wel eens een uitzondering maken. Het Roggen-Weizen is niet zo heel erg donker van kleur, het oogt eerder robijnrood. Maar wat een prachtig bier. Geuren doet het heel subtiel. Je zou een lijstje aan kunnen leggen van alle fijne en bijzondere tonen die er zoal langs komen. Kruidnagel, caramel, chocolade, gedroogde vruchten. Maar het meest is me bij gebleven de geur van brood. Juist…, vers roggenbrood!

En dat wat je ruikt proef je ook terug. Die (bittere) chocolade, die gedroogde vruchten, maar óók dat brood. De ondertoon is mooi bitter, en de afdronk middellang. Zo lust ik ‘m wel, die (roggen)weizen.

Störtebeker behaalde in het afgelopen jaar twee prestgieuze prijzen binnen. Ze wonnen de grootste Europese biercompetitie: The European Bierstar 2010, en verder The World Beer Cup 2010 voor het Störtebeker Kellerbier. En da’s nie niks, dat verzeker ik je…

Alle Störtebeker bieren dragen het predikaat BIO. De grondstoffen komen allemaal uit de regio.

Het Roggen-Weizen bevat een goede vijf procent alcohol. De Jongste Bediende vond het overigens flauw spul, dat bier. Maar ja, hij is dan ook een notoire borreltjesdrinker.

© paul

Het Zwartbier van Brouwerij Bernard…

22 jan. 2011

bier uit Tjechië

Het Boheemse stadje Humpolec ligt een stukje ten zuid-oosten van Praag. Sinds de zestiende eeuw is er een brouwerij gevestigd. Door mij onbekende omstandigheden ging de zaak aan het eind van de vorige eeuw op de fles, ze werd per opbod verkocht aan de meestbiedende. De gelukkige kopers waren drie vennoten, waarvan Stanislav Bernard kennelijk de belangrijkste was. Althans naar hem werden bier en brouwerij genoemd. Wat ze er vooral maken is het beroemde Tsjechische pilsner, gebrouwen uit Moravische gerst en Boheemse hop. En ze doen het goed, want intussen is het bier bekend en geliefd bij heel het kritische bierdrinkerspubkliek in Tsjechië. En denk erom, Tsjechen zijn veeleisend waar het over hun nationale drank gaat!

Allemaal bieren van de lage gisting maken ze. Niet alleen pilsners, maar ook amber- en zwartbier. En een serie alcoholvrije fruitbieren.

Terwijl op ons Ministerie kerst werd gevierd verbleven Jan en Ans in Tsjechië. En toen ze Oudjaarsdag terug kwamen van die reis brachten ze naar goede gewoonte eet- en drinkwaar mee. Om ons te plezieren. Vriend Jan had bier gekocht van die brouwerij Bernard. Hij had er de dagen daarvoor al duchtig van gesnoept en was onder de indruk van de kwaliteit. Exportpilsner en Zwartbier (Dark Lager). Op Nieuwjaarsdag dronken we het Zwartbier. Het leek ons een gepaste dag voor een kleine proeverij.

Het bier oogt prachtig in het glas. De kleur is niet pikzwart, eerder diep rood-bruin, de vettige schuimkraag crème. De geur van een licht chocolade- en koffiearoma, geroosterde malt en rozijntjes snuif je op. De smaak wordt bepaald door de fijne hop, een weelderig bitter.Verder proef je cacao en vette geroosterde malt. De afdronk is redelijk lang, met tonen van zwarte chocolade en het bitter van de fijne hop. En ondanks de vettige volheid en het bombardement van smaken blijft het een heerlijk fris bier. Het alcoholpercentage is ruim vijf procent. Ik was meer dan onder de indruk…

Het Zwartbier zit in beugelflessen van 50 centiliter en heeft normaal gesproken een traditioneel letteretiket. Hoe die koppen van Sinterklaas en Zwarte Piet op de flessen zijn gekomen is me een raadsel. (In de Sinterklaasfles zat overigens een Pilsnerbier.) Je vindt deze etiketten niet terug op de aantrekkelijke en goed verzorgde web-site van de brouwerij. Het afgebeelde gezicht gebruiken ze echter vaker, steeds grafisch aangepast aan de inhoud van de fles. Ook gebruiken ze het gezicht in reclamecampagnes. Misschien is het de facie van Stanislav Bernard?

Het Pilsner dronken we ook, ik herinner me dat het me smaakte. Ik heb er echter geen proefnotities van gemaakt. Ik was teveel onder de indruk van het Zwartbier. (En later op de dag iets te beschonken…)

© paul

Bedankt en merci…

Om hersenverweking te voorkomen dient men zich er terdege van bewust te zijn dat er een UITknop op het televisietoestel zit. Voorts dient men zichzelf voortdurend te oefenen in het gebruik van die knop. Zo niet, dan blijft er geen tijd over om een boek te lezen, vergeet men de goede vrienden, komt er niets meer terecht van het bereiden van een mooie maaltijd en mist men de genoegens van uitgebreid natafelen. En uiteindelijk verandert de inhoud van de hersenpan in grijze drab…

Het klinkt pathetisch, misschien elitair (linkse hobby?) en niet helemaal van deze wereld, maar ik probeer me aan het adagium van de UITknop te houden. En dat lukt me heel behoorlijk. Natuurlijk realiseer ik me dat ik op deze manier verstoken blijf van zaken die ik eigenlijk wél wil zien, wél wil horen. Maar ik kan het niet opbrengen om voor de buis te gaan zitten wachten tot er iets voorbij komt dat van mijn gading is en in de tussenliggende tijd alle trivia van de wereld te moeten konsumeren.Het Ministerie heeft de televisie uit de woonkamer verbannen, al ruim dertig jaar geleden, dat helpt. De maatregel beschermt tegen landerig misbruik van tijd en werkt aan het behoud van relaties.

