Ik vertelde je al vaak over de nationale sport van Luxemburg: grillen. Écht waar, ze doen het altijd en overal. Zelfs Groothertog Jean, die gisteren nog bij jullie op het koningsfeest acte de présance gaf verzorgt vandaag alweer het vleesgedeelte van de Groothertogelijke maaltijd met zelf geroosterde Metties, Grillis, Thüringer en natuurlijk de nationale trots: Kottlets…
Enfin, die Kotlets die horen erbij. En wanneer Ellen zin heeft in Kottlets dan zoeken we Kottlets… Ooit gaat dat fout, maar op 1 mei weet je zeker dat de pompeejers van Differdange garant staan voor je gegrilde maaltje.
Nu worden Kottlets altijd geserveerd met twee plakken klef wit brood. Dat brood heeft een zelfde doel als dat het had bij banketten in de middeleeuwen: het omvatte het vlees als een soort servet en je kon er na het eten je vette vingers aan afvegen.
Wie schetste onze verbazing toen we dan gisteren onze Kottlet verpakt zagen in een broodje? Nog nooit meegemaakt; nieuwlichtersgedoe? Plat brood uitverkocht? Gemakzucht?
Een kort interview met de verantwoordelijken leverde geen bevredigende verklaring op. Wel kwamen we aan de weet dat de Pompeejers (Vrijwillige brandweer) een goede zeshonderd van die Kottlets omzetten op het 1 mei feest. En van de worsten (metti’s, grillies enz.) een veelvoud.
En al staan die brandweerlieden dan tegenwoordig nog zelden in en écht vuur, ik kan je garanderen dat zo’n schwenkbraten heet is…
© paul