Oogstfeest deel 3.

oogstfeest 2010

Vraag me geen exacte recepten van de oogstfeestmaaltijd. Ik heb tussendoor geen tijd gehad om ingredienten op te schrijven of precies te wegen. Alles gewoon uit de losse pols dus, met wat er in de tuin geoogst was of nog stond. Ik had van tevoren wel een soort menu bedacht; vooraf soep van aardappelen, prei en wat spekjes en als hoofdgerecht aardappelsalade, gestoofde uien en verse worst. Vrijdag gingen de Jongste Bediende en ik eerst maar eens naar de Sumiranboederij om verse worst te kopen en zelfgerookt spek. Moeilijk om een schatting te maken hoeveel worst er gekocht moest worden. Wij dachten aan zo’n 20 cm per persoon, Irene, van de Sumiranboerderij rekende in onsjes. We waren het erover eens dat we dan op zo’n zes kilo verse worst uitkwamen. Een flinke portie zal je zeggen. Dat is ook zo maar op een oogstfeest moet stevig gegeten en gedronken worden dachten wij. Het stuk spek was ongeveer 700 gram, dat bleek maar net genoeg.

Zaterdagmorgen om 9 uur begon ik met het bakken van de worsten. Telkens in twee normale braadpannen aanbraden en als ze mooi bruin waren, de worsten in een enorme braadpan overgedaan. Wat vocht in de grote braadpan om aanbranden te voorkomen en zo verder gaar laten worden. Om half tien leverde de Jongste Bediende 20 kilo aardappelen, 1 kilo prei en 8 kilo uien.

oogstfeest 2010

Hond Max vond het weinig interessant; geen vlees te ruiken! Even na tienen begonnen de hulpploegen Maartje en Maja met het schillen van de kist aardappelen. Zo’n kleine twintig kilo om daarna over te gaan op het pellen en snijden van de uien. De Jongste Bediende moest nog een aantal keren op en neer rijden, peterselie vergeten, één grote pan tekort. (De grote pan werd gewoon even bij het plaatselijke Griekse restaurant van het fornuis gehaald.)

De uien werden in grove ringen gesneden en ik stoofde ze in drie grote schalen, één voor één in de oven op 200 graden. Ik sprenkelde er vooraf wat olijfolie, peper en zout en balsamicoazijn over. Dat bleek wat droog te worden en ik goot er per schaal een flesje bokbier over. Dat bleek een prima vondst!

Ik kookte in een grote pan ongeveer 4 kilo aardappelen. Toen de aardappelen gaar waren een paar stukjes uit de pan geschept en even apart gehouden. De rest met de staafmixer gepureerd. De gesneden prei erbij en de stukjes aardappel en even laten garen. Op smaakt gebracht met peper en zout en een handvol gerookt spek. Vlak voor het opdienen nog drie bekertjes crème fraiche erdoor geroerd en klaar was de soep.

De rest van de aardappelen verwerkten we tot aardappelsalade, op verzoek van Marleen op de Saksische manier. Een heel karwei om al die aardappelen te schillen en te koken, maar vooral het afgieten van die enorme pan gaf even een probleem…Stom dat had ik vooraf moeten bedenken. De pan was te groot om af te gieten in onze gootsteen! Gelukkig kreeg Het Kind een heldere ingeving; het bad! (onze badkamer ligt naast de keuken dus dat was wel te doen.) Met ons tweeen goten we de piepers zonder ongelukken af. Daarna snel de aardappels in plakjes gesneden en tot salade verwerkt.

Om twee uur waren we helemaal klaar, én was de keuken pikobello gepoetst en aan kant. De Jongste Bediende reed nog een aantal keren op en neer om de hele maaltijd te vervoeren en het feest kon beginnen!

oogstfeest 2010

Maartje en Maja, jullie waren geweldig! Nogmaals bedankt. En natuurlijk ook dank aan Het Kind voor de hulp en de last-minute boodschappen!

© ellen.

Oogstfeest deel 2…

oogstfeest 2010

En een oogstfeeest zou er komen! De datum werd ruim van te voren vastgelegd, de uitnodegingen verstuurd. Ellen kreeg de eervolle opdracht om een maaltijd te bereiden, er werden pakweg dertig gasten verwacht. Een maaltijd, wel te verstaan, gemaakt van de “eigen vruchten des velds”. En aldus geschiedde. Alleen de verse worst en het spek kwamen van de blije varkens.

