Kerrie van Midden-Java…

nasi goreng en kerrie van midden Jawa

 

Na mijn gerommel in het afvalputje had ik trek gekregen, zin in iets ‘anders dan anders’. Ik had runderlapjes gekocht met het idee om ze te stoven met mosterd. Erbij snijboontjes en aardappelpuree. Niets mis mee, maar ik had opeens m’n zinnen gezet op iets exotisers. Ik besloot maar eens te zoeken in het boek van Beb Vuyk; “Groot Indonesisch kookboek”.

Ik kocht het boek ooit in een doos met drie klassiekers; “De klassieke Italiaanse keuken”, van Michella Hazan, “De nieuwe Franse keuken”, van Paul Bocuse en het boek van Beb Vuyk. Ik moet zeggen dat ik van deze drie klassiekers dit laatste boek het minste gebruik. Ik waag me zelden of nooit aan Indonesische gerechten. Niet omdat ik dit eten niet lekker vind, zeker niet. Misschien komt het omdat er hier in de buurt zoveel mensen wonen die vanuit hun eigen achtergrond, of die van hun vrienden en partners, zo vertrouwd zijn met deze keuken dat ik er maar niet aan begin om hun kookkunsten te benaderen. Maar goed, eens moet er een begin gemaakt worden…

Ik koos een recept met runderlapjes, en vooral een recept waarvoor ik alle ingredienten, op een spriet sereh na, in huis had. Dat is trouwens nog een moeilijkheid bij het koken van Indonesische gerechten. De lange lijsten met voor mij onbekende ingredienten. Bij de plaatselijke super zijn ze niet meer te koop. Je moet er voor naar een Toko. Vroeger boden de supermarkten hier nog wel wat kruiden te koop aan, tegenwoordig zijn er alleen nog kant-en-klaar-pakketjes te koop. Ik maakte mijn eigen kruidenmengsel en stampte dat in de vijzel zoals het in het boek stond. Eigenlijk helemaal niet moeilijk. Gewoon even aan beginnen!

vijzel 005

De vijzel, ook wel tjobèk genoemd, heb ik lang geleden geërfd. Kon ik die eindelijk eens gebruiken voor het doel waarvoor hij gemaakt is!

  • 2 eetlepels olie
  • 500 gram rundvlees
  • 1/4 blok santen
  • Kruiden:
  • 3 eetlepels uien, fijn gesnipperd
  • 2 teentjes knoflook, gesnipperd
  • 1 eetlepel sambal oelek
  • 2 theelepels ketoembar
  • 1 theelepel djinten
  • 1 theelepel laos
  • zout
  • 2 theelepels koenjit
  • 1 spriet sereh

Wrijf de uien, de knoflook en de sambal, de ketoembar, de djinten, de laos, wat zout en koenjit met elkaar tot een brij. Bak dit kruidenmengsel in de olie. Snijd het vlees in blokjes en laat even meebakken. Voeg er 3/4 liter water, het blok santen en de sereh bij. Laat het gerecht stoven tot het vlees gaar is en het vocht tot ongeveer de helft is ingedampt. Serveer met witte rijst.

© ellen.

Madeleine…

vakantierestanten

Hij doopte een madeleine-koekje in de bloesemthee, proefde en rook, en als bij toverslag trokken alle beelden uit zijn jeugd aan zijn geestesoog voorbij. Ik heb het over de beroemde “madeleine-scene” uit Prousts À la Recherche du Temps Perdu. Ik heb het boek nog steeds niet gelezen. Het prijkt ergens op mijn verlanglijst, vrij hoog zelfs. Maar de pakweg 3000 pagina’s die het munuscript telt schrikken me ook af.

Wel had ik al eens een madeleine geproefd. Uit het assortiment van Verkade, de Beukelaer of een andere koekenbakker. Ik vond er niet veel aan. Moest je daar nou zo’n drukte om maken? Had Marcel Proust niet beter een andere metafoor kunnen bedenken om zijn jeugdherinneringen aan op te hangen? Tja, dát dacht ik. Tot ik die madeleines van Lea Linster proefde…

Ellen had me er al eens over verteld, over die madeleines van Lea Linster. Ze worden elke dag vers gebakken in haar restaurants. Mevrouw Linster beschouwt de madeleine als haar uithangbord, als haar pièce de résistance.

