Gepekelde poussins met tijm-citroenboter

poussins
Het was me het dagje wel vandaag! Er was hier in ons Brabantse dorpje zóveel te doen dat ik eigenlijk niet kon kiezen waar ik heen zou gaan; De Weidegang op het Aarles Broek, de giga vlooienmarkt op de atletiekbaan, de Historische optocht met aansluitend de opening van het seizoen in het Boerenbondsmuseum of de huldeging van ons Gemerts Elftal dat alweer kampioen geworden is… Nouja, daarover later meer…

Komt nog bij dat Paul ziek is, echt ziek. Hij verblijft al twee dagen zo tussen het bed en de badkamer en eet niets dan een droog stukje brood. Een kwalijke buikgriep met alle narigheid van dien.

Gisterenochtend ging het nog allemaal wel met de patient en bedachten we dat we vandaag eens een klein kippetje zouden eten; Poussins naar het recept van Iwan Driessen, chef-kok en Pieter Smits, eigenaar van Rôtisserie Rijsel in Amsterdam. Zij schreven voor de Delicious van de maand april een aantal mooie recepten voor kippetjes met “de smaak van vroeger”. Ik had nog twee poussins in de diepvries liggen dus dat kwam helemaal goed uit. Kippetjes laten ontdooien en daarna in de pekel.

  • Pekel
  • 100 gram fijne suiker
  • 150 gram grof zeezout
  • 15 takjes tijm
  • 6 blaadjes laurier
  • 2 poussins
  • 2 eetlepels boter op kamertemperatuur
  • rasp van 1 (Bio) citroen
  • bakpapier of een spuitzak

Roer het zout en de suiker door 1 liter water. Voeg vijf takjes van de tijm toe en de blaadjes laurier. Giet dit mengsel in een passende schaal en laat de poussins daarin 24 uur pekelen. Verwarm de oven voor op 180 graden. Haal de poussins uit de pekel en droog ze. Neem een theelepel en wring met de bolle kant van de lepel onder de huid vanaf de nek, naar de borst van de kippetjes. Maak zo voorzichtig het vel los. Ris de blaadjes van de takjes tijm. Hak de takjes fijn en rasp de cirtoen. Verwarm de helft van de boter en voeg daar de tijmtakjes bij en de citroenrasp. De boter mag niet bruinen, heel langzaam verwarmen dus. Laat dit mengsel 10 minuten trekken. Hak intussen de blaadjes tijm heel fijn en meng die door de rest van de boter. Giet dan de gesmolten boter door een zeef. Voeg die bij de tijmboter en roer tot je een zalvige creme hebt. Vouw van bakpapier een spuitzakje en spuit de boterccreme onder de losgemaakte huid van de kippetjes.

poussins

Verdeel de botercreme door de huid nog wat te masseren. Snijd twee partjes van de citroen (waar je de rasp van geschaafd hebt) en stop die in de buikholte van de kippetjes. Zet de kippetjes in de voorverwarmde oven (hetelucht, of rijg ze aan een spit) en gril ze gaar in ongeveer 35 minuten. Bedruip regelmatig met het braadvocht. De chef-kok van Rijsel geeft er geroerbakte spitskool bij, ik hield het vandaag op wat aardappeltjes uit de oven met doperwtjes en voor Paul volstond een beetje droge witte rijst…

Wat nu die pekel precies doet werd me uit het verhaal niet helemaal duidelijk. Misschien zijn er lezers die daar een antwoord op hebben? Lekker waren de poussins in ieder geval wél!

© ellen.

 

 

