Rommelzondag…

peterselie 003

Zieken! Zo luidde de boodschap van het telefoontje. En niet één collega, maar meerdere. In de 24 uurszorg betekent dat eenvoudigweg met z’n allen inschuiven en schikken. Je kunt je afdeling ten slotte niet “even” sluiten omdat er geen personeel is.

Kortom, ik besloot het weekend dan maar in te korten en vervroegd de wacht in te gaan. Daarmee was het hele programma op het Ministerie in de war geschopt. Van regulier eten kwam niets, het was hap-snap werk. Wel zagen we nog kans de Grote Zomermarkt te berzoeken. Die wordt elk jaar gehouden op het terrein van mijn broodheer en kan altijd rekenen op een groot aantal bezoekers uit de verre omgeving. Bewoners en ook volk uit de buurt kunnen een kraampje huren. Alles mag aangeboden worden, oude rommel, vlooienmarktspul, etenswaar. Ellen vond er een muziekstandaard, een electrische snijmachine (Krups) en selderieplantjes. Als bonus kreeg ze een potje bieslook en een courgetteplant. Enfin, dat hebben we dan in ieder geval meegemaakt.

Ellen heeft Aldo beloofd een recept te maken met balsamicoazijn. Het wordt een nagerecht. Het is grotendeels een eigen creatie. En er horen óók aardbeien in, vandaar de afbeelding. Het ontwerp is van Davis Carter Brown.

Ik zit intussen op mijn afdeling. Het is nog bloedheet in huis, ook al staan alle ramen en deuren tegen elkaar open.

© paul

KIP EN LATIJNSE MUZIEK…

Een kort bezoekje, gisteravond, aan het café aan de overkant was gepland. Ze hebben er een nieuwe speeltje van de firma Guinness en ik wilde daar binnenkort over schrijven. Bleek er een optreden te beginnen. De groep heette Bandera Latina en het concert werd live uitgezonden op de radio. Kortom, we bleven plakken, genieten en innemen. Het stukje voor het web-log schoot er dien ten gevolge bij in.

Toch viel er genoeg te vertellen; over het Guinness-speeltje van Café Alleman, over Pinot-noir-schuimwijn van de firma Poll-Fabaire, en natuurlijk over het eten van gisteravond. Over de eerste twee zaken schrijf ik binnenkort.

We aten kippenbouten. Eerst aangebraden, daarna gegaard in de oven. Artsjokkenharten erbij, kleine tomaatjes, scheutje wijn, verse kruiderij.  Pasta als bijgerecht, en een frisse salade. We dronken witte, fruitige en heel frisse wijn uit Portugal.

Ellen kookt vandaag een kleine maaltijd voor de 25 vrijwilligers van de Wereldwinkel in ons dorp. Je zult ook daar nog over horen.

©  paul

JULIA’S SLA…

Er is al even sprake van geweest op het Ministerie, en Eupotours besteedde er een heel artikel aan. Toch was de verrassing er niet minder om…

Julia kwam in haar eentje gefietst om het Ministerie de eerste oogst te tonen. En we mochten een krop sla gebruiken om te proeven en te beoordelen.

Nou, daar gaat-ie dan: de sla is jong, mals en mooi van kleur. De smaak is aan de zachte kant en mist de bitterheid van “volle-grond-sla” op leeftijd. We aten hem bij gegrilde vis en aardappeltjes uit de oven. Lichtjes aangemaakt met goede olijfolie, een beetje citroensap en wat uienringetjes. Heerlijk.

Advies van het Ministerie: laat de andere kropjes nog iets ouder worden, ze worden dan waarschijnlijk iets bitterder. En dat is nog lekkerder.

© paul

SNELLE SALADE EN MOOIE HERINNERINGEN…

Van koken kwam gisteren, ondanks goede voornemens, niets terrecht. Het zaterdagse bezoek kwam laat, Paul lag pas laat in bed ( hij werkt s’nachts) en kon dus ook pas laat opstaan. Dat gebeurt nogal eens op zaterdag. Gezellig bezoek is een goede reden om dan  een snellle salade te maken. Een hele maaltijd overslaan doen we nooit, en dit is een goed alternatief. Wat tonijn, ui, augurkjes, tomaat, sla, olijfjes, eitje erbij en een vers stokbroodje. Variaties genoeg te bedenken. Vandaag eten we dan maar wat voor gisteren gepland stond. Dan maak ik er voor deze Pinksterdag echt “zondags eten” van.

