Turkse linzensoep

Turkse linzensoep...
Het Volkskrant magazine had gisteren het thema Turkije, Turkse journalisten, interviews met beroemde Turkse mensen en berichten over de vernieuwende Turkse keuken. Gelukkig zijn ook daar enkele jongeren actief om het cultureel culinair erfgoed veilig te stellen. Het is overal hetzelfde; jonge mensen werken hard en hebben of nemen geen tijd meer om zelf te koken. De moeders en oma’s koken nog mooie maaltijden maar schrijven de recepten niet op en voor je het weet gaan er prachtige recepten verloren.

Ik kreeg spontaan zin in deze Turkse linzensoep. Echt geen culinair hoogstandje, het tegendeel, maar wel heel geschikt voor een stormachtige koude dag!

  • Voor een flinke pan soep:
  • 300 gram oranje linzen
  • 2 uien in halve ringen gesneden
  • 3 aardappelen, geschild en in blokjes gesneden
  • 2 eetlepels rode paprikapasta, deze pasta heet Biber en is in Turkse winkels te koop. Paul schreef er hier al eens over.
  • scheutje olijfolie
  • 2 eetlepels verse munt,fijngehakt
  • dikke yoghurt
  • eventueel wat zout
  • 2 liter water

Verwarm de olie en bak de uien even aan. Doe de paprikapasta en de munt erbij en bak een paar minuten. Doe dan de aardappelstukjes en de linzen erbij en giet er het water bij. Breng de soep aan de kook en laat ze dan zachtjes 25 tot 30 minuten doorkoken tot de aardappels en de linzen gaar zijn. Pureer met de staafmixer tot een mooie gebonden soep. Proef of er zout bij moet. Meng de rest van de munt door de yoghurt en serveer de soep met een lepel muntyoghurt erin. Lekker met een stuk knapperig brood.

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Sint Jacobsschelpen met zeebanketsaus en saffraan…

Jacobsschelpen met zeebanketsaus en zeekraal...

Vers in de schelp kom ik ze zelden tegen, en als ze al eens aangeboden worden wekken ze lang niet altijd de indruk te blaken van welstand. Meestentijds vallen we dan ook terug op ingevroren exemplaren; soms zit de oranje-rode koraalstreng eraan, vaker echter zijn het alleen de nootjes van de tweekleppers. Maar goed, ook dan blijft het goddelijk voedsel, die Sint Jacobsschelpen, Jacobsmosselen, coquilles Saint-Jacques, great scallops of hoe je ze ook noemen wilt.

Met Ans en Vriend Jan sloten we de eindejaarsfeesten af middels een maaltijd op zaterdag 3 januari, en Jacobsschelpen vormden daarbij een gewaardeerd voorgerecht.

De basisbereiding van de pre-fab Jacobsschelpen is uitermate simpel en snel klaar. Je bakt de nootjes van Jacobsschelpen eenvoudigweg in boter aan alle kanten bruin. Anderhalve minuut aan de ene en anderhalve minuut aan de andere kant. Nog even op de zijkant rollen om die ook een bruin korstje te geven en dat was het wel. De bedoeling is dat er een knapperig krokant, maar flinterdun huidje om de nootjes ontstaat. Vanbinnen is het vlees wit, een tikje glazig en bijna doorschijnend. Je hoeft je er geen zorgen over te maken of ze wel gaar genoeg zijn, verse Jacobsschelpen kun je zelfs rauw eten. Te lang bakken maakt het vlees stug en haalt wat van de fijne smaak weg.

Jacobsschelpen smaken heerlijk van zichzelf, maar een goede saus verhoogt de feestvreugde tot in het oneindige. In dit geval koos Ellen voor een saus naar voorbeeld van chefkok Michel Roux senior. Hij noemt het Sauce aux fruits de mer safranée

Ellen gebruikte nét wat andere ingrediënten (gewoonweg omdat we die in huis hadden) en maakte zo haar eigen Zeebanketsaus met saffraan… De saus is niet moeilijk te maken, maar je moet er wel even aan werken. Bak dan ook je Jacobsmosselen pas nadat je saus helemaal klaar is, je komt anders bedrogen uit. Ik beschrijf de saus zoals Ellen hem bereidde.

