Ieder jaar rond 30 december sta ik in dubio; oliebollen bakken of niet? Je kunt ze gewoon kopen, die zijn meestal niet lekker. Maar dat is het niet alleen. Het is ook de traditie, de vette lucht waar je dan de hele dag in staat. Altijd komt het oude kookboek van mijn moeder tevoorschijn. Martine Wittop-koning; “Eenvoudige recepten.” Het is de twee en veertigste druk, ik weet niet precies uit welk jaar. Het zal zo rond 1925 zijn. Er zijn in ieder geval heel wat Groene boekjes na gekomen. In dit boek schrijft men nog visch en vleesch. Het boek is opgedeeld in hoofdstukken over o.a. vleesch, visch, groenten, eenvoudig gebak, voeding voor zieken, inmaak in flesschen enzovoorts. Onder het hoofdstuk gebakken nagerechten: de oliebollen. Ik vind het niet lekker om oliebollen te maken van zo’n mixpak, dus als ik ze toch ga bakken, dan maar helemaal zelf beslag maken. Met echte gist, bier, krenten, rozijnen en alles erop en eraan. Het boek geeft een keurig recept waar mijn familie zich nooit aan gehouden heeft. De hoeveelheden werden altijd meteen minstens twee maal verdubbeld. Mijn moeder deed dat gewoon met natuurtalent; meestal uit de vrije hand, soms maakte ze ook aantekeningen in het boek. Ik vind schrijven in boeken verschrikkelijk, maar in dit geval is het prachtig te zien, (mijn moeder is al jaren geleden overleden), hoe haar aantekeningen nog door het boek zwerven. Andere familieleden en ook ik hebben er hier en daar nog wat bijgeschreven. Dit is zo’n boek waar je nog een stukje vind over “het villen schoonmaken en opzetten van een haas”. (met opzetten wordt uitgelegd hoe je een hele haas ovenklaar moet maken), of het verwerken van resten. Over “het ongewenschte van alcohol bij de bereiding van nagerechten” is ook een stukje geschreven! Ik ga nog maar eens wat bladeren in het boek en bedenken of ik nu wél of niet oliebollen ga bakken zaterdag. Maar één ding is zeker; het recept komt uit dit boek!
Ik moet nu hond Max even geruststellen, het knalt hier al de hele dag en Max is verschrikkelijk bang. Gelukkig denkt hij dat wij zijn beschermers zijn (waakhond!!!) Hij is al snel gerust als ik zeg dat er niets aan de hand is. Hij zit nu onder de computertafel, op mijn voeten!!!