Mosselen op Bretonse wijze…

mosselen á la Normandie

Soms, als door een dwangmatige speling van het lot, stapelen de toevalligheden zich op tot het geen toevalligheden meer zijn. Je zult het fenomeen beslist kennen, ik beleefde het onlangs weer.

In mijn geval begon het met een recept in de kookrubriek van Janny van der Heijden in het Eindhovens Dagblad, vorige week. Ze schreef over mosselen, bereid in Bretonse cider. Binnen het tijdsbestek van een goede dag kwam ik de combinatie mosselen en cider nóg drie maal tegen. En ik ben er stellig van overtuigd dat de diverse bronnen niets met elkaar van doen hebben of hadden. Enfin, zoveel toeval noopt tot stellingname, en ik had nog twee flessen cider liggen dus…

In het schap bij mijn buurtsuper, de AH-om-de-hoek, lagen geen mosseltjes op de vertrouwde plaats. Ik vroeg aan het meisje-van-vis-en-vlees hoe dat kwam. Ze vertelde me dat het seizoen voorbij was. Het seizoen voorbij? Januari-februari is juist hartstikke seizoen! Ze verwees me dan maar naar de verantwoordelijke inkoper. Die, op zijn beurt, wist te vertellen dat AH op de “nieuwe oogst” zit te wachten. Nieuwe oogst? Midden in het seizoen? Gekker moet het, geloof ik, niet worden… Ik ben mijn mosseltjes dan maar (probleemloos) in en andere super gaan kopen (een goed gesorteerde visboer is ons dorp niet rijk). Voor twee personen:

  • 2 kilo mosselen,
  • 1 ui,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 sjalot,
  • 1 venkelknol,
  • 1 flinke hand ves gehakte peterselie,
  • 1 flink glas cidre-brut,
  • 1 ferme klont (Bretonse) boter,
  • 1 flinke gulp (Bretonse) room,
  • peper en zout.

Spoel de mosselen in koud water, verwijder de eventuele baarden van de schelpen en controleer op kapotte exemplaren en zandmosselen. (Ook deze keer had ik er eentje te pakken..)

Smelt de klont boter in de mosselpan en fruit daarin de fijngesnipperde ui, knoflook en sjalot op niet te hoog vuur. Wanneer het geheel glazig is geworden mag de in fijne stukjes gesneden venkelknol erbij. Peper uit de molen erover, zuinig met zout. Even de vlam hoog en dan het geheel minstens 10 minuten zachtjes laten stoven op matig vuur. Wanneer de venkel zacht is kunnen de mosselen, de cider en een deel van de peterselie toegevoegd worden. Gaar de mosselen vervolgens op hoog vuur. Dat duurt slechts een minuut of vier, vijf. Schud of schep de mosselen tussendoor een á twee keer om, zodat alle schelpen de kans krijgen om zich te openen. Giet de mosselen af als alle schelpen open zijn.. Vang het vocht op door een zeef. Zet de mosselen warm weg. Neem een deel van het mosselvocht en kook het snel in, bewaar de rest van het vocht voor later. Voeg de room toe en laat nog even doorkoken. Voeg de rest van de peterselie erbij. Schep de saus wanneer die dik genoeg is over de mosselen en dien op. Erbij knapperig brood.

    • Opmerkingen:
    • De cider die je gebruikt hoeft niet persé uit Bretagne te komen. Wel dient hij droog te zijn (brut)… Bedoeld wordt de cider zoals die in West-Frankrijk en in het Verenigd Koninkrijk als begeleider van de maaltijd wordt gedronken, droog en rins.
    • Het inkoken en saus maken moet snel gebeuren, anders zijn je mossels koud, en dat is eeuwig zonde. Mijn saus dikte niet snel genoeg in, dus ik gebruikte wat Johannesbroodmeel voor binding.
    • De toevoeging van die venkelknol is een waar aha-erlebnis. Knol en mossel gaan wonderbaarlijk goed samen, ze versterken elkaars smaakeigenschappen. Beslist uitproberen!

