Hoera, vandaag is Toon jarig! Toon van harte gefeliciteerd. Een dikke zoen en tot vanavond!
Monthly Archives: September 2008
Kemper Hoen
Vandaag het Kemper Landhoen, ik had er al veel lovende woorden over gelezen.
Bijna te mooi, zou dat niet tegenvallen?
Op de verpakking staat: De hoenders van Herman Kemper worden op ecologisch
verantwoorde wijze gehouden. Het voer bestaat uit biologisch geteelde granen.
Natuurlijk zonder toevoegingen. De hoenders kunnen genieten van het achterhoekse
landleven.”
Klinkt prima en het hoen zag er ook prima uit; een mooie krachtige, brede
kip, van ruim anderhalve kilo. Natuurlijk veel teveel voor ons vandaag, maar de
restanten van gegrilde kip laten zich de volgende dag, heel goed verwerken in
een salade. (wordt vervolgd dus)
Ik besloot de kip vandaag heel simpel te
grillen. Een hele citroen in de kip, samen met een flinke tak rozemarijn. De kip
aan de buitenkant insmeren met olijfolie en in de oven. Ik grilde de kip ruim 1
1/2 uur. Daarna besprenkeld met een mengsel van olijfolie, knoflook en grof
zeezout. Dan nog een paar minuten grillen en de kip uit de oven halen, een
minuut of vijf laten rusten en opdienen.
Wij aten de eerste hap,… en werkelijk…een Goddelijke smaak! Prachtige
structuur, mooi stevig vlees, niet vet, in één woord; heerlijk!!!
Dit Kemper landhoen komt hier nog vaak op tafel. Dit
is een kip zoals kip hoort te smaken.
Erbij aten we een puree van broccoli. 500 gram broccoli snel gaarkoken en
afgieten. een klein bekertje creme fraiche erbij en er met de staafmixer puree
van maken. Breng de puree op smaak met wat versgemalen peper, nootmuscaat en een
beetje fijngehakte peterselie.
En een kopje espresso toe!
© ellen
Salade met Kemper hoen
We lopen een beetje achter op dit weblog. Het kwam er gewoon even niet van om
verslag te doen van Eten en Drinken op Het Ministerie. Druk, druk, druk. Met
logeerkind, logeerhond, feestjes, bezoek, Gemerste Jaarmarkt , tussendoor werk,
enzovoorts, enzovoorts.
Ik beloofde nog de restverwerking van het Kemper Hoen te beschrijven. Die was
niet erg spectaculair, ook al wegens druk druk, maar ik schrijf het toch maar
even op. Deze kip was ook de volgende dag heerlijk. Als ik een hele kip rooster
blijft meestal het borstvlees over. Dat laat zich prima verwerken in een salade.
Dat kan heel simpel zoals ik zondag deed, of met allerlei toevoegingen. Altijd
lekker. Het enige dat belangrijk is is dat je goed vlees gebruikt. Van een
plofkip kan je geen mooie salade maken. Begin dus met een goede kip of hoen.
Gril de kip, of het hoen. Eet de pootjes en de vleugeltjes en bewaar de rest
voor de volgende dag. Neem dan het borstvlees van het karkas, geef de hond de
velletjes en de drelletjes en snijd het borstvlees in dikke plakken.
Maak dan een salade, ik gebruikte zondag Romeinse sla, per persoon een
kropje.
Vier rijpe tomaten, in partjes gesneden Een mooie verse zomer ui
Een dressing van, heel simpel: olijolie, wat citroensap, versgemalen peper en
zout.
Dan kun je de salade verder aanvullen met bijvoorbeeld olijfjes, kappertjes,
reepjes ansjovis, artisjokkenhartjes, stukjes gekookte aardappel, plakjes
komkommer, en wat er nog meer te verzinnen valt. Oja, wel altijd wat peterselie!
Wij aten er wat gebakken aardappeltjes bij en knapperig stokbrood, met een
beetje zelfgemaakte mayonaise.
