Ganzenleverpaté…

Ganzenleverpaté...

Alweer enige tijd geleden schreef ik over mijn guilty pleasures, nou ja, dan toch over een paar ervan. Het bracht me heftige discussies aan de keukentafel en krachtige verwijten van vrienden en vooral vriendinnen. Maar ook bekentenissen; Vriend Jan bijvoorbeeld blijkt een groot liefhebber van het ganzensmeersel. We zijn intussen een mensenleven bevriend, maar wisten niets van onze wederzijdse passie. Tsja…

En ach, het hoeft dus niet altijd zomaar fout te zijn, dat snoepen van die delicatesse. Neem bijvoorbeeld dat blok paté van de foto. Het is gemaakt en ingeblikt door een Franse firma genaamd Le Petit Marmiton, onderdeel van een groot voedselconcern daar ten lande. Men richt zich met de producten, behalve op Frankrijk, ook op de Belgische markt. De begeleidende tekst laat weten dat de levers afkomstig zijn van niet-gedwangvoederde-ganzen. In gewoon Nederlands heet dat dan dat de ganzen niet zijn opgestopt (gedwongen gevoederd met hoogcalorisch voedsel via een trechter in hun strot). En dat is natuurlijk mooi meegenomen.

Een minpunt voor mijn ganzenleverpaté is de kwaliteit. Het betreft namelijk Ganzenlevermousse. En in de hiërarchie, zoals dwingend omschreven in de Franse regelgeving, is dat de paté die zo ongeveer op de laagste sport van de kwaliteitsladder staat. Het betreft gemalen lever, aangevuld met dierlijk of plantaardig vet. In ons geval met ganzenvet. De smaak is dan ook wat laffer dan je zou willen. De toegevoegde portwijn leukt het allemaal wat op, maar toch…

Enfin, goed gekoeld is het evengoed een smakelijk hapje. Een sneetje geroosterd wittebrood als drager en een smeuïge vruchtencompote als smaakversterker leveren samen met de paté een degelijke lunch op, of mogelijk een welkome entree bij je volgend diner.

In ons keldertje rust nog een pot eendenleverpaté. Die heeft de kwalificatie enternier, en dat betekent in Franse terminologie dat de paté is gemaakt van één of twee levers, zonder enige toevoeging, behalve dan wat vet om te conserveren. En da’s mooi lezer, vooral omdat het om eendenlever gaat. Want laten we wel wezen; die snaterende vrijbuiters stop je toch geen trechter in hun kopjes? (dacht ik…).

Maar dat blijkt dan weer een geheel foute gedachtegang. In Frankrijk hebben ze namelijk een eend ontwikkeld die helemaal voldoet aan de eisen van de vergrote levers en ze doen er hun voordeel mee. De stamboom van het beest kreeg de naam mee van Mulard. Het is een kruising tussen de Pekingeend en de Muskuseend (die genetisch zo ver uit elkaar liggen dat de nakomelingen steriel zijn, net als die muilezels en de zangvogeltjes die mijn vader fokte uit kanaries en puttertjes… F1 heet dat in vaktermen.) Het levert wel grote beesten op, en het vlees is heerlijk. En ja, hullie krijgen ook een toeter in d’r lui strot gestoken via welke granen, verrijkt met koolzaad- of olijfolie, in de krop van de beesten wordt gedreven. Omwille van de grote levers, omwille van de malse borsten.

Geloof niet lezer, dat ik de pot met eendenlever ongeopend laat. Ik ben verslingerd aan dat spul, ik zal het eten al riskeer de hoon van familie, vrienden en vriendinnen. Ik probeer aflaten te verdienen door verder slechts biologisch verantwoord vlees te eten (en vlees eten doe ik so-wie-so al niet veel). Die ganzenleverpaté blijft er echter in, zoveel is duidelijk. Wel beloof ik om me zoveel mogelijk te beperken tot de milieuvriendelijke exemplaren.

© paul

Bond – TV-diner; maar wel de geneugten van eerder werk…

tv-diner....Moe, moe, moe… te druk, teveel gewerkt, teveel gedoe… dat is zo ongeveer de reden waarom hier te weinig recepten verschijnen… Daar heb je niets aan beste lezer , ik weet het, maar toch… Misschien ook wel een beetje op na zoveel jaren? Misschien denk ik dat jullie het allemaal al gezien en gelezen hebben?

