Courgettesoep van de courgettes uit de tuin van de Oma van Wouter…

courgettesoep

Wij wilden vanavond eens rustig aan doen; eindelijk ons boek uitlezen, een film kijken of gewoon even niets… Maar om ons heen gonst het van de activiteiten; de kids in de tent proberen het droog te houden, de kids in de Eupotoursbambi kijken een film en nieuwe, van de snelweg afgeregende gasten zetten in het pikkedonker hun tent op, de Franse kinderen die de hele dag in Ansembourg op het feest waren zijn nog te opgewonden om te gaan slapen. En wij, ach, wij drinken nog maar een glas…

Intussen moet er wel wat geschreven worden; het was al dagen te druk hier om ook maar een letter te verzenden, maar de soep van de courgettes moet toch beschreven worden en nu internet weer goed lijkt te werken probeer ik maar even…

De vrienden van Julia kwamen hier donderdag aan en Wouter bracht een kistje mee met prachtige gele courgettes, een superkomkommer en een heleboel eieren. Gekregen van zijn oma, uit haar moestuin in Asten. We besloten de courgettes in een grote pan soep te verwerken.

  • Voor veel hongerige personen:
  • een stuk of zes gele courgettes, geschild en in kleine blokjes gesneden
  • 2 uien, fijngesneden
  • 8 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 3 grote aardappelen, geschild en in kleine blokjes gesneden
  • een klont mooie Bretonse boter
  • 2 liter groentenbouillon
  • nootmuskaat, peper en zout
  • 8 blaadjes fijngehakte mint
  • 8 blaadjes fijngehakte basilicum
  • een flinke scheut Luxemburgse room
  • 200 gram vers geraspte Parmezaanse kaas
  • (wenselijk was een stukje vers geraspte gember, maar dat hadden we even niet)
Koken voor een groot gezelschap op een camping is leuk; iedereen helpt mee en het schillen en snijden van de groenten is in een mum van tijd gebeurd.
Smelt de boter in een grote soeppan en smoor daarin de uiensnippers en de knoflook tot ze zacht zijn.. Voeg dan de courgettestukjes erbij en smoor ze zachtjes mee. Voeg de aardappelstukjes erbij en de groentebouillon en breng het geheel aan de kook. Draai dan het gas terug en laat de soep pruttelen tot alle groenten gaar zijn. Doe er dan een flinke scheut room bij en laat nog even zachtjes doorkoken. Breng de soep verder op smaak met wat nootmuskaat, peper en zout en de mint en basilicum.
Pureer de soep met een staafmixer tot een mooie gladde soep. Voeg naar smaak nog wat Parmezaanse kaas toe en serveer met een blaadje mint.
Wij dronken een kopje espresso toe bij Joop en Wilma in het Campingcafé terwijl de kids de afwas deden…
© ellen

 

Kippetje uit de oven voor één persoon

kippetje
De zevenslaper hebben we niet meer gezien dus gaat het vandaag weer gewoon over Eten en Drinken. Er valt hier genoeg te schrijven, de winkels liggen vol met allerlei lekkernijen. Mensen op de camping klagen bijna allemaal dat levensmiddelen hier zo duur zijn. Dat klopt ook wel maar de kwaliteit is vaak ook stukken beter dan bij ons in Nederland. Zo kocht ik een klein kippetje, een éénpersoons kippetje ook wel coquelet genoemd. De Sligro verkoopt ze ook wel maar dan vind ik ze vaak toch wat waterig van smaak. Dit kippetje komt uit Agen (zuid Frankrijk) en heeft 100 % plantaardig eten gehad, waarvan 65 % granen. De kippetjes behoren tot het rustieke gele kippenras en hebben het kwaliteitsmerk Qualisud. Ze zijn allemaal voorzien van een merknummer. Zo’n kippetje kost € 7,70 de kilo, dat vind ik dus eigenlijk wel meevallen als je de prijs/kwaliteitsverhouding bekijkt. (ze wegen natuurlijk lang geen kilo. Het gewicht varieert van 400 tot 650 gram)