En natuurlijk een kopje espresso toe. © ellen
Lamskarbonaadjes en Venetiaanse kool…
We hebben een logé vandaag en dan wordt er natuurlijk gekookt wat de logé het
lekkerste vindt. Dat is nogal moeilijk in te schatten als zo’n logé ook nog eens
puber is. Soms zijn ze opeens vegetarisch, of anti- groenten, of
anti-weet-ik-wat. Eén ding weet ik zeker; onze gast Julia is altijd te verleiden
met een sappig kippenboutje.
Helaas was onze voorraad biologische kip helemaal op. ( We moeten morgen weer
eens gaan inkopen bij de Sumiranboerderij.)
Om toch een mooie kip op tafel te
zetten togen we vandaag naar Uden. Daar zou men het Kemper Landhoen verkopen. Ik had al veel moois
over deze kip gelezen en wilde nu wel eens proeven.
De Poelier in Uden verkocht inderdaad Kemper landhoen, maar diepgevroren. Te
laat om vandaag nog te ontdooien en klaar te maken. Het hoen eten we morgen,
vandaag een andere favoriet van Julia; lamskarbonaadjes!
Erbij aten we Venetiaanse kool. Een mooi gerecht,
langzaam gegaard. Het recept schreef ik hier al eens.
Lamskarbonaadjes, onze gast is er dol op, en een paar gebakken aardappeltjes.
Een toetje was ik gewoon vergeten. Wij eten meestal een stukje kaas als dessert.
Ik was even vergeten dat de meeste kinderen daar niet zo dol op zijn. Morgen
beter Julia!
Wij dronken nog een kopje espresso toe met een stukje chocolade. Paul 86 %,
Julia en ik een stukje met sinaasappel en cranberries. Daarna een film:
Choclate…
© ellen.
Een zwoele zomeravond…
Intussen zijn er liters regenwater gevallen. En voor het weekend ziet het er
ook al niet best uit.
Maar dan gisteravond! Een zwoele zomeravond was het,
een zomeravond zoals we dit jaar slechts een enkele maal mochten beleven. Het
was ook beslist de laatste van dit jaar…
En juist op deze avond namen Marleen en de Jongste Bediende ons mee uit eten.
We streken neer in de tuin van Kastanjehof, dat statige restaurant aan de
Heuvel, in ons eigen dorp. We zaten er tot na twaalven in onze hemdsmouwen,
omringd door oude pijnbomen in een feeëriek licht. In de vijver waagde zich zo
nu en dan een karper boven het oppervlak, vleermuisjes fladderden rond de toppen
van de bomen. Zo’n zeldzame avond…
Ganzenlever at ik, op drie verschillende manieren bereid, terwijl Ellen een
half kreeftje nam. JB hield het bij carpaccio met truffel en Marleen koos rode
mul met een lepeltje risotto. En dit was nog maar het begin.
Ellen en JB
namen als hoofdgerecht een tournedos met truffelpuree, Marleen koos zeeduivel en
voor mij kwam er eendenborst met rozevalaardappeltjes in een saus van PX
sherry.
En ten slotte kaas, taartjes en tiramisu.
De maaltijd werd
rijkelijk besproeid met witte Pinot uit de Elzas, met calvados, jenever en
port.
Marleen en JB hadden zich voorgenomen ons op deze manier te danken voor
bewezen diensten. En wij voelden ons zeer vereerd.
© paul
Stoofschotel van kip en inktvis…
Eergisteren grilden we snel wat vlees op ons houtskoolconfoortje. Ellen
maakte een groentegerecht van twee soorten sla, bosuitjes, veel verse koriander,
Thai-saus en een gefermenteerde vissaus. Heel snel, heel smakelijk. Het Kind en
de Jongste Bediende pikten een graantje mee en allen waren aan het eind van de
avond voldaan en tevreden.
Gisteren dan gebruikte ik wat er nog aan restjes in huis was. Ik maakte er
een mooi stoofschoteltje van.
Het gerecht voldeed voor twee personen.