  •  3,5 dl. garnalenbisque,
  • 2,5 dl. visbouillon,
  • snuifje saffraandraadjes,
  • 2 dl. slagroom,
  • zout en peper uit de molen.

Doe de garnalenbisque en de visbouillon in een steelpan en zet die op hoog vuur. Laat de vloeistof tot een-derde inkoken. Blijf steeds controleren of de saus niet te dik word of te dun blijft. Ben je tevreden over de consistentie, voeg dan de saffraan en de room toe en laat de saus nog vijf tot tien minuten doorpruttelen, afhankelijk van hoe dik je de saus wilt hebben. Blijf controleren… Passeer de saus door een (punt)zeef. Een flinke zwiep met de pepermolen kan geen kwaad; let op met zout, je bouillon en bisque zijn al gezouten. Eenvoudige saus, maar ik zei het al,  je moet er even aan werken.

Stoof de zeekraal in een beetje boter, een minuut of vijf. Bak de Jacobsschelpen en leg ze op de zeekraal. Garneer met een randje saus en geef de rest van de saus in een bakje. De liefhebber zal er met passie en genot z’n stukje brood in soppen.

Opmerking: voor de saus kun je ook het kooknat van mosselen gebruiken, het sap van oesters en Jacobsschelpen of het kooknat van langoesten. De smaak zal altijd weer een slag anders zijn, maar bruikbaar is het allemaal…

© paul

 

Gesmoorde witlof…

lol Vrij onlangs nog las ik een publicatie over witlof. De teneur van het stuk was dat witlof bij lange niet de populaire groente is waarvoor die meestal wordt gehouden. Nogal wat medelanders believen de bittere toets van de groente niet, een respectabel deel gruwt ervan. Onderzoek (?) had dat uitgewezen…

Ik herinner me niet waar ik het gelezen heb, nog minder herinner ik me of het betrouwbare informatie betrof. Als de informatie niet klopt, dan heb je het niet van mij lezer, maar van een anonieme bron die een spoor heeft achtergelaten in mijn ouder wordend (dus minder betrouwbaar) brein.

Het bericht zette me evenwel aan het denken. Hoezeer fabriekstelers ook hun best doen om witlof mild te laten smaken, het blijft een (licht) bitter groente, en al helemaal wanneer je hem betrekt van de ecoboer. En veel mensen hebben de pest aan bitter

Begrijpen doe ik het niet lezer. Het bitter is een van de smaken die het eten en drinken aangenaam maakt, mits in de juiste proportie. Bier zonder bitter is afwaswater, kropsla zonder bitter is een smakeloze waterbom. En ach, bittere tranen behoren bij de emotie die iedereen geproefd moet hebben, zonder dat is het leven niet compleet…

In de meeste gevallen eten wij onze witlof gegratineerd. Kortstondig gekookt, dan even in de oven met een jasje van spek of ham en rijkelijk besprenkeld met inheemse kaas. Het bitter wordt zo bewaard en vormt een prachtige tegenhanger voor de milde kaas en het zoet van de ham, enfin…

Soms evenwel wil ik mijn witlof (Brussels lof) wat milder en voller. Ik grijp dan terug op het aloude principe van stoven. Ik heb het niet zelf uitgevonden, het kwam tot me via Escoffier, Bocuse en vooral via Louis Paul Boon. Ik heb er zelf nog wat bij verzonnen en zo is het dus een recept van het Ministerie geworden. Het bittertje wordt op deze manier zo delicaat dat ik me niet kan voorstellen dat iemand er aanstoot aan zal nemen. Zowel, dan heb je te doen met iemand die jou tafel niet waardig is… Als bijgerecht is het voldoende voor vier personen, met z’n tweeën heb je er een maaltijd aan.

