Pirosjki…

 

chocoladetaart met noorderkrieken 030

Meestal wordt op vrijdagmiddag bij vriend Jan, onder het genot van een glas bier of wijn, de week afgesloten. Collega’s, vrienden en familie komen langs, drinken een glas en bespreken lief en leed. Wij mogen daar graag af en toe aan deel nemen. Prachtige verhalen gaan er over de tafel. We hebben voor Jan wat bier gekocht in een kleine brouwerij in België en toen ik vanmorgen de taart aan het bakken was bedacht ik dat ik ook wel een paar pirosjki kon bakken. Een hartig pasteitje van Russische oorsprong. Lekker bij een glas bier. Ik gebruikte het recept uit het boek van Diana Dubois.

Maak een soepel deeg van;

300 gram bloem, 5 eetlepels melk, 125 ml yoghurt, 1 ei, 4 eetlepels zonnebloemolie, 1 zakje bakpoeder en een mespuntje zout.
Het deeg uitrollen tot een rechthoekige lap en daaruit kleine lapjes snijden van 9×6.

Maak vulling van;

200 gram gehakt, 1 fijngesnipperde ui, 1 verkruimeld hardgekookt ei, wat nootmuskaat, een beetje fijngehakte peterselie, peper en zout.

Leg op de lapjes deeg een lepel vulling en vouw de lapjes met natte handen stevig op elkaar. Deze pasteitjes kun je in olie frituren of in de oven bakken op 170 graden tot ze mooi bruin zijn. Serveren met een lepel zure room. Je kunt ongeveer 25 pasteitjes maken met deze hoeveelheden.

© ellen

Abdij van Val-Dieu…

 

luxherfst 001

Er zijn nog heel andere delen van de abdij te tonen: de statige abdijkerk, het kasteelachtige hoofdgebouw. Maar ik houd nu eenmaal meer van de achterkant van de dingen. Dus laat ik je het poortgebouw zien, vanuit het binnenplein. In de stal rechts is tegenwoordig de herberg onder gebracht.

Op de heenreis naar Luxemburg deden we de abdij aan, we waren er nog nooit geweest. Hijn en Ans wel, het is min of meer hun vaste tussenstop geworden, wanneer zij richting het zuiden reizen.

De abdij ligt in de Voerstreek, tegen het plaatsje Aubel aan, in de Provincie Luik. En ook al is het er Waals, dus Franstalig, en heet het er officieel Abbaye-de-Val-Dieu, er bestaat nog steeds een Nederlandse naam: Abdij van Godsdal.
Ze werd gesticht in 1216 door Cisterciënser monniken en heeft een roerige geschiedenis achter de rug.
Het is de enige abdij in België die min of meer ongeschonden door de Franse revolutie kwam. Sinds 2001 wonen er geen paters meer in het klooster. De ruimtes worden gebruikt voor congressen, concerten en als toeristische trekpleister.

luxherfst 006

Wel worden nog de oude kloosterambachten van bier brouwen en kaas maken in ere gehouden. We kochten er een en ander. Een zachtromig kaasje (dat deed denken aan de kaas van de paters van Citeaux) en een blauwschimmelkaas. Prachtige kaasjes, vol van smaak. Jammer dat dat laatste overrijp was.
Het bier had ik al eens eerder ten geschenke gekregen van Ans en Hijn. Ik kocht nu een Grand Cru. Evenals de vorige keer kon het mij niet bekoren. Het voldeed zeker niet aan de standaard van “het beste wat België te bieden heeft”. Enfin, proef het zelf maar.
Verder werden er allerlei zaken verhandeld uit de omgeving van de abdij.
Het plaatsje Aubel ligt in een omgeving waar kwaliteitsspulletjes vandaan komen. Er wordt volop biologisch geboerd. Met name de boter en de appel/perenstroop zijn wereldberoemd (in België). Kwaliteitsspullen zoals je ze nog zelden vindt. Ellen ontdekte een soort van kersenconfiture van een heel oud kersenras. We schrijven er nog over. Alleen dat al is een bezoek aan de streek waard.
Maar ook zonder dit doet de omgeving zijn naam alle eer aan. Waarlijk een Vallei van God…