Nou ja, vandaag dan maar iets geheel nieuws op het Ministerie; TV- Diner! Doen we anders NOOIT! Na een lange ochtend van was vouwen, strijken, wintergaderobe uitzoeken, ouwe troep weggooien, opruimen enzovoorts, zijn we maar even ‘gevlucht’. Lunch in het eigen dorp en daarna inkopen doen (ik vind het woord ‘shoppen’ verschrikkelijk) in Uden. Twee broeken voor de prijs van één, Paul zijn favoriete merk… wouw! Helemaal gelukkig! Natuurlijk koopt Paul alleen maar twee broeken als hij ook nog een paar dvd’s als troost kan kopen… Tjee, de laatste Bond! tv-diner....

Kleren kopen is voor Paul een soort crime. Dus twee bruikbare broeken in één keer is een feestje; dan nog de laatste Bond op dvd maakte het compleet. Thuis geen tijd meer voor poespas, rondje met Hond Jaros ging nog nét (Dierendag!), daarna moest de nieuwe Bond! En daar had ik nou net helemaal geen zin in. Ik wil lezen…

Dan is er maar één optie: TV-Diner! Snel, maar niet smakeloos.
Spaghetti met tonijn is een optie.
Zo komt, alweer, de eigengemaakte tomatensaus goed van pas. Blikje tonijn erbij en klaar.

  • In tien minuten klaar: voor twee personen:
  • wat olijfolie
  • 1 sjalot, fijngesneden
  • 1 rode peper, zaadlijsten en zaadjes verwijderen
  • een flinke teen knoflook, geplet en fijngesneden
  • blikje lijn gevangen tonijn
  • pot eigengemaakte tomatensaus, (1/4 liter)
  • scheutje droge witte wijn
  • wat fijngehakte platte peterselie
  • De Cecco spaghetti 10 minuten

Zet een pan met water op, voeg zout toe en voeg de spaghetti toe als het water kookt. Zet een wijde pan op en verwarm daarin de olijfolie. Laat sjalot en knoflook zachtjes smoren. Voeg peper toe en de tomatensaus. Laat zachtjes wat inkoken en voeg er  een scheutje witte wijn bij. Laat de tonijn goed uitlekken en schep de vis door de saus. Giet de spaghetti af en schep de saus er voorzichtig door.

Intussen is Bond helemaal verliefd en vol in de trubbles…

Zet borden klaar op het aanrecht… Giet de spaghetti af en meng de pasta door de saus. schep voorzichtig door en dien snel op…. Voor de TV.

Natuurlijk wel, kopje espresso toe!

© ellen.

 

Spaghetti met kokkels uit de Waddenzee

kokkels
We proberen tegenwoordig een boodschappenlijstje te maken vóór we naar de markt gaan. Er is zoveel lekkers te koop dat we snel de neiging hebben teveel te kopen en we hebben allebei een hekel aan eten weggooien. Een beetje sober inkopen was dus het motto afgelopen zaterdag. Tja, wat zullen we dan eten? Vongole, daar had Paul zin in! Onze vaste visleverancier had geen Vongole, te duur en ook kleine Hollandse garnaaltjes had hij niet. De inkoopsprijs is zo hoog dat het risico te groot is dat de handel niet verkocht wordt. Helaas. Gelukkig bleek er één vishandelaar minder bang uitgevallen, daar lag één netje met de begeerde schelpjes. Geen Vongole maar Nederlandse Kokkels. Waarom schelpjes uit verre landen halen als er hier uit de Waddenzee heerlijke Kokkels geoogst worden. De prijs van Kokkels was niet mis; € 12,50 voor een klein netje. Pfoe! Hoe dat komt las ik in het boek van Bart van Olphen, “Het Nederlands Viskookboek” :

De meganische kokkelvisserij waarbij de schelpen met buizen uit de bodem worden gezogen, is op de Waddenzee niet meer toegestaan vanwege de negatieve effecten op flora en fauna. Dit verbod biedt kansen voor de kokkelvissers die alleen met handbeugels de schelpen op een aantal aangewezen zandplaten oogsten. Deze kokkels zijn te koop met het Van de Kust-Label.

