Pelmeni deel 2…

Vanavond de pelmeni gegeten. Ze waren heerlijk. Het is even priegelen om al die deeglapjes te vullen, maar dan heb je ook iets lekkers. (Het fijnste is zo’n karweitje als er iemand een mooi verhaal van bijvoorbeeld Tsjechov voorleest). Wij aten er een salade bij en kaas toe. En espresso. Nog een tip; ik had de deegroller al in mijn handen toen ik bedacht dat dit deeg bijna hetzelfde is als Italiaans pastadeeg. Dus kun je ook de pastamachine gebruiken. Dat is wat minder zwaar werken dan het deeg met de hand uitrollen. Wij aten de pelmeni met gesmolten boter met een beetje peterselie erdoor.

© ellen

Siberische gevulde deegkussentjes (Pelmeni deel 1)…

We gaan vandaag natuurlijk op de Russische toer Wie mee wil koken kan nog snel even naar de winkel. Ingrediënten voor Siberische deegkussentjes ofwel Pelmeni;

400 gram meel, 1 groot ei, 2 1/2 dl water of melk, zout.

Voor de vulling: 500 gram gehakt, 1 grote gesnipperde ui, 1/2 theelepel verse koriander, 1/2 theelelpel verse basilicum, enkele taktjes fijngehakte peterselie, versgemalen zwarte peper en zout.

Voor de garnering; gesmolten boter, 125 ml zure room, verse dille. Meng het meel met het zout, het ei en de melk in een grote kom en kneedt het geheel tot een compacte deegbal. Werk nu verder op het aanrecht tot je een mooi soepel deeg hebt en laat het dan op een koele plaats zeker één uur rusten. Meng alle ingrediënten voor de vulling goed door elkaar en voeg naar smaak peper en zout toe. Rol vervolgens het deeg uit tot een zo dun mogelijke plak en snijd rondjes van 5/7 cm diameter. Leg een kleine lepel vulling in het midden van elk rondje. Druk de randjes stevig vast met een vork. Breng een grote pan gezouten water of bouillon aan de kook. De pelmeni in het kokende water doen en nadat ze naar boven komen drijven nog 2 minuten laten doorkoken. Schep de pelmeni uit de pan en serveer ze met gesmolten boter of zure room met verse dille. Het deeg heb ik alvast gemaakt. Het lijkt me een zeer ruime hoeveelheid voor ons maar; “in Siberië hangen ze de pelmeni in grote zakken in koude schuren. Jagers en rendierhoeders nemen deze kant en klare hapjes mee op hun reizen en kunnen ze dan eenvoudig in heet water bereiden”. Aldus het boek van Diana Dubois.  De rest kan dus in de diepvries bewaard worden.

© ellen

Oliebollen en vuurwerk…

 Er wordt hier al verschrikkelijk geknald. De straat waar wij wonen ligt tussen drie vuurwerkverkooppunten in. Vanmorgen stipt 10 uur knalden de eerste stoere jongentjes (het zijn bijna altijd jongens en geen meisjes) hun zakgeld op. Wij zagen zelfs een groepje met op een afstand bestuurbaar ontstekingsmechanisme. Hond Max vind er niets aan. Hij is heel bang en ligt de hele dag onder mijn computer, daar voelt hij zich veilig.

Paul slaapt door al het geknal heen. Dat moet ook wel, hij moet vannacht werken. Dat is wel iets om even bij stil te staan; al die mensen die vannacht wakker zijn en aan het werk voor onze gezondheid en veiligheid!!! Een rustige nacht wens ik die mensen toe.
De brandweer kwam hier zojuist ook al langsgestoven. (wij wonen op 20 meter afstand van de kazerne)Eerste oliebollenpan in de fik???
Ook de mannen en vrouwen van de brandweer een rustige nacht gewenst.

Oliebollen…

Karin, ik ga oliebollen bakken!!!!!!

Men neme 1 1/2 kilo bloem 3 zakjes gedroogde gist (ik kan hier in ons dorp nergens verse gist kopen), 3/4 liter lauwe melk, 1 flesje pils, 250 gram rozijnen, 150 gram krenten, 60 gram sukade, snuifje zout. Alles goed mengen en op een warme plaats, afgedekt met een doek, laten rijzen.

© ellen

Oliebollen?..

Ieder jaar rond 30 december sta ik in dubio; oliebollen bakken of niet? Je kunt ze gewoon kopen, die zijn meestal niet lekker. Maar dat is het niet alleen. Het is ook de traditie, de vette lucht waar je dan de hele dag in staat. Altijd komt het oude kookboek van mijn moeder tevoorschijn. Martine Wittop-koning; “Eenvoudige recepten.” Het is de twee en veertigste druk, ik weet niet precies uit welk jaar. Het zal zo rond 1925 zijn. Er zijn in ieder geval heel wat Groene boekjes na gekomen. In dit boek schrijft men nog visch en vleesch. Het boek is opgedeeld in hoofdstukken over o.a. vleesch, visch, groenten, eenvoudig gebak, voeding voor zieken, inmaak in flesschen enzovoorts. Onder het hoofdstuk gebakken nagerechten: de oliebollen. Ik vind het niet lekker om oliebollen te maken van zo’n mixpak, dus als ik ze toch ga bakken, dan maar helemaal zelf beslag maken. Met echte gist, bier, krenten, rozijnen en alles erop en eraan. Het boek geeft een keurig recept waar mijn familie zich nooit aan gehouden heeft. De hoeveelheden werden altijd meteen minstens twee maal verdubbeld. Mijn moeder deed dat gewoon met natuurtalent; meestal uit de vrije hand, soms maakte ze ook aantekeningen in het boek. Ik vind schrijven in boeken verschrikkelijk, maar in dit geval is het prachtig te zien, (mijn moeder is al jaren geleden overleden), hoe haar aantekeningen nog door het boek zwerven. Andere familieleden en ook ik hebben er hier en daar nog wat bijgeschreven. Dit is zo’n boek waar je nog een stukje vind over “het villen schoonmaken en opzetten van een haas”. (met opzetten wordt uitgelegd hoe je een hele haas ovenklaar moet maken), of het verwerken van resten. Over “het ongewenschte van alcohol bij de bereiding van nagerechten” is ook een stukje geschreven! Ik ga nog maar eens wat bladeren in het boek en bedenken of ik nu wél of niet oliebollen ga bakken zaterdag. Maar één ding is zeker; het recept komt uit dit boek!