Ik gaarde het kippetje gisteren in het oventje dat we van Wilma kregen. Het oventje heeft wel wat knopjes en regeldingen, maar zeker weten welke temperatuur het bereikt doe ik niet. Het is dus zaak om er “bij te blijven”. Ik vulde het kippetje met een stukje citroen, een takje rozemarijn en een platgeslagen teentje knoflook. Ik smeerde het rondom in met olijfolie en legde het op de bakplaat van het voorverwarmde oventje. Ik liet het een klein uurtje op ??? temperatuur garen. Nog even vlak voor het einde van de gaartijd bestrijken met wat olijfolie gemengd met knoflook en een paar korreltjes grof zout. Gebakken aardappeltjes erbij en een salade; heerlijk. Prima sappig smakelijk kipvlees.

Kopje espresso toe.

© ellen.

De verhuizing van de zevenslaper…

jacht op de zevenslaper

Tsja, het verhaal van de zevenslaper is nog niet afgelopen; vanmorgen, zo rond dezelfde tijd als gisteren, hoorde ik weer gerommel op het dak. Onze caravan had een slecht dak en wij hebben op het dak een tweede dak gemaakt. Er zit zo’n 15 cm ruimte tussen de beide daken zodat de luikjes van de caravan gewoon open kunnen, dat ventileert prima. Ik had gisteren na het bezoek van de zevenslaper de beide dakluikjes voor alle zekerheid toch maar gesloten, je weet maar nooit… En ja hoor, rond de klok van 12.00 uur probeerde de zevenslaper weer door het luik naar binnen te komen. Ik heb er Joop maar weer bijgehaald en die besloot de vangkooi opnieuw te plaatsen. We zagen de zevenslaper over het dak rennen en even over het randje kijken. Joop concludeerde dat we te maken hebben met een zevenslaper met slaapproblemen want die beestjes moeten eigenlijk slapen overdag.

Ditmaal heeft hij de kooi, voorzien van een boterham met pindakaas, tussen de beide dak-lagen gezet. Geplakt moet ik eigenlijk zeggen (waar ducktape al niet goed voor is!) ik ben vanmiddag natuurlijk een paar keer wezen kijken maar pakte op een gegeven moment mijn boek weer op. Rond zes uur hoorde ik weer een hoop gerommel en ging naar buiten om te kijken. En ja hoor, gevangen! Hij/zij had de boterham met pindakaas al opgegeten en wilde nu snel uit de kooi. Ik heb geprobeerd foto’s te maken maar het beest zat natuurlijk niet stil.

Goed, gevangen, maar wat dan? Zielig om zo’n beestje dood te maken omdat het toevallig op een vervelende plaats zit. Laten zitten betekent ook vervelendigheid; ze knagen alles kapot. Joop heeft een donkere doek over de kooi gelegd en het beestje zo verhuisd naar een mooi bos 10 kilometer verder. Nou einde verhaal, hoop ik. Het zou zomaar kunnen zijn dat er nog een zit?

© ellen.

Een Zevenslaper…

zevenslaper
Vanmorgen hebben we even snel wat boodschappen gedaan en daarna zou Paul weer terugrijden naar Nederland. Hij moet helaas nog een paar dagen werken. Bij het opbergen van de boodschappen zag ik opeens een vreemd keuteltje. Niet van een muis, groter en bruiner… en even later nóg een vers keuteltje… Nou ben ik niet echt bang van dieren maar een prettig idee vind ik het ook niet dat er een of ander beest in de caravan rondsluipt. We gingen dus op zoek en al snel ontdekten we een beestje in de opbergruimte. Daar bewaren we etenswaar dus daar moet zeker geen beest inzitten. Paul zag een grote grijze staart en kwam tot de conclusie dat het een grijze eekhoorn zou moeten zijn. We hebben het hele hok leeggeruimd maar het beest verstopte zich telkens weer. Op een gegeven moment lukte het Paul om het diertje naar de kamer te jagen en hij was ervan overtuigd dat het beestje door de openstaande deur naar buiten gevlucht was. Einde verhaal. Paul nam afscheid en reed terug naar Nederland.