Borlottibonensoep met spelt

soep van borlottibonen en spelt
Soms eten we een tijd bijna dagelijks pasta, dan herontdekken we de aardappel, soms eten we een paar keer per week vis, of raken we verslingerd aan ‘op lage temperaturen gegaard’. Ik denk dat dat heel herkenbaar is voor onze lezers, ook onze dagelijkse kost is aan mode onderhevig. Denk aan de ‘vergeten groente’. Je kunt geen kookprogramma bekijken of er komt wel een ‘vergeten groente’ voorbij. Ook op Twitter kun je de laatste ‘eetmode’ volgen. De culi-twitteraars schrijven over brood bakken, cupcakes, foccassia, margaritaijs, worst maken, draadjesvlees en de laatste week zijn natuurlijk de asperges aan de beurt. Via Twitter kwam ik achter het bestaan van de Bruine Bonenbende. Voedingskundige Yneke Vocking, culinair historica Lizet Kruyff en culinair journalist Onno Kleyn namen het initiatief tot het oprichten van de Bruine Bonenbende. Met als missie het promoten van peulvruchten! De bonenbende heeft een eigen website met recepten, productinformatie en vooral, mooie verhalen over peulvruchten. Reden om weer eens in de bonenrecepten te duiken. Ik kocht in Luxemburg een voorraadje Borlottibonen*, met wat spelt uit het Luxemburgse Naturpark Obersauer een mooie basis voor deze maaltijdsoep.

soep van borlottibonen en spelt

  • Borlottibonensoep met spelt;
  • 160 gram spelt
  • 200 gram gedroogde borlottibonen (of 500 gram verse), knoflook, bleekselderij, salie, olijfolie
  • 4 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 flinke wortel, fijngesneden
  • 1 ui, 1 rode ui, fijngesneden
  • 1 kleine rode paprika, zaad verwijderen en heel fijn snijden
  • 1 stengel bleekselderij, fijngesneden
  • 2 eetlepels tomatenpuree
  • een flinke theelepel harissa
  • wat rozemarijn, salie en peterselie om te garneren
  • olijfolie
  • zwarte peper en zout.

De spelt en de bonen wassen en 24 uur weken in koud water. Het water bij de bonen af en toe verversen.

Giet de bonen af en doe ze in een ruime pan samen met een paar tenen knoflook, een fijngehakte stengel bleekselderij en een bosje salie. Giet er koud water bij, ongeveer 2x het volume van de bonen. Zet de pan op het vuur en breng de bonen aan de kook. Schuim het water af en voeg dan een flinke scheut olijfolie toe. Doe de deksel op de pan en kook de bonen in ongeveer een uur gaar. Schep de bonen uit de pan en houd ze apart. Haal ook de knoflooktenen en de selderij eruit, die hebben hun werk gedaan. Bewaar het kookvocht.

Verwarm in een andere pan wat olijfolie en smoor daarin de groenten zachtjes gaar. Voeg de tomatenpuree erbij en roer alles goed om. Doe er dan het kookvocht van de bonen bij en 2/3 van de bonen. Laat de groenten even garen en pureer dan alles tot een gladde massa met de staafmixer.

Schep de spelt uit het weekwater en voeg ze bij de soep. Laat de soep op een laag vuur 30 minuten koken tot ook de spelt gaar is.  Als de spelt gaar is zijn de korrels ongeveer tweemaal zo groot als een korrel risottorijst.

Voeg dan de rest van de bonen toe en breng de soep verder op smaak met peper en zout. Schep de soep in de borden en giet er een sliertje van de beste olijfolie over. Strooi er nog wat vers gehakte platte peterselie, salie en rozemarijn over en geef er stokbrood bij met gezouten boter.Wij zijn voorlopig ‘In de bonen!’

Kopje espresso toe!

* Borlottibonen zijn hier in Nederland ook wel te koop, maar in onze omgeving moet ik er echt naar zoeken of ze via internet bestellen (duur!) In Luxemburg liggen ze zo in het schap.

© ellen.

Een geitenbokje met artisjokken… eerste paasdag in Luxemburg

geit
In Luxemburg was de internet/wifi verbinding zo slecht dat mij alle lust ontbrak om een artikel te schrijven. Het opladen van een enkele foto duurde zo lang dat ons gezelschap al enigszins beschonken uit het café terugkwam, voordat ik ook maar één foto op “mijn flickr” had kunnen zetten.

Toch wil ik nog wel even vertellen over het eten, en vooral over het halve geitenbokje dat we aten. Ik zag ze vrijdag vóór Pasen al in de supermarché liggen; grote dozen met een “Demi Chevreau, avec abats, nourri au lait, né et élevé en France; wat wil een mens nog meer voor een mooi paasdiner? Bosje verse artisjokken erbij, en een bundeltje verse knoflook… En dat was allemaal gewoon te koop in de supermarché. (Ik moest natuurlijk wel even eerst overleggen met de rest van ons gezelschap en stelde aankoop maar even uit.)