We hadden het er gisteren nog over; bestaat er nog echt “zondags eten”? Tegenwoordig eten we gewoon wat we lekker vinden. Vroeger,  waren er gerechten die alleen op zon- en feestdagen gegeten werden. Aardbeien aten wij, in het seizoen, elke dag. Maar aardbeien met slagroom, dat was voor de zondagen. Zo ook een varkenshaasje, of garnalen, of champignons. Bij ons thuis werd zaterdag kippensoep gemaakt, en zondag aten we kippenragout met champignons bij de lunch, of zelfgemaakte kippenkroketjes. Anderen herinneren zich het zondagse gestoofde rundvlees, ‘draadjesvlees’, en schuimgebak voor feestelijke gelegenheden. Het is vandaag Pinksteren, de minst speciale van alle feestdagen voor mijn gevoel. Het is ook de geboortedag van mijn vader. Hij is helaas al jaren geleden overleden, maar zo’n geboortedag is voor mij altijd een reden om nog eens wat herinneringen op te halen. Natuurlijk zijn herinneringen altijd zeer getekend en beinvloed door allerlei omstandigheden. Zo denk ik dat het altijd Pinksteren was als mijn vader jarig was. En het was altijd heel mooi weer, we zaten in de tuin met veel gasten, en we aten altijd zelfgemaakte aardbeientaart. Waarschijnlijk zijn de gasten en die taart echt juist. De rest is “Verdichtung”. Niettemin mooie herinneringen!

Werd er bij jou thuis ook “zondags gegeten”? Speciale familiegerechten?

KALFSBIEFSTUKJE MET SALIE…

Het wordt hier echt een huishouden van Jan Steen, een grote bende, geen tijd om op te ruimen, elke dag iets anders wat snel éérst moet, maar natuurlijk eten tussendoor. Koken kan ook heel snel en toch lekker en gezond. We waren bijna bezweken voor Chinees of pizza, maar zelf koken gaat soms nóg sneller.

We aten een kalfsbiefstukje: om en om bakken. Leg het vlees dan op een bord, onder folie, zodat het even kan rusten en warm blijft. Bij het braadvocht een paar blaadjes verse salie voegen en een scheut witte wijn. Even laten inkoken, het vlees op de borden schikken en er een lepeltje van de saus over scheppen.

Intussen de spinazie met een teentje knoflook in een platte pan even aanbakken en smoren.

Er waren nog wat aardappeltje van gisteren over die heb ik verwarmd. Plakje ham snel aanbakken en bij het vlees schikken.

Stukje kaas toe. Geen espresso, te laat, dan slaap ik niet meer.

 Al het gedoe begon vandaag natuurlijk met het nieuwe beeldscherm. We hadden er vorige week al een besteld, maar de Tandarts was in grote nood en kreeg het voor ons bedoelde scherm. Een tandarts zonder beeld dat gaat echt niet! Wij waren dus vandaag pas aan de beurt. Na een lange dag werken nog even een scherm loskoppelen en een nieuw, plus boxen en hoe heet zo’n ding installeren, dat valt niet mee. en waarom zitten er nog steeds zoveel stekkertjes en snoeren aan die dingen? Je zou zeggen dat in deze tijd van moderne technologische hoogstandjes, alles toch wel draadloos kan.

Maar goed, alles werkt weer, we hebben nu ook fantastisch geluid en in het weekend ga ik bedenken wat ik voor de vrijwilligers van de Wereldwinkel ga koken.

Heeft iemand nog een goeie tip voor een lekkere maaltijd voor 25 personen?

© ellen

KINDKOK EN DE SLAK…

Al een paar keer afgelopen jaar hebt je haar op het Ministerie voorbij zien flitsen, maar echt voorgesteld hebben we haar, geloof ik, nog niet. Het is Julia, de Kindkok (niet te verwarren met het Kind!).

Het bijzondere aan Julia is dat ze (anders dan de meeste kinderen) eigenlijk voor alles in is wat maar met voedsel van doen heeft. Ook is ze op elk gepast moment inzetbaar; of het nu slagroom kloppen, broodjes maken dan wel eieren bakken betreft. Het Ministerie zal nog vaak en graag van haar diensten gebruik maken.

Een van Julia’s favoriete bezigheden in Luxemburg is spelen met wijngaardslakken. Het Ministerie zal haar binnenkort leren hoe je ze klaar maakt.

©  paul

HEMELVAARTDAG IN LUXEMBURG…

Ik moet nog heel erg wennen aan de gebruiksaanwijzing van het nieuwe web-log! Het lukt me nog allemaal niet zo best om ermee te werken, en ik heb niet echt de tijd om me erin te verdiepen. Mijn verontschuldigingen voor de slechte lay-out, ik hoop in de loop van deze week toch e.e.a. te verbeteren. Ook Paul en de Jongste Bediende zijn even sprakeloos, net een nieuwe techniek onder de knie, en dan verandert alles weer. Dat wordt een avondje scholing!

In de tussentijd ga ik gewoon door met de verhalen, het moet toch ergens beschreven worden zo’n lang weekende! We waren met 15 mensen, waarvan 4 kinderen onder de 12, en nog eens 4 honden! Natuurlijk moet dat allemaal eten, drinken, enzovoorts. En het regende en regende…

Wij gaan met deze groep vrienden al sinds 1985 het “hemelvaartweekend” samen naar Luxemburg. De eerste jaren puur uit geldnood, we hadden niet veel geld en wilden toch eens ‘weg’. Een goedkope, rustige camping in een klein dorpje. Ver van alle vakantiegangers. Niet al te ver van onze woonplaats, in een prachtige omgeving. We gaan er wandelen, fietsen, in een klein riviertje poeliën. We bespreken er de hele wereldpolitiek, we zwetsen en kletsen. En natuurlijk genieten we van de lekkere dingen die de omgeving te bieden heeft; de wijn, de champagne, de ham, kaasjes en nog veel meer.

