Parelhoen met morielles…

3 maart 2007 028

Natuurlijk gingen we gisteren niet alleen op zoek naar the best frites! Als we dan toch in Belgie zijn, hebben we meestal wel een boodschappenlijstje met dingen die we hier in ons dorp niet kunnen kopen.
De laatste tijd zoeken we bijvoorbeeld naar alternatieven voor kip. Van die plofkippen uit de bio-industrie lusten we niet meer. Biologische kippen zijn hier niet te krijgen (de Sumiranboerderij heeft lang niet altijd braadkip op voorraad).
We besloten in Belgie de frieten te testen en meteen eens te zoeken naar wat bijzondere hoendersoorten. Bij een gewone middelgrote Delhaize supermarkt troffen we in het schap: Mechelse koekoek, kwartel, duif, parelhoen en nog veel meer. Alles van onbesproken kwaliteit, soms biologisch en soms op kleine schaal gefokt, alles in ieder geval beter dan de plofkippen. We kochten onder andere een parelhoen. Dat aten we vanavond, de rest komt later. Een achtergrondverhaal over het parelhoen en waarom het hoen nooit uit een fokbatterij komt zal Paul later schrijven, nu eerst het recept.
Nadat ik in allerlei boeken had gezocht naar parelhoen besloot ik zelf maar een soort samenvatting van de diverse recepten te maken;

voor vier personen;
1 parelhoen van ongeveer 1 tot 1 1/2 kilo
een klein klontje boter
1 ons ongezouten spek
2 uien in grove stukken gesneden
2 teentjes knoflook, geplet en even gehakt
een takje rozemarijn, een paar blaadjes salie, zout en peper
een handjevol gedroogde morielles, een half uurtje geweekt in water
3 grote vastkokende aardappelen in grote stukken gesneden
1 glas witte wijn
500 ml bouillon
1 theelepel witte truffelolie
Bekleed het hoen met de plakken spek en braad het aan alle kanten aan. Voeg de stukken ui en knoflook toe en bak ze even mee. Blus af met de wijn en voeg de kruiden en bouillon toe.
Schik de stukken aardappel en de morielles rondom het hoen, giet de truffelolie erover, en plaats de deksel op de pan.
Zet de pan in een voorverwarmde oven op 200 graden. Braad het hoen zo 15 minuten. Draai de oventemperatuur terug naar 175 graden laat alles zo nog 60 minuten verder garen.
Verdeel het parelhoen aan tafel in stukken. Schep een paar stukjes aardappel op de borden en wat van het braadvocht. Als groente kozen we spruitjes.
Wij dronken er een glas Bourgogne bij, dat paste heel mooi.
Een stukje kaas toe.
En espresso.

© ellen

Keukenbrandje…

bier brand 004

Het was wel even schrikken vanmiddag; we zaten gezellig met Het Kind in de keuken te keuvelen over het hondenbier . We zagen wel wat grote rookwolken langskomen maar we dachten dat één van de buren misschien een kacheltje stookte…Tot Het Kind naar huis ging en we aan de voordeur nóg veel meer rook te zien kregen.
Het bleek een klein keukenbrandje bij de buren van onze buren, wel heel dichtbij dus. De inmiddels gewaarschuwde brandweer speelde een ware thuiswedstrijd. Brand op nog geen 25 meter van de kazerne…
In een paar minuten waren ze er allemaal. Hardlopend kwamen ze, in hun beste pak, van een feestje bij café Dientje (ook vlakbij) naar de kazerne. In het pak en in de brandweerwagen, één enkele zwiep van de sirene volstond…

Gelukkig was het vuur meteen geblust en raakte niemand gewond. Maar het was toch wel even schrikken, met zo’n harde wind kan een klein vuurtje snel uitbreiden!

Na ruim een uur konden we allemaal weer met een gerust hart naar binnen. De mensen van de brandweer hebben alles grondig gecontrolleerd en vrijgegeven.bier brand 007

 Je ziet op de foto één van de vrijwillige brandweermensen bij het raam waarachter de brand ontstaan is. Op de achtergrond de toren van de kazerne.