Het oogsten van de kokkels op de nieuwe millieuvriendelijke manier is nog in ontwikkeling en de vissers streven naar een MSC certificaat. Aan dat alles hangt een prijskaartje. Niet gezeurd dus. Kokkels op het menu!

En dan mag ik ze graag zo simpel mogelijk opdienen, met een goede pasta, een sjalot, wat wijn…

Recept voor twee personen

  • ongeveer 200 gram pasta, spaghetti of linguine van goede kwaliteit.
  • 500 gram kokkels
  • wat olijfolie
  • 1 flinke sjalot, heel fijn gesneden
  • 1 teen knoflook, geplet en fijngehakt
  • stukje rode peper, fijngesneden
  • 1,5 dl droge witte wijn
  • 1 eetlepel platte peterselie, fijngehakt
  • eventueel zout en wat zwarte, versgemalen peper

Kook de pasta in gezouten water. Verwarm intussen de olijfolie in een brede pan en smoor daarin de sjalot en knoflook zachtjes gaar. Niet bruin laten worden. Blus ze vervolgens af met de witte wijn. Voeg dan zo tegen het einde van de kooktijd van de pasta, de kokkels bij de sjalot en de witte wijn, draai het vuur hoog, en dek af met een deksel. Schud een paar keer en voeg de peterselie toe. Schud nog eens tot alle schelpen open zijn.

Giet de pasta af en voeg die bij de kokkels. Meng alles goed door elkaar en dien snel op in diepe borden. Glas witte wijn erbij… heerlijk! Zo simpel, zo lekker!

Kopje espresso toe.

Overigens van harte aanbevolen dat boek van Bart van Olphen. Je leest er alles in over de moderne, milieubewuste en duurzame visserij, en krijgt daarbij ook nog mooie recepten!

© ellen.

 

salade van bietjes, bonen en spinazie

salade van bietjes, flagolets en jonge spinazie
Eerlijk gezegd ben ik niet zo van de salades. Op veel plaatsen waar je komt voor een snelle lunch staan tegenwoordig salades op de kaart. Bestel je zo’n lunchsalade dan krijg je steevast een enorme teil met groen blad, versierd met spekjes, of zalm, of van die knoerharde crouttons, bedolven onder een te zoete dressing. Niet mijn ding. Als ik een salade eet wil ik wat meer ‘bite’, niet alleen groen blad met zoete saus. Deze salade ontstond spontaan; er waren nog wat bietjes over, er lag mooie jonge spinazie in de winkel en aangevuld met een potje cannellini boontjes werd het een smakelijke lunch.

  • Voor twee personen:
  • 2 kleine gekookte bietjes
  • een flinke handvol jonge spinazie
  • 1 kleine rode ui, in fijne ringen gesneden
  • 1 blikje cannellini boontjes, gespoeld en uitgelekt
  • twee hardgekookte eieren
  • een dressing van olijfolie, frambozenazijn, wat mosterd en peper en zout.

“Meer hoeft dat niet zijn”, zou Jeroen Meus zeggen! Schik de groenten op een mooie schaal. Vlij er de dressing over en serveer met mooi knapperig brood.

Kopje espresso toe.

© ellen.

Koken met pakjes en zakjes; Risotto met truffel en kwartelpootjes

risotto met truffel en kwartelIk roep altijd hard dat ik geen pakjes en zakjes gebruik. En dat komt ook zelden voor. Het is simpelweg lekkerder, gezonder en goedkoper om te koken met verse ingrediënten. Maar met Pasen aten wij risotto uit een zakje met toegevoegd gedroogde truffel. Ik maakte die risotto toen klaar met stukjes kreeft en wij waren helemaal óm; zo’n zakje mag nog wel eens op tafel komen. Ik kocht de risotto voor de Paasdagen in Luxemburg in de grote Cactus supermarkt en voor we weer huiswaarts moesten wilde ik snel wat zakjes inslaan. Helaas, uitverkocht. “Alleen voor de feestdagen mevrouw, dit zit niet in ons standaard assortiment”. Jammer. Niet meer aan gedacht tot ik vorige week in een andere Luxemburgse super op zoek naar een pak gewone risottorijst in een verborgen hoekje vier pakjes van deze truffelrisotto zag liggen.    risotto

Hebbes, alle vier gekocht!

