De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 57…

santiago nog...24-05-2014. De etappe liep van Osrabat naar Saint-Jean-Pied-de-Port, 24 kilometer.

Over Osrabat dient nog iets gezegd te worden. De wandelaars sliepen er in het pelgrimshuis, het was nog maar een goede twee jaar oud. Nieuwe gebouwen mochten dan vaak wat minder sfeer hebben en ze misten de romantiek van de ouderdom, maar evengoed was het wel lekker om eens verwend te worden met modern comfort.

Bijvoorbeeld een maaltijd maken op een modern komfoor, het was een genot. Ans en Jan bereidden er met genoegen een tomatensoepje. Dan roerei met ui en tomaat. Kaas toe… Karin en Patrick aten mee. (Er waren nog meer gasten in de refugio, maar die lagen allemaal vroeg op bed.)

Deze ochtend werd er gestart bij goed weer, en het zou de hele dag goed blijven. Bij het belendend barretje, annex brooddepôt, had men nog snel leeftocht ingeslagen. Een mooie route lag in het verschiet, hoewel minder spectaculair dan die van de voorgaande dag.
water

Ferm stijgen en dalen vormde het credo, het waren per slot de Pyreneeën waar de pelgrims doorheen zwierven. Een ruime pauze, zo rond het middaguur, was dan ook geen overbodige luxe. Het brood werd gegeten op een muurtje, en er werden dutjes gedaan.

Half drie sloeg de torenklok van de plaatselijke kerk toen de wandelaars Saint-Jean-Pied-de-Port binnenliepen. Daarmee werd een nieuwe mijlpaal bereikt. Of eigenlijk twee: Saint-Jean-Pied-de-Port vormde de poort naar Spanje! Én klaarblijkelijk was nu tweederde van de Lange Mars volbracht. (Of men had nog éénderde te gaan, daar wil ik even vanaf zijn…)

In het stadje vloeiden nagenoeg alle noordelijke en oostelijke Compostellaroutes tesamen. Het was er een komen en gaan van pelgrims. Over Saint-Jean-Pied-de-Port schrijft Ans: Het plaatsje heeft wel een hoog Valkenburggehalte, toch is het heel bijzonder hier te zijn.

Men wandelde er eens rond en het Pelgrimsburo werd begezocht. Men boekte de refugio voor de nacht en streek hierna neer in een café om het Overwinningsbier te drinken. En daar de wandelaars nu in dat café voor de komende uren domicilie hadden gevonden, kon ik even iets geheel anders kwijt, speciaal voor al die nieuwe lezers van het Ministerie. De vaste fans zouden het stukje over kunnen slaan…
jongste bediende

Zoals bij elk ministerie scharrelen er ook op het Ministerie van Eten en Drinken wat ambtenaren rond. Natuurlijk genieten wij, Ellen en ik, de status van Minister, baas over deze burelen. Dat lijkt me logisch, daar hoeven we het verder niet over te hebben.

Zoals elk zichzelf respecterend buro houden ook wij er een Jongste Bediende op na. We hebben hem al in dienst vanaf het begin van ons virtuele bestaan, sinds 2005. Hij is voor een deel gemodellleerd naar de Jongste Bediende van de uitgeverij Dupuis, beter bekend onder de naam Guust Flater.

Er zijn een aantal overeenkomsten tussen die twee: het zachtmoedige karakter, de goedlachsheid, de inventiviteit, de niet aflatende solidariteit voor hun werkgevers.

Verschillen zijn er ook: daar waar Guust Flater de loomheid in zijn doen en laten nauwelijks kan verbergen, jakkert onze Jongste Bediende door het leven.

Wij zijn groots op onze Jongste Bediende, we zouden hem niet willen, niet kunnen missen. Soms lenen we hem even uit. Het zij voor reclamedoeleinden, het zij voor een goed doel [het Minsiterie is namelijk ook een NGO (Ni dieu, ni mâitre..)]. De Compostellareis ís zo’n goed doel.