 

Ik moet nu hond Max even geruststellen, het knalt hier al de hele dag en Max is verschrikkelijk bang. Gelukkig denkt hij dat wij zijn beschermers zijn (waakhond!!!) Hij is al snel gerust als ik zeg dat er niets aan de hand is. Hij zit nu onder de computertafel, op mijn voeten!!!

© ellen

Brood met olijven…

Het andere deel van het deeg plat op een bakblik leggen en er olijven indrukken, bij elke olijf een paar takjes rozemarijn. Bakken op 200 graden. Na 10 minuten baktijd bestrijken met olijfolie.
Baktijd ongeveer 20 minuten. Als het brood mooi bruin is, uit de oven halen en nogmaals bestrijken met olijfolie.
Serveren meteen eigengemaakte tapenade. (recept hiervoor morgen)

Brood…

 Van 1 kilo meel kun je twee mooie broden bakken! Eén met olijven en rozemarijn, één mooi gevlochten, om te eten met bijvoorbeeld kruidenboter.

1 kilo meel, 2 zakjes gedroogde gist. Zout, water, olijfolie. En voor het laatste brood een paar olijven en een takje rozemarijn.

De gist in een kommetje lauw water even mengen. Het meel in een grote kom doen, een kuiltje maken in het meel en daar het gistmengesel in gieten. Een flinke lepel olie toevoegen en een lepel zout. Dan alles grondig kneden en op een warme plek laten rijzen. Als de hoeveelheid verdubbeld is nog eens goed kneden. Verdeel het deeg en 2 helften. De ene helft in drie delen vlechten. Nog even laten rijzen en dan ongeveer 20 minuten bakken op 200 graden. In dunne sneedjes serveren met kruidenboter.

© ellen

Schwarzwälder Kirschtorte…

De grootste bedreiging van kuur- en dieetprogramma’s in de talloze Schwarzwaldklinieken en Badische Staatsbaden is niet de minder appeteitelijke reformkost, maar de Schwarzwälder Kirschtorte. Deze verlokking, geboren uit eieren, suiker, meel, zure kersen, chocolade, room en Kirschwasser torent sinds jaar en dag uit boven al die andere verrukkingen uit de Duitse “Tortenhimmel”. En internationaal steekt hij de Oostenrijkse Sachertorte in populariteit naar de kroon.

We waren afgelopen zomer in het Schwarzwald. We hadden onze zinnen gezet op een bezoek aan het Deutsches Uhrenmusem Furtwangen. Een klein, maar wondermooi museum. Van tijdsmeting uit vóórchristelijke periode tot het atoomklokwerk uit onze tijd. En alles daar tussenin. Met als zwaartepunt in de verzameling: de appel- en koekkoeksklok. Ja, ja…

Na die vermakelijke middag in het museum streken we neer op een beschaduwd terras. (In tegenstelling tot die van de meeste landgenoten was onze vakantie doordrenkt van hitte en zonneschijn.) Op dat koele terras dronken we espresso en aten we onze eerste echte Schwarzwälder Kirschtorte, in sito, zogezegd. Wat je er ook over probeert te zeggen, je schiet altijd te kort om de grootsheid van dit gebak te beschrijven. Ik doe er dan ook maar het zwijgen toe. We werden bediend door een meisje uit Oost-europa, erg vriendelijk, erg beleefd. Wel vertrouwde ze ons op het laatst nog even toe dat we maar beter terug konden gaan naar waar we vandaan kwamen. In het hele Schwarzwald, en in Furtwangen in het bijzonder, was in de zomer niks te beleven, meende zij. Aan de taart lag het in ieder geval niet. Bij een kleine slager in de buurt van het museem kochten we daarna nog mooie Hausmacherleberwurst, gerookte ham en ingemaakt varkensvlees. Want ook daar hebben ze verstand van in het Schwarzwald.

© paul

Speculaas…

 

250 gram bloem, 1 theelepeltje bakpoeder, 175 gram boter, 150 gram lichte basterdsuiker, 1 1/2 eetlepel speculaaskruiden, snuifje zout. Zeef de bloem met het bakpoeder, de kruiden en het zout en hak er de boter door. Kneed alles goed door en zet het deeg een paar uur, in folie verpakt, in de koelkast.

Kneed het deeg nog een keer en rol het met een deegroller tot een mooie lap. Steek er dan figuurtjes uit en laat ze in een voorverwarmde oven 15 minuten bakken op 175 graden. Als je een speculaasplank hebt moet je de plank steeds goed met meel betrooien. Druk het deeg er in en snijd wat er bovenuit steekt met een scherp mes af. Klop de plank op het aanrecht zodat figuurtjes eruit vallen. Voorzichtig overbrengen op een ingevette bakplaat en bakken zoals boven beschreven.

© ellen