DSC_0009

  • Aardig en wel, die saus over de mosselschelpen, maar uiteindelijk eet je het gerecht het best zoals de foto aan de kop van het artikel toont: peuter een aantal mosseltjes uit de schelp, doop ze in de saus of schep saus, venkel en mossel op een lepel en schuif die smaakbom in je mond.
  • Gebruik niet teveel vocht voor de saus. Bewaar de rest om een dag later prima mosselsoep te maken. Je kunt het vocht ook invriezen, zodat je een uitstekende  bouillon hebt voor de bereiding van een saus bij je toekomstige visschotel.
  • Drink er een glas cider bij…

© paul

 

Lente?!..

sneeuwklokje

Het schiet maar niet op met dat artikel over de mosselen op Bretonse wijze. En ook nu zal het er weer niet van komen, ik word teveel in beslag genomen door de roman Stoner van John Williams. Misschien vannacht…

En ook Ellen heeft een hoop te beschrijven, bij voorbeeld de Mexicaanse stapelmaaltijd van laatstleden zaterdag… Maar ja, Ellen stelde zich ten doel de eerste vijf romans van Nele Neuhaus te herlezen in haar lange vrije weekend en dan blijft er weinig tijd over voor andere luxe… Ellen leest snel, maar ze bleef dan toch steken bij deel vijf: Wer Wind sät… Ach, heb een beetje geduld met ons lezer en het komt allemaal op z’n pootjes terecht, je zult het zien.

Intussen wil het maar niet winteren, mijmert de Keijzer van Monera in een toegeeflijke bui; benen languit gestrekt onder onze keukentafel, nippend aan de koffie. Ik doe er een schepje bovenop: in de tuin staan de rozen nog te bloeien, ze hebben geen winterstop gehad, de viooltjes ook niet. Terwijl de voorjaarsgasten zich in alle glorie aandienen. De krokussen, de hyacinten, het onkruid

De sneeuwklokjes van hierboven bietste ik uit de tuin van de Nonnen van Nazareth, gelegen midden in ons dorp. En wacht maar eens lezer, tot ik je de Japanse appelbloesems laat zien. Die staan intussen te bijna-bloeien in het erkertje van onze boekenkast…

En tijdens een wandeling door de Pandelaarse Kampen weet ik het zeker, ik ruik het: er zit Lente in de lucht!

© paul

Mantelschelpen in knoflook-peterselieboter…

mantelschelpenDe Lidl vestiging in ons dorp biedt de schelpen aan rond het Kerst- en Nieuwjaarsfeest. En ook kocht ik ze ook al eens met Pasen. Verder door het jaar krijg je ze niet, ook niet op bestelling. (Geldt dat voor alle Lidlwinkels, ook de grotere?)

Verpakt zijn ze in een doos met twaalf stuks. Mini coquilles facon Saint Jacques staat er op de doos. En eronder in goed Nederlands: Mantelschelpen (Zygochlamys patagonica)… Ze komen in de luxe serie van Lidl, genaamd Deluxe. De schelpen zijn gevangen met duurzame visserij, aan de andere kant van de wereld, in de wateren rond Patagonië.

De schelpen worden aangeboden zoals op de foto, de vruchtjes gedrenkt in boter met peterselie en knoflook. De bereiding is een kwestie van de oven voorverwarmen op 200 graden en de schelpen er een goede tien minuten in plaatsten. Als we de kans hebben nemen we wat op voorraad. Je kunt de schelpen prima invriezen.

Vergeleken bij hun grote neef, de Sint Jacobsschelp zijn de Patagoonse mantelschelpen ukkies. Ze smaken evenwel heel behoorlijk. Met goed brood erbij heb je een mooie kleine lunch voor twee personen aan de inhoud van zo’n doos.

Net als vaak bij wijngaardslakken-in-huisjes het geval is, liggen de schelpen op een aluminium bakje met voorgeponste holletjes. Dat moet ze stabiliteit geven zodat ze recht liggen en de boter niet uit de schelpen druipt. En daar gaat het altijd wel een keer mis.

Vandeweek dachten wij het ei van Columbus te hebben uitgevonden. We schoven eenvoudigweg sneden brood op een bakplaat. Je kunt de schelpen daar lichtjes indrukken zodat ze blijven liggen, en tuimelt er alsnog eentje, dan wordt de boter opgevangen door het brood. En terwijl je coquilles garen roostert het brood. Twee vliegen in een klap dus. (Achteraf blijkt natuurlijk dat al duizenden mensen zich van deze truuk bedienden, maar dat mag de pret niet drukken…)

© paul

 

Verwarring…

jongste bediendeHet is niet zo heel lang geleden, maar het was wel in een ander seizoen. ‘n Enerverende tijd hadden we achter de rug, daar in die zuidelijke punt van ons land. Vier concerten, waarvan twee op het Vrijthof, ik was blij naar huis te mogen. Dwars Limburg door, van zuid naar noord, en dan via Venray-Vredepeel mijn eigen Brabants dorp inschuiven. Ik zat wat te soezen toen mijn metgezel me ter hoogte van De Rips ruw wekte: “Dèt bin èch?!.”