Maar toen ik vanmiddag rustig zat te lezen hoorde ik opeens iets tinkelen op de plank met glazen… en jawel daar zat het beestje weer. Ik besloot er Joop, de campingbeheerder bij te halen. Joop was vroeger boswachter en weet alles van dieren in en om de bossen. Joop trok een paar speciale dikke handschoenen aan, want “die krengen kunnen flink bijten”. Joop zag meteen dat het geen grijze eekhoorn was. Het was een zevenslaper of relmuis. Ook Joop kreeg het beestje niet te pakken het verdween weer razendsnel en was nergens meer te zien. Dus besloten we een val te zetten. Op mijn vraag wat het lokmiddel zou moeten zijn vertelde Joop dat een boterhammetje met pindakaas het beste is. Dat vinden ze lekker. Ter geruststelling; het was een keurige ruime val waarin het diertje niets akeligs zou overkomen. Alleen om te vangen en dan in het bos los te laten. Ik vond het toch maar een akelig idee dat dat beest s’nachts rond zou sluipen tot hij in de val zou lopen, maar goed, afwachten dus.

Om mijn gedachten wat te verzetten besloot ik mijn boek weer op te pakken en in het zonnetje te gaan zitten. Ik pakte mijn vlinderstoeltje, droeg naar buiten, klapte het open en iiiiek… daar sprong het beest uit! Het vluchtte meteen onder de caravan, maar ik kon nog wel zien hoe het eruit zag. Grijs, met een dikke staart zoals een eekhoorn heeft. Ongeveer  30 centimeter lang. Het verdween té snel om een foto te maken. De foto heb ik van google geplukt.

Wikipedia leert mij dat zevenslapers in Nederland niet voorkomen. En wie nu denkt dat het hier toch over eten zou gaan;  De relmuis gold bij de oude Romeinen als een lekkernij. De dieren werden gehouden en vetgemest in potten, gliraria genaamd. Als de dieren vet genoeg waren, werden ze gekookt en opgegeten. Een gemiste kans dus… Maar goed ik ben eerlijk gezegd blij dat hij weg is. Nu mijn stoeltje nog schoonmaken, dat is helemaal volgescheten!

© ellen.

Kip met saffraan uit de oven

De tortilla alleen was natuurlijk niet genoeg voor ons gezelschap zaterdag, er moest nog wat bij en omdat de torilla’s wel wat werk vragen besloot ik om het hoofdgerecht maar heel eenvoudig te houden; kip uit de oven. Makkelijk, snel klaar en goed voor een gezelschap van 8 personen. Je kunt hiervoor een hele kip in stukken snijden of bijvoorbeeld drumsticks kopen. We nemen natuurlijk altijd een kip van onbesproken gedrag. Ik gebruikte drumsticks en één kipfilet voor Marleen.

  • 16 drumsticks
  • 1 citroen in plakjes gesneden
  • sap van 1 citroen
  • 1 1/2 soeplepel (zo’n grote om soep op te scheppen) bouillon
  • 4 eetlepels olijfolie
  • 2 bollen knoflook middendoor gesneden
  • 500 gram rijpe tomaten
  • een paar artisjokkenhartjes ( uit blik, vers mag natuurlijk ook)
  • een handjevol zwarte olijven
  • een flinke pluk saffraan
  • drie takken rozemarijn
  • peper en zout.

Laat de saffraan even weken in lauwwarme bouillon. Laat de bouillon afkoelen en  meng er peper en zout, de olijfolie en het sap van de citroen door.

Schik de kip, de groenten de rozemarijn en de olijven in een diepe ovenschaal. Schenk de marinade erover en laat het geheel een tijdje marineren. ( Dat kan mooi al vóór de gasten komen. Je hoeft de schaal dan alleen nog maar in de oven te schuiven  en de smaken kunnen mooi vermengen).

Verwarm de oven vóór op 200 graden en braad de kippenpootjes ongeveer 1 uur. Zet de schotel op tafel zodat iedereen zelf kan opscheppen wat hij wenst.
Wij aten er de tortilla bij, een salade en wat stokbrood. (lekker om de saus mee op te dippen!)

