Vlammend Luxemburg…

Luxemburg herfst

Tussen mijn laatste artikel en het daarop volgende van Ellen zat weer een goede week. En dat terwijl we onszelf juist hadden voorgenomen om het niet meer zo ver te laten komen. Echter overmacht noopte ons tot het verbreken van de zelfopgelegde stelregel. Of beter gezegd: we hadden geen keus.

We waren op onze stek in Luxemburg, Ellen liet je dat al weten in haar vorige artikel. En overal in Luxemburg werkt het internet prima, behalve uitgerekend bij ons. We hebben er in het verleden over gemopperd, dat doen we niet meer. Het haalt toch niet uit. Misschien biedt een te plaatsen versterker uitkomst. De toekomst wijst het uit.

Luxemburg is nu op z’n mooist. De beukenbossen vlammen in het zonlicht, het land is helemaal gehuld in warme tonen: geel, rood, bruin. Met de zon op het herfstblad wordt het waanzinnig, een flonkerende vlammenzee.

We betrokken een nieuw onderkomen (met dank aan Eupotours) en vulden onze wijnkelder aan. We aten en dronken er goed van en we lazen het ene boek na het andere. Hond Jaros beleefde zijn eerste vakantie. Allemaal zaken waar noch over bericht zal worden.

© paul

Zomer in Bourgogne…

vakantie zomer 2013 Asquins

Het is augustus en Bourgogne heeft vakantie; men is en route elders of men houdt zijn middagslaapje. Stilte en loomheid alom. En ook jij, buitenlandse gast, deelt in het kabbelende bestaan van de omgeving. De weinige passanten groeten vriendelijk, verder is het stil. Je slentert door het dorpje, zoekt als het kan de koele schaduwkant van de smalle straatjes. Geen monumenten, geen grootse architectuur, slechts eenvoudige bouwwerkjes onderhevig aan een prettige mate van verval: Franse slag…

vakantie zomer 2013 Asquins

De wandeling maakt je wat gevoeliger voor het gewone. Je ziet dingen waaraan je doorgaans achteloos voorbij gaat. Een gat in een muur blijkt een oude broodoven te verbergen. Allang niet meer in gebruik, maar toch… Niet alleen werd daar brood gebakken, ook stonden er kruiken met bonenstoof te garen. Of een winterse daube, met het beste vlees van de slacht.

vakantie zomer 2013 Asquins

Je blijft staan bij de vensterbank van een scheefgezakt onderkomen. Iemand heeft de moeite genomen om ogenschijnlijk nutteloze zaken uit te stallen en te rangschikken, al ontgaat je de logica. Een langwerpige fles uit de Elzas in Bourgogne. Het zal best, maar waarom? Een ijzeren kookpot. Ooit deed-ie dienst, maar de staat van onderhoud maakt hem voor eeuwig ongeschikt om nog te gebruiken. De platte fles bevatte mogelijk rozé uit het zuiden des lands, maar evengoed zat er oorspronkelijk Calvados in, Armagnac misschien?  Dat witte schaaltje is onmiskenbaar een bonsai-pot. Is het bijbehorend boompje overleden? En dan dat spaarvarken. Opgetuigd met de faienceroosjes uit Lunéville. Het zal wel leeg zijn, je wilt er niet aan schudden. Maar voor hetzelfde geld zit het vol met oude franken. Het spaarbeest woont al geruime tijd buiten. Een deel van het glazuur is eraf gevroren.

Ook de rest van het onnut staat daar met reden. Maar welke?…

© paul

Koel helder water…

vakantie zomer 2013 Asquins

Ik weet niet hoe het er in hun toeristencentra aantoe gaat, ik kom daar nooit. Maar de gastvrijheid van het Platte Land van Frankrijk (Spanje, Italië) blijft me verheugen. Want het bestaat er nog steeds allemaal; de goede keuken, de vriendelijke bediening, de gemoedelijke omgang. En je hoeft er echt niet naar te zoeken, je struikelt er vanzelf over.

Het voedsel wordt er nog steeds écht bereid, ik heb ook afgelopen zomer weinig pre-fab op mijn bord gezien. En het mogen dan niet altijd hoogstandjes zijn, het is wel eerlijk. De prijs van het gebodene is nagenoeg altijd goed en water en brood zijn voor kosten van de waard. En zo hoort dat ook.