Indachtig Maja’s verhalen over de kooktantes besloten wij tot een zelfde soort constructie. Het bleek een gouden greep. Ellen deed in de vroege ochtend het voorwerk en klokke tien stonden Maartje en Maja op de stoep. Om twee uur was de klus geklaard, de afwas aan kant en de keukenvloer gedweild. Je begrijpt lezer, die meiden houden we erin.

Het oogstfeest kende ook een formeel gedeelte. Met het hele gezelschap werd er bij aanvang vergaderd en het zaaiplan voor het komende jaar opgesteld. Ik was er niet bij, ik lag te slapen vanwege nachtdienst. Wel las ik nadien de ideeën van de vergadering omtrent toekomstige “vruchten des velds”. Rare jongens, die vrienden…

Over de maaltijd en de toebereiding zal Ellen je morgen schrijven.

© paul

oogstfeest 2010

Oogstfeest deel 1.

de aardappeloogst

Paul schrijft: “Duitsers kunnen toveren met aardappelen”, helemaal mee eens. Maar nu moeten wij zelf ook gaan toveren met aardappelen. Dat komt zo: De Jongste Bediende en Marleen bouwden een huis. En toen dat huis klaar was begonnen ze aan de tuin. Om de grond te verbeteren zaaiden ze het eerste jaar lupinen en planten voor de lol ook wat prei. Een flink deel van de tuin is inmiddels beplant met heggen en bomen maar het grote middenstuk moest nog wat verbeterd worden. Dan kan je net zo goed aardappelen zetten. Veel leuker dan lupinen. En als je dan toch bezig bent, kun je ook wel wat uien planten…en snijbiet en zwarte Italiaanse kool en radijsjes en bonen en platte peterselie en selderie en ook nog maar wat prei…

de aardappeloogst

Marleen maakte een zaaiplan en het werk kon beginnen. Veel werk! Al wonen we hier op het Brabantse platteland, niet iedereen heeft een groententuin. Veel vrienden vonden het dus wel leuk om af en toe eens mee te helpen met het wroeten in de grond. Meestal kwamen we te laat en was het werk alweer klaar. De Jongste Bediende staat al om zes uur in zijn tuin te werken en als de hulptroepen dan om 8 uur, redelijke tijd toch, aankwamen, dan was het werk al bijna gedaan. Maar met de aardappeloogst werden toch alle hulptroepen ingezet. Het waren ook wel erg veel aardappelen! Naar schatting 360 kilo in totaal! En ook de opbrengst van de uien was geweldig, en platte peterselie is er zoveel dat het Griekse restaurant hier in het dorp al weken peterselie gebruikt uit de tuin van de Jongste Bediende.

de aardappeloogst

Met vereende krachten werden in voorgaande weken de piepers gerooid, de uien, de peterselie. Om niet de rest van het jaar met een onoverzichtelijk overschot aan groenten te blijven zitten deelden JB en Marleen een groot deel van de opbrengst inmiddels alweer uit aan vrienden en familie, vage kennissen en welwillende collega’s. En om alle helpers en hulpjes te bedanken voor hun min of meer belangeloze inzet richtten ze een oogstfeest aan.

© ellen

Taartje met aardappel en artisjokkenharten…

aardappelschoteltje

Het lag weer even helemaal stil, hier op het Ministerie. Kwestie van ruzie met de computers. En dat natuurlijk op een moment dat er volop te vertellen was. Zo gaat dat. Ellen wist gelukkig een en ander te herstellen en een voorlopige vrede tussen computer en laptop te bezegelen. De grote computer doet aan gedoogsteun, maar wij vertrouwen hem niet. Ach, laat ik maar gewoon ergens beginnen, de rest komt in de loop van de volgende dagen wel weer.

Er stond nog een potje artisjokkenharten in de kelder. Dat is op zich niet ongebruikelijk, Ellen is er dol op en ik tollereer ze. Artisjokkenharten worden in dit huis regelmatig gebruikt om een voorgerecht te frituren. Maar ze gaan ook bij gestoofd lamsvlees, bij de pasta en bij het konijn.

