Eergisteren grilden we snel wat vlees op ons houtskoolconfoortje. Ellen
maakte een groentegerecht van twee soorten sla, bosuitjes, veel verse koriander,
Thai-saus en een gefermenteerde vissaus. Heel snel, heel smakelijk. Het Kind en
de Jongste Bediende pikten een graantje mee en allen waren aan het eind van de
avond voldaan en tevreden.
Gisteren dan gebruikte ik wat er nog aan restjes in huis was. Ik maakte er
een mooi stoofschoteltje van.
Het gerecht voldeed voor twee personen.
300 gram kippenvlees (filet),
1 blikje inktvis (240 gram),
125 gram
Spaanse bloedworst,
1 uitje,
2 tenen knoflook,
1 grote vleestomaat (400
gram),
2 gedroogde pepertjes,
2 takjes tijm,
1 afgestreken eetlepel
kerrypoeder,
olijfolie,
peper en zout,
verse peterselie.
Bak de fijn gehakte ui en de grof gehakte knoflook in de olie glazig. Voeg nu
het in dobbelstenen geneden kippenvlees toe en de bloedworst. Schep het vlees
om zodat het aan alle kanten bakt. Is het bijna bruin, bestrooi het vlees dan
met het kerriepoeder en laat het heel even meebakken. Voeg nu de fijngehakte
tomaat toe, de pepertjes, de tijm en de inktvis. Maak af met peper en zout. Het
gerecht is klaar wanneer het kippenvlees gaar is, maar langer stoven komt de
smaak beslist ten goede.
Opmerkingen:
De inktvis in blik lag in een dikke saus van inkt en ui, dat
was dus allemaal te gebruiken in de stoofsaus. Gebruik je inktvis in olie, laat
het vlees dan uitlekken en gebruik de olie niet. Je schoteltje zou te vet
worden.
De Spaanse bloedworst die ik gebruikte is van het zachte soort. Je
kunt hem zo uit het vuistje eten, maar doorgaans gebruikt men zulke worst om mee
te laten stoven in schotels en soepen. De worst valt wat uiteen en zorgt voor
een mooie binding van de saus.
Ziet je gerecht er wat te grauw uit, gebruik
dan wat tomatenpuree om de kleur te corrigeren.
Aangezien in zowel de inktvis
alsook in de worst zout is verwerkt dien je voorzichtig te zijn met extra zout
toevoegen, het is al snel teveel.
We aten er gebakken aardappeltjes bij en spekbonen.
© paul