Ik erger me telkens weer wanneer ik in de Horecaf hier ten lande bij mijn maaltijd een flesje water moet kopen. (“Prikkels of Plat?”) Niet omwille van het geld, dat maakt me niet zo veel uit. Nee, het is omwille van de krentenwegersmentaliteit, omwille van de ongastvrijheid.

Brood en water, bazale zaken behorend bij een maaltijd, net als bestek en servet. Ze dienen je te worden aangeboden. En dat nu staat me zo aan in die kleine herberg, die bistrot of dat dorpshotel. Ze doen het gewoon, kwestie van gastvrijheid, fatsoen, beschaving.

We aten er echt niet duur, daar in dat dorpsrestaurant in Asquin. Gepocheerde eieren in wijnsaus. Een goed glas Bourgogne erbij erbij en een kaasje en glas Marc toe. Simpele ambiance, simpele maaltijd, simpele prijs. Maar een fles gekoeld water stond voor aanvang al op tafel, voor ons, de gasten. Met een schaal brood. En zo hoort het.

© paul

Paddenstoelenkraam…

vakantie

Het ging ongeveer zo: Ellen verbleef die zomer in Luxemburg, ik zat bij mijn Broodheer in Brabant. Ze belde om een praatje te maken, even de voorbije dag te bespreken. Ze was naar Arlon geweest, die grijze, wat bestofte parel in het Zuid-Oosten van België. Ze bezocht er de donderdagmarkt.

En ze vertelde over die paddenstoelenkraam en de keuze die er was. Niet de kraam van mijn vertrouwde paddenstoelenkabouter, nee, een geheel nieuwe. Afkomstig uit een verre Franse streek en met een assortiment om jaloers op te zijn. Cantharellen hadden ze, en Trompette de la mort. Iets wat leek op de Smakelijke Melkzwam en nog een hoop haar onbekende exemplaren. En naast gedroogd lag er vers Eekhoorntjesbrood.

Ik vond het een prachtig verhaal, maar ik geloofde er geen steek van. Vers Eekhoorntjesbrood? Ze moest zich vergissen. Het was hartje zomer!

Toen ik dan de week erop weer verenigd was met mijn echtgenote stond ik erop om die markt te bezoeken, mijn verwachtingen waren gespannen. De kraam was evenwel niet te vinden. En voor alle duidelijkheid, ook in de weken daarna hebben we de paddenstoelenhandel niet meer terug gezien.

Wat ons rest zijn de foto’s die Ellen schoot. En ik kan er niet omheen, er ligt Eekhoorntjesbrood. Of dan toch boleten die erg dicht in de buurt komen. Het blijft link om vanaf een foto te determineren, maar in dit geval kan ik er echt niet omheen… En dat in hartje zomer!

In een ander deel van diezelfde kraam werden kistenvol Myrtilles aangeboden, geplukt in het wild. Blauwe Bosbes heet het in goed Nederlands. Kistenvol, maar tegen exorbitante prijzen. Minstens dertig euro per kilo. Ik heb ze eigenlijk nog nooit “live” gezien…vakantie

Ik kijk naarstig uit naar het Schimmelgoud, nu de omstandigheden in onze contreien gunstig worden. Nog even en we presenteren je onze oogst van deze herfst, reken maar…

© paul

De Argonne… (vakantieherinneringen).

vakantie zomer2013 St Menehould

We zwierven een paar dagen over de slagvelden van de Argonne, die vriendelijke Franse graanschuur tussen de Champagne en de Bourgogne. Nagenoeg de hele Eerste Wereldoorlog lag het front daar stil. Er liep een scheidslijn door de Argonne, men groef zich in. Vier jaar frontlinie, vier jaar loopgraven. Duitse loopgraven, Franse loopgraven… Soms slechts enkele tientallen meters van elkaar verwijderd.

We sjokten door de mansdiepe greppels. Het was er vredig, het was er warm. Maar het was er ook lemig. En je hoefde geen ziener te zijn om je voor te kunnen stellen hoe, bij de minste regenval, de hele zaak veranderde in een dikke brijige ondergrond waarin je wegzakte tot je enkels. Waar je geen tien stappen kon zetten zonder uit te glijden en met je snufferd in de pap te vallen.