We zonden hem dan vandeweek uit om ontwikkelingswerk te plegen in Spanje. De Jongste Bediende zou onze wandelaars daar voorzien van écht bier en van doedelmuziek. En we zonden Vriendin Marleen mee, iemand moest toch op dat jong passen…
IMG-20140525-WA0002

Enfin, we hadden hem weer eens onderschat. Om 17.30 uur ontmoette de Jongste Bediende de wandelaars in voornoemd café. Het was helemaal niet in Spanje, dit was nog Frankrijk.

Het weerzien was groots en het feestje kort. De Jongste Bediende moest op tijd slapen, de volgende dag diende hij kwartier te maken. De verjaardag van Jan zou dan gevierd…

Verzoek aan de wandelaars: houd de Jongste Bediende niet te lang bezig, we missen hem nu al. En Vriendin Marleen ook…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 56…

water 23-05-2014. De etappe liep van Osserain naar Ostabat-Asme, 23 kilometer.

My Beautiful Laundrette, het is wat mij betreft de op één na aardigste Britse film uit het Thatcher-tijdperk. Stephan Frears maakte de bijtende aanklacht tegen rascisme, tegen  polarisatie en tegen armoede. En Frears deed het zó dat er ook nog wat te lachen viel.

Twee jongemannen, een rijke Pakistaan en een arme Engelsman beginnen een wasserette en een liefdesrelatie. De complicaties zijn natuurlijk oneindig, in beider families, in de omgeving, maatschappelijk en sociaal. Enfin, bekijk het zelf maar, de DVD is nog steeds verkrijgbaar. Of Ans de film gezien heeft, ik weet het niet. We hebben het er nooit over gehad, bij mijn weten. Maar ik acht de kans evenwel lang niet ondenkbaar, Ans houdt van film.

Én Ans en Jan dat is wasserijvolk, het zit er diep in en je krijgt het er niet zomaar uit. Zo bezochten ze vandaag een wasserij in Baskenland, een excursie zogezegd. En ze sleepten dan ook nog twee bevriende vreemden mee… Maar ach, bijkomende gedachte van de wandelaars was dat dit waarschijnlijk de enige plaats zou zijn waar ze, na een regenbui van drie uur, hun spullen weer enigszins droog en toonbaar konden krijgen.

De ellende begon al tijdens het ontbijt; een stortvloed aan water gutste naar beneden en hevige wind stak op… Niet dat het de pelgrims weerhield om zich op het pad te begeven. Het leek zelfs even of de weergoden respect toonden voor het feit dat de wandelaars zich, goed ingepakt en onverschrokken, in beweging zetten; de zon begon er spontaan van te schijnen. Maar ach lezer, het was slechts van korte duur, van zeer korte duur…

De eerste kilometer was nog niet geslecht of het begon te hozen. En het hield niet meer op. Na drie uren lopen soppen kwam men bij het plaatsje Saint Palais. Om in het plaatsje te geraken diende een oude spoorbrug te worden overgestoken. Het was de moeite om die oversteek te maken, want het plaatsje bood gelegenheid om een beetje op te drogen. Eerst in die wasserij, en daarna in het plaatselijk restaurant. Ik heb je nog niet verteld dat de wandelaars ook deze dag genoten van het gezelschap van Karin uit Nederland en Patrick uit België.

Het bezoek aan de wasserij had tot gevolg dat het gezelschap in iets minder deplorabele toestand het restaurant in schoof, de uitbater fronste evenwel zijn wenkbrauwen. Wat moest hij met die vier verzopen katten? lunch

Een beetje charme, misschien een beetje pelgrimscharisma en het ijs was snel gebroken. De wandelaars waren welkom aan de dis. De waard kookte een maaltijd in vier gangen: vooraf een terrine van vismousse, dan een soort van assiëtte van fijn worstvlees, eieren, sla en fruit,  en daarna schijven rosbief in een rodewijnsaus met boontjes. Kaasje en koffie toe… (Ik beschrijf een en ander vanaf aangeleverde foto’s, ik zou er zomaar een beetje naast kunnen zitten.)

