Nostalgie op Blue Monday; varkenshaasje met zuurkool en gorgonzolasaus

zuurkool, een varkenshaasje en saus van gorgonzola

Tja, ik heb er persoonlijk niet zo’n last van die Blue Monday, maar het is een gegeven, lees Twitter en Facebook en dan we hebben vandaag een opkikker nodig, dat is wel duidelijk.

Een opkikkertje dus vandaag en tegelijk nou maar eens een recept uit de ‘oude doos’. Een leuk initiatief van Els, van website ‘Eetlust’; zij was haar oude kookboeken aan het doorlezen en besloot een aantal van de hele ‘oude recepten’ nog eens uit te voeren. Dat sprak mij wel aan, goed idee, ga ik ook doen… Vervolgens ontbrak me de tijd om nou weer eens echt in die oude boeken te duiken en was ik het hele plan alweer bijna vergeten… tot ik vandaag besloot dat de diepvries ook weer eens wat leeggemaakt moest worden. Ha, daar lag nog een prima biologisch varkenshaasje van de Sumiranboerderij. Eigenlijk heel nostalgisch zo’n varkenshaas; wie eet dat nog gewoon gebraden? Er was een tijd dat dit stukje varken als heel sjiek werd benoemd, dat at je met Kerst of andere bijzondere feestdagen. Een beetje saai ook zo’n varkenshaas; weinig vet, dus weinig smaak. Smaak moet je zelf toevoegen. Varkenshaas heeft, wat mij betreft, altijd een flinke saus nodig, room, pikant, veel peper…

In de koelkast lag ook nog een mooi stuk Gorgonzola en ik was te lui om verse groenten te gaan kopen, dus resultaat; varkenshaas met gorgonzolasaus en zuurkool, want zuurkool hebben we gewoon zelf in de kelder, handig! Beetje vreemd, maar bijzonder lekker.
zuurkool, een varkenshaasje en saus van gorgonzola

Braad de varkenshaas langzaam rondom bruin en laat even zachtjes doorgaren. (tijd is afhankelijk van dikte grootte enzovoorts, voel of het vlees nog meegeeft… en bedenkt welke garing je wilt. Ik houd niet van helemaal gaar, een beetje rosé mag wel.) haal het vlees uit de pan en laat het onder folie even rusten.

  • Saus:
  • 1 sjalot, heel fijngesneden
  • lepel boter
  • klein lepeltje bloem
  • wat bouillon
  • scheutje room
  • 75 gram gorgonzola in kleine stukjes gebrokkeld
  • peper, zout en wat vers gehakte peterselie

Verwarm de boter en smoor de sjalot snippers daarin lichtbruin. Voeg de bloem toe en smoor even zachtjes mee. Voeg een paar lepels bouillon toe, een scheut room en de gorgonzolastukjes. Laat alles langzaam aan de kook komen en maak de saus af met peper, zout en wat vers gehakte peterselie.

Samen met de eigengemaakte zuurkool en een paar gekookte aardappelen was dit een mooie maaltijd!

Kopje espresso toe!

© ellen

Kalfswang in rode wijn

kalfswang
Wij zijn sinds een paar dagen in het bezit van een pasje van de Hanos Groothandel en natuurlijk gingen we dinsdag  meteen een kijkje nemen in de Eindhovense vestiging; Geweldig! Een werkelijk prachtig assortiment. Je kunt het zo gek niet bedenken of ze hebben het. Alles mooi vers, veel biologisch. Goede produktinformatie, bijzonder aardig, behulpzaam personeel. Hier zullen wij nog vaak terugkomen! Nadeel is dat je wel een dikke portemonnee moet meenemen, er is zoveel lekkers te koop dat de keuze moeilijk is. Voortaan dus een degelijke boodschappenlijst maken.

Voor ons Nieuwjaarsdinertje kocht ik er kalfswangen. Een lekker stukje vlees dat je ergens anders bijna nooit kunt kopen. Ze waren niet extreem duur en per drie verpakt. De wangen moeten bij een lage temperatuur garen. Het bindweefsel is heel gelatineus. Het geeft de saus een mooie binding en zorgt dat het vlees sappig blijft. Ik las laatst een klacht van een Foodblogger dat ze kalfswangen maar taai vond. Het vlees viel heel erg tegen. Ze had de wangen gebakken alsof het biefstuk was. Dat gaat dus echt niet. Dit vlees moet je heel langzaam garen bij lage temperatuur.

