Er zijn nog heel andere delen van de abdij te tonen: de statige abdijkerk, het kasteelachtige hoofdgebouw. Maar ik houd nu eenmaal meer van de achterkant van de dingen. Dus laat ik je het poortgebouw zien, vanuit het binnenplein. In de stal rechts is tegenwoordig de herberg onder gebracht.
Op de heenreis naar Luxemburg deden we de abdij aan, we waren er nog nooit geweest. Hijn en Ans wel, het is min of meer hun vaste tussenstop geworden, wanneer zij richting het zuiden reizen.
De abdij ligt in de Voerstreek, tegen het plaatsje Aubel aan, in de Provincie Luik. En ook al is het er Waals, dus Franstalig, en heet het er officieel Abbaye-de-Val-Dieu, er bestaat nog steeds een Nederlandse naam: Abdij van Godsdal.
Ze werd gesticht in 1216 door Cisterciënser monniken en heeft een roerige geschiedenis achter de rug.
Het is de enige abdij in België die min of meer ongeschonden door de Franse revolutie kwam. Sinds 2001 wonen er geen paters meer in het klooster. De ruimtes worden gebruikt voor congressen, concerten en als toeristische trekpleister.
Wel worden nog de oude kloosterambachten van bier brouwen en kaas maken in ere gehouden. We kochten er een en ander. Een zachtromig kaasje (dat deed denken aan de kaas van de paters van Citeaux) en een blauwschimmelkaas. Prachtige kaasjes, vol van smaak. Jammer dat dat laatste overrijp was.
Het bier had ik al eens eerder ten geschenke gekregen van Ans en Hijn. Ik kocht nu een Grand Cru. Evenals de vorige keer kon het mij niet bekoren. Het voldeed zeker niet aan de standaard van “het beste wat België te bieden heeft”. Enfin, proef het zelf maar.
Verder werden er allerlei zaken verhandeld uit de omgeving van de abdij.
Het plaatsje Aubel ligt in een omgeving waar kwaliteitsspulletjes vandaan komen. Er wordt volop biologisch geboerd. Met name de boter en de appel/perenstroop zijn wereldberoemd (in België). Kwaliteitsspullen zoals je ze nog zelden vindt. Ellen ontdekte een soort van kersenconfiture van een heel oud kersenras. We schrijven er nog over. Alleen dat al is een bezoek aan de streek waard.
Maar ook zonder dit doet de omgeving zijn naam alle eer aan. Waarlijk een Vallei van God…
Voor we afreisden aten we nog wat in de herberg. Eenvoudige doch voedzame maaltijden worden daar geserveerd tegen heel schappelijke prijzen. De helft van het gezelschap koos voor een schotel met kazen, worsten, salade en bruin brood. De andere helft nam het menu van de dag: een stukje vis in een uitstekende saus, groentjes en aardappelen (€ 7,50). De Keizer van Monera hield het bij het snoepen van een Limburgse vlaai.
We zullen er nog vaak komen, in die Vallei van God…
¢ paul