Na elke maaltijd worden ze geserveerd, bij de koffie. En is de restaurantbezoeker enthousiast geraakt over het kleine cakeje, dan kan hij het, in kadoverpakking gehuld, meenemen naar huis. Wel geldt de stelregel: op de dag dat ze gebakken worden zijn ze op hun best.

Een knapperig bruin huidje aan de buitenkant, van binnen goudgeel. Geurend naar amandel en een vleugje citroen. Het smaakt naar cake, maar fijner. Vreemd genoeg laat Lea Linster in haar receptenboek Best of Lea Linster, Cuisinière het citroenrasp helemaal weg. Terwijl ik toch écht dacht dat ik citroen proefde…

Enfin, ik zal geen boze dingen meer denken over madeleines. Zoals altijd kun je niet generaliseren, het komt aan op de kwaliteit van de dingen. Bij de espresso-toe hoorde een klein bolletje vanille-ijs en een staafje schuimgebak. Maar het hoogtepunt was toch dat kleine bruine ding.

Overigens, waarom denk je dat het nieuwe paviljoen van Mevrouw Linster “Madeleine” heet?

© paul

Hoe een piepklein schroefje kan leiden tot…

schroefje van de koffiepot

Tja, vandaag was zo’n dag… Zo’n dag waarop alles, maar dan ook alles, verkeerd gaat… Zo’n dag dat je eigenlijk maar beter de hele dag in bed had moeten blijven… Eerst in alle vroegte opgespaarde, vervelende klusjes afgehandeld…, een paar spijkerbroeken korter gemaakt, een stoel gerepareerd, twee manden was weggewerkt …, lege flessen, blikjes, melkpakken enzovoorts weggebracht…, boodschappen voor het weekende gedaan bij de super…, samen met Hond Max nóg een keer naar de super om de ‘vergeten’ boodschappen te halen… Tijd voor een kopje koffie…, even de koffiepot schoonmaken…, en dan begint de ellende pas goed!

Ik liet het piepkleine schroefje dat de doordrukstaaf en de zeefjes bij elkaar houdt in het gootsteenputje vallen…Dat schroefje is onmisbaar en nagenoeg onvervangbaar… “Help!”… Hielp niet, geen mens in de buurt…, wat te doen?…

Eerst maar eens geprobeerd met twee prikkertjes om het nog zichtbare schroefje boven te halen…, resultaat: het schroefje zonk nog verder in de diepte… Toen met een grote schroevendraaier het rooster in de gootsteen losgedraaid in de hoop dat het schroefje zo op te vissen zou zijn…, resultaat: het schroefje zonk nog dieper weg en water plensde in het keukenkastje onder de gootsteen…, even dweilen dus maar!

de afvoer onder de gootsteen

Daarna toch maar alle moed bij elkaar geraapt en de grote chiffon losgedraaid, emmer eronder gezet, en even hoopvol getast naar het begeerde schroefje…, niets…, het schroeje hing nog ergens tussen de eerste bocht en de splitsing… Er zat dus niets anders op dan er nóg meer water doorheen te jagen en dat met de grote plopper voort te stuwen…

En ja, na een half uurtje friemelen en een flinke sloot water kon ik het schroefje eindelijk opvissen, de keuken dweilen en koffie zetten…

schroefje van de koffiepot...

 

Kopje koffie toe!

© ellen.

Geheimzinnig gemberpotje…

gemberpot

Het was niet de eerste keer, maar eergisteren stond er weer eentje op de stoep. Verpakt in een krant en een plastic tas met daarop: Hartelijk Gefeliciteerd. Gewoon, een ingeduffeld gemberpotje, een weesje, een vondeling.

Nu zijn er nogal wat mensen die weten dat wij al sinds jaar en dag gemberpotten verzamelen, en ook zijn er mensen genoeg die weten dat Ellen vorige week jarig was. Maar dat verklaart slechts ten dele de verrassing aan onze voordeur. Enfin, de gulle gever zij dank. Ook dit exemplaar zal worden bijgezet in het gemberpottenmausoleum.

Ik schreef al eerder over gemberpotten, kijk maar in het archief.