Ik had die middag in het familiekookboek De Zilveren Lepel zitten bladeren, ik zocht naar iets heel anders. De Zilveren Lepel is een van oorsprong Italiaans kookboek, en al bladerend raakte ik weer onder de indruk van de talloze manieren waarop Italianen hun artisjokken bereiden. Het gaat dan evenwel altijd over verse artisjokken, en liefst die van het kleinste soort of gewoonweg piepjong. Ik had alleen maar blikvoer. Ik schreef een van de recepten dan maar om. Het resultaat was bevredigend, en voldeed als bijgerecht voor twee personen.

  • 1 blikje artisjokkenharten,
  • 500 gram aardappel, geschild en in plakjes,
  • 4 eetlepels parmazaanse kaas, vers geraspt,
  • 1 tak verse tijm, alleen de blaadjes,
  • 4 eetlepels olijfolie,
  • beetje boter,
  • vers gehakte peterselie,
  • peper en zout.

Laat de artisjokken goed uitlekken en snijd ze in vieren. Beboter een vuurvaste schaal en leg er de aardappelschijfjes in, laagje voor laagje. Sprenkel wanneer je met dat werkje halfweg bent een beetje olijfolie en wat van de tijm op de schijfjes en maak dan de klus af. Leg op de partjes artisjok op de aardappelschijfjes en besprenkel het geheel met de rest van de olijfolie en de kruiderij. Peper en zout naar smaak. Bestrooi nu het gerecht met de kaas en zorg dat alles mooi bedekt is. De schaal kan vervolgens in een op 180 graden voorverwarmde oven. Na een uur is je gerecht klaar. Dien het warm op.

© paul

aardappelschoteltje

Stoofschotel van pisknol, winterwortel en aardappel…

varkenskarbonade met groentenstoofpot

“Aardig verhaal,” zei de Jongste Bediende, “Hoe smaakten ze ook alweer?” Hij doelde op de pisknollen. Vervolgens kregen we het over de agrarische praktijken op onze zandgrond, over rammenas, en dat dat toch écht iets anders is dan rettich (niet waar verdorie!) en zo werd het dan toch weer een aangename avond aan onze keukentafel. Ten leste beloofde ik in mijn overmoed om de volgende dag een pisknollengerecht te maken. En de Jongste Bediende was daarvoor uitgenodigd. Dus toog ik gisterenochtend weer naar mijn knollentuin aan de Pandelaarse Kampen. Ik stal er twaalf gezonde knolletjes van het veld. Ik had er een heel tevreden gevoel bij.

Ik wilde een groentenschotel maken, als stevig bijgerecht bij de laatste halskarbonaden van devrolijke varkens. We aten er met z’n drieën van en de schaal was schoon en leeg na de maaltijd. Maar het recept voldoet onder normale omstandigheden voor vier personen.

 

  • 350 gram pisknöllekes (stoppelknolletjes, meiraapjes),
  • 350 gram winterwortel,
  • 450 gram aardappelen,
  • 1 genipperde ui,
  • 3 tenen knoflook, grof gehakt,
  • 3 dl bouillon,
  • olijfolie,
  • een handvol verse gehakte peterselie,
  • peper en zout.

Snijdt de schoongemaakte knolletjes in dobbelstenen van 1 bij 1 centimeter. Doe hetzelfde met de winterwortel. Bak in een stoofpan de gesnipperde ui, de knoflook aan en een deel van de peterselie aan. Wanneer die glazig worden stort je er de knollen en wortel bij. Laat die even op hoog vuur mee fruiten. Dan 2 deciliter bouillen erbij, peper en zout en de groenten mogen op een niet te hoog vuur een half uur garen. Doe er dan de in blokjes geneden aardappelen bij, de rest van de peterselie en de rest van de bouillon. Als de aardappelen gaar zijn, na een klein kwartier, dan is je gerecht gereed om opgediend te worden.

Let op: met het gewicht van de groenten bedoel ik het gewicht van schoongemaakte groenten. Let verder op met zout, want dat zit ook al in je bouillon. En wanneer je in de laatste fase van het kookproces de aardappelen toevoegt, let dan op dat er voldoende vocht in de pan blijft. Aardappelen slorpen vocht. Beter snel een scheutje water toegevoegd dan een bodem met verbrande groenten.

© paul

 

Pisknöllekes (stoppelknollen)…

pisknöllekes (stoppelknollen)

Je mag dan juichen: hoera,t’is herfst, maar de natuur doet toch gewoon wat ze zelf wil. Vandaag was het dan ineens weer nazomer met temperaturen boven de 20 graden. Een wandeltocht door de Pandelaarse Kampen leerde me dat er al wat lover aan het kleuren was. Maar het merendeel stond er nog overweldigend groen bij. Ook bloeide er nog boerenwormkruid, akkerwinde en een eenzame klaproos. Vlinders dartelden boven de slootbermen, de zon prikte in mijn rug.