Er leek even één stukje kip over te blijven… maar ook dat ging op!

Espresso met aardbeien-amandeltaart toe. Het was een echte zomerse maaltijd aan de nieuwe tuintafel.
Zo, nu toch nog een paar dagen werken en dan… VAKANTIE!
© ellen.

Tortilla Espanola

Het begint om ons heen langzaam stil te worden; de vakantie breekt aan. De basisscholen hebben hier in het Zuiden als eerste vakantie dit jaar. Vorige week verzamelde al het onderwijzend en onderwijsondersteunend volk van ons dorp zich bij Café Dientje om het begin van hun vakantie te vieren met een borrel en goeie buurt. Gelukkig was het prachtig weer. Het was mooi te zien dat het hele terras van Café Dientje, maar ook de straat en de trottoirs aan de overkant  waren gevuld met feestende juffen en meesters.  Volgende week begint de “bouwvak“, dan is er een zelfde feest voor alle mensen die in de bouw werken. Een mooie traditie, dit inluiden van de vakantie. Ik werk op een Hogeschool, wij volgen het academisch jaar en wij krijgen altijd half juli vakantie. Ik val dus dit jaar overal tussenin; ik moet nog werken tot donderdag en dan vertrekken we meteen naar onze vaste stek in Luxemburg. Een goede reden om deze zaterdag alvast afscheid te nemen van degenen die thuisblijven. Een hapje en een drankje, de laatste aanwijzingen voor het verzorgen van de planten, het huis, de tuin enzovoorts. Een simpele maaltijd voor wie nog thuis is…

Ik maakte vandaag Tortilla Espanola, kip met saffraan uit de oven en een aardbeientaartje met amandelen toe.

Een echte Spaanse aardappelomelet; niet moeilijk maar je moet wel geduld hebben. De aardappelen moeten heel zachtjes garen (niet bruin bakken); geduld, geduld, geduld dus. Een heel zacht vuurtje en een goeie koekenpan. Liefst een gietijzeren pan of plaatstalen, mooi glad en toch vaak gebruikt.

Als voorgerecht voor 4 personen, als tapa voor 8 personen. Ik bakte twee tortillas voor ons gezelschap:

    • 4 flinke aardappelen, geschild en in plakjes gesneden
    • 1 flinke ui, schoongemaakt en in dunne ringen gesneden
    • peper en zout; eventueel wat verse tuinkruiden
    • 4 grote eieren
    • olijfolie

 Schil de aardappelen en snijd ze in fijne plakjes. Neem een goede gietijzeren koekenpan en schik daarin de aardappelschijfjes. Giet er zoveel olijfolie over dat de aardappelschijfjes helemaal onder de olie staan. Frituur de aardappelschijfjes héél langzaam tot ze goed gaar zijn, maar ze mogen niet bruin of knapperig worden. Een geduldwerkje dus. Frituur vlak voor de aardappels gaar zijn, de uienringen even zachtjes mee en strooi er wat zout over. Giet het geheel dan door een zeef. Vang de olie op in een kom en laat de aardappels even afkoelen. Klop intussen de eieren los met wat peper en zout en eventueel wat verse tuinkruiden. Schep de afgekoelde aardappelschijfjes erdoor en roer zachtjes om tot alles goed gemengd is.

Maak de pan goed schoon en giet er twee eetlepels van de opgevangen olijfolie in. Verhit de olie en giet er het ei/aardappelmengsel in. Bak de tortilla op een heel laag vuur; geduld, geduld… Dek de pan af zodra de bovenkant begint te stollen. Als de bovenkant helemaal is gestold wordt het tijd voor het spannendste gedeelte van de tortillabak; het omkeren! Nou ja, wees niet bang, gewoon doen! Zorg dat de tortilla overal los van de bodem is. Neem een deksel of een bord dat net iets groter is dan de koekenpan. Laat de tortilla vanuit de pan op de desksel/bord glijden. Keer de deksel om boven de pan en klaar! Bak nu de andere kant van de tortilla tot ze stevig aanvoelt en stort de koek op een bord. Snijd de tortilla in puntjen als begeleiding van de maaltijd, of verdeel de koek in blokjes en eet ze als tapas bij een glas wijn.
Wij aten er kippenpootjes uit de oven bij met saffraan , tomaat en artisjokkenhartjes. Maar daarover later meer…

© ellen.