Ik zoek hier al tijden naar een leverancier van geitenvlees. Geiten genoeg in onze landelijke omgeving, geitenvlees is echter moeilijk te vinden. Vreemd, want voor de melkgeitenhouderij moeten toch steeds nieuwe geiten gefokt worden. De bokjes die dan ook geboren worden, (je hebt het nu eenmaal niet voor het uitkiezen of het geitjes of bokjes worden), zijn alleen geschikt om in de pan te belanden. Waar blijven die bokjes toch in Nederland? Goed, in Frankrijk en Luxemburg belanden ze in de supermarkt en vervolgens in de pan.

Zaterdag snel met het hele gezelschap terug naar de Cactus-Super, gelukkig lagen er nog dozen met de begeerde bokjes, én er lagen verse artisjokken én verse knoflook genoeg. Wijze raad over de bereiding kreeg ik van chefkok Marchel van Restaurant  “Beim Docter”, in Leudelange. Marcel komt na werktijd zo wel eens met zijn vrouw Lilly even een laatste glas drinken in het café op de camping.  “Zo’n jong geitenbokje moet je langzaam, heel zachtjes aanbraden, niet teveel kruiden, houdt het heel subtiel… Artisjokes erbij, prima, of jonge erwtjes of boontjes, vergelijk het met zuiglam…”

  • een half zeer jong bokje in delen gesneden; boutje, schouder en wat ribbetjes
  • grote pan waar de delen goed in passen
  • boter om in te braden
  • peper en zout
  • bosje verse artisjokken,   schoongemaakt en in vieren gesneden zie hier
  • scheutje witte wijn
  • bolletje verse knoflook, teentjes losgemaakt

Het vlees inwrijven met peper en wat zeezout en dan, zoals gezegd, langzaam in de boter licht bruin braden samen met de teentjes knoflook. De wijn en eventueel wat bouillon toevoegen en zo een krap uurtje laten garen. Dan de artisjokkenpartjes erbij doen en verder stoven tot ook de artisjokken gaar zijn. Het vlees uit de pan nemen en even laten rusten onder folie.

Intussen zou ik dan een foto kunnen maken, maar… altijd hectisch in het piepkleine keukentje op zo’n moment… en dan vergeet ik gewoon…

Gelukkig was er Neel van Eupotours. Paul schreef al over de foto’s en het dinertje met de zalm á la Goya. De foto die Neel van het geitenbokje maakte is nog helemaal in de sfeer van de Oude Meesters. Het stilleven lijkt zelfs nog een kleine honderd jaar ouder dan de “Zalmen van Goya”.

We aten er aardappeltjes bij met peterselie. Kaasjes en daarna Caramelpudding toe. En tenslotte natuurlijk espresso en nog wat drankjes en gezang in het café.

© ellen.

 

 

 

Fijne paasdagen

lam
Wij wensen al onze lezers fijne paasdagen toe vanuit een koud maar zonnig Luxemburg.

Morgen beste lezers meer  over onze avonturen met de Zalm van Eupotours, de meegebrachte eetwaren, de asperges én een halve geit…

Vandaag heben we dit paaslam al opgegeten…

© ellen.