Ik heb me voorgenomen om nu toch maar een heel snel een branddeken te kopen voor in de keuken. Je weet maar nooit! Een ongeluk zit in een klein hoekje en brandjes ontstaan wel heel vaak in

Paasgerechten deel 1: Soleier…

Deze week zal ik elke dag iets voor de paasdagen schrijven. Iets over eieren
is het meest voor de hand liggend. Het mooiste is natuurlijk om je gasten eens
te verrassen met vierkante eieren.
Wij kregen
commentaar op dit artikel; mensen denken dat dit een 1 april mop is! Dat is het
niet, dit apparaat bestaat echt!!! Ik weet niet of het nog ergens te koop
is.

Wie geen vierkante eieren apparaat heeft kan ook eens dit recept
proberen;
Soleier, ofwel gezouten eieren.
Deze gezouten eieren zijn
heerlijk bij een drankje. Maak ze een paar dagen van te voren ( liefst op Witte
donderdag, dat brengt geluk zegt men) ze zijn minstens 5 dagen houdbaar.

Soleier;

8 eieren 10 minuten koken en af laten koelen. In een pannentje; ½ liter
water, ½ liter wijnazijn, de schil van twee uien, 2 sjalotten, 2 teentjes
knoflook, 2 gedroogde pepertjes, rozemarijn, tijm, laurierblad, 5 eetlepels
zout. Even doorkoken en af laten koelen. De eierschalen voorzichtig kapot
tikken, zodat de vloeistof erdoor kan dringen. Schik de eieren in een schone
glazen pot en giet de afgekoelde vloeistof erover. Sluit de pot en laat de
eieren zo minstens 24 uur staan. Langer kan ook. De eieren zijn zo minstens 5
dagen houdbaar. Serveer de eieren als volgt; De eieren pellen, doorsnijden en de
dooier voorzichtig uitnemen. Giet een paar drupjes olijfolie in het halve ei.
Schep er een beetje mosterd in en strooi er wat peper over. Leg de dooier
omgekeerd, dus met de bolle kant boven, op de mosterd. Oude recepten vermelden
dat je voor Paaszondag de eieren moet gebruiken die de donderdag vóór Pasen zijn
gelegd (Witte Donderdag). Dat brengt vruchtbaarheid en geluk!

 

Zalm en gepoceerd ei…

1 maart 2007 005

Gisteren alvast een Paasgerecht gemaakt; een gepocheerd ei op een plakje gerookte zalm. Een mooie klassieke combinatie. Wij aten dit gisteren als voorgerecht maar het is ook goed in te passen in een Paasbrunch of -lunch.
Neem per persoon een snee van een rond brood (ik gebruikt een kaiserbroodje, de korsten wegsnijden)
Rooster het sneedje brood heel lichbruin.
Leg er een passende plak gerookte zalm op en het gepocheerde ei . Strooi wat gehakte peterselie of dille op het bord en dien snel op. Voor de liefhebbers van een oosters tintje kun je in plaats van dille of peterselie ook een klein spoortje sojasaus op de bordjes druppelen.
Simpel en heel smakellijk.

Carpaccio van rund met schapenkaas…

10 april 002

Het kwam er allemaal niet zo van; uitgebreide paasmaaltijden en werken is
niet zo’n combinatie. Wij hebben pasen dus maar in alle rust voorbij laten gaan.
Gisteren was voor paul de laatste werknacht van de week en hebben we lekker
rustig in de tuin zitten lezen. We aten nog een visje, dronken een glas wijn, en
dat was het wel!

Bleef over vandaag: twee porties carpaccio. Die hebben we als voorgerecht
gegeten.
Héél tijdig uit de koeling ghaald.
Mooi op een bordje
geschikt.
Een flintertje lente-ui, wat snippertjes basilicum, de allerbeste
olijfolie, een paar super olijven met een zweem van knoflook, mooi zeezout,
zwarte peper, een paar schilfertjes schapenkaas en een goed glas wijn
erbij…

© ellen

Chinees…

chinese pot

Gesnotter alom, Ellen maakte er al melding van. Gevolg: geen zin om te koken, nauwelijks zin om te eten. Kwik, monter en blakend van gezondheid adviseert het Kind telefonisch: “Kies menu C bij de Afhaalchinees.” Zij heeft daar goede ervaringen mee. “Nou, bedankt Hendrikje!”

