Gerookte kwartelpootjes, het restant…

kwartelpootjes...

Ik zag de foto en ik dacht: hadden we die botjes niet wat zorgvuldiger af kunnen knagen?

Uiteindelijk, herinner ik mij, heb ik de stompjes aan de uiteinden van de botjes netjes los gemaakt. Hond Max was er dol op.

Ik vertelde je al eerder over Ellen d’r passie voor kwartels. Ook in gerookte vorm… In de aanloop naar het Hemelvaartweekend kwamen Jan en Ans logeren op onze buitenlandse stek. Een aangename week brachten we samen door.

Nu kennen we elkaar al zo lang, denken alles van elkaar te weten (nou ja, alles?…) en dan blijken er op basaal nivo (eten en drinken) voorkeuren te bestaan die de een niet van de ander kon bevroeden.

Vervreemding, lezer, vervreemding. Vind jij dat lekker? Tjee, als ik dat geweten had…

Ans had het over Spaghetti aglio, olio e peperoncinno. Of ik niet wist dat dat de lekkerste spaghetti was ooit? Ja, dat wist ik wel, maar ik wist niet dat jij….

Enfin; Jan was zich nog vrij onlangs te buiten gegaan tijdens een Wildbanquette. De gerookte kwartelbillen waren kennelijk aan niemand besteed, ze bleven liggen. Vriend Jan maakte korte metten met het onbegrip (of de onkunde) van de andere gasten. Hij hielp de gastheer van de delicatessen af. (Iemand moest het toch doen?)

Nooit geweten, maar om Ellen en Jan een plezier te doen… Ik moest evenwel nog flink mijn best doen om de delicatessen bij elkaar te sprokkelen. Ik schreef je eerder dat je ze alom aan trof rond onze Luxemburgse woonst, nu viel het dus even tegen. (Dat heb ik weer…)

Ach, die kwartelpoten, we genoten ervan. Van de aglio, olio e peperoncino ook!

© paul

 

Hemelvaart in Septfontaines…

Het is een traditie van alweer drie decennia; Hemelvaart brengen we gezamelijk door in Septfontaines, een piepklein dorpje in de buurt van Luxemburg-stad. 

Het gezelschap is vrij constant, en nagenoeg iedereen kent de anderen al eeuwen. Intussen kwam er aanwas in de vorm van kinderen en honden. Het schuift allemaal vrij naadloos in.

Ontbijt en avondlijke maaltijd dienen gezamelijk te worden genoten, voor de rest is ieder vrij in doen en laten.

Op Hemelvaartsdag eten we traditioneel Asperges. Die worden meegebracht van bij ons thuis, dat dan weer wel…

En ook al heet het dan kamperen, enig decorum is op zijn plaats…

© paul

Ah-shit…

We zijn weer thuis, dat is het goede nieuws. Mochten we klagen over de internetverbinding op onze Luxemburgse stek, het zou nu allemaal weer beter moeten gaan. Tijdens onze afwezigheid echter is een en ander fout gelopen met het internet hier te onzent… Reacties plaatsen lukt even niet, post beantwoorden ook niet. Het ziet ernaar uit dat de euvelen in een dag of twee verholpen zullen zijn.

De titel van dit stukje ontleen ik aan een rubriek van de web-site van Wateetons. (Lezen, je doet er je voordeel mee!…). Zelf beleefde ik mijn ah-shit moment enige dagen terug.

Zestien monden voeden onder kampeeromstandigheden legt je enige beperkingen op. Voor ieder een kippetje, een tomate crevette of een kalfswang in oude gueuze zit er nauwelijks in. Het is verstandiger om te kiezen voor wat meer bulk-achtige gerechten. Spaghetti met bolognesesaus en een grote bak salade komt meer in aanmerking. Het is redelijk eenvoudig, onwaarschijnlijk lekker en je maakt gemakkelijk massa.

Het probleem blijft altijd de spaghetti. De hoeveelheid voor zestien personen is te groot om af te gieten in een vergiet. Het past niet. In gedeelten overhevelen in een zeef is ook geen optie, de helft is koud voordat je aan het eind bent. De massa in de pan laten en vanuit het kookvocht uitserveren bevordert verweking van je pasta. Dan maar afgieten met de deksel als natuurlijke barrière. Ik heb het vaker gedaan, het gaat eigenlijk altijd goed. Nu echter gulpte er wat van de kokende brij over mijn hand. Mijn schrikreactie zorgde ervoor dat de deksel verschoof, en de rest is geschieddenis.