En dan die onderkomens. Te klein om in te leven, maar nét te ruim om definitief in te creperen. Gestrekt slapen was niet mogelijk. Met geluk was er een houten brits waarop je in foetushouding even kon liggen. Meestal sliep je zittend. Het eten werd van achter het front aangevoerd. Zelf koken was geen optie; geen plaats, geen voorraad.  En stokte de aanvoer dan at je maar niet, soms dágen niet… Hemelwater verziekte je leven, drinkwater moest je vaak ontberen. Jezelf of je kleding wassen, jezelf scheren, je kon het vergeten. Je verspilde geen drinkwater…

De Eerste Wereldoorlog was ondanks de moderne methoden om grootschalig te vernietigen nog steeds een standenoorlog. Aan het oostelijk front, maar nauwelijks minder aan het westelijke. Je had het kanonnenvoer, het Duitse, het Engelse, het Belgische, het Franse proletariaat. Én je had de elite. Dat waren de Pruisische Junkers, de Britse Opperclass, de Franse Noblesse. Zij bepaalden voor een belangrijk deel het verloop van de oorlog, vaak tegen beter weten in. Je ziet het nu, honderd jaar na de wereldramp, nog terug.

vakantie zomer2013 St MenehouldKroonprins Wilhelm van Duitsland (niet de Keizer dus..) had de leiding over het 5e leger. En dat corps lag in de Argonne. En aangezien het front stabiel was (lees: onbeweeglijk vast lag!) werd er een commandopost gebouwd. Niet een loopgraaf, zelf niet een luxe. Nee, men bouwde een betonnen onderkomen, omringd door nog een aantal van die bunkers voor staf en gasten. Ver genoeg van het directe geweld, dat dan weer wel. En aangezien het om een Troonpretendent ging maakte men er iets moois van. Mét erkertje, mét open haardje; verschil moest er blijven! Wilhelm heeft er nauwelijks gebruik van gemaakt, hij was op andere plaatsen met andere zaken bezig. Maar niet met oorlog.

Het was Clausewitz (een Pruisische militair en wetenschapper) die het duidelijk verwoordde: Oorlog is een voortzetting van politiek met andere middelen. Het resultaat lezer, zal  altijd hetzelfde zijn…vakantie zomer2013 St Menehould

© Ellen-Paul

 

 

Peterselie in de Bourgonge

vakantie zomer 2013 Asquins

Ik heb mijn gerede twijfels bij authenticiteit.  Altijd wanneer het erom gaat dat het “live” is, écht zoals het leven,  begin ik innerlijk te protesteren. En ik kan het niet nalaten om de vrienden en vriendinnen die verrukt smullen van  Boer Zoekt Vrouw op de vingers te tikken over hun enthousiasme. “Het is niet écht, het is televisie…”

Ook Ellens plezier, dat van Het Kind of dat van Marleen, in die zogenaamde echtheid van dingen mag ik met stugheid en vol overtuiging onderuit halen. En dat is niet netjes lezer, dat is frikkerig en flauw. Ik weet het, maar ik heb er geen verweer tegen. Ik moet dat doen om mezelf te beschermen tegen onechtheid, anders raak ikzelf het pad kwijt. (Ten koste van het plezier van anderen, dat dan weer wel…)

Ik troost me met de gedachte dat het overgrote deel van onze lezers (ook bovengenoemden) het evenwel vaak met me eens is. Het merendeel wat je als authentiek krijgt voorgeschoteld is pure “fake”. Of het nu is in de film, in het theater, in de krant. Altijd heeft er wel iemand hard aan gewerkt om de waarheid naar zijn hand te zetten. En de televisie spant de kroon! Spontaan en authentiek? A-me-hoela

Kookprogramma’s kunnen er ook wat van. De bedoeling is goed, maar niks is écht echt. En het resultaat van al de inspanningen wordt door jongens en meisjes met verfkwast, belichtingsets en handige montage opgeleukt tot wat je ziet (food design heet dat).

Waar je ook beducht voor moet zijn is de gastronomisch- toeristische informatie waar deze of gene regio in binnen- of buitenland je mee opzadelt. Authentieke kazen, brood van Grootmoeder, échte worstjes zoals toen. Een eerlijke schotel van zeevruchten, jam zoals men die al eeuwen maakte. Enfin, je kent het… Ga je zoeken dan vind je vaak slechts de slappe aftreksels van wat waarschijnlijk ooit was.