Salade met coeur de boeuf tomaten, verse knoflook en andere genoegens…

coeur de boeuf tomaten

Wij hebben samen een paar dagen vrij en zijn ondanks de slechte weersvoorspelling afgereisd naar Luxemburg. Dat slechte weer valt reuze mee, het is hier tot nu toe prima. Droog, in de middag een lekker zonnetje, ‘s avonds wordt het koud, dan gaan we naar binnen, maken de kachel aan en kijken een mooie film of lezen een goed boek. Wat wil een mens nog meer! Tot gisterenavond waren we helemaal alleen op de camping (de hond van boer Neuss die even langskwam niet meegerekend), gisteren laat in de avond arriveerden ook onze campingburen Gerrie en Constant. Fijn om elkaar weer terug te zien na een lange winter. We hebben lekker even bijgekletst in het café. Ook Joop en Wilma, de beheerders van de camping, zijn blij dat er weer wat gasten zijn. De winters zijn lang, koud en saai in zo’n klein, afgelegen dorpje. Het café bij de camping is dan wel het hele jaar open en er komen ook genoeg lokale bezoekers, maar af en toe wat nieuwe mensen met nieuwe verhalen is wel fijn. Wilma wilde vandaag dus ook graag met ons mee naar de weekmarkt in Arlon. Een van de grotere markten in Zuid Belgie. Wij komen er graag, vooral voor de verse groenten en het fruit. Groenten en fruit zijn duur in Luxemburg en het aanbod op de markt in Arlon is meer dan mooi; verse groenten, prachtige kazen, ham uit Corsica, worsten uit Italie. Ook veel biologische zuivel uit de directe omgeving van Arlon.

Dit keer moesten we ook dringend wat plantjes kopen voor ons piepkleine kruidentuintje achter de caravan. Door de zeer strenge vorst waren een aantal planten kapotgevroren en éénjarigen als peterselie en selderij planten we gewoon ieder jaar opnieuw.

verse knoflooktenen en champignons

We kochten onder andere ook een bosje artisjokken, coeur de boeuf tomaten en een paar bollen verse knoflook. De tomaten gingen vanavond in een salade met wat gemengde sla, ruccola en jonge spinazie. Een bol verse knoflook hebt ik gebakken en even nagestoofd met wat champignons. Flink peper erbij en versgehakte platte peterselie. Erbij nieuwe aardappeltjes, even in de schil gekookt en daarna gebakken, en lamskarbonaadjes. Om je vingers bij op te eten!

Kopje espresso toe, mét een borreltje Marc de Champagne en een paaseitje.

© ellen.

Lamsvlees met pruimen en abrikozen.

lamsschenkels met pruimen en abrikozen
Het Joodse Pesach en het Christelijke Pasen vallen dit jaar op dezelfde datum, reden om maar eens in het kookboek “De Joodse keuken” van Claudia Roden te gaan zoeken naar een paasgerecht. Ik vond een mooi recept voor Pesach. Toevallig waren alle ingredienten aanwezig dus aten wij gisteren alvast een ‘paasmaal’. Idee voor onze lezers misschien om volgende week eens klaar te maken?
Mevrouw Roden schrijft over dit gerecht: Marokkaanse Joden namen de Arabische gewoonte over om op feestdagen met honing of suiker gezoet stoofvlees te serveren. Met Pesach werden tagines van schaap of lam gegeten om de lammeren te herdenken die de slaven offerden op de avond voor de exodus. Dit gerecht met pruimen is het populairst. Het specerijgebruik is heel subtiel en zelf vind ik het zonder honing al zoet genoeg.

Natuurlijk werd het gerecht hier gisteren weer íets anders. Het originele recept is voor 6 personen en er wordt een ontbeende lamsschouder gebruikt. Ik gebruikte twee kleine lamsschenkels en in plaats van pruimendanten gebruikte ik tutti frutti. Er stond hier al tijden een pot tutti frutti op sap en die moest maar eens op. De specerijen gebruikte ik wel precies zoals in het recept beschreven. De honing liet ik weg, ik vond het ook al zoet genoeg.

  • 1 grote ui, fijngehakt
  • een bolletje verse knoflook in vieren gesneden
  • 2 eetlepels olie
  • 2 lamsschenkles
  • peper en zout
  • 1/2 theelpel saffraanpoeder
  • 1/2 theeleple gember
  • 1/4 theelepel nootmuskaat
  • kleine pot tutti frutti op sap
  • 2 theeleples kaneel
  • 1-3 eetleplels honing (desgewenst)

Neem een niet te grote pan met deksel die ook in de oven kan. Fruit de ui en de knoflook zacht aan in de olie. Doe het vlees erbij en bak het aan alle kanten lichtbruin. Voeg zout peper, saffraan, gember en nootmuskaat toe. Giet heet water op het vlees tot het onderstaat. Zet de pan met deksel in een voorverwarmde oven en sudder het vlees 2 uur op 150 graden. Voeg zo nodig wat water toe. Doe er dan de tuti fruti met wat sap, kaneel (eventueel honing) en flink wat zwarte peper bij. Laat de stoofpot nu nog 20 minuten zachtjes sudderen. De saus zal dan mooi ingekookt zijn. Serveer met wat geroosterde amandelen en sesamzaadjes.