Neel schoot me onmiddellijk te hulp. Aangezien de actie buiten het zicht van de groep plaats vond ondernamen we nog een poging om de zaak te redden. Met onderzetters schepten we de smurrie terug in de pan, te vergeefs… De paste was té vervuild en dat zou aan tafel opvallen. Iedereen wist immers dat Ellen niet kookt met gras, laat staan met bruine klei.

Enfin, we zijn dan maar weer van voren afaan begonnen, er was gelukkig voldoende ongekookte pasta op voorraad. Het duurde alleen zo verdomde lang voordat de grote pan ijskoud water weer aan de kook raakte. We gingen laat aan tafel…

© paul

Revolutie in het grillgebeuren…

Kotlet vom Schwenkbraten

Ik vertelde je al vaak over de nationale sport van Luxemburg: grillen. Écht waar, ze doen het altijd en overal. Zelfs Groothertog Jean, die gisteren nog bij jullie op het koningsfeest acte de présance gaf verzorgt vandaag alweer het vleesgedeelte van de Groothertogelijke maaltijd met zelf geroosterde Metties, Grillis, Thüringer en natuurlijk de nationale trots: Kottlets

Enfin, die Kotlets die horen erbij. En wanneer Ellen zin heeft in Kottlets dan zoeken we KottletsOoit gaat dat fout, maar op 1 mei weet je zeker dat de pompeejers van Differdange garant staan voor je gegrilde maaltje.

Nu worden Kottlets altijd geserveerd met twee plakken klef wit brood. Dat brood heeft een zelfde doel als dat het had bij banketten in de middeleeuwen: het omvatte het vlees als een soort servet en je kon er na het eten je vette vingers aan afvegen.

Wie schetste onze verbazing toen we dan gisteren onze Kottlet verpakt zagen in een broodje? Nog nooit meegemaakt; nieuwlichtersgedoe? Plat brood uitverkocht? Gemakzucht?

Een kort interview met de verantwoordelijken leverde geen bevredigende verklaring op. Wel kwamen we aan de weet dat de Pompeejers (Vrijwillige brandweer) een goede zeshonderd van die Kottlets omzetten op het 1 mei feest. En van de worsten (metti’s, grillies enz.) een veelvoud.

En al staan die brandweerlieden dan tegenwoordig nog zelden in en écht vuur, ik kan je garanderen dat zo’n schwenkbraten heet is…Kotlet vom Schwenkbraten

© paul

 

…en panne in de Gaume en gevulde kippetjes toe…

gevulde kippetjes

Soms zit het mee, soms zit het tegen… Vandaag was zo’n dag…

Na een gezellige boodschappenochtend met Ans en Hijn in onze favoriete Supermarché bedachten we dat we toch wel even over Orval terug konden rijden… een doosje bier kopen , een boterhammetje met Orvalkaas eten… het zonnetje scheen, we waren helemaal gelukkig. Stop in Orval, bezoek aan de abdij, doosje bier… mooi zonnetje… Alles leek perfect, tot we de auto starten… niet dus.

Ik zal je hier, beste lezer, alle technische trubbels besparen, de auto startte niet meer en met hulp van de ANWB kwam er al heel snel een Belgische hulpdienst die ons in een hels tempo naar een garage in een nabij liggend gehucht kon loodsen; de dynamo bleek kapot. Shit.  Hoe komen we ooit weer thuis in ons mooie kleine plaatsje in Luxemburg; want telefoon vergeten ( en dus alle adresen en telefoonnummers even kwijt)… Gelukkig had Ans haar mobiel nog wel bij zich en konden via zus Neel en Facebook enzovoorts, enzovoorts, toch de beheerder van de camping bereiken. Heel lief dat Joop en Wilma hun vrije dag opofferden om ons op te halen daar ergens in dat gehucht in de Gaume.

Nou ja, eenmaal thuis was het tijd voor een borreltje, een goed glas wijn en met vereende krachten toch ook nog een mooie maaltijd; kleine kippetjes, gevuld met gehakt en een stoofpotje van aardappeltjes met verse artisjokken

Geen slecht maal na een pechdag… Maar ook geen espresso, te laat… Gewoon een borreltje toe vandaag!