  • voor twee personen
  • drie kalfswangen
  • 1/2 wortel in stukken gesneden
  • 2 sjalotten, in stukken gesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en grof gesneden
  • 1 plak knolselderij, in blokjes gesneden
  • 1 glas rode wijn
  • 1 glas kalfsbouillon
  • een eetlepel tomatenpuree
  • olijfolie
  • zout en peper
  • een pan met deksel die in de oven kan.
  • verwarm de oven voor op 120 graden.

Snijd overtollig vet weg en verwijder eventuele vliezen. Verhit de olie en bak daarin de sjalot, wortel, knoflook en knolselderij even aan. Schep de groenten uit de pan. Bak de kalfswangen op hoog vuur aan in dezelfde pan. Voeg de groenten weer toe en doe er de tomatenpuree bij. Blus af met rode wijn en kalfsbouillon. De wangetjes moeten mooi onder de vloeistof staan. Zet de pan in de oven en laat alles zo 4 tot 5 uur stoven. Controleer regelmatig of er nog genoeg vloeistof in de pan is. Voeg eventueel bouillon toe.

Terwijl de wangentjes stonden te garen kregen we bezoek, nog meer bezoek en nog meer bezoek… en het was zo gezellig dat er van het nuttigen van de wangentjes niets meer kwam. De drie wangentjes waren niet genoeg voor al het Nieuwjaar wensende volk. Ik draaide na vier uur de oven uit en besloot de wangen voor de volgende dag te bewaren. We aten gisteren met z’n allen gewoon maar wat lekkere hapjes; een paar slakjes in kruidenboter, mooie worst, stukjes brood met konijnrilettes, brood met gerookte zalm, een paar oesters, blokjes kaas, kapperappeltjes en niet te vergeten plakjes Ibericoham. Ach, er was voor elk wat en het werd een hele gezellige middag en avond.

Vandaag maakte ik de wangentjes verder af. De pan op het gas even verwarmen en de wangentjes eruit scheppen. De groenten eruit zeven en de saus even flink laten inkoken. Dan de wangentjes weer terug in de saus leggen en nog even goed doorwarmen.

We aten er Rozeval aardappeltjes bij en spruitjes. Een glas Madiran: Chateau Laffitte – Teston, 2009 combineerde prima. Een mooie Nieuwjaars maaltijd al was het dan een dagje later…

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Lamsragout met ansjovis en kappertjes

puree met savoie kool en lamragout
Allereerst wens ik jullie allemaal een heel gelukkig, gezond nieuwjaar toe! Maak er iets moois van beste lezers. Wij brachten de jaarwisseling gisteren samen door, heel rustig, geen groot feest. Gewoon een mooi glas Champus een toast en wat goede voornemens. Voor ons was het al een feestje dat Paul een keer niet hoefde te werken. En om maar meteen met die goede voornemens te beginnen; wat meer stukjes schrijven was één van die goede gedachten. Ik zou nog schrijven over de lamsragout die we zaterdag aten. Eén van de zaterdaggasten wilde graag het recept, dus bij deze;

  • Voor ruim 6 personen:
  • 1 1/2 kilo lamsvlees, 1 kilo ontbeend vlees van de bout in flinke dobbelstenen gesneden, 1/2/ kilo ribjes mét bot (de botjes geven een mooie volle smaak aan de saus
  • 2 sjalotten, fijn gesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngesneden
  • olijfolie
  • 1 glas droge witte wijn
  • wat room
  • 4 ansjovisjes uit pot of blik, in kleine stukjes gesneden
  • 1 stukje foelie
  • 4 kruidnagels
  • 1 blad laurier
  • peper
  • 1 eetlepel kappertjes
  • 1/2 citroen in schijfjes gesneden
  • een paar blaadjes basilicum
  • wat platte peterselie

Verhit de olijfolie en bak daarin de sjalotten en de knoflook even aan. Schep ze uit de pan en braad de dobbelstenen vlees en de ribjes even aan. Voeg de sjalot en en knoflook weer bij het vlees en blus af met de witte wijn. Doe de kruiden erbij en de stukjes ansjovis. Voeg een klein beetje water toe en laat het geheel  ongeveer een uur stoven tot het vlees bijna gaar is. Doe er dan de schijfjes citroen, de basilicum, peterselie, de kappertjes en de room bij. Laat de ragout nog 15 minuten zachtjes stoven zo dat de saus wat in kan dikken. Proef of er nog wat zout bij moet. De ansjovisjes zijn al zout dus gebruik niet teveel. Wij aten er zaterdag aardappelpuree bij met gestoofde Savoie kool.

