De grootste bedreiging van kuur- en dieetprogramma’s in de talloze Schwarzwaldklinieken en Badische Staatsbaden is niet de minder appeteitelijke reformkost, maar de Schwarzwälder Kirschtorte. Deze verlokking, geboren uit eieren, suiker, meel, zure kersen, chocolade, room en Kirschwasser torent sinds jaar en dag uit boven al die andere verrukkingen uit de Duitse “Tortenhimmel”. En internationaal steekt hij de Oostenrijkse Sachertorte in populariteit naar de kroon.
We waren afgelopen zomer in het Schwarzwald. We hadden onze zinnen gezet op een bezoek aan het Deutsches Uhrenmusem Furtwangen. Een klein, maar wondermooi museum. Van tijdsmeting uit vóórchristelijke periode tot het atoomklokwerk uit onze tijd. En alles daar tussenin. Met als zwaartepunt in de verzameling: de appel- en koekkoeksklok. Ja, ja…
Na die vermakelijke middag in het museum streken we neer op een beschaduwd terras. (In tegenstelling tot die van de meeste landgenoten was onze vakantie doordrenkt van hitte en zonneschijn.) Op dat koele terras dronken we espresso en aten we onze eerste echte Schwarzwälder Kirschtorte, in sito, zogezegd. Wat je er ook over probeert te zeggen, je schiet altijd te kort om de grootsheid van dit gebak te beschrijven. Ik doe er dan ook maar het zwijgen toe. We werden bediend door een meisje uit Oost-europa, erg vriendelijk, erg beleefd. Wel vertrouwde ze ons op het laatst nog even toe dat we maar beter terug konden gaan naar waar we vandaan kwamen. In het hele Schwarzwald, en in Furtwangen in het bijzonder, was in de zomer niks te beleven, meende zij. Aan de taart lag het in ieder geval niet. Bij een kleine slager in de buurt van het museem kochten we daarna nog mooie Hausmacherleberwurst, gerookte ham en ingemaakt varkensvlees. Want ook daar hebben ze verstand van in het Schwarzwald.
© paul