Dit gaat een forse bom in ons vakantiebudget slaan. Maar morgen is de auto weer tiptop. Ach we zien wel. Prima service van de Belgische ANWB en de garage; shit happens!

© ellen.

 

Beeldenstorm in de Gaume…

luxemburg april 2013

Enfin, Ellen d’r Face-bookvolgers hadden het al mee gekregen. We zijn er even niet. Andy en het Kind waken angstvallig over huis, haard en hof; wij houden domicilie  in den vreemde. Nou ja, in de vreemde…

Vanmiddag hadden we niks te doen. Ans en Hijn zouden langs komen, maar dat was voor later op de dag. We deden dus maar wat we vaak doen op zondag, we bezochten de Gaume. Ons was hoge Cultuur (met een grote K dus) beloofd, we vonden, ongevraagd evenwel, drie vlooienmarkten. Ook leuk…

We zagen er prachtige zaken: Anisettekannetjes, Orvalglazen, bakblikken en patévormen. Mooie dingen, maar de prijzen waren van dien aard dat we niet eens aan onderhandelen toekwamen.

Die gewoonte in deze contreien om met Drie Koningen een taart te bakken met daarin een boontje of een kleine porseleinen beeltenis is onze lezers al bekend. En dat mensen die kleine beeldjes verzamelen vertelden we ook al eens.

Het duurde even, maar toen we er eenmaal op begonnen te letten zagen we ze overal. Bakken vol, in de meest extreme verschijningsvormen. Mini-koninkjes, kleine duiveltjes, allerhande beestjes, zelfs de moeder gods kwam je veelvuldig tegen.

Mensen stonden vol overtuiging te grabbelen in die bakken. We hebben niet gevraagd wat ze zochten. Was het voor de grap? Was het omwille van de traditie…

Te duur vooral die beeldjes! Misschien voor verzamelaars de moeite waard, maar wij wilden maar één zo’n beeldje voor de taart voor volgend jaar!

© paul

 

Omelet met ham en kaas…

Carnaval in de Gaume

Ik vertelde je over het Groene Orvalbier dat we dronken in L’Ange Gardien, zelfbenoemde dependance van de Trapistenpaters van Orval. Er kan daar vanouds ook gegeten worden. Een eenvoudige plattelandskeuken voeren ze er, maar wel met de beste spullen uit de nabije omgeving, en alles zelf bereid. Kortom de Gaume op z’n best!

Wanneer een omelet precies goed op tafel komt dan kun je ervan uit gaan dat ze in de keuken weten wat koken is. Zo’n simpele eierstruif vereist namelijk concentratie, aandacht en “Fingerspitzengefühl”. De omelet dient aan de buitenkant mooi gestold, gebakken te zijn. Van binnen is-ie nog “fluffy”, zacht, bijna vloeibaar. Die van mij was zo! De kaas was ingesmolten in de struif en de ham smeuïg, bijna sappig. (Ham van matige kwaliteit is sec nog wel te eten, ga je hem bakken dan wordt het smerig. Deze was heerlijk, dus van beste kwaliteit!)

Ik weet waar ik het over heb. Die omeletten van Ellen voldoen aan de norm, ik mag dat thuis regelmatig meemaken. Die van mij gaan eigenlijk altijd fout. Niks fluffy, niks smooth. Ik heb nog veel te leren…

Ellen at overigens ook niet slecht: lamskarbonaatjes in een saus van Orvalbier. (Let op de aardappel op de achtergrond: gehalveerd en gevuld met romige aardappelpuree met peterselie en overbakken met Orvalkaas, suggestie van de kok…)lamscarbonaatjes  met orvalsaus

© paul

 

Er wordt geschoten in de Gaume…

Gisteren vroeg Ellen zich af of het jachtseizoen al geopend is in deze contreien. Intussen weten we het zeker. Ja, het jachtseizoen is geopend. We tuften vandaag door de Gaume. Op zoek naar een goed restaurant, en ook op zoek naar Orval. En och.., we komen er zo graag, daar in die achterafstreek van België.

In de buurt van Tintigny troffen we dit luxe bord aan. Of we voorzichtig wilden rijden, rekening houdend met opgejaagd wild en jachtige honden. Een goede twee kilometer verder stond er nog zo’n kar…

Ja hoor, het jachtseizoen in de Walen is geopend.

