RAVIOLI MET SPINAZIE EN RICOTTA…

Gisteren was het een stralende lentedag, vandaag was het weer koud en bewolkt. Het is een wisselend weekend zowiezo, gisteren hevig in de tuin gewerkt, vandaag dakpannen gesjouwd bij de Jongste Bediende. Ik begin spierpijn te krijgen van al dat ‘ongewone” werk. Ik ben nu wel toe aan een wat rustiger karweitje. Nog een keer zelfgemaakte pasta dus. Zelf pasta maken is niet moeilijk, je moet gewoon even de slag te pakken krijgen. Daarna gaat het sneller dan aardappelen schillen. Gisteren ravioli met vlees, vandaag, vegetarisch; Ravioli met ricotta en spinazie. Maak pastadeeg van 300 gram bloem en 3 eieren. (zie recept gisteren )Vulling; 250 gram verse spinazie even koken in weinig water. Goed uit laten lekken, het vocht er zoveel mogelijk uitknijpen en dan de spinazie fijnhakken. 150 gram ricotta, 1 koffielepel geraspte nootmuskaat, 75 gram vers geraspte Parmezaanse kaas, zout, versgemalen zwarte peper, 2 eidooiers. Het pastadeeg uitrollen in brede lappen De ingrediënten voor de vulling goed mengen. Leg, steeds ongeveer op 5 cm van elkaar, een theelepel van de vulling, op één vel van de pasta. Leg het volgende vel erop en druk rondom de vulling de randen goed aan of vouw ze om en snijd ze op maat. Leg de ravioli op een theedoek tot ze allemaal klaar zijn. Kook de ravioli in een grote pan met gezouten water ongeveer 4 minuten. Dien ze op met gesmolten boter met een paar blaadjes salie en wat Parmezaanse kaas. 

Vanavond at de Keizer van Monera ook een hapje mee. We aten ravioli, daarna een ribkarbonaadje met ruccolasalade en tomaat. Espresso toe.

© ellen

De salie van een Italiaanse Heer…

Op de hoek bij het eerste huis in de kom van Septfontaines (Lux) staat een enorme Saliestruik te groeien. De tuin ligt een stuk boven de weg, zodat de takken van de struik ook mooi afhangen, en ‘s zomers bloeit-ie overdadig. De struik stond er al toen we voor het eerst in Septfontaines kwamen, en dat is toch alweer zo’n vijfentwintig jaar geleden.

Het huis, een voormalige boerderij, behoorde tot voor kort aan een Italiaanse familie wiens naam me nu even ontschiet. (Italianen waren de eerste gastarbeiders in Luxemburg, zij maakten net na de oorlog kapitaal in de mijnen en zware industrie.)

Twee maal per jaar verblijven we met 18 vrienden en vriendinnen in het plaatsje, het Ministerie zorgt die dagen voor de inwendige mens. Op zekere dag vereiste de receptuur van de te koken maaltijd verse kruiderij, en in het bijzonder verse salie. Het lag voor de hand bij de Italiaanse familie aan te kloppen ten einde wat van het kruid te mogen plukken. De oude heer des huizes vond het maar vreemd. Hij sprak geen Luxemburgs, geen Duits en slechts een handvol Frans. Wij konden met moeite onze bedoelingen duidelijk maken. Uiteindelijk mochten we wat blaadjes plukken.

Later op de avond kwam de oude heer onze camping opgewandeld met een stek van zijn salieplant. Omstandig bood hij excuus aan voor zijn terughoudendheid  van die middag. Zijn kinderen (die we regelmatig in het plaatselijk café troffen) hadden hem duidelijk gemaakt wie we waren en waartoe we het kruid nodig hadden. Sinds die avond groette de oude heer ons iedere keer wanneer we langs zijn huis slenterden.

De stek hebben we achter onze oude Castle geplant. Hij staat daar alweer een jaar of vier te groeien, en later in het jaar uitbundig te bloeien. Ik had hem in het najaar terug willen snoeien, het is er niet van gekomen. Zoals je ziet zit het blad van vorig jaar er nog ongeschonden aan, maar als je goed kijkt dan zie je de frèle nieuwe scheutjes er al tussendoor piepen. De plant levert krachtig blad, steviger en geuriger dan onze salie thuis. De jonge loten zijn het lekkerst (dat is altijd zo), maar deze variant (of ras, of hoe dat ook heet) blijft smaak en geur geven, ook in de winter. Verder is het blad groot van formaat en daarom uitermate geschikt om te frituren. “Muisjes” heet dat op z’n Italiaans, maar daar zal Ellen nog wel eens over schrijven. Overigens is de moederplant echt Italiaans, meegebracht door de oude heer uit zijn geboortedorp. De oude heer is terug naar Italië. Hij heeft domicilie gekozen in zijn geboortedorp, ergens in Calabrië.