Uitbuiken heette het in oneerbiedige bewoording, maar voor de reizigers was het gewoon uitrusten van een stormachtige ochtend. Dat was wat ze deden na het stevig maal. En toen ze dan eenmaal weer en route gingen bleek er een omslag te zijn geweest in het weer. Het wolkendek was opengebroken, de zon stond te stralen, de lucht was egaal blauw. Het landschap dat zich aandiende bood de mooiste vergezichten van de dag.

Karin en Ans waren het wildplassen intussen zat. Té hoog nat gras, modder onder struiken, nieuwsgierige passanten, enfin, je begrijpt de portee lezer… water Toen de wandelaars dan weer eens een huisje passeerden belden de twee dames aan. Of ze gebruik mochten maken van het toilet? De Madam die de deur opende vond het prima. En of de pelgrims zin in koffie hadden vroeg ze. En in een mum van tijd toverde ze vier dampende bakken tevoorschijn. Aardige Madam!..

Dan zagen de wandelaars in de verte Osnabat liggen, het was nog zeker een uur dalen. Echter het noodweer sloeg weer toe, felle wind en hoosbuien, het hele stuk tot aan het pelgrimshuis.

Gedeelde smart was halve smart lezer, en gedeeld geluk telde dubbel. Ans schrijft: Kei skonnen dag was het. We hebben intens genoten. En ze dronken gevieren een goed glas Baskische EKI

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Kaasfondue uit de Franche-Comté…

Kaasfondue en salade
Ik vertelde je over de snelle salade met rucola en ham. In de streken waar de grote Franse bergkazen vandaan komen, de Jura en de Franche Comté, behoort zo’n salade traditioneel als bijgerecht bij Kaasfondue.

Er zijn heel behoorlijke fondues kant-en-klaar verkrijgbaar. De meeste supers bieden ze wel aan, de kaashandel zeker. Toch is het bevredigender om je fondue helemaal zelf te make, moeilijk is het niet. Je kunt ook voor andere kazen kiezen, maar dit recept levert een bijzonder smakelijke Oost-Franse fondue op.

Voor vier personen:

  • 1 teentje knoflook, pellen en pletten met een mes
  • 600 gram kaas (150 gram Emmenthaler, 150 gram Gruyère, 300 gram Comté), grof geraspt (wel zelf raspen, vlak van te voren. De handel probeert droge restanten voorbewerkt voor veel geld te verkopen! Niet doen, dat is niet lekker.)
  • 3 dl droge witte wijn
  • nootmuskaat, peper
  • 2 theelepels maïzena
  • 1 eetlepel Kirschwasser (of een andere Eau-de-Vie),

Doe de knoflook en de wijn in de fonduepan en zet die op een zacht vuurtje. Gebruik een pan van aardewerk, die zetten minder snel aan.
Roer beetje voor beetje de kaas erbij en laat alles langzaam smelten. Als het begint te pruttelen de maïzena aanmaken met de Kirsch en bij de kaasmassa doen. Goed roeren, nootmuskaat en peper toevoegen en even door laten pruttelen. Dan snel opdienen met knapperig vers stokbrood en zo’n salade met ham…

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, intermezzo: Brandmeester…

brandmeester
Dit is Jan. ‘t Is te zeggen, dit is een afbeelding van Jan, zoals hij prijkt op het etiket van een grote fles bier. Hij liet het bier brouwen ter gelegenheid van het afscheid van zijn arbeidzaam leven als Brandweercommandant. Én hij liet het bier begeleiden door een schrijven:

Met dit speciaal bier dank ik je voor jou rol in mijn brandweerloopbaan. Deze Brandmeester is optimaal op dronk op 25 mei 2014, ‘s avonds om 19.00 uur. Laten we samen (op afstand) proosten en hem rustig, met gesloten ogen inwerken op onze papillen. Opdat het leven ons nog lang goedgezind is.

Vandaag is het dan zover. Vanavond zullen er talloze flessen sneuvelen en het hele thuisfront zal op hem toasten. Er zal wat gezongen worden, een traan wordt weggepinkt.