Ik keek versuft rond, maar snapte toch al snel wat hij bedoelde… “Nee André, dat ben jij niet. Daar op dat busje, dat is onze Jongste Bediende !..”

© paul

Weer thuis…

DSC_0001

We waren er even niet. Zoals je al vermoedde verbleven we in Luxemburg. De mogelijkheden om vanaf onze plek daar te werken met internet zijn nog altijd beperkt tot nagenoeg niks. Een berichtje, via de telefoon geplaatst op Facebook, dat gaat soms net, een artikel publiceren kun je gevoeglijk vergeten.

Enfin, weer thuis zijn betekent weer stukjes schrijven. Het valt ons altijd moeilijk om op gang te komen, want waar moet je in godesnaam  beginnen?…

Het belangrijkst voor ons, de afgelopen week, was het feit dat we een nieuw onderkomen betrokken in Luxemburg en het oude op een nette manier hebben afgestoten.  We bezitten nu een heus huisje. Piepklein, maar toch…

De foto is niet actueel. Hij zat intussen al verstopt in het archief, zonder ook maar één maal te zijn gebruikt. En dat vond ik zonde. Simpele prefab inktvisringen, gefrituurd. Een lik gekruide mayonaise erbij, meer hoeft dat niet te zijn…

© paul

 

La Trappe Jubilaris…

la trappe jubilaris
Dom Bernardus had wat te vieren, afgelopen zomer al, maar het was me volkomen ontgaan…

Had ik mijn zaakjes beter bijgehouden, ik zou je mogelijk al eerder over dit bier hebben bericht. Want wat is het geval: de Abt van het Trappistenklooster Onze Lieve Vrouwe Koningshoeven vierde deze zomer zijn vijfentwintig jarig jubileum als Paterke… Koningshoeve is de abdij waar het La Trappe gebrouwen wordt, tot voor kort het enige Nederlandse Trappistenbier. Om de Abt te eren, te feliciteren, brouwde men een speciaal bier. Eenmalig, en geheel-en-al afgestemd op de smaak van Dom Bernardus. Het werd het La Trappe Jubilaris.

Enfin, ik mocht in het verleden wel eens op hullie mopperen; dat ze hun bockbier te zoet maakten, dat d’rlui trippel z’n diepte verloor, dat hullie dubbel te gemakkelijk (te hèndig) werd. Neem het met een korrel zout lezer. Ze brouwen er dan wel niet de mooist denkbare trappist, daar in Koningshoeven, hun bier mag er wel degelijk zijn. Het kan de competitie aan met het merendeel van de gangbare abdijbieren.

Dit Jubileumbier zou qua samenstelling een smaakmix zijn van Dom Benedictus favoriete bieren, namelijk de Dubbel en de Isid’or uit zijn eigen brouwerij. Enfin, het is natuurlijk iets heel anders geworden, maar het bier heeft ontegenzeglijk kwaliteit. Volgens de paters zou het karamelachtig moeten smaken, maar dat valt nogal mee. In ieder geval bij lange na niet zoals een dubbel dat doet. Wel merk ik wat citroen in de eerste smaak. Het bier proeft vol en mooi bitter. Een bitter dat lang blijft hangen. Kleur goed, schuimkraag vet. Alcoholpercentage gelukkig slechts 6 % (ik wordt een beetje vervelend van het almaar opvoeren van het alcoholpercentage in speciaalbieren, alsof het daarom gaat!). Het is een ronduit volwassen bier, degelijk gemaakt, afgewogen van smaak.

Het is een écht gelegenheidsbier, het diende het feestje van Dom Benedictus en verder niet. Op-is-op! zeggen de brouwpaters…

Een beetje rondbellen leerde me dat er echter nog ruim voldoende mogelijkheden zijn om het bier aan te schaffen. Zoek wat op internet en je vindt het. Ik kocht mijn flessen bij de Sligro-vestiging in Veghel. Ze hadden nog zat op voorraad…

Nog even voor de Protestanten en andere ongelovigen onder ons lezerspubliek: Dom is een afkorting van het Latijnse Dominus, hetwelk Heer betekent, of Baas. Een titel die diegene krijgt die een klooster leidt. En Trappistenbier heet alleen Trappistenbier wanneer de paters binnen de muren van hun klooster met hun pollen in de brouwketel hebben staan roeren…

© paul

Kadootjes op zaterdag…

cadeautje

Terwijl ik overdag de slaap der onschuldigen genoot (ik had ‘s nachts gewerkt) bezorgde Ellen de noodzakelijke weekendinkopen. We hadden dan wel niks nodig van de zaterdagmarkt, een deel van de notoire grutterswaar diende bij de super-om-de-hoek aangevuld. En ook de drankvoorraad moest nodig op peil gebracht worden.