luxherfst 004  luxherfst 003

Voor we afreisden aten we nog wat in de herberg. Eenvoudige doch voedzame maaltijden worden daar geserveerd tegen heel schappelijke prijzen. De helft van het gezelschap koos voor een schotel met kazen, worsten, salade en bruin brood. De andere helft nam het menu van de dag: een stukje vis in een uitstekende saus, groentjes en aardappelen (€ 7,50). De Keizer van Monera hield het bij het snoepen van een Limburgse vlaai.
We zullen er nog vaak komen, in die Vallei van God…

¢ paul

Puy linzen met spekjes…

 

linzen en paarse aardappelen 007

Deze zomer kochten we linzen in de buurt van Puy. Linzen met een AOC keurmerk. Maar ooit komt aan de voorraad een eind, vanavond de laatste portie! Volgend jaar moeten we beslist wat meer van deze superlinzen kopen.

De linzen wassen, opzetten met koud water en ongeveer 20 minuten koken.
Gebruik 6x het volume van de linzen aan water, dan zwemmen ze ruim in het kookwater
Voeg een teentje knoflook en een blaadje laurier toe. Zout pas in de laatste 5 minuten.
Giet de linzen af en leg ze op een schaal.
Bak intussen een paar plakjes spek knapperig en leg ze op de linzen.
Bak in het spekvet een uitje, in ringen gesneden en een fijngesneden teentje knoflook even lichtbruin.
Giet het spekvet met de ui en knoflook over de linzen.

Wij aten er sausijsjes bij van de biologische varkens:
De sausijsjes even rondom bruin gebakken, daarna een uitje toegevoegd. Dan nog 15 minuten laten stoven.

En gekookte paarse aardappeltjes, maar daarover later meer…
Natuurlijk espresso toe!
© ellen.

Paarse aardappelen…

 

linzen en paarse aardappelen 001

Jamie Oliver maakt furore met zijn eigen gekweekte paarse wortels, wij probeerden vanavond paarse aardappelen!
Toen we vorige week in Florenville de beroemde Plates de Florenville kochten, zag ik bij de aardappelhandel ook een klein kistje staan met paarse aardappelen. In de hectiek vergat ik helaas op te schrijven wat de naam was van deze bijzondere soort. Violetta of iets dergelijks herinner ik mij.
Ik kocht  2 kilo van deze paarse aardappelen om eens te proberen.
Vanavond heb ik ze om te beginnen maar eens heel simpel gekookt.
Eerst geschild, dat bleek al een heel vervelend klusje. Het zijn langwerpige aardappelen met flink wat kuiltjes. Na het schillen en na een paar keer wassen, zijn mijn handen nog steeds een beetje blauw!

paarse aardappelen 010
voor de foto een paar aardappelen gewassen en een paar niet. Je ziet de vette klei van Florenville!

De aardappeltjes daarna opgezet met koud water en krap 20 minuten gekookt met een heel klein beetje zout. Afgegoten en op een schaal geschikt.
Voor het effect een paar uienringetjes erover gedrappeerd en wat vers gehakte platte peterselie.
Heel mooi! Je hebt zo wel iets bijzonders op tafel!
Deze aardappeltjes behouden ook na het koken een prachtige paarse kleur.
Spectaculair van smaak vonden wij ze echter niet. Een beetje zoet. Sommige een beetje melig zelfs.
Misschien had ik ze wat korter moeten koken. Misschien zijn ze beter geschikt om te verwerken in een salade. Misschien was het ook gewoon geen topkwaliteit.