Kopje espresso toe.

© ellen.

 

Pastel de la Reina; taartje met amandelen

amandeltaartje; pastel de la Reina
Ik beschreef hier al vaker recepten uit het boek “De keuken van Spanje en Portugal”. Een mooi geïllustreerd, inspirerend kookboek. Tot nu toe prima. Gisteren zocht ik een recept voor iets lekkers bij de koffie of als dessert en kwam op dit recept uit. Toen ik het deeg wilde maken bleek dat de aanbevolen hoeveelheden niet klopten. Veel teveel bloem, te weinig eidooier en, naar later bleek ook een te grote hoeveelheid deeg voor de aanbevolen springvorm van 18 centimeter. Voor de vulling gebruikt men kweeperengelei (membrillo), dat had ik niet in huis. Het werd dus eigenlijk iets anders… maar toch.
Ik heb het deeg gemaakt volgens de aanwijzingen van het recept. De hoeveelheid is dan genoeg voor twee taarbodems. Ik heb de helft van het ovegebleven deeg in de vriezer gedaan. Ik geef toch maar de hoeveelheden voor twee taartjes omdat dan de verhoudingen in ieder geval kloppen.

  • 350 gram bloem
  • 75 gram poedersuiker
  • 225 gram zachte boter
  • 2 eidooiers om het deeg te binden (in het recept zegt men 1 dooier, dat was te weinig om deze hoeveelheid bloem te binden)
  • Voor de vulling:
  • 175 gram amandelen zonder velletje
  • 75 gram boter
  • 75 gram fijne suiker
  • 2 eidooers
  • 1 theelepel geraspte sinaasappelschil
  • mespuntje kaneel
  • 1 groot glas amontillado sherry
  • 3 eetlepels kweeperengelei (ik gebruikte abrikozenconfiture)

Zeef de bloem  en de suiker in een kom en wrijf met je vingertoppen de boter door de bloem tot je een kruimelig mengsel hebt. Roer de eidooiers erdoor en rol dan het deeg met korte halen uit. Deel het deeg in twee gelijke hoeveelheden. Bewaar de helft in de vriezer voor later. Bekleed met de andere helft een ingevette springvorm van 18 cm doorsnee. Bedek de bodem en maak een kleine opstaande rand van ongeveer 1 1/2 cm. Leg op het deeg aluminiumfolie met de glanzende kant naar beneden en vul het met droge bonen of rijst als steunvulling. Zogenaamd ‘blind bakken’. Ik gebruik doorvoor altijd kleine ogenboontjes. Je kunt ze meerdere malen gebruiken. Vergeet niet om er de folie tussen te leggen anders gaat het verkeerd!

amandeltaartje; pastel de la Reina
In het boek staat; bak de bodem met de steunvulling 10 tot 15 minuten op 150 graden. Dat was veel te kort. Ik bakte de bodem 45 minuten op 150 graden. Dat was prima. Verwijder de folie en de boontjes en laat de bodem afkoelen.

Vulling:
Maal de amandelen. Voeg de overige ingredienten toe en meng alles goed. Smelt de confiture en besmeer er de bodem mee. Schenk de vulling erop en bak de taart nu nog 60 minuten in de oven tot het deeg mooi bruin en knapperig is. Ondanks de fouten in het recept en bijzonder lekker taartje.

Een taart verfijnd genoeg voor een koningin, zelfs voor Reina Sophia, aldus de schrijfster van het boek.

Heerlijk als dessert met een kopje espresso!

© ellen.