300 gram kippenvlees (filet),
1 blikje inktvis (240 gram),
125 gram
Spaanse bloedworst,
1 uitje,
2 tenen knoflook,
1 grote vleestomaat (400
gram),
2 gedroogde pepertjes,
2 takjes tijm,
1 afgestreken eetlepel
kerrypoeder,
olijfolie,
peper en zout,
verse peterselie.
Bak de fijn gehakte ui en de grof gehakte knoflook in de olie glazig. Voeg nu
het in dobbelstenen geneden kippenvlees toe en de bloedworst. Schep het vlees
om zodat het aan alle kanten bakt. Is het bijna bruin, bestrooi het vlees dan
met het kerriepoeder en laat het heel even meebakken. Voeg nu de fijngehakte
tomaat toe, de pepertjes, de tijm en de inktvis. Maak af met peper en zout. Het
gerecht is klaar wanneer het kippenvlees gaar is, maar langer stoven komt de
smaak beslist ten goede.
Opmerkingen:
De inktvis in blik lag in een dikke saus van inkt en ui, dat
was dus allemaal te gebruiken in de stoofsaus. Gebruik je inktvis in olie, laat
het vlees dan uitlekken en gebruik de olie niet. Je schoteltje zou te vet
worden.
De Spaanse bloedworst die ik gebruikte is van het zachte soort. Je
kunt hem zo uit het vuistje eten, maar doorgaans gebruikt men zulke worst om mee
te laten stoven in schotels en soepen. De worst valt wat uiteen en zorgt voor
een mooie binding van de saus.
Ziet je gerecht er wat te grauw uit, gebruik
dan wat tomatenpuree om de kleur te corrigeren.
Aangezien in zowel de inktvis
alsook in de worst zout is verwerkt dien je voorzichtig te zijn met extra zout
toevoegen, het is al snel teveel.
We aten er gebakken aardappeltjes bij en spekbonen.
© paul
Duitse worstjes…
Worstjes? Ik verzamel ze!
Ik maakte je al eerder deelgenoot van mijn liefde voor worsten en worstjes. Kom ik ze tegen, en heb ik maar enigszins het idee dat ze
kwaliteit hebben, ik zal ze aanschaffen. En door de jaren heen weten de vrienden
en vriendinnen mij in mijn hobby te ondersteunen. Altijd is er wel iemand die
tijdens de vakantie of op een “grote” reis iets voor me op de kop tikt. Ik zeg
dank en laat het me smaken…
Zorgvuldig liet ik de plastic zak door het huis slingeren, ik had de opdruk
van naam en adres nodig om dit artikeltje te schrijven. En zo zwierven er nog
wel wat “aantekeningen” door het huis.
Tot Ellen het zat was en duchtig
opruimde.
“Ook die plastic zak uit Trier?” “Ja, ook die plastic zak uit
Trier!”
Ik rommelde wat mismoedig in het kastje met oude tassen en ander
verpakkingsmateriaal, maar het was tevergeefs…
Wel kwam ik weer van alles
tegen dat te samen tot de start van een nieuwe verzameling zou kunnen
leiden.
En zo ging het altijd. Ik ben een notoire verzamelaar, zo een die
binnen de kortste keren verzuipt in zijn eigen rotzooi.
Met die worstverzameling gaat het overigens anders. Die vernietig ik zelf,
simpel door ze op te eten.
Vorig jaar at ik de laatste vakantieworst rond 7
september, dit jaar twee dagen later.
We waren vandezomer een paar maal in Duitsland, hét worstenland bij uitstek.
Ruim 300 soorten worden er Bundesweit aangeboden. Van eenvoudige knackwost tot
hoogst delicate worstjes van wild en truffel.
Ik loop me er altijd weer te
vergapen.
De worstjes van de foto vond ik in Trier, de meest noordelijke keizerstad van
het Romeinse Rijk, en toch o zo Duits. Karl Marx werd er geboren.
Naam en
adres van de slager zijn nu dus even zoek, en zo ook de namen van de worstjes.
Maar enkele details weet ik me nog te herinneren.
Sta je met je rug naar de
Porta Negra en loop je richting de oude binnenstad dan passeer je na een goede
vierhonderd meter aan je linkerkant een klein slagerswinkeltje met een twee
kleine uitstalramen. Het linkse ligt vol gestapeld met worsten.