Ik liep daar niet helemaal toevallig. In en om het Boerenbondsmuseum plant men naar goede gewoonte oude gewassen aan: spurrie, vlas, granen (maar die zijn al van het veld), magelwortelen en ook stoppelknollen oftewel pisknöllekes. Ik had ze gisteren al zien staan, maar niet de mogelijkheid om er een paar te rooien. Dus ging ik er vandaag voor terug.

Waar de naam pisknol vandaan komt, ik zou het niet weten. In de databank van het Meertens Instituut komt het woord slecht één maal voor, en het werd opgetekend in de buurt van Cuijk. Dat is vreemd. Ik ken in mijn omgeving honderden mensen die het woord gebruiken, of dan toch in ieder geval gebruikten. En Cuijk is niet bij ons naast de deur…

Afijn, pisknollen zijn pisknollen omdat het pisknollen zijn, en dat is bij ons al generaties lang zo. Ik leerde ze eten van mijn vader. En ook leerde ik dat je ze moest pikken van het land. (Ze waren so-wie-so niet te koop in de winkel.) Burgerkinderen stalen pisknollen bij de boeren. Of boerenkinderen dat ook deden weet ik niet.

Er zat altijd zand aan die knollen en wat later in het seizoen, zeg maar november, dan verhardde de schil, dus die moest verwijderd worden (blèkken heette dat). Een goede methode was die met het fietswiel. In grote groepen fietsten we vanuit ons dorp naar de HBS in Veghel (ik mocht van Meneer Pastoor, de Bovenmeester en mijn ouders niet naar die in Helmond…). Je plukte onderweg een paar knollen en stapte weer op. Voorover gebogen liet je de knollen dan langs de spaken van je voorwiel schaven. Met een beetje oefenen kreeg je er handigheid in. En dan kon er geen fijnschiller tegenop. De oogst van vanochtend schilde ik met mijn zakmes en ik peuzelde die direkt op.

De smaak heeft wat weg van rammenas. Ik herinnerde me een peperige scherpte, maar dat bleek mee te vallen. Ik nam ook altijd aan dat het er wel familie van zou zijn, van die rammenas. En dat is het taxonomisch op familie-nivo ook wel. Maar op geslachts-nivo gaan ze al rap uit elkaar. De pisknol is een ondersoort van de knolraap, en die behoort tot het geslacht van de kool (Brassica). Als je ze echt ergens mee wilt vergelijken, denk dan aan de smaak meiraapjes. Pisknollen zijn namelijk een ondersoort van die groente. Pisknol = Brassica rapa var. rapa.

De pisknol werd gebruikt als veevoeder, soms als groenbemester. Ik begrijp intussen dat de pisknol nog regelmatig voor menselijke consumptie wordt aangeboden bij natuurwinkels. Je maakt ze klaar als meiraapjes. En dat lijkt me een goed idee, de herfstvariant van die voorjaarsgroente.

Boerenbondsmuseum, pas op uw zaak, ik weet ze nu te vinden, die pisknöllekes…

© paul

Finocchi gratinati, venkel uit de oven…

gegratineerde venkel

Knolvenkel is zo’n groente die je steeds weer tegen komt en waarbij je dan denkt: dat moet ik binnenkort ook weer eens klaarmaken. Om het vervolgens dan te vergeten tot je weer in de winkel staat en denkt: dat moet ik…

Gisteren was ik vrij, alle ruimte dus om me eens uit te sloven voor de maaltijd. Ik nam me voor om iets bijzonders te maken met venkel. Ik ging dan maar eens neuzen in onze kooklectuur. Nou, dat viel tegen. Elke kookschrijver heeft lovende woorden over voor venkelknollen. En je krijgt er vaak gratis advies bij aangaande de aankoop en kwaliteitsnormen. Maar recepten, ho maar…