Jan zelf viert zijn verjaardag in den vreemde…

Hij leve hoog: hurrah, hurrah, hurrah

© ellen-paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

Eenvoudige salade van Rucola en rauwe ham…

kaasfondue en salade
Laatst kreeg ik het er weer eens over met een collega; over de moeite die het kost om elke dag vers en gezond op de tafel te toveren…

Schei toch asjeblieft uit, het slaat helemaal nergens op. Ik weet écht niet waar die moeite in zít of wat iemand weerhoudt om in welgeteld vijf minuten een smakelijke, gezonde en mooie salade te bereiden.

Neem rucola en fatsoeneer die eventueel een beetje. Snijd een uitje in halve ringen en verdeel tomaatjes in parten en werk dat door de rucola. Maak een vinaigrette van olijfolie, mosterd en een straaltje citroensap. Naar keuze afmaken met peper en zout. Giet de vinaigrette over de salade en hussel goed om. Maak rolletjes van de schijfjes ham en drapeer die op de salade. Het is klaar, en meer hoeft dat niet te zijn.

Of je mooie kerstomaatjes gebruikt of waterbommen, dat is aan jouw. En wil je ham van een paar kwartjes per ons gebruiken, je moet het zelf weten. Je doet jezelf evenwel tekort…

Koop goede spullen, het is de moeite waard, het verrijkt je leven.

Ellen kocht Luxemburgse ham: Jambon cru fumé Marque National. Ellen is goed in het inkopen van ham, heel kritisch ook. Ik ben meer van de worsten…

We aten de salade bij een goede kaasfondue. Zoals men dat doet in de Jura en de Franche Comté. Hun traditionele kaasfondues  gaan altijd samen met een groene salade met ham. Een moordcombinatie.

Een stevig glas witte wijn erbij (Auxerrois, Jurawijn, Arbois blanc) en je waant je god in Frankrijk.

© paul

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 55…

Osserain/ Szeder Laszló

Foto: Szeder Laszló.

22-05-2014. De etappe ging van Orthez naar Osserain-Rivareyte, 28 kilometer.

De pelgrims hebben het departement Landes verlaten en wandelen nu door het departement Pyrenées Atlantiques. Je zou ook een veel oudere benaming voor het gebied kunnen gebruiken: Pays Basque, Baskenland.

Het Baskenland beperkt zich niet alleen tot Spanje, ook dit deel van Frankrijk hoort erbij. Tien procent van de totale Baskische bevolking woont in dit stukje Frankrijk, een goede 275.000 zielen. Een vreemd volkje is het; ze zijn niet Spaans, ze zijn niet Frans, het zijn Basken. Men spreek er zijn eigen taal, in Spaans Baskenland meer dan in Frankrijk, maar toch… Die taal heeft niks van doen met andere West-Europese talen, ze staat op zichzelf en is in de verte familie van oeroude Kaukasische talen.

 Euskal Herria heet het Baskenland in het Baskisch. Waar het volk oorspronkelijk vandaan kwam is niet helemaal duidelijk. Het meest gangbaar is de theorie dat ze vanuit zuidoost Europa het westen koloniseerden, nog voor de Kelten dat deden.

In Spanje genieten de Basken een hoge mate van autonomie, in Frankrijk is dat minder aan de orde. Een echte Baskische staat in strikte zin heeft nooit bestaan. Maar tot in de middeleeuwen wisten de Basken een redelijke mate van autonomie te handhaven. Ook in de perioden daarna, hoewel politiek vallend onder Spaanse koningshuizen, behielden de Basken hun eigen bestuur, wetten en cultuur. Vanaf het eind van de 19e eeuw heerste er repressie. De taal mocht niet meer gesproken worden, de cultuur werd verboden en bestuurlijk had men niets meer te vertellen. Dat duurde tot de jaren zeventig van de vorige eeuw, tot de dood van dictator Franco. Ten gevolge van de repressie zijn veel Basken gevlucht naar, met name, Argentinië. Onze koningin is deels Baskisch
water

Daar dus wandelden de pelgrims naartoe op deze dag, naar Baskenland, om 07.30 uur waren ze vertrokken. Het weer was mooi, een doorbrekende zon en dan blauwe luchten. Een prachtige tocht was het, met veel stijgen en dalen. Bossen wisselden af met open landschap en de vergezichten die zich dan aandienden waren adembenemend. En altijd in de verte dat massief van de Pyreneeën. Ans beklaagde zich omdat ze dat gevoel niet op foto kon vastleggen. In werkelijkheid is het geweldig schrijft ze. Wel was het een eenzame tocht, de wandelaars kwamen onderweg nagenoeg niemand tegen.

