Jarenlang waren we verstoken van verse kapucijners. Betrokken we ze vroeger het hele seizoen van mijn gewaardeerde collega en fermier-pur-sang, Boer Skukhorzel, toen we door omstandigheden te ver weg van elkaar kwamen wonen was het uit met de pret. En hoewel de groentekramen op de Helmondse zaterdagmarkt geweldig zijn gesorteerd, was het iedere keer maar afwachten of er überhaupt verse kapucijners zouden worden aangevoerd (vaak niet dus…).
En nou blijken er dus bij de Boerderijwinkel aan de Rooije Hoefsedijk, in het buitengebied van ons eigen dorp, volop kapucijners te worden geteeld. De staken met paarse peulen staan zo ongeveer tegen de winkel aan. Ze doen dat overigens al jaren, dat kapucijners kweken, en wij wisten weer eens van niks. Enfin…
De ontdekking van het paarse goud maakte ons, op z’n zachts gezegd, gelukkig. We aten dan ook vorig weekend ons eerste maaltje verse kapucijners. En zoals te doen gebruikelijk dienden de primeurs van dit jaar, evenals de asperges en evenals de nieuwe erwtjes, zo simpel mogelijk te worden bereid. We kookten de kapucijners kort en stoofden ze daarna verder in boter en spekjes. Een sjalotje mocht erbij, maar meer moest dat niet zijn. Ze waren heerlijk…
Nou heb ik je al eens (regelmatig) verteld over mijn voorliefde voor de Volkskeuken, de kookrubriek van de Volkskrant. Ik lees die rubriek eigenlijk elke dag en ik heb zo mijn voorkeuren. Staat me een gerecht of recept aan, dan scheur het uit de krant en stop het in een mapje. Het mapje raakt aardig vol en ik heb nog steeds niks gerubriceerd. Het is dan ook geen wonder dat ik dat recept van Loethe Olthuis (van tien jaar geleden) niet terug kon vinden. Terwijl ik toch zeker meende te weten dat ik het ergens had opgeslagen… Enfin, Ellen is veel praktischer; ze googelt even en daar staat het recept op m’n scherm. Nah jah…
Ik paste het recept aan aan ons tweepersoons huishouden en ik geef het je zoals ik het bereidde:
- een flinke kilo kapucijners, in de schil,
- 3 ansjovisfilets, indien nodig ontzout,
- 1 teen knoflook, fijn gehakt,
- flinke klont boter (75 gram),
- de blaadjes van twee takken basilicum, fijngehakt,
- grof zeezout,
- vers gemalen peper.
Ontdoe de kapucijners van hun jasje, je houdt 350 gram aan kapucijner-erwtjes over. Laat de ansjovis met de knoflook in een flinke klont boter garen. De ansjovisfilets zullen uit elkaar vallen. (Je dient een paar lepels water toe te voegen aan het proces om wat smeuïgheid te krijgen.)
Voeg de kapucijners toe en breng de hele zaak snel aan de kook (deksel op de pan) en laat ze in de saus een minuut of vier, vijf koken. Meer hoeft echt niet, je werkt met jonge kapucijnererwten en langer verhitten maakt je erwten taai. Schep tussendoor een keer om.
Werk aan het eind van de bereiding de gehakte basilicum erdoor en breng het gerecht op smaak met vers gemalen peper.
Gebakken aardappeltje erbij, een glaasje lichte witte wijn, stukje vlees voor Ellen, en uiteraard een kopje espresso toe…
Lees ook: De Peultjes van Boer Skukhorzel…
© paul