  • 4 stronken witlof,
  • 100 gram boter,
  • 100 gram ontbijtspek, in reepjes,
  • 1 glas bouillon, kip of rund,
  • 2 eetlepels citroensap,
  • peper en zout.

Maak de stronken schoon en snijd het harde kernen aan het uiteinde weg. Halveer de stronken. Neem een pan met deksel en voldoende bodemruimte, een hapjespan voldoet uitstekend. Bak in een klein beetje boter de spekreepjes aan tot ze bruin zijn. Leg nu de gehalveerde stronken witlof zij aan zij in de pan. Verdeel de resterende boter over de stronken en laat ze kort bakken. Voeg dan de bouillon toe (de bodem moet bedekt zijn met een laagje vocht). Laat de bouillon aan de kook komen en draai het vuur vervolgens laag. Flink wat peper uit de molen mag erover, maar ben voorzichtig met zout. De bouillon is mogelijk al gezouten, zo ook het spek. Laat de witlof 30 minuten stoven met de deksel op de pan. Controleer tussentijds of er nog voldoende vocht in de pan zit. De vloeistof dient aan het eind van de gaartijd te zijn ingedikt tot een matig stroperige saus. Is het te nat laat de saus dan even inkoken. Sprenkel bij het opdien wat citroensap over de groente.

Een soortgelijk recept gebruik ik ook regelmatig om venkelknolletjes te smoren

Peterselieaardappelen erbij en een stukje vlees. Eenvoudig, burgerlijk en klassiek, maar gewoon heel lekker. Kopje espresso toe.

© paul

Eendenpootjes met zuurkool, een snelle maaltijd.

eend met zuurkool
Soms snap ik niet hoe al die Foodbloggers het doen; bloggen én presentaties van boeken bezoeken én Foodevents bezoeken én Goody Bags ontvangen én erover schrijven… én, én, én… Ik heb daar gewoon geen tijd voor. Jammer soms, ik zou vandaag graag bij de uitreiking van het “Kookboek van het jaar” zijn geweest. Ennuh het komende “Foodbloggers Kerstevent”; meerijden en meeroken met Paul Oosten leek me wel wat… Of, nou ja noem maar op. Het lijkt me gewoon heel leuk om een aantal bloggers die ik volg ook eens in ‘levende lijven’ te ontmoeten. Maar dat is moeilijk te regelen. Wij wonen in het ‘Zuiden des Lands’ en dan verplaats je je na werktijd niet zomaar even naar de Randstad waar al deze bruisende activiteiten plaatsvinden. Na een werkdag ben ik al blij als er een fatsoenlijke maaltijd op tafel staat en we samen de dag rustig door kunnen nemen onder het genot van een glas wijn. Zeker op dagen/nachten dat wij allebei werken is dat nog een hele kunst. Ik mag dan graag op eenvoudige recepten terugvallen of met wat-er-nog-over-is-gebleven iets nieuws verzinnen.

Onze maaltijd van vandaag sluit mooi aan bij het verzoek van een andere ‘eenzame’ foodblogger Sonja Vanderhaege. Sonja woont in het Zuiden van Luxemburg en van daaruit is het nóg moeilijker om even over te wippen naar een of ander Foodevent. Toch levert Sonja altijd zinvolle bijdragen aan de Foodbloggers Benelux groep op Facebook. Ook vandaag verscheen er een goed voorstel van Sonja in de Foodbloggers Benelux groep. Sonja schrijft:

ik ben altijd op zoek naar uitdagingen en nieuwe (makkelijk,goedkoop, lekker) recepten dus leek het me leuk om hier elke maand de seizoensgroenten van de maand te posten en dan kan iedereen zijn (deze maand gemaakte) recepten met één (of meerdere) van deze groenten in de hoofdrol hier posten. Lijkt het jullie wat ?