Om 12.00 uur was het tijd om het oude brood te delen en even te dutten in het gras. Ergens in de ochtend waren de wandelaars twee medepelgrims voorbijgestoken. Die haalden hen nu weer in en lasten dan ook maar hun rustpauze in. Met die twee gasten, Karin uit Nederland en Patrick uit België, beleefden de wandelaars de avond hiervoor een genoeglijk tijd in het pelgrimshuis.

Met z’n vieren trok men verder en tegen 15.00 uur marcheerde men Sauveterre-de-Bearn binnen. Het enige onderdak bleek een veel te duur hotel. Bij de Tourist Information wist men echter een adres, 4 kilometer verderop. Men was zo gedienstig  om een afspraak te maken voor de vier. Dus wandelden de pelgrims nog een stuk door, naar het plaatsje Osserain-Rivereyte.(Ozeraine-Eribareita in het Baskisch.) Maar niet voordat er een glas Grimbergen werd gedronken op een terras.
water

Onderweg werd nog even de kerk van Lanneplaa aangedaan. Men wilde er de geborduurde Sint Jacobus gaan bekijken. (Nou ja,..) De kerk was gesloten.

In Osserain kwam het viertal terecht bij Monsieur Pascal, een 65 jaar oude pensionado, die pelgrims ontving in zijn huis. Monsieur Pascal bleek een aimabel mens.

Na de zelfverzorging en het corvee aan lijfgoed en rugzak werd er aan tafel rust genomen en wat gedronken. Monsieur Pascal verzorgde de maaltijd. Een groentesoep, pasta met tomatensaus, worstjes en brood. Kaas toe natuurlijk en zelfgemaakte perzikencompote. Die avond regende het straf, het kon de wandelaars niet deren. Zij zaten gezellig aan de keukentafel, in het huis van een goedlachse Bask

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 54…

café Les Pietons
21-05-2014. De etappe liep van Hagetmau naar Ortez, 27 kilometer.

Soms vallen foto’s zo uit, soms zijn ze erom gemaakt. Ik ga er gevoeglijk vanuit dat het eerste hier het geval is, hoewel,.. je weet maar nooit.

Ik vind het een bijzondere foto. Zakelijk en efficiënt, er staat op wat getoond diende te worden. Qua techniek had het beter gekund, maar het gaat me om de voorstelling.

Een grijs schild op een veld van wit-roze-blauw. De lijnen lopen van oost naar west, van noord naar zuid, maar ze lopen scheef. Dat geeft het geheel dynamiek. De vlakverdeling is asymmetrisch, maar nét goed. En ook al staan er letters op het bord en herken je de figuurtjes, het totaalbeeld van de foto wekt eerder een gevoel van abstractie op. Zoals de schilderijen van hyperrealisten als Richard Estes dat doen. Of de foto’s van Mark Power

Hadden jullie niet gedacht hè, pelgrims…

Terug naar de werkelijkheid van alledag. Ontbijten werd er met stokbrood en aardbeien, het bleek een prima manier om de dag te starten. En onder een bewolkte lucht, maar bij droog weer, vertrokken de wandelaars rond 07.30 uur om weer een nieuwe etappe bij te kunnen schrijven in het Compostellalogboek.

Het plan van Walther uit Magdenburg om in gezelschap van Ans en Jan een deel van de tocht te lopen kon geen doorgang vinden. Artritis aan zijn knie speelde fors op en hij voelde zich genoodzaakt om een paar dagen rust te nemen.