Ik bewaar de rest koel en ga daar nog een ander gerecht mee maken.
Wordt vervolgd!!!
© ellen

Plates de Florenville…

 

plates

Paul schreef het al, we kochten aardappeltjes in Florenville (B). Het zijn beroemde aardappeltjes. De hele oogst wordt in één weekend verhandeld op de grote jaarlijkse aardappelmarkt. Een paar jaar geleden zijn we bij toeval op het aardappelfeest beland en proefden ervan. Paul schreef er hier al eens over.
Na alle uitspattingen van de afgelopen dagen hadden we zin in heel gewoon eten vandaag. Maar heel gewoon kan bijzonder lekker zijn als je de juiste ingrediënten gebruikt.
Gewoon gekookte aardappeltjes, de plates de Florenville. Koken, afgieten en een beetjes vers geplukte peterselie erover.
Erbij sperzieboontjes van de biologische markt in Luxemburg, gekregen van onze buurvrouw op de camping. En een karbonaadje van de biologische Sumiranvarkens. De karbonaadjes aan beide kanten bruin gebakken, een uitje in ringen gesneden, even meebakken. Een paar flinke lepels grove mosterd erbij en wat bouillon. Even stoven en de saus afgemaakt met een scheut room.

Natuurlijk dronken we espresso toe!
© ellen.

Over Truffels…

 

truffelschaaf 005

Een van de leuke kanten van een web-log is dat het interactief is. Lezers reageren op artikelen, lezers reageren op elkaar. Wij van het Ministerie beantwoorden serieuze vragen, danken hartelijk voor complimenten en nemen met belangstelling kennis van tips. We doen dat meestal net zoals de lezers, onder de betreffende artikelen.
Soms echter moet het anders. In het geval van beledigingen of flauwiteiten donderen we de reacties gewoon weg. Maar soms komen we ook misverstanden, vooroordelen en fouten tegen die de moeite waard zijn om er extra aandacht aan te besteden. Denk bijvoorbeeld aan het paddenstoelenartikel van Ellen.

Enkele dagen terug verscheen er een reactie op het artikel dat Ellen al weer lang geleden schreef over truffelolie.

Petra (?) schrijft:
truffelolie bestaat niet, de truffel geeft nooit smaak af, de olie die jullie kopen is olijfolie met een chemisch goedje dat op truffellijkt, proef maar eens pasta met gerapte verse truffel dan weet je wat echt lekker is
petra

Enfin… Je denkt er even over na, je zoekt nog eens wat op, je vraagt je af of je iets over het hoofd hebt gezien. En je komt tot de conclusie dat iemand foute informatie op je web-log plaatst. Reden om te antwoorden.

Truffels zijn paddenstoelen. Ze behoren tot het geslacht Tuber en er zijn nogal wat soorten. Ook in Nederland komt de truffel voor. De meeste van onze soorten zijn zeldzaam en weinig geschikt als consumptiepaddenstoel. Dat ligt heel anders in stukken van Frankrijk en Italië. Daar wordt volop gezocht en gevonden. Er zijn in die landen ook controlesysthemen ontwikkeld om te zorgen dat de soorten niet uitgeroeid worden door overpluk. Het kweken van truffels gebeurt intussen mondjesmaat, maar het houdt niet écht over. In tegenstelling tot bij andere paddestoelen groeien de vruchten van de truffel onder de grond. Het is dus ingewikkeld om ze te vinden en ze te oogsten. Het zoeken gebeurde vroeger met varkens, tegenwoordig met honden. De relatieve zeldzaamheid, de onwaarschijnlijk lekkere smaak en de ingewikkelde manier van oogsten maken dat een truffel een klein fortuin kost.
Tegenwoordig worden er vaak en veel truffels geïmporteerd uit China. Die zijn goedkoper, maar smaken nog niet een fractie van de “echte” truffel, hoewel ze wel als zodanig worden aangeboden.
Wil je “echte” truffels: betrek ze van de bonafide handel!