En natuurlijk een kopje espresso toe!

© ellen.

 

Runderstaart, langzaam gesmoord…

langzaam gegaarde ossenstaart

Ik kom nu even niet op een steekhoudend introductiepraatje. Geen stichtelijke woorden over verloren groenten en vergeten vleeswaar.. Geen verwijten aan de “luie” consument, geen loftrompet gestoken voor de ambachtelijke koker (m/v). Gewoon een gerecht, gewoon een recept.

Ellen kocht in een onbewaakt ogenblik een maaltje staartvlees van het rund. Een goed pond woog het geheel. Dat is op zich weinig, maar een mooi pannetje soep is ervan te trekken. En waarom zou je het niet langzaam kunnen garen, vroeg ik me af. Met staartvlees hoeft het toch niet altijd een grote-familie-pot te wezen?

Ik gebruikte ons recept van een goed jaar geleden, paste het een beetje aan en maakte het volgend gerecht…

  • 1 pond runderstaartvlees,
  • 1 ui,
  • 1 stengel bleekselder,
  • 1 winterwortel,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 eetlepel tomatenpuree,
  • 1/2 theelepel karwijzaad,
  • 2 theelepels harissa,
  • 1 takje rozemarijn,
  • 2 takjes tijm, 1 laurierblad,
  • 1/2 fles rode wijn,
  • scheut bouillon,
  • olijfolie,
  • bloem,
  • peper en zout.

\Verwarm de oven op 110 graden. Stort bloem op een bord en meng er peper en zout doorheen. Bestuif vervolgens de staartstukken met dat mengsel en klop het teveel af. Verwarm de olijfolie in een ovenbestendige pan met deksel. Bak de staartstukken in de olijfolie tot ze aan alle kanten bruin zijn. Haal ze uit de pan en zet ze even weg in de oven. Bak in de pan de gesnipperde ui en de gehakte knoflook glazig, maar zorg dat ze niet bruin worden. Voeg de tomatenpuree, de harissa en de karwijzaadjes toe en laat die even meegaren. Vervolgens gaat er de in stukjes gehakte stengel bleekselder bij, de in kleine dobbelsteentjes gesneden winterwortel, de rozemarijn, de tijm en het laurierblad. Laat alles op een matig vuur stoven, een minuut of tien. Dan de wijn en bouillon erbij, even opkoken en de pan mag in de oven. Het gerecht stooft nu voor vier à vijf uur bij die lage temperatuur van 110 graden. Is het vlees zo gaar dat het van het bot valt, dan is je gerecht klaar.

langzaam gegaarde ossenstaart

  • Je gebruikt fors wat vloeistof bij een relatief lage temperatuur. De bedoeling van dit recept is dat, tegen het eind van je gaartijd, er zoveel vloeistof is verdampt dat je een soort van gebonden saus overhoudt. Dat lukt lang niet altijd. Je moet dus mogelijk op het laatst een noodgreep toepassen.  Het vlees uitnemen en de saus op een hoog vuur opkoken is er een. Een andere mogelijkheid is om het laatste kwartier ( of meer) de temperatuur op te schakelen naar 200 graden. Dat laatste werkte bij mij perfect.
  • Tijdens het garen van het vlees dien je, laten we zeggen, elk uur even te kijken of het goed gaat met de hoeveelheid vloeistof in je pannetje. Het gaat eigenlijk altijd  wel goed, maar
  • De gaartijd voor dit recept was oorspronkelijk vijf uren. Probleem is en blijft dat je als leek niet aan de buitenkant ziet of jou staart twee jaar oud is of misschien zeven jaren. Beetje gokken dus, beetje in de gaten houden…
  • De kans dat je ossenstaart hebt gekocht is heel klein. Ook ik mag het vlees graag ossenstaart noemen, het is echter runderstaart; Kalf, Koe, dan wel Stier… Zelden Os.!