Het is intussen een goede gewoonte geworden op dit web-log om de lezer niet te vervelen met de “snelle-en-achteraf-altijd-frustratie-opwekkende-Aziëhap”. In plaats daarvan iets moois. Dit maal een grote pot uit het China van de tweede eeuw, de Oostelijke Han-dynastie. Steengoed, voor de helft geglazuurd met een celladon-achtig asglazuur. Het motief met de afzakkende druppels heeft een naam, maar die kan ik even niet vinden. De pot bevindt zich in de collectie van de Freer Gallery of Art, onderdeel van het Smithsonion Institution, Washington D.C., U.S.A.

Ware het Ministerie wat beter bemiddeld, het zou dit soort potten verzamelen…

© paul

Spaghetti “I soliti ignoti”…

De scène maakte op een of andere manier dusdanig indruk op me dat ik hem tot op de dag van vandaag heb onthouden. Het verhaal gaat over een stel kruimeldieven die de slag van hun leven hebben gepland. In een weekend zullen ze een juwelier beroven. Ze doen dit middels het huren van een huis, aanpalend aan dat van de juwelier. De bende wil een doorsteek hakken tussen beide huizen en zich op die manier toegang verschaffen tot groot fortuin. Vanaf het begin van de film gaat alles fout wat maar fout kan gaan, één opeenstapeling van blunders, tegenval en frustratie. Het komt zo ver dat de bende in het juweliershuis geraakt, maar via misrekening in een volkomen verkeerd deel van het pand. Tot overmaat van ramp kunnen ze ook niet meer terug (waarom weet ik niet). Daar zit dan de bent, opgesloten voor de rest van het weekend. Tegen deze achtergrond ontpopt zich een gesprek over eten. Een gesprek dat zich al snel ontwikkelt tot een meningsverschil van wel haast levensbedreigende omvang.
Het gaat over spaghetti; vindt de ene dat spaghetti alleen de moeite waard is wanneer je hem eet met een tomatensaus, de ander zweert bij een “rijke” uitvoering met spek, room en eieren. Een derde springt verontwaardigd op en maakt zijn maten met veel handgebaar, en een lichaamstaal die niks te wensen over laat, duidelijk dat een spaghettigerecht valt of staat bij zijn simpelheid. Het moet met olie, een pepertje en wat knoflook. Verder niks. Basta!

Dit is wat ik me herinner. Of mijn herinneringen kloppen, ik weet het niet. Ik heb wel vaker last van “Dichtung und Wahrheid” en ik heb de film sinds mijn jonge jaren niet meer gezien.
De spaghettiscène maakte evenwel een enorme indruk op me. Dat mensen tot het uiterste konden gaan in hun mening over eten en smaak was een openbaring. Voor het eerst beleefde ik dat voedsel ook in het leven van gewoon volk puur cultuur kon opleveren. Dat het niet iets vrijblijvends was, maar dat je diende te staan voor je opvattingen over kwaliteit en smaak.

De film, heb ik intussen uitgevogeld, heet “I Soliti Ignoti” en hij werd in 1958 gemaakt door Mario Monicelli. De rolbezetting bestond uit wat later grote namen in de filmhistorie zouden worden: Marcello Mastroianni, Vittori Gassman, Renato Salvatore en Claudia Cardinale. De film kreeg destijds nog een Oscarnominatie. Ik heb waarschijnlijk de Duitse versie op t.v. gezien: “Diebe habben’s schwer”.

28 februari 2007 004
Later leerde ik dat de simpele spahetti met perpertjes en knoflook ook een naam had: Spaghetti Aglio, Olio e Peperoncino. En dat gerecht maakte ik vanavond voor mezelf. Ellen gaat uit eten met haar collega’s dus onze keuken is voor mij alleen.