De worsten
maken ze zelf, en dat doen ze al een goede twee honderd jaar. Ze gebruiken het
vlees van scharrelvarkens uit de Eiffel.
Het worstje op de voorgrond, dat vierkante, oogt het minst spectaculair. En
de smaak heeft wel iets weg van een doorsnee bierworstje. Behalve dan dat het
milder, voller en sappiger is. En écht bijzonder is de toevoeging van anijs aan
de farce.
Linksachter ligt het restant van wat een respectable bloedworst
was. Mild, sappig, tikje lever en veel marjoraan. En veel spekjes erin, die door
de tijd de smaak van de andere ingrediënten helemaal hebben opgeslobberd. Een
beste bloedworst.
Die wat grauwe, grijzige worst rechts, dat is er zo een die
ik bijschrijf in het Grote Boek van Wereldwosten. Waarlijk één van de culinaire
hoogtepunten van dit jaar. (“Worst als culinair hoogtepunt?” “Jazeker lezer,
worst als culinair hoogtepunt!” )
Er zit flink wat lever in, en nog andere
“Innereien”. Verder mager varkensvlees en een beetje buikspek. Heel licht
gerookt werd de worst, en daarna gedroogd. De smaak is veredeld met kruiderij,
maar ik durf niet te gokken wat het is.
De worst is wat rul, maar heel
sappig. De worst leent zich er, geloof ik, niet voor om ergens in te verwerken.
Gewoon zo eten, al dan niet met een stuk brood.
Het is niet zo erg dat ik naam en adres van die Worstenkoning kwijt ben. Ik
weet waar hij woont en ik zal hem nog vaker bezoeken. Wij komen regelmatig in
Trier, het is er goed toeven.
Je eet er uitstekend en ze branden er eerste
klas spiritualiën. Een deel van de jaarlijkse wijnopberngst van de Moezel wordt
er verhandeld en je kunt op talloze plaatsten snoepen van de nieuwe oogst. Er
zijn wijnfeesten en er zijn appelfeesten, er is een indrukwekkend Gallo-romeins
museum.
Trier is een flaneerstad, een slenterstad én, ik zei het al, Karl
Marx werd er 190 jaar geleden geboren. Zijn huis staat er nog.
© paul
Tagliata zonder truffel
Niet veel tijd om te koken vandaag. Paul gaat morgen nog even naar zijn oude
afdeling terug om afscheid te nemen van de mensen daar en hij wil ze op iets
lekkers bij de koffie trakteren. Ik maak vanavond Siciliaanse cake. Onze
avondmaaltijd moest dus een beetje snel en simpel. Janneke beschreef vorige week op haar weblog
een mooi gerecht; Tagliata. Een kalfs entrecôte met rucola en Parmezaanse kaas.
ik gebruikte vandaag een entrcôte van rund, één grote voor twee personen.
Eigenlijk moet er ook nog vers geschaafde truffel over, maar die heb ik even
niet op voorraad. Maar toch, even snel zo’n grote entrecôte grillen, wat ruccola
en goede kaas…snel en toch lekker, dat leek me wel wat.
Voor twee personen;
een grote entrecôte van ruin 400 gram
twee handjes
rucola
wat Parmezaanse kaas en daar mooie krulletjes van schaven
een
scheutje supergoede olijfolie
grofgemalen zeezout en zwarte peper.
De entrcôte zeker een uur op kamertemperatuur laten komen en dan aan beide
kanten grillen of bakken tot het vlees de juiste gaarheid heeft. ( de één wil
dit vlees rood de ander wat minder)
Laat het vlees dan een minuut of vijf
rusten en snijd het in reepjes. Strooi er de rucola de krullen kaas en peper en
zout over. Een scheutje olijfolie en klaar!
Wie in het gelukkige bezit is van
een truffeltje schaaft er dan ook nog wat dunne plakjes truffel over. Dat is
vast nóg lekkerder, maar het kan niet elke dag feest zijn.