Ergens in de ochtend kwamen de wandelaars aan in een dorpje waar weer gezocht moest worden naar bewegwijzering. Ze maakten een rondje om de kerk, en juist op het moment dat er zich weer een Jacobsschelp aanbood, verscheen daar dat mannetje. Of ze de kerk wilden bezichtigen vroeg hij. Ach Monsieur, die zit op slot. Geen punt zei het mannetje, ik haal de sleutel. De pelgrims wilden eigenlijk doortrekken, maar het zou onbeleefd zijn om niet op het aanbod van de oude man in te gaan. Dus werd de kerk bezichtigd…

Toen de pelgrims even later weer en-route waren viel hen op dat alle huizen van het dorp naambordjes droegen. Alsof hier Ad Otten met zijn Vrijstaat aan het werk was geweest, heel bijzonder.

Het landschap begon alsmaar meer geaccidenteerd te worden. Het is heerlijk om af te dalen in een dal schrijft Ans, maar inherent aan dalen is dat je uiteindelijk ook weer moet klimmen. Na weer eens zo’n forse klauterpartij stond daar boven op de berg nog een oud mannetje. Het zou de tweelingbroer van de Kerksleutelaar kunnen zijn. Zou die ander naar zijn broer getelefoneerd hebben dat wij eraan kwamen vroegen de wandelaars zich af. Dat bleek niet het geval. Wel bood het mannetje hen vers water aan. En passant liet hij nog even zijn huisje zien. Gebouwd in 1825…

Het was woensdag, alle winkels waren gesloten en ook de Horecaf liet het afweten. Geen brood, geen koffie. De wandelaars voelden zich verplicht om het pelgrimspad te verlaten en in meer bewoonde streken op zoek te gaan naar leeftocht. Ergens op een industrieterrein was het gelukkig raak. De reizigers vonden een bakker die ook koffie schonk. En er kon gerust worden.

In een gesprekje met de bakker en zijn vrouw maakten de wandelaars zich bekend als bakkerskinderen; opa en drie ooms hadden immers hun leven lang het beroep uitgeoefend. Het verhaal viel in goede aarde en even later bood de bakkersvrouw aan om de reizigers per automobiel terug te brengen naar het pelgrimspad, want ze waren intussen een fors eind afgedwaald. Een genereus aanbod was het en de reizigers maakten er dan ook graag gebruik van.

Het was al wat verder in de middag en de reizigers prezen zich gelukkig met het weer. Misschien hadden ze dat beter niet kunnen doen, want na een ferme donderklap scheurde het grijzige wolkendek open en gutste de regen op hen neer. Een bui? Ja, maar dan wél eentje van twee uur, stortregen wel te verstaan. Nat tot op het bot waren ze.

Gelukkig kwam er altijd aan alles een end. Geleidelijk werd de regen minder, trokken de wolken weg, verscheen er blauw aan de kim en brak de zon door. En toen zagen de pelgrims ze voor het eerst: De Pyreneeën.

KICKENMAN!!!! schrijft Ans, de rest van de dag zal in het teken van deze ervaring staan!
café Les Pietons

Ik heb lang getwijfeld of ik deze foto wel zou gebruiken, want denderend is-ie niet. Maar omwille van de symboolwaarde zet ik hem toch maar. Les Piétons (de Voetgangers) heet het café, maar met het woord wordt natuurlijk ook gewezen naar de Beatles die het zebrapad oversteken in Abbey Road. Piétons staat ook voor twee Geertsen die de dwaze onderneming zijn aangegaan om dwars door België, dwars door Frankrijk en dan nog eens dwars door vijf Spaanse provincies te trekken, te voet! De foto toonde verder de eufore stemming waarin de wandelaars verkeerden nu ze voor het eerst de Pyreneeën zagen. Het glas Grimbergen was de welverdiende beloning.

En op de achtergrond schalden Paul, John, George en Ringo: Here Comes the Sun

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

Een lepeltje Buisman…

buisman

Koffie zetten doen we op de pot, Al sinds een eeuwigheid. Het hoe en waarom lees je hier…

Sinds enige tijd doe ik weer een schepje Buisman bij de koffie. Ik wist niet eens dat het nog bestond, maar een genoeglijk praatje met een mij volkomen vreemde meneer, voor de koffieschappen van de super om de hoek, leerde mij dat het spul nog steeds wordt verkocht. De meneer bracht me netjes naar de plaats waar de potjes stonden.