© paul

Bacalao met prei en aardappelen: Purrusalda.

purrusalda

Eigenlijk had ik me voorgenomen om na het oogstfeest voorlopig geen aardappel meer aan te raken. Maar vandaag had ik mijn zinnen gezet op een Spaans gerecht met  Bacalao (stokvis in het Nederlands) en daar móeten aardappelen in. Ik kocht de stokvis in een Portugees winkeltje in Helmond. Het piepkleine winkeltje is maar een paar uur per week open. Ze verkopen onder andere vers brood en gebak, worsten kazen en hammen, wijn én Bacalhau*. Ze verkopen de stokvis gedroogd, maar ook diepgevroren. De diepgevroren bacalao is al geweekt en ontzout. Ik besloot de diepgevroren variant maar eens te proberen.

  • 300 gram stokvis ofwel Bacalao
  • 3 eetlepels olijfolie
  • 1 ui, fijn gesneden (ik gebruikte een rode ui omdat me dat wel mooi leek, maar de mooie kleur verdween helemaal. Een gewone ui is mooier).
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 4 middelgrote aardappelen in plakjes gesneden
  • 1 niet te dikke prei in stukjes van ongeveer 3 cm gesneden
  • 1 laurierblad
  • zout en peper
  • wat saffraandraadjes

Ik hoefde de vis dus alleen maar te ontdooien. Als je gedroogde vis gebruikt moet je de vis 48 uur weken in water. Het water 2 keer verversen.

Zet de vis op met een halve liter koud water en breng zachtjes aan de kook. Laat de vis 8 minuten garen. Haal het stuk vis met een schuimspaan uit de bouillon en laat het even afkoelen. Verwijder het vel en de graten en verdeel de vis in stukjes. Stamp in een vijzel de saffraan met wat bouillon fijn.

Verwarm de olijfolie en bak daarin de ui en knoflook tot ze glazig zijn. Schil de stukjes prei, de plakjes aardappel en de vis in de pan. Giet er de bouillon over en voeg het laurierblad, grof gemalen peper en eventueel zout toe. Voeg de safffraan toe en sluit de pan. Laat het geheel zo nog 25 minuten zachtjes garen.

Serveer met een stuk knapperig brood.

Kopje espresso toe!

* in het Portugees schrijf je Bacalhau, in het Spaans Bacalao, in het Italiaans Baccalá, in het Frans Morue sechée.

© ellen.

Oogstfeest deel 3.

oogstfeest 2010

Vraag me geen exacte recepten van de oogstfeestmaaltijd. Ik heb tussendoor geen tijd gehad om ingredienten op te schrijven of precies te wegen. Alles gewoon uit de losse pols dus, met wat er in de tuin geoogst was of nog stond. Ik had van tevoren wel een soort menu bedacht; vooraf soep van aardappelen, prei en wat spekjes en als hoofdgerecht aardappelsalade, gestoofde uien en verse worst. Vrijdag gingen de Jongste Bediende en ik eerst maar eens naar de Sumiranboederij om verse worst te kopen en zelfgerookt spek. Moeilijk om een schatting te maken hoeveel worst er gekocht moest worden. Wij dachten aan zo’n 20 cm per persoon, Irene, van de Sumiranboerderij rekende in onsjes. We waren het erover eens dat we dan op zo’n zes kilo verse worst uitkwamen. Een flinke portie zal je zeggen. Dat is ook zo maar op een oogstfeest moet stevig gegeten en gedronken worden dachten wij. Het stuk spek was ongeveer 700 gram, dat bleek maar net genoeg.

Zaterdagmorgen om 9 uur begon ik met het bakken van de worsten. Telkens in twee normale braadpannen aanbraden en als ze mooi bruin waren, de worsten in een enorme braadpan overgedaan. Wat vocht in de grote braadpan om aanbranden te voorkomen en zo verder gaar laten worden. Om half tien leverde de Jongste Bediende 20 kilo aardappelen, 1 kilo prei en 8 kilo uien.

oogstfeest 2010

Hond Max vond het weinig interessant; geen vlees te ruiken! Even na tienen begonnen de hulpploegen Maartje en Maja met het schillen van de kist aardappelen. Zo’n kleine twintig kilo om daarna over te gaan op het pellen en snijden van de uien. De Jongste Bediende moest nog een aantal keren op en neer rijden, peterselie vergeten, één grote pan tekort. (De grote pan werd gewoon even bij het plaatselijke Griekse restaurant van het fornuis gehaald.)

De uien werden in grove ringen gesneden en ik stoofde ze in drie grote schalen, één voor één in de oven op 200 graden. Ik sprenkelde er vooraf wat olijfolie, peper en zout en balsamicoazijn over. Dat bleek wat droog te worden en ik goot er per schaal een flesje bokbier over. Dat bleek een prima vondst!