De slijter bood deze week zijn gehele collectie whisky’s aan met grootse korting. Ellen besloot om mij te verrassen, ze schafte me een prachtfles Single Malt aan. Tien jaar oude whisky van de Schotse Stokerij Aberlour. Amberkleurig in het glas, abrikoosgeurend in de neus en op de tong zacht fluweel. Zoiets lezer, zoiets…

Toen ik tegen vijven des middags de keuken in schuifelde, het laatste restje slaapdronkenschap van me afschuddend, stond daar die fles op tafel te pronken. Ik was oprecht aangedaan en blij tegelijk.

Ellens enthousiasme en goede luim waren intussen echter wat bekoeld. Toen zij namelijk terug kwam van het boodschappen doen lag daar dat andere kadootje. Ikzelf had het me ongewild geschonken, vorige week. Op een industrieterrein in Nijmegen, terwijl ik op de terugweg was van een succesvolle aanschaf van bijzondere bieren.cadeautje

Enfin: gedane zaken, enzoverder, enzovoort… Over die bijzonder bieren kom ik nog te schrijven, over die whisky ook! De boete moet snel betaald, het blijft evenwel frustratiegeld…

© paul

 

 

Zaterdagochtend…

guinness van terrence

Ellen slaapt uit, we hoeven niet naar de Helmondse zaterdagmarkt. Behalve verse bloemen en een broodje kebab lijkt alles op voorraad.

Met Hond Jaros maak ik een snelle korte ochtendwandeling, op de terugweg koop ik verse croissants. Ik pers sinaasappelen uit en maal koffiebonen. Ik blader door de dagbladen en lees hap-snap wat artikelen. Ik heb vannacht gewerkt en ik ben moe, het duurt niet lang meer of ik ga naar bed. Ik zal een gat in de dag slapen.

Het warme weer van de afgelopen maand lijkt plaats te maken voor een meer winters type, er zit sneeuw in de lucht. Ik ril, kruip tegen de verwarming en open een laatste fles Guinness. Ik drink op je gezondheid lezer. En ik wens mezelf welterusten…

© paul

Brie de Melun…

Brie de MelunSamen met de Brie de Meaux vormt de Brie de Melun de enige echte. Alle andere Brie is brie. Iedereen mag een briekaasje produceren, wereldwijd. Maar slechts Brie de Meaux en Brie de Melun hebben recht op het AOC keurmerk van de Franse staat. (Plus een paar kaasjes, direct geliëerd aan bovenstaande M & M.)  Die uit Meaux vind je regelmatig bij ons, voor die uit Melun moet je wat dieper speuren. Het is evenwel een van de lekkerste kazen die ik ken. En het is Ellens absolute nummer één.

Ik schreef een goede acht jaar geleden, ook in januari, al eens een artikeltje over échte brie. En daar staat zo ongeveer alles in wat ik kwijt wil over de kaas. Je vindt het artikel HIER…

© paul

In Flanders Fields…

Poppy bier

Hoogst actueel lijkt de foto, nu er dit jaar overal aandacht wordt geschonken aan het feit dat 100 jaar geleden de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Ach lezer, daar zul je nog vaak en veel van horen, mogelijk tot vervelens toe.

Voor mij evenwel is al die publiciteit over de Grote Oorlog een goudmijn, ik interesseerde me al een eeuwigheid voor de catastrofe.  Elke dag weer kom ik in de kranten, maar vooral toch op internet voor mij nieuwe zaken tegen. Dingen die ik nog niet wist, aanvullingen op gegevens die me wel bekend waren.

Dat bier heeft niks van doen met de herdenkingen van dit jaar, het bestond al een tijdje. Ik dronk het en was er tevreden mee. Al herinner ik me wel dat de gegevens op internet niet overeenkwamen met mijn bevindingen. Verder weet ik er weinig meer van. Aantekeningen van destijds kwijt, je kent dat wel van mij…

Schiet me nog wat te binnen, ik laat het je weten.

De naam van het bier is overigens een directe verwijzing naar het oorlogsgedicht van John McCrea: In Flanders Fields the Poppys blow… (In Vlaanderens Velden bloeien de Klaprozen…) McCrea schreef de definitieve versie op 8 december 1915.

De brouwers van het bier heten (Brasserie) De Clerck. De brouwerij is gevestigd in Frans Vlaanderen. Geloof me, al zijn het Fransen, ze zijn óók Vlaams

© paul