Er schijnen mensen te zijn die er niet van houden, maar ik ken ze niet. Heb je eenmaal truffel geproefd, dan raak je in de ban van die typische delicate smaak. Je vergeet hem nooit meer. Je zult hem altijd herkennen, in welk gerecht dan ook.
Een paddenstoel is beperkt houdbaar, dat geldt ook voor truffels. Je moet ze dus conserveren, wil je geur en smaak buiten het oogstseizoen óók kunnen gebruiken.
Sinds jaar en dag gebeurt dat door gebruik te maken van vetten.
Op de markt in Arlon, de Schone stad Aarlen, staat bijna elke week een paddenstoelenhandelaar op de donderdagmarkt. Hij biedt getrufeerde boter aan. De verwerking is van hemzelf. Niks toegevoegde chemie. We mochten al menig potje bij hem kopen.
Verder wordt in Frankrijk en Italie al sinds mensenheugenis olijfolie gebruikt om de smaak en geur van van truffel op te slaan voor mindere tijden. Vroeger deed men dat thuis of in de restaurantkeuken, vandaag de dag laat men het over aan gespecialiseerde  bedrijven.
Er zijn nog andere methoden om te conserveren. Inblikken is bijvoorbeeld een goede manier.

Petra schrijft dat truffel nooit smaak afgeeft. Dat is natuurlijk baarlijke onzin. Truffel is bij uitstek een smaakgever.
Truffelolie bestaat niet, zegt ze. Nou, reken maar dat die wel bestaat!
Nogmaals, vetten, olie, boter zijn bij uitstek geschikt om te fungeren als drager van smaak en geur. In de parfumindustrie, in de keuken.
Het Ministerie conserveerde regelmatig eekhoorntjesbrood op olijfolie. Reken maar dat die olie naar paddenstoelen rook en smaakte. Aan het conserveren van truffels zijn we nooit toe gekomen.

En ja hoor, het Ministerie at vers geraspte truffels op de pasta. En ook verse truffels in de omelet.  Onwaarschijnlijk lekker en aardig aan de prijs.
En dat geldt ook voor  truffelolie. Denk niet dat je een aardig potje koopt voor een euro of twee. Je hebt dan waarschijnlijk écht olijfolie met namaakchemie te pakken.
Schaf je olie aan bij een goede handelaar en betaal de prijs die er voor staat. Je zult er geen spijt van hebben.

Ik gebruikte voor dit artikel ook de kennis van Johannes van Dam, Mevrouw Born en de schrijvers van  Les Champignons de France, uitgeverij Solar.

Op de foto toont Ellen onze truffelschaaf. We schaften hem een paar jaar geleden aan tijdens die prachtige week in Wenen. Niet omdat we zo vaak truffels schaven, maar gewoon, om te hebben…

¢ paul

Spaghetti…

 

pasta 002

Voor de avondmaaltijd maakte ik een eenvoudige  pastasaus.
Gewoon een uitje in de pan, twee tenen fijngehakte knoflook erbij, goed varkensgahakt en een paar in blokjes geneden tomaten. Ik kruidde het mengsel met wat oregano en een kneepje uit de tube.

Er stond nog een pesto-achtige saus met olijvenpulp en gedroogde tomaten, daarvan gebruikte ik twee theelepels. Alles uit de losse pols. Afgemaakt heb ik het gerecht met peper en zout. Een tijdje sudderen en klaar was mijn saus.
Ik kookte de pasta en schepte die door de saus. Een bak sla completeerde de maaltijd.
We dronken een Merlot uit Chilie. (Waar kwam die fles nu weer vandaan?)
Tome de Savoye toe en daarna espresso.

We kochten vorige week een fors brok Parmasaanse kaas. Ik mag die graag raspen op de simpele zeskantige rasp. Dat gaat snel, handig en efficiënt. Onmisbaar, die Parmasan. Ten minste bij eenvoudige pastagerechten.