Ik kookte in een grote pan ongeveer 4 kilo aardappelen. Toen de aardappelen gaar waren een paar stukjes uit de pan geschept en even apart gehouden. De rest met de staafmixer gepureerd. De gesneden prei erbij en de stukjes aardappel en even laten garen. Op smaakt gebracht met peper en zout en een handvol gerookt spek. Vlak voor het opdienen nog drie bekertjes crème fraiche erdoor geroerd en klaar was de soep.

De rest van de aardappelen verwerkten we tot aardappelsalade, op verzoek van Marleen op de Saksische manier. Een heel karwei om al die aardappelen te schillen en te koken, maar vooral het afgieten van die enorme pan gaf even een probleem…Stom dat had ik vooraf moeten bedenken. De pan was te groot om af te gieten in onze gootsteen! Gelukkig kreeg Het Kind een heldere ingeving; het bad! (onze badkamer ligt naast de keuken dus dat was wel te doen.) Met ons tweeen goten we de piepers zonder ongelukken af. Daarna snel de aardappels in plakjes gesneden en tot salade verwerkt.

Om twee uur waren we helemaal klaar, én was de keuken pikobello gepoetst en aan kant. De Jongste Bediende reed nog een aantal keren op en neer om de hele maaltijd te vervoeren en het feest kon beginnen!

oogstfeest 2010

Maartje en Maja, jullie waren geweldig! Nogmaals bedankt. En natuurlijk ook dank aan Het Kind voor de hulp en de last-minute boodschappen!

© ellen.

Oogstfeest deel 2…

oogstfeest 2010

En een oogstfeeest zou er komen! De datum werd ruim van te voren vastgelegd, de uitnodegingen verstuurd. Ellen kreeg de eervolle opdracht om een maaltijd te bereiden, er werden pakweg dertig gasten verwacht. Een maaltijd, wel te verstaan, gemaakt van de “eigen vruchten des velds”. En aldus geschiedde. Alleen de verse worst en het spek kwamen van de blije varkens.

Indachtig Maja’s verhalen over de kooktantes besloten wij tot een zelfde soort constructie. Het bleek een gouden greep. Ellen deed in de vroege ochtend het voorwerk en klokke tien stonden Maartje en Maja op de stoep. Om twee uur was de klus geklaard, de afwas aan kant en de keukenvloer gedweild. Je begrijpt lezer, die meiden houden we erin.

Het oogstfeest kende ook een formeel gedeelte. Met het hele gezelschap werd er bij aanvang vergaderd en het zaaiplan voor het komende jaar opgesteld. Ik was er niet bij, ik lag te slapen vanwege nachtdienst. Wel las ik nadien de ideeën van de vergadering omtrent toekomstige “vruchten des velds”. Rare jongens, die vrienden…

Over de maaltijd en de toebereiding zal Ellen je morgen schrijven.

© paul

oogstfeest 2010

Oogstfeest deel 1.

de aardappeloogst

Paul schrijft: “Duitsers kunnen toveren met aardappelen”, helemaal mee eens. Maar nu moeten wij zelf ook gaan toveren met aardappelen. Dat komt zo: De Jongste Bediende en Marleen bouwden een huis. En toen dat huis klaar was begonnen ze aan de tuin. Om de grond te verbeteren zaaiden ze het eerste jaar lupinen en planten voor de lol ook wat prei. Een flink deel van de tuin is inmiddels beplant met heggen en bomen maar het grote middenstuk moest nog wat verbeterd worden. Dan kan je net zo goed aardappelen zetten. Veel leuker dan lupinen. En als je dan toch bezig bent, kun je ook wel wat uien planten…en snijbiet en zwarte Italiaanse kool en radijsjes en bonen en platte peterselie en selderie en ook nog maar wat prei…

de aardappeloogst

Marleen maakte een zaaiplan en het werk kon beginnen. Veel werk! Al wonen we hier op het Brabantse platteland, niet iedereen heeft een groententuin. Veel vrienden vonden het dus wel leuk om af en toe eens mee te helpen met het wroeten in de grond. Meestal kwamen we te laat en was het werk alweer klaar. De Jongste Bediende staat al om zes uur in zijn tuin te werken en als de hulptroepen dan om 8 uur, redelijke tijd toch, aankwamen, dan was het werk al bijna gedaan. Maar met de aardappeloogst werden toch alle hulptroepen ingezet. Het waren ook wel erg veel aardappelen! Naar schatting 360 kilo in totaal! En ook de opbrengst van de uien was geweldig, en platte peterselie is er zoveel dat het Griekse restaurant hier in het dorp al weken peterselie gebruikt uit de tuin van de Jongste Bediende.