Nieuwe aardappeltjes uit de oven; een beetje lente…

nieuwe aardappeltjes
Het is hier al een paar dagen prachtig weer; het zonnetje schijnt uitbundig, de bomen krijgen blaadjes en grrr, het zevenblad schiet al weer aardig uit. Tijd voor een luchtig fris lentemenu, maar eigenlijk is er nog niets echt ‘lente-achtigs’ te koop. Voor de eerste groenten van de koude grond is het toch echt nog te vroeg. We zouden natuurlijk dat zevenblad uit onze tuin kunnen eten, maar ik ben er niet echt dol op. Jonge brandnetels zijn prima lentegroen, maar die groeien weer niet in onze tuin en op plaatsen hier in Gemert waar brandnetels wel groeien, plassen er naar mijn zin teveel honden overheen. Bij de caravan in Luxemburg groeit een overdaad aan brandnetels en ik maakte er al eens een heerlijke risotto mee. Goed daar verheugen we ons vast op. Toch een beetje ‘lente’ was dit schoteltje met nieuwe aardappeltjes en tomaatjes uit de oven.

  • voor twee personen
  • 300 gram  nieuwe aardappelen, schoonboenen en even voorkoken mét schil en al
  • een stuk of zes kleine rijpe tomaten in partjes gesneden
  • een halve rode ui in fijne ringen gesneden
  • kleine zwarte olijfjes, mét pit
  • een stukje zachte geitenkaas
  • olijfolie
  • peper en zout

Verwarm de oven voor op 180 graden. Snijd de aardappeltjes in partjes en schik ze op een ovenschaal. Maal er wat grof zeezout over en wat zwarte peper. Schik te tomatenpartjes erop en dan de olijfjes en de stukjes geitenkaas. Giet er met gulle hand olijfolie over en zet de schotel 20 minuten  in de oven.

Kopje espresso toe.

© ellen.

Saté, frituren onder het afdak

saté en nasie goreng
Zaterdag kook ik nooit ‘gewoon’. Rond etenstijd is er meestal bezoek en dan komt er van een rustige maaltijd niets terecht. Het Kind en vriend Andy, de Jongste bediende en Marleen, de Keizer van Monera en wie er zo ook nog langs komen; op zaterdag nemen we de week door. We wisselen de laatste roddels uit en kletsen over de komende week en over alles wat een mens zoal op zaterdagavond bezighouden kan.

Ik bak op zo’n zaterdag meestal  iets lekkers; een taartje, wat soesjes, een paar pasteitjes, of ik maak een eenvoudige maaltijd. Soms een grote pan soep, soms spaghetti Bolognese,of pasteitjes gevuld met ragout van kip of porkolt met koolsalade. Nou ja, noem maar op… Belangrijk is dat het eten te delen is met veel mensen en dat ik er niet veel werk aan heb als we eenmaal aan de borreltafel zitten.

Gisteren leek het mooi weer te worden. Een lekker lentezonnetje, geen weer voor winterse soep of stoofpotten, ik kreeg zomaar zin in saté. Saté met een flinke pan nasi goreng, altijd goed voor een flink gezelschap.

Een paar jaar geleden proefde ik de saté van Maja, krokant gebakken en van binnen blijft het vlees lekker sappig. Het geheim? Het vlees wordt gemarineerd en daarna niet geroosterd, maar gefrituurd in hete olie. Deze bereidingswijze bevalt mij prima, mits de frituurpan naar buiten kan.

Ik had nog een mooi stuk varkensschouder in de diepvries liggen. Ik heb het vlees laten ontdooien en in blokjes gesneden en gisterenochtend een marinade gemaakt. Vraag me geen precieze hoeveelheden, alles ongeveer

  • Ketjap Kentel, zoet, scheutje olie, sap van een halve citroen, een bouillonblokje, ketoembar, vetsjin, knoflookpoeder of verse knofloook, 1 fijngesneden ui, peper en zout, sambal. Dit alles goed mengen en het vlees liefst een nacht laten marineren.
  • Natuurlijk moest er ook satésaus bij:
  • een grote pot gewone pindakaas, water, ketoembar, vetsjin, bruine suiker, trassi, verse gember, citroensap, knoflook en citroenblad. Goed roeren, langzaam verwarmen.
  • Voor de nasi
  • 750 gram rijst, een ui, 3 teentjes knoflook, 2 preien, een paar lente-uitjes, wat varkensvlees, een omeletje van drie eieren, ketjap, sambal.