Nou heeft de Bourgogne wél een hoop aan authentieks te bieden, ik geef het grif toe. Die wijnen, dat vlees, die kazen… Maar over dat gedoe met die peterselie had ik toch altijd mijn twijfels. Natuurlijk krijg je in restaurants een overvloed van het groen. Bij de slakken, in de hamgelei, in soepen en bij salades. Bij de varkenspoten en in de Boeuf  Bourgignon.  Gekookt, gestoomd, gefrituurd of vers. Maar dat is bij de Hogere Gastronomie, dacht ik. Zou het volk thuis ook zo uitgesproken zijn over die vermeende specialiteit van de Bourgogne? Gebruiken ze het écht of zijn ze het vergeten, of heeft het nooit bestaan in hun volkskeuken?

We wandelden door Asquins. Een sluimerend dorpje in het noorden van de Morvan.  Een paar honderd inwoners telt het. Bakker en slager hadden er geen bestaansrecht meer, maar ze hebben een bibliotheek, een goede kroeg en een restaurant. In de kroeg koop je ’s ochtends je brood.

Nagenoeg elk huis heeft er wel een groentetuin. Het notoire staat te pronken. Wat kool, wat sla. Een bessenstruik, een fruitboom, soms een notelaar. Uien, prei en wortelen. Opvallend weinig boontjes, maar overal stokrozen. En overal een brede richel peterselie, soms plat, soms gekruld. Het was dus toch waar, Bourgondiërs gebruiken een overdaad aan peterselie, ook thuis…

En als ze dan geen tuintje hadden dan losten ze dat op door van een stukje van hun oprit het plaveisel weg te bikken. Plaats voor peterselie moest er kennelijk zijn.

© Paul

La Nuit de Varennes…

vakantie zomer2013 St Menehould

Een simpel, niks zeggend vakantiekiekje, denk je dan. Een aandenken aan een Frans provinciestadje onder een sombere zomerhemel. En nog een beetje lullig ook… Ja, dat denk je dan…

Maar niets is minder waar en schijn bedriegt.

Op exact de zelfde plaats waar Ellen nu wat dromerig slentert, daar op die brug, werd op de late avond van 21 juli 1791 Lodewijk de XVIe met vrouw en kindertjes opgepakt door een Revolutionair Comité. De koninklijke familie was aan de vooravond van de Franse revolutie gevlucht uit Parijs. Het reisdoel was Montmédy, tegenwoordig een Franse stad, maar in die dagen onderdeel van Belgisch Oostenrijk. De paters van Orval hadden boven op het fort van Montmédy een herberg in bezit. Daar zou de koninklijke familie worden ondergebracht, in afwachting van betere tijden. Het heeft niet zo mogen zijn. De familie werd gearresteerd, terug gevoerd naar Parijs en in de loop van het jaar 1793 geëxecuteerd.

Daar op die plek, op die brug in Varennes-en-Argonne. Denk in plaats van die spijkerbroek een wijdvallende reisrôbe, verander dat rood haar in een asblonde pruik en plaats een breedgerande hoed op het hoofd en je ziet Marie-Antoinette staan.

 

Fin de vacance…

fin de vacance

De vraag of het Ministerie definitief op z’n gat ligt kan ik gelukkig ontkennen. Maar wanneer mij die vraag gesteld wordt in de plaatselijke super (door meer dan één passant) dien ik toch even achter m’n oor te krabben…

Nee, we liggen niet op ons gat. We waren even met vakantie. En natuurlijk ken je de ellende van ons internetbereik in het Rijkste Land van de EU. Nou, in Frankrijk was het nog belabberder. Dat wil zeggen, op de plaatsen waar wij verbleven. Niks geschreven dus…

Donderdag kwamen we thuis. En er had die dag nog een stukje op de website geplaatst moeten worden. Maar toen kwam de Keijzer van Monera even langs, en Marleen en de Jongste Bediende, het Kind en Andy. En we spraken de ontdekte wijnen aan, de bieren, worsten en hammetjes. Niks geschreven dus…

Vrijdag was wasdag. En natuurlijk moesten we naar het Café van Meester Jan. Nou, geloof maar niet dat ik daarna nog een artikel kon schrijven. Ellen overigens ook niet…

De zaterdag verliep al bijna als van ouds. We bezochten de zaterdagmarkt in Helmond. De garnalen waren schandalig duur (onze visboer was het daar roerend mee eens), de oesters kostten minder dan een frikandel. Dat dan weer wel..