Vervolgens een hele lijst met seizoensgroenten voor de maand november. Ik ga hier niet die hele lijst opnoemen, zoek zelf maar even op Facebook of bij Sonja Vanderhaegen blog: Ona Pona kookt. We gaan dus bloggen over herfstgroenten en omdat wij nou toevallig voor vandaag al bedacht hadden om het simpel te houden sluit dit gerecht wel mooi aan bij de gedachte van Sonja. Let wel, dit was toevallig! Binnenkort ook aandacht voor de andere groenten voor deze maand, Sonja, ik heb mijn oog al laten vallen op een mooie savooie kool!

Vandaag was gewoon restverwerking en gemakseten. Jaha, de gekonfijte eendenbouten uit een pak! Niets op tegen! Zelf eenden pootjes conserveren kan ook, maar daar is niet altijd tijd voor en dit soort kant-en-klaar is heel acceptabel als je even geen tijd hebt. Tweede ingrediënt was lastiger; wij hebben nu twee jaar zelf zuurkool gemaakt. Met succes moet ik zeggen, de eigengemaakte zuurkool was prima van smaak en structuur, wij waren heel tevreden, natuurlijk zien we nog wel wat verbeterpunten, maar… nog even geen tijd gehad om nieuwe zuurkool te maken. Dus toch maar zo’n pakje bij de grootgrutter gekocht. Jammer, was minder dan de zelfgemaakte. Zoeter, minder kruidig en slapper, zachter van structuur. Van mij mag de zuurkool wel een beetje ‘bite’ hebben. Derde ingrediënt was aardappelpuree, die was prima. Een rest van, dinsdag, expres teveel gemaakt.

  • Dus een snelle maaltijd genieten voor twee personen met novembergroenten:
  • aardappelpuree, maken of een rest van
  • 400 gram zuurkool
  • 2 gekonfijte eendenbouten, kant en klaar of zelf ingemaakt

Verwarm de oven voor op 180 graden. Haal de eendenbouten uit het vet en verwijder ook het omringende vet. Leg ze in een ovenschaal. Schep de zuurkool in een andere ovenschaal. Sprenkel er een klein beetje van het eendenvet over en schep de aardappelpuree erop. Zet de schaal 20 minuten in de oven. Plaats dan ook de schaal met de eendenbouten in de oven en laat alles nog zo’n 20 minuten verwarmen. Geniet intussen van een mooi glas witte wijn, uit de Elzas bijvoorbeeld, en praat de dag door.

Dien op, eet, en geniet! Neem een kopje espresso toe!

© ellen.

 

 

Groene Franse linzen en eendenborst met sinaasappelsaus

eend met sinaasappelsaus en linzen
Wij komen altijd beladen met allerlei wijnen en etenswaar terug van vakantie. Tel daar nog eens bij op wat we allemaal van vrienden krijgen als presentje van hún vakanties… Het Ministerie krijgt veel cadeautjes en we zijn daar heel blij mee! Behalve flessen wijn uit allerlei streken kregen we bijvoorbeeld: zout, zout met truffel, Botarga, ansjovispasta, artisjokkenpasta, een prachtige Zampone (worst), een ferm stuk prachtige Peccorino, en een soort Italiaanse kaantjes “Ciccioli Del Contadino”. Wat dat nu is moeten we nog uitvinden maar de rest van de delicatessen worden ijverig verwerkt! Zelf kochten we op een boerenmarktje in Bourgondië deze biologische groene linzen, samen met een fles koolzaadolie. De koolzaadolie was voor Ans, gemaakt van het koolzaad waar zij dagen doorliepen op hun tocht naar Santiago…

Goed, linzen vandaag met eendenborst en sinaasappelsaus. Ik koos ervoor om nu eens een klassiek recept voor de saus te gebruiken van  Michel Roux. Niet moeilijk, maar het vergt wel enige tijd en een keuken vol gebruikte pannen en gereedschap. Zo gaat dat als je de grote koks wil volgen. Maak deze saus dus op een regenachtige dag als je tijd genoeg hebt!