de aardappeloogst

Met vereende krachten werden in voorgaande weken de piepers gerooid, de uien, de peterselie. Om niet de rest van het jaar met een onoverzichtelijk overschot aan groenten te blijven zitten deelden JB en Marleen een groot deel van de opbrengst inmiddels alweer uit aan vrienden en familie, vage kennissen en welwillende collega’s. En om alle helpers en hulpjes te bedanken voor hun min of meer belangeloze inzet richtten ze een oogstfeest aan.

© ellen

Kartoffelrestaurant Kiste in Trier…

trier

We hadden er al van gehoord via enthousiaste bezoekers, en we kwamen ook nog eens een bericht tegen in een voornaam Duist weekblad. Dat noodde tot onderzoek. Kartoffelrestaurant Kiste verwierf faam omwille van het feit dat ze daar een goede honderdvijftig aardappelgerechten op de kaart hebben staan. Het restaurant ligt in de binnenstad van Trier.

Nu moet je die honderdvijftig gerechten wel met een korreltje zout nemen, figuurlijk dan. Want gebakken aaardappelen met huisgemaakte zult en gebakken aardappelen met braadworst telt men als twee gerechten, terwijl de Bratkartoffeln natuurlijk uit één en dezelfde pan komen. Maar toch… We waren er wel van onder de indruk.

De keukenbrigade betaat uit negen koks, de bediening uit een veelvoud aan mensen. En op hoogtijdagen kunnen er ruim driehonderd bezoekers plaatshebben in het restaurant en min of meer gelijktijdig eten. We schrokken wel even van die aantallen. Zou dat niet uitnodigen tot gooi en smijtwerk? Betrof het niet gewoon een “vreetschuur” met een minimale variatie in de uitgeserveerde menu’s?

Nou, dat viel dus heel erg mee. De geserveerde gerechten waren kwalitatief goed. Dat wat men in Duitsland “Bürgerliche Küche” noemt, de oorspronkelijke keuken van de burgerlijke middenstand. In veel gevallen gebruikt het restaurant streekproducten. En ach, Duitsers kunnen toveren met aardappelen.

Toen wij er vandezomer aten zat het restaurant tjokvol. En toch hadden we nauwelijks het gevoel dat het druk was. De bediening was vriendelijk en had voor elke tafel voldoende aandacht. Ellen at er een in de schil gekookte aardappel, overbakken met kaas. Zo eenvoudig, zo lekker. Voor mij waren er twee worstjes (bloedworst en leverworst) uit een ambachtelijke slagerij iets verderop in de stad. Ze werden geserveerd met Kappes-Teerdich, een Trierer specialiteit van aardappelpuree en zuurkool. Heerlijk eten hoor, en de prijs was goed. We dronken er lokkale witte wijn bij, die was voortreffelijk.