Traditie is elk jaar de grote vlooienmarkt in het naburige, kleine dorpje Tuntange. De markt wordt georganiseerd door de school van Tuntange, de kinderen en de ouders. Het hele dorp zet zich in om er een echt feest van te maken. De opbrengst van het feest gaat naar een goed doel. In Luxemburg betekent feest; grillen en bier en champus.

Ook dit jaar was alles zoals verwacht,(behalve een zonnetje) we kopen wat, drinken wat in de feesttent, we eten een karbonaadje, gaan weer even terug in het gemeenschapshuis waar de vlooienmarkt gehouden wordt, terwijl één van ons op de nieuw gekochte schatten past. Een waar feest. Ook dit jaar was de aankoop bijzonder, de champus heerlijk en hebben we ons allemaal kostelijk vermaakt.

Op dit soort plaatselijke feesten is altijd een ‘gril’ waar je heerlijke gegrilde karbonaadjes kunt kopen. Het vlees is prima gegrild, goed van kwaliteit. Luxemburgers zijn heel goed in grillen op houtskool! De karbonaadjes worden geserveerd tussen slecht witbrood; twee sneden met het vlees ertussen. Het vlees eet je op, het brood dient als servet.

.© ellen

HET MINISTERIE IS VERHUISD!..

Vandaag is het Ministerie verhuisd. Dat wil zeggen; het weblog is naar een andere omgeving verhuisd.Dit geeft wat ongemakt, ook voor de lezer, maar ik hoop alles snel weer op orde te hebben.Ik hoop niet dat we lang onbereikbaar zijn geweest.

Dit piepkleine logje is om even te testen of het allemaal nog goed werkt!

© ellen

BAKLAVA-OORLOG…

 

“Grieks-Turkse strijd om nationaliteit van de Baklava”, kopte zaterdagochtend het Eindhovens dagblad. Het blijft geknoei tussen Grieken en Turken. Met de grootst mogelijke regelmaat verschijnen er artikelen in de pers over onenigheid tussen de twee volkeren. Het gaat over belangrijke zaken; handelsrechten, grenscorrecties, emi- en immigratie. Ook gaat het voortdurend over zaken die van ondergeschikt belang lijken. Maar niet voor Turken en Grieken. Op de nationale feestdag op Cyprus gaven de Grieken een boekje uit met informatie over hun cultuur. En daarin werd Baklava als een Grieks desert genoemd. Dat schoot Turkse baklavabakkers in het verkeerde keelgat. De woedende bakkers gingen de staat op, een heus protest. En daar bleef het niet bij. Het gedoe is intussen uitgegroeid tot een politieke kwestie tussen de beide landen. De Turkse minister van Justitie heeft fel uitgehaald naar de Grieken en beschuldigt hen van cultuurdiefstal. En dit was voorwaar niet de eerste diefstal. De Grieken hebben zich zo ook al de tasiki (cacik in het Turks) toegeëigend en ook het Turks fruit (lokum). Vinden de Turken. Het Ministerie van Eten en Drinken zou graag als onpartijdig bemiddellaar optreden. Het schort ons echter aan internationale erkenning en politiek hebben we al helemaal niks bij te zetten. Wij denken dat baklava eerder Turks dan Grieks is. In ieder geval is het woord onmiskenbaar Turks, en de Grieken hebben er geen eigen naam voor. In het geval van tasiki ligt het wat ingewikkelder. Die yoghurtsaus kom je al tegen in beschrijvingen uit de Griekse oudheid, uit de tijd dat er nog geen Turken in Turkije waren. Of de oorsprong daadwerkelijk Grieks is is nog maar de vraag. Wina Born vermeld een soortgelijke saus in haar boek over Oudtestamentisch eten. (Culinaire Bijbel, Kampen, 1998). Lokum heet het Turks fruit in Turkije, de Grieken noemen het lokumi. Het oorspronkelijk recept zou mogelijk uit de Perzische keuken komen (zoals nagenoeg al het verfijnde in de ruime regio). Hoe zit het met Fèta kaas vroeg ik me af. Die heeft elk Turks restaurant op de kaart staan, en bij onze Turkse slager ligt die kaas prominent in de vitrine. Ik belde mijn taalbegaafde collega Gulistan en die beweerde met stelligheid dat het woord feta niet voorkomt in het Turks, en ook niet in het Koerdisch. Het wordt als leenwoord gebruikt om soortgelijke kaas aan te duiden voor Nederlanders of het gaat gewoon over Griekse kaas. Turken zijn niet zo éénkennig. De foto komt van Google. Je ziet de etalage van een Baklavabakker in Amstelveen. We gebruikten hem al eens eerder.

© paul