Om toch niet helemaal verstoken te blijven van het miniscule beetje waardevols dat zo nu en dan via de kabel naar onze woonst wordt gezonden maken we gebruik van een opnameapparaat. Het vergt wat leeswerk (in de VPROgids) en zorgvuldig kiezen, maar voorts is de kans niet denkbeeldig dat je nu en dan een juweeltje kunt conserveren om op gepaste tijd af te spelen. Vanavond was er tijd om zo’n juweeltje terug te kijken. De documentaire Bedankt & merci van het Vlaamse duo Kat Steppe & Nahid Shaikh, onlangs uitgezonden door het tweede Vlaamse publieksnet Canvas.

Bedankt & merci vertelt het verhaal over vijf Belgische volkscafés, dorpscafés, in de Vlaamse Westhoek. Het verhaal van de uitbaters, de jongste 75 jaar, de oudste 86. De film vertelt ook het verhaal van de klanten die vastgelijmd zitten aan de toog en de tap, het verhaal van een uitstervende sociale gemeenschap waar niemand zonder de ander kan leven. In indukwekkende en vaak verstilde beelden word je deelachtig gemaakt van vriendschap, van verlangen in de tijd, van eenzaamheid, van humor en bespiegeling. En soms van melancholische troosteloosheid. Een recencent van Cinenews.nl beschreef het als volgt: De tijd, en wat die aanricht in de lijven en hoofden van de personages, dat is het thema van deze film.

Ik ken ze, die cafés. Of liever, ik kende ze. Want ook hier, net over de grens in de Kempen, had je ze. En ook hier verdwenen ze in rap tempo. Gesloten wegens overbodigheid, soms vervangen door een modern etablissement. Verdwijnend cultureel erfgoed…

Het affiche van de film heb ik wat lompgroot geplaatst, ik vind het zo mooi. De foto toont één van de uitbaters, bezig met de dagelijkse routine: het doodslaan van de talrijke vliegen.

Bedankt & merci is waarlijk een juweel, gemaakt in 2009 en uitgebracht in 2010. Over de makers weet ik weinig te vertellen, ik vond geen informatie. (Behalve dat ze twitteren, maar dat doe ik dan weer niet…) Het afgelopen jaar draaide de film in de Belgische theaters en op festivals. En eindejaar verscheen hij dus op de Vlaamse televisie. Binnenkort komt de DVD uit.

Het is te hopen dat een verlichte ziel in Hilversum deze film voor uitzending aankoopt. Hij of zij zal er een hoop mensen plezier mee doen, en in ieder geval mijn vertrouwen in de Nederlandse treurbuis weer een beetje opkrikken.

© paul

La Chouffe Bok 6666… (flikken die Belgen het weer!)

la chouffe bok 666

Het bokbierseizoen loopt op z’n end, het wordt alweer tijd voor de kerstbieren. We hadden er dit jaar nog niet over geschreven, over dat bokbier. Wél hadden we geproefd. Ellen nipte slokjes (om mijn waardeoordeel te controleren), ik dronk grote gulle kelken. Ik las het oordeel van erkende en beproefde drinkers. Alle lijsten weken opmerkelijk van elkaar af. Sommige bieren die ik de afgelopen jaren als afschuwelijk ervoer scoorden opmerkelijk hoog. Andere, die ik de hemel in had geprezen, kwamen op de lijstjes niet voor. De eerlijkheid gebied evenwel om op te merken dat de vakjury van PINT niet scoorde op “lekker”, maar vooral keek of de bieren voldeden aan typebeschrijving en of er geen technische afwijkingen waren.

Het zal allemaal wel, ik scoorde thuis gewoon op lekker en op mijn eigen voorkeur. Ook husselde ik de onderverdeling in Bock, Superbock en Speciaalbock lustig “durch einander”, smeet het allemaal op één hoop.

Over Bavaria was ik weer tevreden, het bock van Hertog Jan smaakte me prima. Gulpener was heel behoorlijk en La Trappe kon er mee door. Een aantal van mijn favorieten (Jopen, Grun, Texels) kon ik gewoonweg niet aankomen, dus heb ik er weinig over te vertellen. Maar de grote verrassing van dit jaar was voor mij het bockbier van La Chouffe. Wat een prachtig bier!

Een Belgisch bockbier, gebrouwen voor de Nederlandse markt. Het heet La Chouffe Bok 6666, en het bestaat intussen alweer een paar jaar. Koperkleurig, dus een slag lichter van tint dan onze bockbieren. Fris, fruitig, bitter en vol. Geweldig! Het bier komt in flessen van 70 cl en op fust. Voor een fles betaalde ik € 4,50.

Alle voornemens ten spijt moest ik weer in superlatieven vervallen Ik deed dat ook al bij die andere Belg: Leute Bok. (Belgen doen kennelijk niet aan CK.)

En voordat je me nu gaat terugschrijven dat het bier niet voldoet aan de typebeschrijving, en dat het technisch afwijkt van wat de Nederlander onder bockbier verstaat: het zal me worst wezen! Ik ruil voorlopig elk potje Bockbier voor een bokaal Bokbier. (Vriend Jan dacht er nét zo over…)

© paul