© paul

bloedworst in trier

Paddenstoelengedachten op woensdagochtend…

boter met zomerttruffel

* Jarenlang stond hij iedere donderdag op de markt in Arlon (de Schoone Stad Aarlen) in het zuidelijkste puntje van België. Hij had een ruig baardje en lang pluizig haar op zijn kruin. Hij was heel klein van postuur. Het prototype van een kabouter. Niet alleen zijn uiterlijk maar ook zijn handel deden je vermoeden dat hij een uitgesproken exponent was van het sprookjesgilde van “kleine mannen”, hij deed namelijk in paddenstoelen. Allerhande soorten kweekspul, maar ook vers geplukte waar. Morieljes in het voorjaar, cantharellen in de zomer, boleten en russula’s in de herfst en in de winter stobbezwammetjes. Truffels, daar deed hij niet in. Hij vond de Europese te duur en die uit China van inferieure kwaliteit. Hij kocht slechts voor zichzelf een kleine hoeveelheid want hij truffeerde roomboter. Via een niet al te ingewikkeld procedee voorzag hij eerste kwaliteit roomboter van truffelsmaak. Een geweldige manier om met relatief weinig dure grondstof een delicate vetstof te maken. Die boter stopte hij in kleine potjes en dat was dan weer prima handel. Ik kocht altijd wel een voorraadje bij die man. Op een of andere manier is het kereltje verdwenen van de markt, ik heb er geen van idee waar hij is gebleven. Pogingen om zijn woonst te achterhalen liepen op niets uit. Ik moest onlangs weer aan hem denken toen ik bij een groothandel in lekkere etenswaar getruffeerde boter zag staan. In net zo’n klein potje, maar dan uit Italië. Ik maakte in de winkel het potje stiekum open, ik wilde de kwaliteit ruiken. Er is nogal wat kaf onder het koren en ik had er geen behoefte aan om met rommel thuis te komen. De prijs was fors, maar de geur overweldigend. Ik was meteen om. Sindsdien genieten we hier in huis weer met regelmaat van het gestolde goud. Een klontje op de pasta, een klontje op de biefstuk. En een klontje door de aardappelpuree. Mensengoedheid, je weet niet wat je proeft.

* Op de voorlaatste dag van augustus stond er een opmerkelijk artikeltje in het NRC. 17 doden door paddenstoelen kopte de krant. Later die dag hoorde ik dat het ook een item was in het televisiejournaal. Ik dacht meteen aan de voorliefde van Italianen voor de Keizerzwan, een kostelijke amaniet die in een bepaald stadium van zijn groei verwarrend veel kan lijken op andere én levensgevaarlijke exemplaren uit de amanietenfamilie. Ruim de helft van de Europese amanieten zijn eetbaar, en die Keizerzwam is een van de lekkerste paddenstoelen ooit. Maar je moet het niet willen, amanieten eten. Het hoeft maar één keer fout te gaan en je vertelt het niet meer na. Paddestoelen zijn vaak a-typisch in hun verschijningsvorm. Je moet heel zeker van je zaak zijn, wil je jezelf niet blootstellen aan verwisselingen. De Groene Knolamaniet, de Kleverige Knolamaniet,de Panteramaniet, prachtpaddenstoelen zijn het. En heus niet iedereen sterft na consumptie van deze, ook in Nederland voorkomende, giftige soorten. Maar ben je maar een beetje gevoelig voor de gifstoffen dan kun je het schudden. Niet doen dus!

Enfin, in anderhalve week waren er zeventien mensen omgekomen bij de paddenstoelenpluk en niet door consumptie van giftige exemplaren, begreep ik uit het artikeltje. Met name in bergachtige streken waren de meeste plukkers gesneuveld. Uitgegleden op smalle bergrichels, in afgronden gedonderd, in grotten verdwaald. In Italië is, zoals in de meeste paddenstoelenlanden, wel een en ander geregeld ter bescherming van de planten. Er bestaan paddenstoelenreservaten, plaatsen waar niet geplukt mag worden. Maar dat trekt dan weer stropers aan. Volk dat des nachts, gekleed in camouflagepak, in het pikkedonker op zoek gaat naar de begeerde etenswaar. Tja, dat is natuurlijk vragen om moeilijkheden. Zeventien doden in knap één week.

Ik overdacht de risico’s die ikzelf loop bij de paddenstoelenpluk. Die vallen gelukkig nogal mee. Ik heb wel eens een nat pak gehaald omdat ik mezelf niet kon houden, terwijl ik poogde om een prachtexemplaar te plukken op de schuine oever van een meertje. En ik werd bijna door een tractor overreden omdat ik té druk doende was, té hebberig misschien… En het risico van giftige paddenstoelen plukken ga ik consequent uit de weg. Ik ken ze echt allemaal, de goede én de slechte amanieten. Ik kan ze bij naam noemen, vaak zelf bij hun Latijnse aanduiding. Maar ik laat ze staan, hoe veelbelovend de verhalen over de “goede ” amanieten ook zijn. En hetzelfde geld voor de andere risico-families. Ik ben niet gek!

* Kijk ik naar buiten dan oogt het grauw. Er zal nog wel een spatje regen vallen. Maar voor de komende dagen wordt er volop zon verwacht. Het zal nog wel een weekje duren voordat ik mijn wintervoorraad bij elkaar kan sprokkelen. Maar wacht maar lezer, komt er regen, dan komen er paddenstoelen. Oh, wat houd ik toch van de Herfst…

© paul

boleten 005