Het recept is voor één persoon:
150 gram spaghetti,
2 forse tenen knoflook,
1 verse peper, (bij gebrek kan gedroogd ook, maar let op dat het niet oneetbaar scherp wordt)
3 eetlepels olijfolie,
handje gehakte platte peterselie.

Olie in een koekenpan, pepertje en knoflook erbij. Zachtjes laten garen, de knoflook mag bruin worden maar absoluut niet verbranden. (Gebeurt dat wel dan gooi het zaakje maar gerust weg, niet te eten!) Ik gebruikte een gedroogd pepertje (mild) want vers had ik niet. Intussen kook je de spaghetti beetgaar. Afgieten en het oliemengsel door de spaghetti scheppen.
Peterselie erover en onmiddellijk eten. Tijdens het koken had ik nog wat tijd om een bak sla aan te maken, klaar is mijn maaltijd. Kost me slechts 15 minuten in totaal. De maaltijd is af met een glas Barbera d’Asti.

© paul

Recept om snel van een verkoudheid af te komen…

 

Het lijkt erop dat heel Nederland snottert en snift. De jaarlijkse verkoudheid slaat toe. Zeker hier in het Zuiden waar we een aantal dagen met teveel mensen, van te ongezonde leefgewoonten hebben genoten, vallen de slachtoffers met bosjes.

Bij toeval stuitte ik weer eens op het boekje “Cognac en Armagnac” van Wina Born.

In een stukje over cognac schrijft ze dat Harold H. Left in The International Record of Medicine (juli 1957) op basis van 39 publicaties van verschillende onderzoeken tot de conclusie kwam dat cognac een zeer gunstige invloed heeft op de spijsvertering enzovoorts enzovoorts. Maar waar het mij vandaag om gaat ;

Voor alle verkoudheidslijders, sniffers en snotters zegt Harold H. Left;
Als verkoudheid en griep, waar immers nog altijd geen afdoende geneesmiddelen tegen gevonden zijn, in alle hevigheid toeslaan, moet men de boze en kille wereld de rug toedraaien, met een warme kruik onder de wol kruipen en dan, zoals een aardige Engelse arts eens adviseerde: “aan het voeteneind van het bed een wandelstok rechtop zetten en er een bolhoed overheen hangen. En dan net zoveel hete cognac-groc drinken tot men twéé bolhoeden ziet”.

Volgende dag nergens meer last van!!! Het proberen waard?!

Afbeelding; Réne Margritte

© ellen

Gevuld brood…

24  februari 003
Omdat de oven toch aan ging voor de cake, heb ik vandaag ook een brood gebakken. Ik had zin in lamsgehakt en besloot een brood te vullen met gehakt, tomaat, kaas en kruiden.
Ik maakte een brooddeeg met 750 gram meel, 25 gram gedroogde gist, wat olijfolie, zout en water.
Dat liet ik 2 uur rijzen onder een doek.
Daarna heb ik het deeg nog een keer goed doorgekneed en op de ingevette bakplaat gelegd.
Ik bakte 250 gram lamsgehakt even rul met een teentje knoflook en wat peper en zout in een beetje olie.
Vervolgens belegde ik de helft van het deeg met plakjes tomaat, het gehakt, een paar plakjes mozzarella, wat geraspte parmezaanse kaas, peper, zout, oregano en vers gehakte basilicum.
Ik vouwde het deeg dicht en vormde er een plat brood van. Dat heb ik zo nog 1 uur laten rijzen en toen 30 minuten op 200 graden in de voorverwarmde oven gebakken.
24  februari 020
De vulling was niet helemaal gelijk verdeeld, dat is jammer. Het brood smaakte wel heel goed en het hele deeg was geurig en soepel. De smaakstoffen waren goed doortrokken. Het is denk ik beter om niets te vouwen maar het deeg gewoon dicht te klappen.
Nietemin een lekker experiment. We aten het brood warm en dronken er een eenvoudig glas rode Italiaanse wijn bij.