 

3 Monts…

Ik wist dat Jan en Ans op de terugreis van hun Italiëvakantie onze Luxemburgse stek zouden aandoen. We verheugden ons daarop en ik nam me voor wat bijzondere bieren in te kopen. Bijzondere bieren die we zo mogelijk geen van beiden al gedronken hadden, zodat we onze periodieke thuisproeverijen gewoon konden voortzetten tijdens de vakantie.

Ik zag dat bier staan. Op het etiket las ik dat het van de brouwerij St-Sylvestre kwam, een Noord-Franse brouwerij. Een vaag besef kabbelde door mijn brein, ik had al wel eens van die brouwerij gehoord, misschien erover gelezen. Ach, Noord-Frans bier, artisinaal, hoge gisting, ongefilterd, altijd het proberen waard. Dacht ik…

Om toch een beetje beslagen ten ijs te komen zocht ik voor alle zekerheid nog even wat deze of gene liefhebber mogelijk gepubliceerd had op het internet. Na enig doorklikken kwam ik dan terecht bij het Ministerie van Eten en Drinken.

Beduust zat ik naar mijn eigen artikel te staren. Ik had het geschreven naar aanleiding van een thuisproeverij met Vriend Jan. Helemaal vergeten…

Onze conclusie toen:3 Monts van Brasserie de Saint Sylvestre uit St. Sylvestre in Frans Vlaanderen. Traditioneel gebrouwen, hoge gisting, 8,5%, blond. Zeer uitgesproken van smaak. Vol, middelbitter, geen zoet. De smaaktoevoeging hielden we op koreander, de brouwerij zegt er niets over. Forse afdronk. Heel bijzonder.

Onze conclusie nu:Goed geproefd destijds. We dachten er heden ten dage nog net zo over. Misschien hoort er nog een aanvulling bij: het bier is zacht

Bière de Flandre staat er op het etiket. We hebben het dan wel over Frans Vlaanderen.

3 Monts is mondjesmaat ook in Nederland te verkrijgen. Ik schafte mijn fles(sen) in België aan. Ik betaalde voor 70 cl. een goede drie euro.

 

Vervreemding…

Je wordt door een Franse meneer uitgenodigd op een kaasplank. Hij laat je wat streekproducten proeven en sluit de maaltijd af met een oude Goudse, uit Nederland. Het beste wat er bestaat beweert hij…

Of je strandt ergens in Midden-Frankrijk met je DAF 33. Er blijkt een man in de omgeving die die Eindhovense koekblikken repareert. Hij heeft een loods vol tweedehands onderdelen, écht alles. Citroën, Peugot, Renault, bóf. Moi, c’est DAF! En hij meent het. Hij repareert je autootje voor een habbekrats…

Je ontmoet in de Pfhalz een Duits echtpaar. De mevrouw begint onmiddellijk over voetbal (O god, denk je, alsjeblieft niet…). In onbetwistbaar knappe en technisch waarschijnlijk juiste bewoordingen legt ze je uit dat het Nederlands voetbal uiteindelijk het beste van de wereld is! Ze glundert erbij…

Je zit in een Berggasthof ergens aan de Zwitserse grens en je verheugt je op de plaatselijke specialiteit. De waard echter zet je vol trots een onvervalste Belgische Oude Orval voor. Dat moet de Herrschaften toch plezieren zie je hem denken…

Je zit in Luxemburg (het land van stevige koek en prachtig gebak) en iemand vraagt je of je trek hebt in een Zeeuwse bolus. Je bent de laatste die tegen vreemde etenswaar nee zegt, dus zeg je ja. Je weet echter in het geheel niet waar het om gaat. Nooit gehoord van Zeeuwse bolus, is dat Nederlands? De gulle gever kan zich géén betere lunch voorstellen…

Je zit nog steeds in Luxemburg, maar nu aan de boorden van een riviertje. Je droomt weg bij het gekabbel van een kleine waterval. En dan komen er en goede vijftig badeendjes voorbij gedreven. Je bent te beduust om ze te groeten…

In al dat soort gevallen treedt er een vervreemding op. Je raakt in verlegenheid en je voelt op je Hollandse klompen aan dat het niet helemaal klopt. Vreemd, vreemd, vreemd…

We zijn weer thuis; het huis is té groot, de tuin is een oerwoud en internet doet het gewoon! Als dat geen vervreemding oplevert… Er moet nog een hoop etenswaar beschreven worden, maar dat kan nu weer. Blijf lezen lezer…