© paul

RAVILOLI, DEEG EN VULLING…

 Ravioli met vleesvulling. Ik had er vanmorgen echt zin in; zelf pasta maken. Ik had nog goede tarwebloem in huis. Er was nog gehakt en basilicum, dus wat wil een mens nog meer. Mooi weer! Toch maar eerst in de tuin werken… en dat liep natuurlijk helemaal uit. Gevolg dat ik om 6 uur nog aan de ravioli moest beginnen. Maar geen probleem, zelf pasta maken is zo klaar.

Maak pastadeeg van; 3 eieren, 300 gram durrum tarwebloem, beetje zout. Breek de eieren in het midden in een kuiltje in de bloem. Meng de eieren en de bloem tot je een mooie egale massa hebt en kneed het deeg grondig door. Laat het deeg even rusten en kneed dan verder in de pastamachine of rol het uit met een deegrol. Rol het deeg uit tot 3 mm dikte en snijd er vierkanten uit van ongeveer 7×7 cm. Vleesvulling; 250 gram gehakt 2 sjalotten, zeer fijn gehakt 1 lepel olijfolie 75 gram vers geraspte Parmezaanse kaas 2 eieren 1 eetlepel vers gehakte basilicum nootmuskaat, peper, zout. Bak het gehakt met de sjalotten even aan in de olie. Haal de pan van het vuur en laat het mengsel afkoelen. Als het gehakt afgekoeld is meng je er de rest van de ingrediënten door. Laat de vulling zo 20 minuten rusten. Leg een koffielepel vulling op de deegplakjes en vouw ze in een driehoek, goed dicht. De randen goed aandrukken met een vork. Vouw en vul zo verder tot het deeg op is. Leg de raviloli’s op een schone theedoek tot ze allemaal klaar zijn.

© ellen

ASPERGEMARKT IN GEMERT…

Voor wie komende zondag nog een uitstapje wil maken is ons dorp Gemert een mooi reisdoel. Zondag wordt in Gemert de Vrije Heerlijckheid Asperge gepresenteerd. Acht aspergetelers uit Gemert willen gezamenlijk de Gemertse asperge promoten. Zij doen dit op de aspergemarkt die in het centrum van Gemert wordt gehouden. De markt wordt om 10.45 uur officieel geopend. Vanaf 11.00 tot 17.00 kun je genieten van allerlei aspergehapjes, klaargemaakt door restaurateurs uit Gemert-Bakel. Er is een aspergeschilwedstrijd en er zijn demonstraties hoe je de asperges het beste kunt behandelen na aankoop. Bijpassende wijnen zijn er natuurlijk ook volop te proeven. De leden van het Brabants Aspergegenootschap zullen aanwezig zijn om vragen te beantwoorden. Verder kun je nog genieten van een andere aantal regionale producten zoals geitenkaas, en biologisch vlees. Het Boerenbondsmuseum gaat zondag, na de winterstop, ook weer open. Vooraf aan deze opening trekt er een bonte stoet waarin allerlei oude ambachten worden uitgebeeld, door het centrum van Gemert. Natuurlijk wordt dat alles opgeluisterd door een keur aan blaasorkesten en andere muziekmakers. En om het verhaal compleet te maken; Café de Kroon gaat op deze dag ook weer open. (zie ook het artikel kleinzoon Dientje Wijn )

© ellen

DE FORELLEN VAN FLORRIE…

 De vorige beheerders van de camping waar onze oude Castle staat geparkeerd zijn een nieuwe bedoening gestart. Ze beheren een viswater en het daarbij behorend café. Het Ministerie bezocht de nieuwe werkplek aan de rand van het plaatsje Redange. Het complex bestaat uit twee forse visvijvers en een kleinere. Daarbij nog drie kweekbassins. Het café doet denken aan een eenvoudig strandpaviljoen, zoals je ze wel vindt aan onze kust. De bedoeling is dat je zelf vist. Je huurt een plek en er wordt vis voor jouw uit gezet. Per persoon twee forellen van 300 gram en één van 1 kilo. Dat is ook wat je mee naar huis mag nemen. Alles wat je meer vangt kun je bijkopen. 

Het Ministerie vist niet, maar dat hoeft geen probleem te zijn. De volgende keer dat we er komen kunnen we zo een maaltje kopen. En zeg nou zelf, wat is er lekkerder dan vijververse forel?