Wij aten er die wonderaardappeltjes bij, genaamd ratten. En een hap boontjes… Espresso, Mon Chérie en een borrel toe…

© paul

 

 

Kalfsniertjes in madeirasaus…

meivakantie uit eten

Er valt nog een en ander te beschrijven, maar ik kan er even niet mee verder. Dus duikel ik een vakantiefoto op, afgelopen voorjaar genomen in het Portugees restaurant Ribatejo, vlak bij de Luxemburgs-Belgische grens. Het gerecht heet (ongeveer) Rins em Vitela Madeira, niertjes in madeirasaus.

Hoewel het tot mijn lievelingsgerechten behoort eet ik het thuis zelden. Kwestie van moeilijk aan een bevredigende kwaliteit kalfs- of lamsniertjes te geraken. Twee à drie keer per jaar maakt Ellen het gerecht voor me, standaard begeleid door een romige saus met whisky of cognac. Dat is dan altijd in Luxemburg, daar heb ik zo mijn adresjes.

En ook eet ik mijn kalfsniertjes, zoals gezegd, in dat Portugese restaurant. De kwaliteit is er prima. Nooit te lang gegaard, altijd nog een tikje roze van binnen. Saus van het braadvocht, room en een scheut madeirawijn, kwistig aangezet met peper uit de molen.

En dan dat torentje rijst. Boterrijst is het, smeuïg, vol, tongstrelend. Zoals de naam zegt is de rijst rijkelijk aangemaakt met boter. Bij die rijst hoef je eigenlijk niks anders te eten, dat smaakt al geweldig van zichzelf… De lichtgele kleur komt van tartrazine, de kleurstof waar Portugezen en Sjanjaarden een patent op hebben.

Enfin, het is bevredigend om wat weg te dromen bij vakantiefoto’s. Bevredigender is het om te eten bij Ribatejo. Mischien moesten we maar weer eens naar Luxemburg…

© paul

 

Van balkenbrij en balkenbrij…

balkenbrij

Ik ging snel langs bij de super om de hoek voor de verse broodjes en een halfje bruin. Vanuit mijn ooghoek zag ik balkenbrij liggen, bloedbalkenbrij. Ik griste in der haast een pakje mee, drie plakken. Zoals de naam zegt wordt er bij bloedbalkenbrij bloed toegevoegd aan de normale ingrediënten. Hij krijgt daar zijn roodbruine kleur van en het beïnvloed de smaak. Ik verheugde me op de lunch, ik ben dol op bloedbalkenbrij.

Een beetje vreemd oogde de balkenbrij wel. Er zal ongetwijfeld spek of ander vet in hebben gezeten, maar het was niet te zien. De plakken zagen er homogeen en egaal rood-bruin uit, volkomen glad van textuur. Op het etiket stond geen boekweitmeel vermeld, wel granen en kleurstof, enfin..

In de pan gedroeg de balkenbrij zich nog vreemder. Hoewel onze bereidingswijze correct was vielen de plakken spontaan uiteen tot een papachtige brij. Wat we ook probeerden, er was geen eer aan te behalen. Bruine blubber werd het. Black Pudding zonder velletje.  Ik kreeg gloeiend de pest in, ik was er weer in getrapt… En het was ook nog eens mijn eigen schuld. Balkenbrij koop je bij een goede slager. Balkenbrij uit de groot-vleesindustrie wordt altijd wat anders dan je je wenste.

Aangezien ik mijn zinnen had gezet op een goede lunch, mét balkenbrij, sprong ik dan maar op de fiets en haastte me naar de slager, enige straten verderop. Bij Snijders komt dit spul vaak nog uit eigen keuken, of anders wordt het elders op kleine schaal geproduceerd. Jammer genoeg konden ze me niet aan bloedbalkenbrij helpen, maar de “gewone” grijze was er wel. Gemaakt van boekweitmeel, met stukjes spek, met rommelkruid.

Het bakken op halfhoog vuur in een lik goede boter gaf geen probleem. Nog even nabruinen op een lage vlam en een gebakken appeltje erbij voor de zuurtonen. En op het bord een schepje van die overheerlijke pruimenchutney

Je betaalt voor deze kwaliteit balkenbrij bijna het dubbele van de prijs van de supermarktkledder, en dan nog is het goedkoop (€ 1,40 per ons). Én je weet wat je hebt. Én het smaakt voortreffelijk.

© paul

Eenvoudige karbonade in uienroomsaus…

DSC_0041

Ik weet niet wat jij ervan vindt, maar ik prefereer een lapje varken boven een lapje rund. En uiteindelijk zal ik kiezen voor een karbonaatje boven de luxere delen van het varken. Een schouderkarbonade wel te verstaan.