 

Aubergines met kappertjes en zwarte olijven

aubergines met kappertjes en olijven
Het zijn drukke weken zo vlak voor de vakantie; een paar keer extra gewerkt, wat afspraken, een verjaardag.., dan komt het er niet zo van om regelmatig te schrijven. Paul vult de pagina’s dan met ‘andere genoegens‘ en heel af en toe een recept. Dit keer wil hij schrijven over de vis uit de oven die hij gisteren klaarmaakte; hij gebruikte daarvoor het restant van het kappertjes/olijvenmengsel dat ik maakte voor deze aubergines… Vandaar, dus;

  • Voor twee personen
  • 2 aubergines in de lengte doorgesneden
  • 2 teentjes knoflook geplet
  • 2 takjes rozemarijn
  • olijfolie.

Snijd de gehalveerde aubergines kruislings in en stop in de opening een teentje knoflook en de rozemarijn. Leg ze in een ovenschaal giet er wat olijfolie over en laat ze op 170 graden 20 minuten garen. Haal de aubergines uit de oven.

Maak intussen een tapanade van grof broodkruim van *)

  • een flinke witte boterham, oud of geroosterd
  • 6 grote kapperappeltjes grof gehakt
  • 10 zwarte olijven grof gehakt
  • 2 teentje knoflook fijngehakt
  • wat rozemarijn- en tijmblaadjes fijn gehakt
  • 50 gram Parmezaanse kaas
  • wat olijfolie

Roer dat alles goed door elkaar. Verwijder de knoflook en de rozemarijn van de aubergines, die hebben hun werk gedaan, en schep de tapenade op de auberginehelften. Zet ze nog 15 minuten in de oven zodat ze een mooi knapperige bovenkant krijgen.

aubergines met kappertjes en olijven

Wij aten er lamsgehaktballetjes bij en wat couscous.

Kopje espresso toe.

*) Deze hoeveelheid is aangepast. Als je het recept voor de vis van Paul wil maken moet je van alles iets meer nemen.

© ellen.

Schouderkarbonade in ‘vergeten’ bokbier…

karbonade met bokbier
Regelmatig kom ik onder in onze kelder en zie dan in mijn ooghoek tussen de voorraadrekken twee flesjes bokbier staan. Niets bijzonders zou je zeggen, ware het niet dat hier in huis bokbier gewoon nooit langer dan een paar dagen blijft staan. Paul is gek op bokbier… Vreemd dus , die flesjes staan nu al sinds carnaval in onze kelder en ze worden maar niet opgedronken. Ik drink zelf bijna nooit bier, ik ben geen liefhebber, maar Paul en vriend Jan… Wat is er mis met die flesjes vroeg ik me af. Het is geen kwestie van zorgvuldig bewaren om het bier te laten rijpen. Dat gebeurd met flesjes Orval (Paul zal daar nog wel over schrijven…) Die flesjes Orval zijn onder in de kelder, op het minst bereikbare punt, neergezet om in alle rust ouder en daarmee nóg lekkerder  te worden.  Vreemd dus dat die twee flesjes bokbier daar maar blijven staan, gewoon zo voor het grijpen en niemand lijkt ze te willen drinken…

Gisteren zou ik karbonaadjes klaarmaken; schouderkarbonaden van mooie afkomst (vlees van de Sumiran boerderij) Ik wilde ze stoven met een flinke scheut bier en veel uien en tijm, dat leek me prima met dit prachtige vlees. Ik daalde dus al af in de kelder om een fles van dat veel geprezen, maar nog weinig omschreven Lupulusbier te halen toen me die ‘vergeten’ flesjes bokbier weer te binnen schoten. Of ik die ook zou kunnen gebruiken? “Ja, Ja, want de Lupulus is al weer bijna op en dat bokbier drinken we toch niet, veel te zoet… Neem dat bokbier maar, zonde om de de laatste Lupulus te gebruiken….” 