© paul

PIZZA HALEN…

Niet gekookt, wel gegeten. Ellen at een pizza naar beproefd recept: ham, veel kaas, artisjokken en extra knoflook, altijd goed. Paul hield het bij pizza calsone, en die viel wat tegen. Daarna een stukje Cheddar, stukje Comté, stukje Koningslander. Espresso toe.

© paul

ACHTERSTALLIG ONDERHOUD…

Voor het archief van het Ministerie en ook een beetje voor de lezer. Het afgelopen weekend moet nog voor een deel beschreven worden. Donderdag was de Chineesdag (zie log 18 april 2006). Vrijdag kookte Hijn. Hij maakte een eenvoudige, maar smakelijke spaghettischotel. De saus had als basis de klein tomaatjes, pommedorini. Schaafje Parmakaas en wat ruccola maakten het af. (Zie foto). Salade erbij en een goed glas Nebbiolo. Afzakkertje in het café. Zaterdag op restaurant. De Portugees in Wandhaff. Ans kreeg gegrilde dorade, Hijn nam kalfsmedaillons in een adembenemende knoflooksaus, Ellen en ik aten rundsvlees met zwarte bonen. Rijst en aardappeltjes erbij en salade. Espresso toe. Paaszondag maakte Ellen kip met zwarte cantherellen (Trompette de la mort). We hadden een mooie Lalande-kip gekocht en een nieuwe voorraad gedroogde paddestoelen. Boontjes erbij en in de schil gekookte aardappeltjes. We dronken een spotgoedkope maar smakelijke witte wijn uit Portugal. Afzakkertje in het café. Paasmaandag kwam het er niet van ordentelijk te eten. Op de terugreis namen we “vette hap” en ‘s avonds een mooie broodmaaltijd. Elke dag hebben we uitgebreid ontbeten. De lunch werd bij elkaar “gesneukeld.

© paul

GEGRATINEERDE ASPERGES…

Vandaag was het een echte lentedag. Zachte temperaturen, een beetje, nog wat flauw zonnetje. Goed voor de asperges. Zondag is het hier de grote dag van de asperges. Daarover later meer. Er moest vandaag van alles gebeuren, dus konden we pas laat eten. Iets makkelijks wat je kunt voorbereiden is dan handig. Paul heeft vanmorgen asperges gekocht én geschild. (Zet ze geschild donker weg in een laagje water.) Gegratineerde asperges; 1 kilo asperges, 4 plakken ham, bloem, boter, room, melk, peper, zout, 50 gram vers geraspte Parmezaanse kaas.

Kook de asperges bijna beetgaar. De oven voorverwarmen op 200 graden. Maak een bechamelsaus van: 1 eetlepel boter en een eetlepel bloem, twee koppen melk en een scheut room. De boter smelten, bloem erbij voegen en goed roeren. De melk erbij doen en goed blijven roeren. De saus even door laten pruttelen en afmaken met peper, zout, een beetje nootmuskaat en een flinke scheut room. De asperges goed uit laten lekken en met 4 á 5 stuks in een plak achterham rollen. De rollen in een ovenschaal schikken en de bechamelsaus erover gieten. Dan de kaas er met gulle hand over strooien en de schotel in de voorverwarmde oven zetten tot een mooi bruin korstje ontstaat. Krokant gebakken aardappeltjes erbij.

En eigenlijk een fruitig dessert. Het is nog geen tijd voor echte aardbeien, dus voor ons geen dessert vandaag. Gewoon espresso toe.

© ellen

PAASLAM…

Het is dus niks geworden met m’n Paashazenartikel. En nu is het te laat, mosterd na de maaltijd. Maar let op lezer, volgend jaar, zo rond 8 april….

Overigens is een van de mogelijke verklaringen voor de oorsprong van de Paashaas de volgende:
In delen van Duitsland, Luxemburg en de Elzas wordt al sinds de middeleeuwen het Paaslam gebakken, in stenen, maar tegenwoordig nog alleen metalen vormen. Die mallen bestaan uit twee delen. Het wil nogal eens fout gaan, ze lekken makkelijk op de naden, zodat het uiteindelijk product dan ook meermaals getooid is met rare uitsteekselsaan kop en rug. Het gebak kan dan ook in veel gevallen beter met een haas dan met een lam worden geassocieerd. Verklaring? Tja, ik heb het niet zelf verzonnen…

Bakstuff heeft overigens niets van doen met wietkeek. Stuff is het Luxemburgs woord voor oven of stoof. Bakstuff is een vereniging van bakkerijen die gelieerd is aan de Cactussupermarktketen (21 letterwoord!) Ze maken prima brood, waaronder een aantal traditionele varianten. Hun gebak is van goede middelmaat

© paul