© paul

Goulash van vis…

30 januari 2007 deel twee 001

Vorige week schreef ik over pörkölt, de “droge” versie van Hongaarse goulash. Want: in Hongarije is goulash áltijd soep. De stoofschotel die in de rest van de wereld goulash wordt genoemd heet daar pörkölt.
Goulash wordt gemaakt van rund, paard, varken, lam en kip. Maar ook van vis. En dat leek me nu aantrekkelijk om eens te proberen.
Ik gebruikte zeebaars. Dat zal een Hongaar niet zo snel doen, ze hebben geen zee en zijn dien ten gevolge meer van de zoetwatervis. Maar voor dit gerecht kun je vrijelijk putten uit wat je aan vis voorhanden hebt.

Goulash van vis voor vier personen:
4 moten vis van minstens 200 gram elk,
1/2 liter visbouillon,
1/2 liter water,
2 uien,
1 paprika,
2 tomaten,
1 glas witte wijn,
1 forse eetlepel paprikapoeder (mild),
stukje spek in dobbelsteentjes,
klont boter,
2 tenen knoflook,
1 gedroogd pepertje,
1 lkeine theelepel kümmel (kaewijzaad),
gehakte peterselie,
beetje room.

Ik sneed de uien in ringen en liet ze samen met het spek, de knoflook en het pepertje in de pan uitzweten.
We hadden geen visbouillon op voorraad, dus gebruikte ik visfond van AH. Die deed ik samen met het water, de wijn en het karwijzaad bij de uien. Dan de in slierten gesneden paprika erbij en de tomaten (in blokjes). Ik bracht het geheel aan de kook en voegde het paprikapoeder toe . De soep liet ik ongeveer een half uur trekken om te zorgen dat de groenten hun smaak zouden afgeven. Toen dan mijn soepje de gewenste smaak had liet ik de moten vis in de pan glijden. In vijfentwintig minuten waren ze gaar.

Dit is een maaltijdsoep. We aten er brood bij, dat volstond. Hongaren gebruiken er traditioneel pasta met kwark en room achteraan. Het leek ons een beetje veel.
Een glas eenvoudige Auxerrois uit Luxemburg deed het er prima bij.
Stukje Munster toe en een kopje espresso met een blokje hele bittere chocolade.

© paul

Posted in vis

Marquês de Borba uit Alentejo…

 

luxherfst 125

De laatste avond in Luxemburg gingen we, zoals de traditie min of meer voorschrijft, uit eten in het Portugese restaurant Ribatejo in Wandhaff. Mooie kaart, uitstekende bediening, gemoedelijk maar Latijns druk, zeer zuiders.
De maaltijden waren erg divers, iedereen bestelde wat anders.
Hijn at een steak met een romige saus, Ans zuurkool met een zuiders tintje (en voortreffelijk varkensvlees). De Keizer van Monera hield het bij een kippetje, op Portugese wijze gegrild.
Ellen koos voor Picana, een rundvleesgerecht met ogenboontjes. Ik hield het bij een schoteltje gestoofde zeevruchten (visjes, mossels, garnalen, kokkels) in een knoflookrijke bouillon. Goed brood erbij, aardappelen, rijst en groenten.
Ik noteer het allemaal maar even, dit web-log is ten slotte ook ons archief…

Waar het artikel eigenlijk over gaat is de wijn van de foto. Een krachtige rode wijn uit Portugal, uit Alentejo. Het is een DOC wijn en dat staat voor beschermde productie en kwaliteit.
Het is des zomers bloedheet in Alentejo, 40 graden wordt vaak gemakkelijk gehaald. De wijn wordt gemaakt van de Aragonez en van de Tricadeira, druivenrassen die typisch zijn voor dat warme gebied. En je proeft dat aan de wijn. Kracht, aarde, overrijpe bessen, leder, je ruikt het allemaal, en je ruikt er heel veel van. In je mond voelt de wijn fluwelig en je proeft een slok nog lang na.
15 % alcohol geeft de wijn.
We betaalden in het restaurant € 17,- voor een fles.

Ikzelf hield het bij twee glazen lichte (10 %) Elbling. Ik at ten slotte vis en moest daarna het gezelschap heelhuids thuis brengen. Wel heb ik even geproefd en geroken. Ik ga er beslist voor terug, mijn tijd komt nog…

© paul