Waarschijnlijk waren ze me niet opgevallen omdat ik, en met mij nagenoeg iedereen van mijn leeftijd, bij Buisman moet denken aan blauwe metalen busjes. Tegenwoordig zijn het dus glazen potjes waarin het goedje wordt aangeboden.

Buisman GS stond er vroeger op die blauwe busjes, en dat dekte meteen de hele lading. Gebrande Suiker wordt er met de toegevoegde letters bedoeld, en dat is ook precies wat het is, gebrande, gekaramelliseerde glucosestroop en melasse.

In vroeger tijden was koffie aanmerkelijk schaarser en voor de kleine man erg kostbaar. Gebruikte men Buisman (of koffiestroop van een van die honderd andere Nederlandse branders) dan kon men met minder koffie toe en dronk men toch een stevig bakje.

Want dat is wat het doet, die koffiestroop: het maakt je koffie wat pittiger en de koffie kleurt wat donkerder. En bij zorgvuldig gebruik verpest tast het niet de smaak aan van het door jou gekozen koffiemengsel. Ik vind het lekker, Ellen wat minder…

Ik kan uit mijn kindertijd geen gezin bedenken of er was Buisman in huis, iedereen had het. Ook op de middelbare school, herinner ik me, stond zo’n pot in de lerarenkamer…
Praktische recepten voor de huisvrouw met Buisman's GS

Jammer van dat blauwe busje met die klassieke opdruk. Het blikken lepeltje is wél gebleven.

En wordt je koffie wat té sterk, té pittig zeggen ze bij Buisman, dan doe je gewoon wat minder, eh…, koffie op de pot.

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 53…

Brassempouy
20-05-2014. De etappe liep van Saint Sever naar Hagetmau, 17 kilometer.

Het kopje is nog geen vier centimeter hoog. Het is gesneden uit mammoettand en het is ruim 24.000 jaar oud. Het werd gevonden, een goede 8 kilometer van de slaapplaats van Ans en Jan in Hagetmau. Het kopje bevindt zich tegenwoordig in het Musée d’Archéologie nationale in Saint-Germain-en-Laye.

Men noemt haar La Dame à la Capouche, de Dame met de muts, maar ook wel la Dame de Brassempouy, naar het dorpje waar ze werd gevonden. Ze lag verstopt in een grot, de Grot van de Paus genaamd. De rest van haar lijfje is verloren gegaan, we zullen nooit weten of haar lichaam met eenzelfde kunstzinnige finesse was gemaakt.

Het is het oudste beeldhouwwerk dat een menselijk gezicht, een expressie weergeeft, het oudste ooit! We hebben het hier wél over de vroege steentijd…

Ik krijg altijd weer een brok in mijn keel wanneer ik haar zie, wat is ze mooi hè…

In de Grot van de Paus werden nog meer beeldjes gevonden, ook pijlpunten en andere artefacten. Maar niets van dat alles kan ook maar in de schaduw staan van deze kleine Venus.

Er is een Slowaakse web site waarop men een poging doet om archeologische vondsten van menselijke afbeeldingen tot leven te brengen, aanschouwelijk te maken. Het ziet er soms wat gelikt uit, maar men doet een serieuze poging. Je vindt er, met wat scrollen en klikken, het meisje van Brassempouy ook terug. Kijk bij Gravettian

Om en over de vindplaats is een museum gebouwd. La Maison de la Dame

Enfin,.. het was 09.30 uur en de ochtendrituelen waren gedaan, de wandelaars zetten zich en-route. Ze hadden zojuist afscheid genomen van Froukje, Guus en Gijs, die gingen hun vakantie afmaken aan de Atlantische kust.

De weg was goed te bewandelen, veel asfaltbanen en een prachtig landschap. Het regende nu en dan een beetje.