  • De saus:
  • 45 gram fijne suiker
  • 3 eetlepels rode-wijnazijn (ik gebruikte witte met dragon, had even niets anders)
  • 7 dl kalfsbouillon (ik gebruikte kippenbouillon)
  • het sap van drie sinaasappels
  • sap van 1 citroen
  • heel dun gesneden schil van 1 citroen en 2 sinaasappels, julienne gesneden (dunne reepjes) en even geblancheerd in kokend water
  • zout en versgemalen zwarte peper.

Doe suiker en azijn in een sauspanen laat op een heel laag vuur tot een gouden karamel koken. Dat duurt even. Giet er dan, voorzichtig(!) de bouillon en het sinaasappelsap bij en breng de massa voorzichtig, zachtjes aan de kook. Draai het vuur dan lager en laat de saus 45 minuten heel zachtjes inkoken. De saus moet dan dik genoeg zijn om aan de achterkant van de lepel te blijven hangen. Kook nog wat langer als dat niet het geval is. Breng de saus op smaak met peper en eventueel wat zout en voeg de citrusschilletjes toe.

De eendenborst: zeker een uur op kamertemperatuur laten komen. Even goed droogdeppen en dan het vel kruislings insnijden. Verwarm olie of geklaarde boter en bak de filet vier minuten op de velkant. Keer het vlees en bak nog ongeveer tien minuten in totaal. Draai het vlees een aantal keren voorzichtig (niet prikken) .

Laat het vlees een paar minuten rusten onder folie en snijd er dan dunne plakken van. Giet er de saus over en geniet!

Een goeie combinatie met de linzen!

Kopje espresso toe!

© ellen.

Zuurkoolstoofpotje…

zuurkoolschoteltje
Drukke tijden hier op het Ministerie. Ik val je verder niet lastig met onze besognes, maar leeftijd begint enig tol te eisen. Ik voorzag een dag van kibbelen met de alom tegenwoordige bureaucratie, Ellen had gewoon een drukke dag in haar Biebje. We spraken vroeg in de ochtend af dat het pizza zou worden deze avond, afhaalpizza…

Gaande de dag raakte ik almaar meer gefrustreerd door de moderne manier waarop men vindt dat burgers zich hebben te gedragen, namelijk digitaal. Ik kreeg het geëiste niet via de computer voor elkaar. Gelukkig bood de mij kwellende instantie me een mogelijkheid om telefonisch in contact te treden met een helpdesk (90 cent per minuut, er zijn nog 7 wachtenden voor u.). Graag maakte ik gebruik van die diensten, al zou het me een dag salaris kosten.

De wat norse beambte die ik aan de lijn kreeg luisterde mijn verhaal aan en kwam vervolgens tot de conclusie dat het niet van deze tijd was dat iemand zijn zaken op andere manier dan digitaal wenste af te handelen. Einde gesprek!

Hier word ik dus écht gek van lezer. En morgen moet ik weer verder met mijn gedoe met der Overheid. Van de weeromstuit besloot ik die pizza’s te laten voor wat ze waren. Ik kon mijn frustratie wel kwijt in het maken van een simpel gerecht. Een zuurkoolschotel uit de oven.

Ik ga je in dit geval geen exacte opgave van ingrediënten geven; met wat je in huis hebt kan het alle kanten op, het lukt altijd…

Ik gebruikte twee rode uitjes en een sjalot. Ik hakte die fijn met twee tenen knoflook en bakte ze vervolgens in eendenvet op een laag vuur tot ze mooi begonnen te glanzen. Daarna voegde ik goed varkensgehakt aan de groenten toe en besprenkelde het geheel met peper en zout uit de molen. Het was nu zaak flink door te bakken, zodat het gehakt wat kleur kreeg. Ik bestreek intussen de bodem en wanden van een ovenschotel met boter. Op de bodem kwam vervolgens een laag zuurkool. Daarop stortte ik het gehakt. De schotel werd afgedekt met een laag aardappelpuree.