De rijst gaarkoken en af laten koelen. Het varkensvlees even bruin en gaar bakken. Dan in de wok de groenten snel roerbakken. De rijst en kruiden erbij voegen. Het omeletje bakken, oprollen en in fijne reepjes snijden en door de nasi mengen.

Erbij een schaal met stukjes zoet-zure komkommer, wat kroepoek en gebakken uitjes.

Het Kind reeg de stukjes vlees aan stokjes en legde ze op een grote schaal zodat het vlees nog wat uit kon lekken. Paul bakte de saté buiten, onder het afdak, want het regende inmiddels een beetje…

Toe en plak cake met chocolade en natuurlijk espresso.

© ellen.

 

Pasta vongole, Grote Schoonmaak deel één…

pasta vongole

Een dag minder werken dat doet wat met een mens…, ik heb het nog nooit zo druk gehad. Ik meen dat ik op die extra vrije dag allerlei achterstallig onderhoud aan huis en tuin moet plegen. Dat is deels pure fun, maar deels ook vreselijk afzien. Na de carnaval ben ik begonnen aan wat men vroeger de ‘Grote Schoonmaak’ noemde. Ik herinner mij nog goed dat vroeger vóór de Pasen alles gepoetst, geschilderd en opgeschoond moest worden. Mijn moeder had er plezier in om bij het eerste voorjaarszonnetje alle ramen en deuren open te gooien en het hele huis van boven tot onder schoon te maken. Een nieuw kleurtje op de muren, een nieuw behangetje, gordijnen  naar de stomerij, tapijten werden in de tuin over het kloprek met de mattenklopper bewerkt. De bedden gingen naar buiten om te luchten. Zo werd het huis kamer voor kamer schoongemaakt, geschilderd en/of behangen. En als je kamertje dan helemaal schoon was, voorzien van nieuw behang en een bosjes narcissen op het in een nieuwe kleur geschilderd kastje, dan werd er getracteerd op gebakjes of iets anders lekkers en je mocht kiezen wat er die avond gegeten zou worden. Schoonmaak moest wel gezellig blijven vond mijn moeder…

Ik ben nog niet halverwege mijn ‘grote schoonmaak’ en heb pijn in mijn rug een stijve nek (van het plafond witten) een vervelend zwerende vinger van een kras met iets roestigs… Hoe deed mijn moeder dit toch allemaal zónder mopperen en vooral mét een stralend humeur…
pasta vongole
Een supermaaltijd vanavond na het harde werk dat was dus wel het minste. Zaterdag gekocht op de markt, superverse echte vongole. Kleine schelpjes met zeer smakelijke zeevruchtjes. Niet goedkoop, maar voor een schoonmaakfeestje prima geschikt; snel klaar, lekker en eenvoudig te bereiden;

voor vier personen:

  • een netje vongole (ongeveer 500 gram) Even wassen onder koud stromend water. Kapotte schelpjes weggooien.
  • olijfolie
  • 1 blik tomaten stukjes
  • 1/2 rode peper ( zaadlijsten wegsnijden en fijnhakken)
  • 1/2 bol verse knoflook of een teentje knoflook fijngehakt
  • 1/2 ui en snippers gesneden
  • 1/2 glas droge witte wijn
  • twee eetlepels versgehakte platte peterselie
  • pasta, bij voorkeur linguinne of spaghetti

Bak de ui en knoflook met de stukjes rode peper in de verwarm de olijfolie zachtjes aan. Voeg de tomatenstukjes erbij en smoor ales een paar minuutjes. Voeg de wijn erbij en laat de saus zachtjes pruttelen. Zet intussen een pan op en kook het water voor de pasta. Kook de pasta en voeg twee minuten vóór het einde van de kooktijd van de pasta, de schelpjes bij de tomatensaus. Schep de schelpjes om en om in de saus tot ze nét opengaan. Giet de pasta af en voeg ze bij de tomaten/schelpjes. Strooi er met gulle hand versgehakte platte peterselie over en dien snel op.

En hoe je dat dan eet?  De spaghetti rol je op een vork en met je vingers pak je de schelpjes en slobbert ze leeg… Vingerfood dus! Glas witte wijn erbij en natuurlijk een kopje espresso toe.

© ellen.