Een heerlijk
gerecht, ook zonder de truffel, en supersnel klaar.
Ik ga weer verder met het bakken van de cake.
Misschien nog een verslagje
daarvan later op de avond.
© ellen.
Siciliaanse cake.
Gelukt! Een heel gedoe zo “even” na het werk, vier Siciliaanse cakes. Vier
maal een cake gebakken, of eigenlijk 2×2 want er gingen er twee tegelijk in de
oven. Daarna af laten koelen, doorsnijden, de vulling over de helften verdelen
en rondom met chocolade bedekken. Ik beschreef het hele recept al eens hier.
De bovenkant
is wat saai met alleen chocolade. Soms gebruik ik een blaadje chocolade of een
paar paaseitjes of kerstkransjes om de bovenkant te versieren, al naar gelang de
tijd van het jaar. Vandaag viel mijn oog op deze gehakte gekonfijte vruchtjes.
Ziet er mooi uit en lijkt me ook best lekker. Veel werk is het maken van deze
cake eigenlijk niet, het kost wat tijd. Het ergste is dat alles onder de
chocolade zit, inclusief ikzelf. Ook al probeer ik nog zo netjes te werken er
valt altijd wel ergens een dikke klodder vloeibare chocolade…
Even poetsen
dus nog en dan zit mijn werkdag er voor vandaag wel op! Nu maar hopen dat Paul
ze alle vier heel in Nijmegen krijgt!
© ellen.
Raz el Hanout…
Twee maal in de afgelopen weken kookten we een gerecht waarin Raz el Hanout
een voorname plaats innam. Al bij de eerste keer kwam de vraag wat Raz el Hanout
dan wel is. Er kwam ook een antwoord van een lezer, maar aangezien de reacties
onder artikelen nauwelijks gelezen worden lijkt het me goed om er nog eens op
terug te komen.
Martine vraagt: “Raz el Hanout?”
Sanne antwoordt: “Martine,Ras-el-Hanout is een heel lekker (Marrokaans)
kruidenmengsel met een warm-pittige smaak. Te koop in alle Marrokaanse en Turkse
winkels. In de landen zelf heeft elke leverancier z’n eigen ‘geheime’ mengsel,
dus het is zelden precies hetzelfde, en er gaat ook heel wat in (minimaal een
stuk of 12, maar soms wel 40 verschillende smaken en kruiden). Meestal in elk
geval: komijn, kaneel, koriander, peper, kurkuma, kardemom, gember, nootmuskaat,
kruidnagel, karwij, piment, anijszaad, en nog zo wat dus…..Proberen, zou ik
aanraden, want het is een verrukkelijke smaakmaker.”
En Ellen vult aan: “Martine en Sanne, het mengsel is inderdaad overal net
iets anders. Mijn Raz el hanout bevat o.a.: koriander, kurkuma, peper,
kaewijzaad, piment, venkel en fenegriek.
ik kocht het in Frankrijk in de
supermarkt.
De informatie hierboven dekt heel aardig de lading. Maar nog een paar
kanttekeningen van mij.
Het belangrijkste bestanddeel, zeg maar de basis, wordt gevormd door Kurkema
(geelwortel), in ieder geval in die van ons. Je ruikt dat duidelijk terug,
hoewel de geur van Raz el Hanout veel “edeler” is dan Kurkema door de
bijgemengde specerijen en kruiden.
Er zijn op internet allerlei schrijfwijzen aan de orde, wij hebben die van
onze verpakking aangehouden. Ook de vertaling van de Marokkaanse woorden levert
verschillende uitkomsten op. Een veel terugkomende vertaling is: Het Beste
uit de Winkel.
Sanne schrijft dat elke Turkse winkel het mengsel levert, maar dat durf ik te
betwijfelen. Slechts in het geval dat de Turk veel Noord Afrikanen onder zijn
klandisie heeft zal hij ook Raz el Hanout verkopen. Het hoort niet in de Turkse
keuken thuis. Soortgelijke mengsels zijn wel te vinden in andere Noord
Afrikaanse landen en in het Midden Ooosten.
© paul