Je maakt het gerecht op elk moment dat jou wenselijk is; in de koelkast blijft het een aantal dagen goed. Het is dan een kwestie van opwarmen in de oven. Nagenoeg iedereen lust dit eten en velen waarderen het als troosteten. Kortom, je maakt er al je tafelgenoten blij mee…

© paul

 

Een beetje van de hemel…

griekse kip
We waren ervan overtuigd dat we het gerecht nog vrij onlangs hadden beschreven, maar dat is niet zo. De meest recente versie van het Griekse Knoflookhoen die ik kan vinden dateert alweer van 2008. En aangezien er in de tussenliggende zes jaren een hoop lezers zijn bijgekomen lijkt het me billijk om het recept weer eens te plaatsen, het gerecht is het dubbel en dwars waard. En aangezien Ellen deze keer kookte laat ik de eer van het beschrijven aan haar. Ik vertel je over het naspel…

Bij het Grieks Knoflookhoen gaan kipdelen samen met aardappelblokjes en veel schijven citroen in een grote ovenschaal. Er komt ook aromatische kruiderij bij en het geheel wordt overgoten met goede olijfolie. En dan nog een stuk of vier bollen knoflook. Teentjes? Nee bollen. De bollen worden niet van velletjes ontdaan, maar worden slechts gehalveerd, dwars door midden gesneden. De schotel gaat de oven in en na enige tijd heb je een heerlijk geurend eenpansgerecht. De citroenen hebben dan een deel van hun vocht verloren, het sap is een huwelijk aangegaan met de olijfolie, die op zijn beurt gearromatiseerd is door rozemarijn en salie, peper, zout en kip. Heb je flinke eters aan tafel dan rest op het laatst nog slechts die geurende oersoep op de bodem van je ovenschaal.
DSC_0006

Het vlees is gegarandeerd uit de schotel gepeuterd, maar altijd zwemmen er nog een paar aadappelbrokjes rond. Zo ook wat halve teentjes knoflook. Het gaat niet aan om die straks weg te spoelen met de restanten van de oersaus. Onder het genot van een glas wijn keuvel je wat na met je gasten, je prikt een stukje knoflook aan je vork en je voegt er een aardappelbrokje bij. Je haalt het pakketje door de oersoep zodat alles bedekt is met een filmlaagje saus. Je snuffelt er eens aan, je laat de geur van salie en rozemarijn in je neusgaten dringen. Dan glijdt het hapje naar binnen. Een beetje gelukzaligheid valt je ten deel, beter en intenser dan de hele maaltijd hiervoor heeft opgeleverd.

Je herhaalt het ritueel tot er écht niks meer in de ovenschaal is achtergebleven. Je zucht voldaan, maar een beetje weemoedig. Het is op, het is gedaan…

© paul

 

Porrosalda, prei- aardappelschotel uit Baskenland.

DSC_0002
Het gerecht Porrusalda (met een U geschreven) kom je tegen in delen van Spanje, en dan met name in  het noorden. Het is een traditionele soep, bestaande uit prei, wortel, ui, aardappel en knoflook. Hij wordt dan gegeten als vegetarische maaltijd, maar ook bestaan er varianten met gezouten kabeljauw of reepjes spek.

Heet de schotel Porrosalda (met een O) dan mag je ervan uitgaan dat het een Baskische schotel betreft. Hij komt voor in Spaans Baskenland, maar ook in het Franse-Bakisch gedeelte. De Baskische schotel is wat eenvoudiger en wordt niet gegeten als soep, maar als groenteschotel. Het gerecht zoals ik het beschrijf voldoet voor 4 personen.

  • 1kilo prei, schoongemaakt, gewassen, uitgelekt en in ringen gesneden,
  • 600 gram aardappelen, geschild en in dobbelstenen gesneden,
  • 150 gram vers doorregen spek, in dobbelsteentjes,
  • olijfolie,
  • 1 eetlepel bloem,
  • 2 dl water,
  • 1 bouquet garni,
  • 2 tenen knoflook,
  • vers gehakte peterselie,
  • zout en peper.