Eigenlijk komt het erop neer dat er een stuk of drie basisrecepten zijn, afgezien van de Nederlandse manier om de knolletjes zonder enige verdere toevoeging behalve een beetje zout te koken. Op de drie basisrecepten varieert iedereen wat en dat is het dan. En de Italianen maken er nog het meest van. Bij Mevrouw Hazan kwam ik devenkel met tomaten en knoflook weer tegen, maar dat had ik al eens gemaakt. En nagenoeg elke kookscribent rept wel vanvenkelsalade met sinaasappel. Ook dat recept verschijnt hier regelmatig op tafel. Venkel als bijgroente en smaakmaker bij gestoofde, gestoomde of gekookte vis kwam ook al niet in aanmerking, ik had geen vis voorhanden. Ik koos uiteindelijk voor een simpel recept van Mevrouw Roden, uit haar opus magnum: De Joodse Keuken. Het is een beproefd gerecht uit de Italiaanse getto,s en Mevrouw Roden zegt erbij dat de bereidingswijze de heerlijke anijssmaak benadrukt. Ik veranderde de receptuur een klein beetje, en zo werd het dan ook mijn recept. Voor twee personen:

 

  • 2 niet te grote venkelknollen, in vieren gesneden,
  • 3 eetlepels olijfolie,
  • 3 tenen knoflook, fijn gehakt,
  • 3 eetlepels gehakte (platte) peterselie,
  • 25 gram vers geraspte parmazaan,
  • 2 theelepels fijgehakte citroenschil,
  • peper en zout.

Kook de venkel in een goede 15 minuten gaar in gezouten water. De groente is dan zacht, maar nog niet papperig. Laat de venkel goed uitlekken. Meng de peterselie, de knoflook en de citroenschil door de olijfolie, samen met een beetje zout en peper naar smaak. Stort een eetlepel van de oliesaus in een vuurvaste schaal en besmeer en de bodem mee. Leg dan de venkelstuuken in de ovenschotel en giet de oliesaus eroverheen. Werk de saus een beetje door de groente zodat alles goed bedekt is. Strooi er de kaas over en zet de schotel 15 tot 20 minuten in een op 200 graden voorverwarmde oven.

Er is ook een noordelijke variant, uit de keukens van Genua en Milaan. Je gebruikt dan gesmolten boter in de plaats van olie. En aanmerkelijk meer kaas.

Je kunt de voorbereiding al eerder doen, zodat je voor je maaltijd alleen de groente maar in de oven hoeft te schuiven. De toevoeging van citroen is niet verplicht, maar het geeft een heel bijzondere toets en haalt de anijssmaak van de venkel daadwerkelijk op (Venkel en citroen en sinaasappel hebben iets met elkaar…) Je kunt eventueel ook toe met één eetlepel olie minder.

Enfin, een doodsimpel recept, een eenvoudig gerecht en een verplichting voor elke keuken, voor elke tafel. Doen!

© paul

 

 

pompoensoep met geitenkaas…

pompoensoep

Ik deed vrijdag boodschappen en kocht een pompoen, eigenlijk meer omdat ik ze wel decoratief vind die pompoenen. Ik leg ze meestal in de vensterbank en daar liggen ze dan een paar weken mooi te zijn…

Gisteren had ik opeens zin in een dikke, fluwelig gebonden soep, de pompoen keek mij nog even mooi aan…en ik zette het mes erin…

Voor een flinke pan soep:

  • 1 pompoen
  • 3 tenen knoflook
  • 1 theelepel gember, zeer fijn gehakt
  • 1 theelepel komijn
  • 4 kleine gedroogde chilipepers, fijngestampt
  • 4 eetlepels olijfolie
  • 1 aardappel in kleine blokjes gesneden
  • 1 rijpe soeptomaat, het vel eraf en in kleine blokjes snijden
  • 100 gram verse geitenkaas
  • 1500 ml bouillon
  • voor de decoratie nog wat verbrokkelde geitenkaas
  • verse gehakte koriander

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Hak de pompoen in parten en verwijder het zaad en het vezelige vruchtvlees. Verwijder de harde schil met een scherp mes. (een lastig karwei, snijd de pompoen in kleine parten dan kun je de schil er makkelijker afsnijden). Snijd de pompoen dan in stukken van ongeveer 2×2 cm.

Meng de knoflook, chilipepers, gember en komijn door de olijfolie. Schik de stukken pompoen en de blokjes tomaat in een ovenschaal en schep er het olijfolie-mengsel over. Zet de schaal in de oven en laat de pompoen in ongeveer 20 minuten garen. Schep af en toe een keer om.

pompoensoep

Verwarm intussen de bouillon en kook daarin de aardappelblokjes gaar. Doe nu de pompoenstukken bij de bouilon en pureer alles met de staafmixer tot een gladde massa. Voeg de verkruimelde geitenkaas toe en wat koriander. Verwarm tot de kaas gesmolten is.