Zo gezegd, zo gedaan; schouderkarbonaden in bokbier van Heineken (volgens liefhebbers van bokbier niet lekker, veel te zoet. Maar ik vond het prima om bij varkensvlees te gebruiken. (misschien wel omdat het zo zoet is)

  • 2 dikke biologische schouderkarbonaden
  • 1 grote ui in dunne ringen gesneden
  • 6 kleine tomaatjes in partjes gesneden
  • 4 takjes tijm
  • 1 blaadje laurier
  • wat verse platte peterselie
  • peper en grof zout
  • olijfolie
  •  een half flesje bokbier of ander bruin bier
  • eventueel een beetje bouillon
Wrijf de karbonaden in met peper en grof zout. Verwarm de olie in een passende pan en braad de karbonaden aan twee kanten mooi bruin. Voeg de uienringen toe en bak die even mee. Doe er dan de tomatenpartjes bij en bak ze nog even mee. Blus af met het bier en voeg de kruiden toe. Laat het vlees zo ongeveer 1 1/2 uur zachtjes stoven. Voeg eventueel wat bouillon toe. Strooi er voor het opdienen nog wat versgehakte peterselie over. Geef er bijvoorbeeld van de romeinse tuinboontjes bij.
En een kopje espresso toe.
© ellen.

 

 

 

Dorade in zoutkorst

dorade in zoutkorst
We aten een paar dagen buiten de deur, Paul schreef er al over. We genoten op het feest van Gerard van een bijzonder uitgebreid buffet, lekker, en voor de liefhebbers van toetjes een waar festijn. Ik heb nog nooit zo’n uitgebreid dessertbuffet gezien. Van flan caramel tot eigengemaakt ijs, prachtig! Ik ben niet zo’n liefhebber van zoete desserts maar proefde toch het een en ander en was verrast door kwaliteit en fantasie van het dessertbuffet. Zoals dat gaat op zo’n feest keuvelde ik met vriend Jan ook over hun belevenissen het weekend daarvoor. Zij hadden genoten van een familieweekend aan zee en Jan vertelde mij over de bijzonder lekkere vis die hij ergens aan de kust gegeten had; “Vis in zoutkorst, ken je dat?”

Goed idee Jan, dat heb ik al weer lang niet meer klaargemaakt! Ik bedacht dat dat een mooie maaltijd zou worden na al dat gefeest. Gisteren maakte ik dus dorade in zoutkorst.

Het garen van een hele vis in een zoutkorst is even wennen; je hebt veel grof zout nodig en een ‘hele’ vis, een vis dus met vel, kop en staart.(wel van ingewanden ontdaan) Filetjes zijn niet te gebruiken. Het vel beschermd de vis juist tegen het overtollige zout. Je gooit het zout en het vel weg en fileert de vis vanuit het zouotpakketje. Je moet het zout mengen met eiwit en het is vooral  een hele truc om de vis netjes aan tafel te presenteren. Maar, dan heb je ook wat, je wordt voor de moeite beloond met een prachtig zacht gegaard, sappig stukje vis. Vul de buikholte van de vis, al naar het seizoen met verse kruiden, citroen, klontje boter of bedenk maar wat. De geuren van de vulling worden onder het zout vastgehouden en aromatiseren de vis.

  • Voor twee personen;
    Per persoon 1 dorade, schoongemaakt, maar mét kop, staart en vel
    voor de vulling:
    peper en een beetje zout
    1 kleine ui, in fijne ringetjes gesneden
    4 kleine blaadjes laurier
  • 4 takjes tijm
    4 takjes rozemarijn
    2 plakjes citroen,
    gehalveerd
  • Voor de zoutkorst;
    2 kilo grof zeezout (ongeveer, afhankelijk  van de grootte van de vis)
    5 eiwitten
    klop de eiwitten een beetje los en meng ze met het zout in een
    grote kom goed door elkaar.