Rond het middaguur bereikten de pelgrims een onopvallend caféetje. Een soort Café de Sport, dachten de wandelaars. Foto’s van de regionale basketbalkampioenschappen hingen aan de muur, affiches van Stierengevechten tegen het plafond. Het jongste affiche stamde uit 2002… Maar ze hadden er goede koffie en het meegebrachte brood mocht binnen worden gegeten omdat het buiten zo hard regende.
café Les Pietons

De rest van de tocht leverde geen onvolkomenheden op. Hagetmau werd dan ook relatief snel bereikt en de refugio, het pelgrimshuis, was gemakkelijk te vinden. Daar kwamen de wandelaars Walther tegen, een Duitse pelgrim die ze al bij een eerdere gelegenheid hadden ontmoet.

Walther had met nog twee andere Duitse pelgrims afgesproken die avond pizza te gaan eten in het stadje en hij nodigde Ans en Jan uit. De wandelaars vonden dat een prima idee. Ze besloten de tijd vóór de maaltijd te besteden aan een verkenning van Hagetmau.

Na een kort rondje om de kerk schoten de wandelaars dan de pizzeria in, maar van de Duitse gasten geen spoor. Enige wachttijd later werd er toch maar besteld, de innerlijke klok vroeg erom. De maaltijd verliep verder naar volle tevredenheid, het was er goed rusten.

Op de terugweg naar de refugio passeerden de wandelaars een andere pizzeria. En daar zaten die pelgrims uit Duitsland. Kleine spraakverwarring, onzorgvuldige  informatieoverdracht, shit happens

Het werd evenwel toch een goede avond met die Duitsers, er was genoeg te buurten. Ze kwamen uit Magdenburg, die gasten.

Ach, en kreeg ik gisteren een foto van een primitief en dronken soort bewegwijzering, die van vandaag is het andere uiterste. Een futuristisch ding. Wedden dat er een lampje inzit…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Kartoffelsalat von Alfred Walterspiegel…

aardappelsalade

Al meermalen stak ik de loftrompet over Duitsers en hun Kartoffelen.. Ik doe het vandaag slechts lichtjes over. Vriend Jan komt eten en Ellen vroeg me om weer eens Kartoffelsalat te maken. En dus trok ik Aus Deutschlands Küchen uit de kast, een beste plaats om een Duits recept te vinden. Auteur Horst Scharfenberg schrijft in het voorwoord bij het Aardappelhoofdstuk dat hij de Kartoffelsalat van Alfred Walterspiegel ( een restaurateur uit een ver Berlijns verleden) de beste vindt die hij kent. Laat ik die dan maar maken, dacht ik. Ik moest enkele aanpassingen doen aan het recept, ik had niet alles in huis. Ook diende ik een en ander terug te rekenen naar “normale mensen” porties. Ik maakte het gerecht voor vier personen.

  • 1 kilo vastkokende aardappelen (muizen, rozeval),
  • halve kop bouillon,
  • 4 eetlepels olijfolie,
  • 1 eetlepel wijnazijn,
  • 1 eetlepel gehakte peterselie,
  • 2 eetlepels fijn gehakte bieslook,
  • 1 theelepel gedroogde dragon,
  • 1 eetlepel heel fijn gehakte ui,
  • 2 flinke theelepels Franse mosterd,
  • peper en zout.

Kook de aardappelen in de schil en zorg dat ze niet overgaar worden. Giet de aardappelen af en laat ze wat koelen tot je ze in de hand kunt nemen. Peuter de schillen eraf, en snijdt ze in schijven van twee à drie millimeter dik. Meng alle overige ingrediënten goed door elkaar in een mengbeker. Giet vervolgens een klein beetje van het mengsel op de bodem van een platte schaal. Leg hierop schijven aardappel en bestrijk de bovenkanten met het mengsel. Dan volgt weer een laag aardappelen, die ook weer bestreken worden, tot alles gestapeld in de schaal ligt. Vervolgens stort je het restant van het mengsel over de schotel uit. Zorg dat je salade een half uur voor de maaltijd klaar hebt, zodat de aardappelen de tijd hebben om het mengsel op te slobberen. Je kunt voor het opdienen het mengsel nog een keer voorzichtig omscheppen. Uiteindelijk zal je schotel lauw van temperatuur zijn, en zo dien je hem te eten. Zeker niet gekoeld.

Erbij aten we gegrilde verse worst en een dikke entrecote. Een simpele groen salade makte de maaltijd af.

© paul