Schenk de soep op de borden en bestrooi met nog wat geitenkaas en koriander. Geef er knapperig stokbrood bij.

Kopje espresso toe.

ellen.

Stoofpot van borlottibonen en cavolo nero…

stoofpot van borlottibonen en cavolo nero

Gisteren hebben we in de tuin van de Jongste Bediende de laatste aardappelen geoogst. Er scheen een heerlijk zonnetje en het was een waar genoegen om zo het “avondeten” op te graven. De één hanteerde de riek, de ander groef de piepers op en weer anderen sorteerden de krieltjes eruit. Ik ging met een pondje kersverse krieltjes naar huis en ik sneed ook nog wat cavolo nero, een Italliaanse koolsoort. Nicoletta schreef er al eens over. Ik las haar informatie nog eens na en zag dat deze kool eigenlijk pas in de herfst geoogst wordt. Beetje vroeg dus, maar de kool smaakte er niet minder om!

cavolo nero

Ik had nog allerlei restjes in de koelkast en besloot een stoofpot te maken met deze kool en borlottibonen. Ik had de bonen de avond ervoor al in koud water te weken gezet.

Voor een flinke stoofpan:

  • 200 gram borlottibonen, 24 uur laten weken
  • 300 gram cavolo nero, in fijne reepjes gesneden
  • 1 ui
  • 2 winterwortelen
  • 1 laurierblad
  • 150 gram ontbijtspek in kleine blokjes
  • een stuk gerookte worst
  • een stuk gebraden verse worst
  • wat tomatenpuree
  • 4 teentjes knoflook
  • 1 ui
  • wat selderij en peterselie

Giet het weekwater van de bonen weg en zet ze op met kud water en een bouquet garni van selderij, peterselie,laurierblad een wortel en een ui. Kook ze in ongeveer 1 uur gaar. Voeg pas zout toe als de bonen gaar zijn! Vis het bouquet garni en de ui uit de pan en voeg de kool toe, de tomatenpuree, de stukjes spek en de gerookte worst. Laat het geheel 20 minuten zachtjes koken tot de kool gaar is. Je hebt nu prima soep. Ik schepte er een deel van de bonen en kool uit en maakte daarmee een ovenschoteltje.

Fruit de ui met de knoflook even in wat olijfolie aan, voeg eventueel nog wat stukjes ontbijtspek toe en bak ze mee. Schik in een ovenschaal en schep er een deel van de bonen en kool op. Doe er nog wat gebraden verse worst bij en wat van de vloeistof. zet het schoteltje 20 minuten in een voorverwarmde oven. Geef er een salade bij en knapperig stokbrood.

En espresso toe!

© ellen.

Echt verse krieltjes…

krieltjes

Vandaag aten we de aardappeltjes die we gisteren geoogst hebben. Na de eerste oogst, de Red Baron, waren ditmaal de Nicola’s aan de beurt. De Jongste Bediende sorteerde de kleine krieltjes en de grotere piepers. De schilletjes van deze krieltjes zijn nog zo dun en vers dat alleen even stevig borstelen voldoende is. Dan snel koken tot ze nét gaar zijn en afgieten. Intussen een bosje platte peterselie fijnhakken. Een flinke klont gezouten boter in de pan, peterselie erbij en even laten bruisen. Aardappeltjes erbij en een paar minuutjes omschudden, vlokje zout erover en snel opdienen. Werkelijk, zo lekker heb ik nog nooit een aardappel gegeten!!!

tomatensalade

Wij aten ze vanavond bij geroosterde sardines samen met een salade van tomaten. De tomaten kreeg ik van mijn collega Elma. Zij heeft een kasje in haar tuin en kweekte deze zomer onder andere verschillende soorten tomaten. Ik kreeg een bakje met wel drie soorten. De langwerpige verwerkte ik vanavond in een salade. De tomaatjes in blokjes gesneden en samen met een heel fijngesneden rode ui, in een schaaltje doen. Wat verse basilicum in plukjes ertussen schikken, peper en zout erover en dan de allerbeste olijfolie die je hebt, met gulle hand over de salade gieten.

© ellen