Verwarm de oven voor op 200 graden.
Verdeel de vulling in de buikholte van de twee dorades. Bekleed een bakplaat met keukenpapier en leg daarop een dunne laag van
het zoutmengsel. Leg daarop de dorades en bedek ze met de rest van het
zoutmengsel tot ze helemaal bedekt zijn.

dorade in zoutkorst    kappertjes 009

Schuif de bakplaat in de voorverwarmde oven en bak de vissen 35 minuten. (baktijd ook naar gelang de grootte van de vis.

Het moeilijkste van dit gerecht is hoe je dit een beetje mooi op tafel kunt
zetten. Wij aten vandaag gewoon samen en ik koos ervoor om de bakplaat op tafel
te zetten en de zoutkorst aan tafel te openen. Gewoon voorzichtig met een
groot keukenmes opentikken en dan het zout wegbreken. Je kunt het er dan met grote stukken afpellen en de vis fileren. Serveer de visfilets op een mooi bord en geef
er gekookte aardappeltjes bij en bijvoorbeeld wat verse lentegroenten zoals peultjes of doperwtjes. Van de overgebleven eidooiers kun je een mooie mayonaiseachtige saus maken  en/of een flam caramel?

Kopje espresso toe voor ons.

© ellen.

Tuinboontjes zoals ze in Rome gegeten worden…

Romeinse tuinboontjes

Paul schreef dit seizoen al eerder over tuinboontjes, verse tuinboontjes met wat goed spek. Dat was een prima maaltijd en van de restanten maakte ik een salade met bietjes. Lekker allemaal, mits je de goede tuinbonen kunt kopen; niet te groot, niet té klein, vers enzovoorts. Vandaag wilde ik iets anders en zocht dus maar eens wat recepten. Als ik door de kookboeken blader staan er eigenlijk bedroevend weinig recepten in voor tuinboontjes.  Mevrouw Hazan schrijft in haar boek “De Klassieke Italiaanse Keuken”: “Tot de ontdekkers van Amerika naast goud en zilver bonen mee terug brachten, was de enige in Europa bekende boon de tuinboon (ofwel de grote of roomse boon). Hoewel deze boon al bijna vijfduizend jaar wordt verbouwd en gegeten, heeft de populariteit ervan vreemd genoeg nooit de grenzen van Zuid- en Midden- Italië overschreden.”

Tja, in Nederland eten we wel tuinbonen. Maar veel mensen bewaren een soort jeugdtrauma aan de overgare, bruingekookte, te grote taaie bonen. Jammer, ze kunnen zo lekker zijn die eerste verse kleine boontjes. Koop ze vroeg in het seizoen (mei/juni), gedopt moeten ze ongeveer de maat hebben van limabonen. Zijn ze echt veel groter, dop ze dan dubbel. Dat wil zeggen de schil verwijderen en dan het boontje zelf nog eens pellen.

Romeinse tuinboontjes

Vandaag had ik prachtige kleine boontjes, ze hoefden echt niet dubbel gedopt te worden en ik maakte ze klaar naar het recept van mevrouw Hazan; op de romeinse manier.

  • voor twee personen
  • een plak pancetta van ongeveer 1 cm in fijne blokjes gesneden
  • 2 kilo ongedopte jonge tuinbonen
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 2 eetlepels fijngesneden sjalot
  • versgemalen zwarte peper
  • wat water en eventueel zout
  • wat vers gehakte platte peterselie
Doe de olie in de pan en zet die op een matig vuur. Bak daarin de sjalotten heel zachtjes tot ze glazig zijn. Voeg de pancetta toe en bak zachtjes een minuutje of vier. Doe er dan de boontjes bij, bestrooi met versgemalen zwarte peper en roer goed door. Voeg 4 eetlepels water toe en sluit de pan. Stoof de boontjes zo in ongeveer 8 minuten gaar. Strooi er als de boontjes gaar zijn eventueel wat zout over en wat peterselie. Geef er knapperig stokbrood bij.
Kopje espresso toe.
© ellen.