Een eenvoudig lapje vlees, een eenvoudige bereiding. We beschreven het hier al vaak, we doen het nog maar eens. En altijd zeggen we erbij: zorg wel dat je vlees van blije varkens komt. Wij betrekken ons vlees van de Sumiran boerderij.  Biologisch, dus diervriendelijk geproduceerd en kwa smaak topkwaliteit.

  • 2 karbonades,
  • 1 ui, in ringen gesneden,
  • 2 tenen knoflook, gehakt,
  • flinke lik mosterd,
  • olijfolie,
  • peper en zout uit de molen,
  • 1 glas witte wijn,
  • scheut room.

Wrijf het vlees in met peper en zout en smeer er flink mosterd over. Doe olie in een braadpan en bak het vlees aan twee kanten bruin. Laat in een andere pan de ui en de knoflook bakken tot ze glazig worden. Neem het vlees uit de braadpan en zet het even weg. Schenk de witte wijn in de braadpan, breng aan de kook en roer dan de aanbaksels op de boden los (de mosterd laat bij het bakken een en ander achter). Schud de uien in de braadpan en leg het vlees er weer in. Deksel op de pan en op een zacht vuurtje laten stoven. Na een goed uur is het vlees klaar, maar ik laat het doorgaans langer gaan. Het wordt zo mals als boter. Let er wel op dat er voldoende vocht in je pan blijft. Indien nodig aanvullen met een scheutje water. Wanneer je bepaald dat je vlees klaar is neem je het uit de pan en legt het op een voorverwarmde schaal. Dek het eventueel af met aluminiumfolie. Kook de uiensaus op een hoog vuur op en giet er de room bij. Laat de saus inkoken tot je de consistentie hebt die je je wenst. Giet wat saus over het vlees en de rest in een kom en dien op.

We aten er aardappelpuree bij en gesmoorde venkel.

© paul

Zelfgemaakte ravioli met ossenstaartvulling

ravioli

Ik zat wat te bladeren in “Made in Italy” van Giorgio Locatelli en kwam terecht bij zijn recept voor ravioli met ossenstaartvulling. Dit recept staat al heel lang op mijn lijstje van ‘nog eens te maken gerechten’. Toen ik het recept van Locatelli nog eens goed doorlas stuitte ik op een aantal onbegrijpelijke handelingen. Het is in het boek ook meer een verhaal dan een duidelijk recept. Ik besloot er mijn eigen versie van te maken, met dank aan het idee van Locatelli!
Dit is wel een recept voor als je veel tijd hebt; het is even werken maar dan heb je ook iets heel lekkers op je bordje!

  • 500 gram ossenstaart in stukken van 5 cm
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 2 grote sjalotten, fijngesneden
  • 3 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 2 middelgrote wortels, in kleine blokjes gesneden
  • 2 eetlepels tomatenpuree
  • 1 glas droge witte wijn
  • een bosje salie en een paar takjesrozemarijn, samengebonden
  • ongeveer 1 liter ontvette bouillon
  • wat gehakte platte peterselie
  • 50 gram geraspte Parmezaanse kaas
  • 1 ei
  • peper en zout

Verhit de helft van de olijfolie en smoor daarin de ui, wortel en knoflook 10 minuten. Neem een andere pan en verhit de rest van de olijfolie. Bak daarin de stukken ossenstaart rondom bruin. Voeg de groenten erbij en smoor nog even mee. Giet er de witte wijn bij en laat alles even inkoken. Dan de tomatenpuree erbij en het bosje rozemarijn en salie. Giet er bouillon over tot alles bijna onderstaat en laat de stukken staart zo in ongeveer 1 1/2 uur gaar stoven.

Maak intussen pasta van 400 gram pastameel 00, drie eieren en een eidooier. (bewaar het wit om de ravioli mee dicht te plakken).

pasta

Haal de stukken staart uit de saus en pluk het vlees van de botjes. Velletjes en drelletjes verwijderen (hond is er blij mee). Vis de kruiden uit de saus en gooi ze weg. Schep de helft van de groenten uit de pan en mix ze samen met de stukjes vlees in de foodprocessor tot een grove massa. Doe er een ei bij en de Parmezaanse kaas. Breng verder op smaak met peper en zout. De vulling is nu klaar.