Bak het spek bruin in de olie, op een matig vuur, in een grote bakpan met deksel. Voeg dan de aardappelen en prei toe en laat ze al roerend in 10 minuten goudbruin bakken. Strooi er vervolgens de bloem over. Laat de bloem even bruinen, onder voortdurend roeren met een houten lepel. Giet er dan het water bij. Vervolgens gaat er het bouquet garni bij en de grof gesnipperde knoflook. Breng op smaak met peper en zout en laat het geheel ongeveer 30 minuten sudderen op een laag vuur. Maak het gerecht af met wat vers gehakte peterselie en dien op.

  • Ik nam olijfolie om in te bakken. Traditioneel gebruikt men in Baskenland vaak ganzenvet of reuzel.
  • Mijn bouquet garni bestond uit twee takjes verse tijm, een blaadje verse laurier, een paar stengeltjes verse peterselie en een paar stengeltjes verse selderie, tot een bundeltje gebonden met een keukentouwtje. Je wilt niet weten (of waarschijnlijk wel…) hoe die kruiderij de smaak van het gerecht verfijnd.
  • Het is de niet bedoeling dat je aardappel-preisoep overhoudt, dus geef het gercht de kans in te koken, haal op tijd het deksel van de pan.
  • Is je vuur wat te hoog dan kan het zomaar gebeuren dat je vocht te snel verdwijnt, voeg heel voorzichtig wat water bij.
  • Bij een maaltijd als deze hoef ik er helemaal geen vlees bij, ik heb genoeg aan de spekjes. Mijn carnivore huisgenote denkt daar anders over.

© paul

 

Peterselieaardappelen…

aardappelen nieuwe oogst
Vreemd genoeg kom je het gerecht niet tegen in Bourgondië, terwijl ze daar toch juist zoveel doen met het kruid. Nee, voor peterselieaardappelen moet je bij onze Oosterburen zijn, en dan nog niet eens in elke deelstaat…

Enfin, hoe het ook zij, het is één van de lekkerste begeleiders van welke maaltijd dan ook. En het is zo eenvoudig. De enige voorwaarde is dat je de beste producten gebruikt die je aan kunt komen.

Onze aardappelen komen rechtstreeks uit de tuin van Marleen en de Jongste Bediende. En ook de peterselie komt daar vandaan. Er wordt niet gespoten, er wordt geschoffeld en geplukt.

Het is een kwestie van de aardappeltjes koken, afgieten en in een beetje boter laten rollen. Dan héél veel vers gehakte platte peterselie erover en nog eens flink omschudden.

Het is een opwaardering voor je aardappel die zijn weerga niet kent…

© paul

 

Tomaatjes uit de oven…

gegrilde tomaatjesmet verse knoflook
Er zijn van die zaken die je een tijd lang als favoriet gerecht koestert; je eet het vaak en denkt dat dat altijd zo zal blijven. Tot de geliefde kost van je dis verdwijnt en in de vergetelheid raakt. Was je het tegengegeten? Nee… Het gebeurt en je hebt er geen verklaring voor.

Het geldt bijvoorbeeld voor die gegrilde tomaatjes. Een kostelijk gerecht, tijdenlang een begeleider bij vele van onze lunch- en avondmaaltijden. En zo snel en gemakkelijk te maken…

Verwarm de oven voor op 180 graden. Kies voor goede kleine tomaatjes. Meng fijngehakte knoflook door wat olijfolie en voeg er peper en zout uit de molen bij. Leg de tomaatjes in een ovenschaal en giet het oliemengsel erover. Zorg dat de huid van de tomaatjes bedekt is met een filmlaagje olie. Prik met een vork in de tomaatjes en schuif de schotel dan in de oven. Na 10 minuten is je groentegerecht klaar. Zo simpel is dat en zo snel gaat het…

We aten de tomaatjes bij een schotel van cannelloni, gevuld met de restjes kalfsvlees met kappers en ansjovis.

Een glas witte wijn uit Slovenië erbij en espresso toe…

© paul