Evengoed hadden we die avond zeven eters. Een Bourgondische maaltijd werd het; vooraf kaassoesjes ofwel de echte Bourgondische Gougères, gevolgd door een mooie stoofpot, een echte Boeuf Bourguignon. Erbij om in sfeer te blijven, aardappelpuree met truffelboter en een salade. Ons gezelschap was tevreden. Een kopje espresso toe kwam er niet van, er moest nog meer bier en wijn geproefd worden…

Tja en vandaag lummelden we maar wat door de dag; een beetje lezen en beetje televisie kijken. Een deel van de vakantiefoto’s op Flickr gezet en daarna een paar oesters met een glas Chablis om de vakantie af te sluiten.

Morgen beste Lezer, doen wij weer verslag van wat er hier gegeten en gedronken wordt. Je hebt nog een heleboel vakantieverhalen van ons tegoed, maar nu gaan we toch eerst even Zomergasten kijken.

© Paul en Ellen

Fijne vakantie…

meivakantie uit eten

Bij ons dartelen de kids al een week vrij rond. Rumoer op straat, ballen over de schutting. Het is vakantie. En zo zoetjes aan zal de rest van het land wel volgen. De eerste vrienden en vriendinnen zijn al afgereisd.

Volgende week sluit het Academisch Jaar, en dat betekent dat ook Ellens vakantie begint. Voor mij duurt het nog even, maar ik heb tegenwoordig zoveel vrije tijd dat er geen enkele reden is tot klagen.

De foto’s dateren van een eerdere vakantie (die van Hemelvaart) en behoeven enige uitleg. Het is namelijk een goede gewoonte om die Hemelvaartvakantie af te sluiten met een souper in Portugees restaurant Ribatejo in Wandhaff, Luxemburg. We bezetten dan met een gezelschap van een goede vijftien gasten de oude, tot eethoek omgebouwde kegelbaan. Dat doen we al jaren. En al jaren bestelt één van de jongsten uit het gezelschap een appeltaartje met vanille ijs als toespijs. Waarlijk een voortreffelijke keuze. Het ijs komt uit eigen keuken en het taartje wordt vers gebakken. En daar zit dan een piepklein addertje onder het gras.

Aangezien het taartje vers uit de oven moet komen wordt het geduld enigszins op de proef gesteld. Er verloopt altijd een respectabele tijd tussen het bestellen en het opdienen. Lotte, op wiens toetje we zaten te wachten, loste dit maal een en ander op door een klein concertje in te lassen.

Voorzien van voldoende witte en zwarte toetsen rammelde ze er een onvervalst Wohltemperiertes Klavier uit. Het was evenwel te snel voor ons… Ze ging dan maar over op Für Elise. Langzaam en wat gedragen gespeeld, zodat we het bij konden houden. En toen dan eindelijk de laatste klanken wegstierven was daar het toetje…meivakantie uit eten

 

Chinese snacks…

luxemburg april 2013 Luxemburgse vlooienmarkten kenmerken zich door het ruime aanbod van bier, champus en vlees van de gril. In de Walen is het bier, frieten en wafels. Ach, het snackt allemaal lekker weg, daar niet van. Maar soms wil je wat anders.

We waren dan ook aangenaam verrast toen we, kuierend over een marktje in een Zuid-Belgisch stadje, een oude Chinese dame troffen die daar haar waar stond uit te venten.

De oude dame bood snacks aan, per zeven stuks. Zeven verschillende gefrituurde hapjes. Twee soorten loempia, een spiesje met kip, twee pakketjes met varkensvlees en twee brokjes soja in een gekruid manteltje van deeg.

Het merendeel van de hapjes zou komen uit eigen keuken. (Het merendeel? Welke dan niet? We kwamen er niet achter, het Frans van de oude dame was nog belabberder dan dat van ons…)

De saus was ook van eigen fabricaat en een beetje laf. Op verzoek kregen we er echter een pepersaus extra bij geserveerd. Een pepersaus waarvoor Madame Jeanette zich in haar graf zou roeren…

Enfin, we betaalden € 4,50 voor zo’n bakje. Het was een complete lunch en het smaakte zeer behoorlijk…

© paul