Steek rondjes uit de pastavellen van ongeveer 6 cm doorsnee en leg daarop een volle theelepel vulling. Sluit af met een tweede rondje waarvan je de randen met eiwit bestreken hebt en druk ze goed dicht. (kortste zin in dit recept maar hiermee ben je dus wel even bezig. Aanbevolen; een goed programma op de radio of een luisterboek. Ik luisterde naar Harmke Pijpers die het boek ‘Ontregelde geesten’ van Douwe Draaisma voorlas. Ideaal zo’n luisterboek bij dit soort klusjes!)

De saus goed ontvetten. Dat gaat het beste door met vellen keukenpapier het vet op te deppen. Neem een paar keer schoon keukenpapier en laat het vet opzuigen. Voeg dan nog wat bouillon toe en laat de saus even inkoken tot sausdikte. Breng op smaak met peper en zout en wat peterselie. (Gebruik hiervoor goed dik keukenpapier, niet die dunne van de aanbieding. dun keukenpapier neemt bijna geen vet op en scheurt snel).

Gaar de ravioli in ruim kokend, gezouten water in 5 minuten. Schep ze op de borden en giet er wat saus over. (Eigenlijk zou je de saus in een ruime pan moeten doen de ravioli erbij, even omscheppen en opdienen maar mijn pan was niet groot genoeg)

Heerlijk! De moeite waard!
Toe espresso met een stuk pruimentaart.
© ellen.

Kalfslapjes met artisjokken

kalfsvlees met artisjokken
In Luxemburg kocht ik prachtig kalfsvlees van kalfjes uit Septfontaines (je kunt in Luxemburg op de verpakking precies zien waar de dieren zijn geboren, waar ze geleefd hebben en waar ze geslacht zijn) Deze kalfjes zijn grootgebracht in de heuvelachtige wei tegenover onze camping. We kunnen zelf zien dat ze daar een prima leven hebben gehad, mooi kruidachtig gras gegeten hebben en niet opgefokt zijn in een te kleine box. Het vlees van deze kalfjes smaakt ook beter, is minder waterig en kleurt niet zo bleekrose. Alle reden dus om af en toe wat van dit vlees te kopen en in de vriezer te bewaren. Ik maakte deze filetlapjes als volgt klaar;

  • voor twee personen
  • 2 grote of vier kleine kalfslapjes (filets)
  • boter om in te braden
  • 1/2 l blik artisjokkenharten, uitgelekt en de artisjokken in vieren gesneden (vers mag natuurlijk ook, maar die zijn hier niet altijd te koop helaas)
  • 1 ui, fijngesneden
  • 1 teentje knoflook, geplet en fijngesneden
  • een flinke eetlepel kappertjes
  • scheutje witte wijn, scheutje room
  • eetlepel fijngesneden platte peterselie.

Verhit de boter in de pan en bak daarin de kalfslapjes zo dat ze van buiten bruin en van binnen nog mooi rosé zijn. Haal ze uit de pan en houd ze warm. Bak dan de ui en knoflook lichtbruin en blus af met een scheutje witte wijn. Roer alle aanbaksels los en voeg de room toe. Doe er dan de in partjes gesneden artisjokken bij en de kappertjes. Laat nog even inkoken en leg de kalfslapjes terug in de saus om nog even door te warmen en strooi er de peterselie over.

Geef er een groene salade bij en wat brood om de saus op te dippen.

Kopje espresso toe!

© ellen

Côte a l’os van de grilpot…

roosteren

Ik vertelde gisteren over dat brok vlees op de gril. Nou, dit is ‘m dan. Het is rundsvlees, dik gesneden, mals.

Wanneer we zo’n stuk grillen bestrijken we het heel dunnetjes met wat olijfolie (marineren kan ook). Eenmaal op het vuur boven het rooster wordt het slechts een paar maal gedraaid. En altijd met behulp van een tang. Met een vork prik je er gaatjes in en verlies je te veel sap.

Door met de achterkant van een lepel of vork op het vlees te drukken voel je hoeveel weerstand er is. Aan de hand daarvan bepaal je of je vlees klaar is. Ik laat dat wijselijk aan Ellen over, ik bak daar niks van.

Is het vlees klaar dan laat je het zeker vijf, liever tien minuten rusten. Onder aluminiumfoli zodat het niet écht afkoeld. En dan versnijd je het stuk in reepjes. Je eet er met een aantal mensen van.roosteren

 © paul