Ik vertelde je over het Groene Orvalbier dat we dronken in L’Ange Gardien, zelfbenoemde dependance van de Trapistenpaters van Orval. Er kan daar vanouds ook gegeten worden. Een eenvoudige plattelandskeuken voeren ze er, maar wel met de beste spullen uit de nabije omgeving, en alles zelf bereid. Kortom de Gaume op z’n best!
Wanneer een omelet precies goed op tafel komt dan kun je ervan uit gaan dat ze in de keuken weten wat koken is. Zo’n simpele eierstruif vereist namelijk concentratie, aandacht en “Fingerspitzengefühl”. De omelet dient aan de buitenkant mooi gestold, gebakken te zijn. Van binnen is-ie nog “fluffy”, zacht, bijna vloeibaar. Die van mij was zo! De kaas was ingesmolten in de struif en de ham smeuïg, bijna sappig. (Ham van matige kwaliteit is sec nog wel te eten, ga je hem bakken dan wordt het smerig. Deze was heerlijk, dus van beste kwaliteit!)
Ik weet waar ik het over heb. Die omeletten van Ellen voldoen aan de norm, ik mag dat thuis regelmatig meemaken. Die van mij gaan eigenlijk altijd fout. Niks fluffy, niks smooth. Ik heb nog veel te leren…
Ellen at overigens ook niet slecht: lamskarbonaatjes in een saus van Orvalbier. (Let op de aardappel op de achtergrond: gehalveerd en gevuld met romige aardappelpuree met peterselie en overbakken met Orvalkaas, suggestie van de kok…)
© paul