© ellen

Fugu, de kogelvis…

 

Op aanraden van Ellen begon ik vanavond aan Troost van Giphart. In de openingszin van die roman denkt de hoofdpersoon dat hij een verkeerd stuk fugu heeft gegeten, met alle gevolgen van dien. Een dag eerder vond ik bij toeval een afbeelding van een Japanse houtprint voorstellende diezelfde fugu. En deze samenloop van zaken, maar vooral ook mijn reeds lang bestaande fascinatie met het fenomeen leek me een artikeltje waard.

Het gaat om het keine lachebekje op de prent. Dat visje heet in het Japans fugu. De Nederlandse naam is kogelvis. Overigens staat fugu ook voor de gerechten die van het visje worden bereid. De grote blauwe vis is een makreelachtige, daar weet ik verder niks van.

De fugu is razend populair in Japan. Er bestaan talloze restaurants die gespecialiseerd zijn in het bereiden van dat visje. De gerechten die door de jaren bedacht werden zijn dan ook niet te tellen. Alles wordt gebruikt. Het visvlees wordt rauw, gestoomd of gekookt geserveerd, maar ook de lever, de vinnen, de testikels en de huid leveren de meest exotische gerechten op. Tot zover is het nog allemaal te volgen, ware het niet dat het eten van het visje levensgevaarlijk is.

De fugu bevat een gif dat tetrodotoxine heet en 275 maal giftiger is dan cyaankali. Het gif zit vooral in de lever, galblaas, eierstokken en darmen. Onzorgvuldig schoonmaken van de vis is dodelijk. In Japan sterven er zo’n vijftig (andere bronnen zeggen honderd) mensen per jaar aan de gevolgen van het eten van de kogelvis. De vergiftingsverschijnselen zijn gruwelijk. Langzaam raken alle spieren in het lichaam verlamd. Als laatste stoppen longen en hart met functioneren. En al die tijd is het slachtoffer volledig bij kennis. Pas na 24 uur volgt de dood. Er bestaat geen antigif.

De vis wordt al sinds de oudheid in Japan gegeten. Archeologische vondsten tonen aan dat het 2300 jaar geleden al een consumptievis was. In de loop van de geschiedenis waren er altijd wel gezagsdragers die het eten van de vis verboden, maar het mocht niet baten. De vis bleef populair. In 1958 ging men over tot strenge wetgeving voor de Japanse horeca aangaande de fugu. Koks dienden een opleiding van drie jaar te volgen en werden ook daarna vaak en uiterst streng gecontroleerd op hun kunnen. Slechts dertig procent van de opgeleiden krijgt uiteindelijk het diploma “gifvis”. Niet dat die andere zeventig procent het leven van de klanten in de waagschaal stelden, maar de eisen zijn zo streng dat de minste hapering in de bereiding de kandidaten uitsluit van het diploma. Sinds 1958 zijn er dan ook nog nauwelijks ongelukken gebeurd in de officiële eetgelegenheden. Overigens is de vis ook schoongemaakt te koop in de detailhandel en zelfs enige supermarktketens bieden hem aan. Voor hen gelden dezelfde strenge normen als voor de restaurants. De ongelukken met de fugu gebeuren thuis, bij de hobbykok.

Alles bij elkaar levert het gedoe met de kogelvis een vreemd fenomeen op: de vis is duur, het is gevaarlijk om hem te eten, en de smaak is niet spectaculair, eerder flauw. Dit alles zou reden genoeg moeten zijn om de vis links te laten liggen. Het omgekeerde gebeurt echter. Gaat het om zoiets als doodsverachting, om de spanning van het spelen met je leven? Je mag aannemen dat de vis nauwelijks populair zou zijn als hij niet giftig was, want alleen voor de smaak hoef je hem niet te eten. Maar je kunt van de andere kant toch bezwaarlijk alle Japanners roekeloos, dom of gestoord verklaren. Nee, ik zie iets over het hoofd, ik begrijp iets niet. Overigens is het de Keizer van Japan bij wet verboden fugu te eten. Kwestie van het uitsluiten van een constitutionele crisis omwille van de kick.

De prent aan het begin van dit artikel is gemaakt door Hiroshige in het jaar 1832.

© paul