Het was warm die dag in Luxemburg en we hadden niet veel zin in al te uitgebreid koken. Daar kwam dat pakje goed van pas. Er was nog bouillon en er waren nog boontjes over dat kon ik mooi verwerken en om het gerecht dan maar extra luxe te maken waagde ik er nog een pakje kant-en-klaar aan; gekonfijte, gerookte kwartelpootjes aan. Ook zo’n ‘pakje’ dat wij regelmatig kopen. Ook een prima uitzondering op de reeksen kant-en-klaar waar je maar beter af kunt blijven. Ik ken ze alleen van de Franse en Luxemburgse supers, hier ben ik ze nog nooit in de winkel tegengekomen. Gekonfijte eendenpootjes worden  hier nog wel in de groothandel te koop aangeboden, ook niets mis mee. De kwartelpootjes eten we meestal  gewoon puur, als borrelhapje. Ditmaal verwerkte ik ze in de risotto.

Risotto met kwartel is een klassiek Italiaans gerecht, ik maakte en beschreef hier al eens de versie van Giogio Locatelli uit zijn boek “Made in Italy”.

Op deze warme dag maakte ik een wat simpeler versie:

  • Voor twee personen
  • 170 gram risottorijst (liefst die met stukjes truffel)
  • 1 sjalot, fijngesneden
  • een klontje boter
  • een glas witte wijn
  • ongeveer 700 ml bouillon
  • een pakje gekonfijte truggelpootjes Kwartelpootjes moet dat natuurlijk zijn! (Met dank aan Carla, een oplettende lezer)
  • eventueel wat boontjes of erwtjes
  • Parmezaanse kaas

Verwarm de boter en smoor daarin de sjalot goudbruin. Voeg de rijst toe en roer tot alle korrels door een ‘filmpje’ boter omhult zijn. Blus dan af met de witte wijn en voeg beetje bij beetje de bouillon toe. Blijf roeren. Voeg na 10 minuten de kwartelpootjes en de erwtjes of boontjes toe en eventueel nog wat bouillon. De rijst is in ongeveer 16 minuten klaar. Die op met wat versgeraspte Parmezaanse kaas. Een Godenmaaltje op de camping! Lekker glas wijn erbij en een kopje espresso toe!

© ellen.

zelfgemaakte geweckte tomatensaus

IMG_8737Eigengemaakte tomatensaus in potten geweckt. Ik schreef al eerder over de tomaten die ik kreeg van onze buren. Dag één maakte ik een flinke hoeveelheid jam. De beschrijving staat hier al te lezen. Een heel verrassende smaak, de moeite waard. Maar ik hield nog heel veel tomaten over. De diepvries was nagenoeg vol, dus invriezen was geen optie. Ik besloot van de rest tomatensaus te maken en die saus vervolgens in te wecken in potten. Gelukkig waren de tomaten erg vers een kon ik in alle rust de weckpotten wassen, kijken of ik genoeg ringen en klemmetjes had enzovoorts. Dag twee maakte ik tomatensaus en weckte die vervolgens in. Wecken moet heel zorgvuldig gebeuren; alles moet brandschoon zijn. Gebruik geen aangetaste groenten of fruit. Gebruik steeds nieuwe ringen. Was potten en ringen zorgvuldig en steriliseer de potten in de oven 20 minuten op 80 graden. Zet ze dan omgekeerd op een schone doek. Of was ze op de warmste temperatuur in de vaatwasser en spoel ze vervolgens met schoon, heet water na. Goed, dat zijn de voorbereidingen. Ik had nadat ik de tomatengelei gemaakt had nog 10 kilo tomaten over. Die verwerkte ik in twee keer. Saus voor 5 kilo tomaten:

5 kilo tomaten in blokjes gesneden

  • Sap van twee citroenen
  • 2 flinke uien, fijn gesneden
  • 8 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 2 eetlepels gedroogde oregano
  • 2 laurierbladeren 2 eetlepels zout
  • 1 eetlepel gemalen witte peper
  • 1 theelepel gedroogde chilivlokken

 

 tomatengelei

Doe alles in een wijde pan en laat de massa 45 minuten zachtjes inkoken. Schep de saus in de schone potten en sluit de potten af met de deksel met rubberring. Maak de klemmetjes vast en dan kan het wecken beginnen.
Gebruik een weckketel of als je die niet hebt, een grote pan waar de potten inpassen. Leg een rooster op de bodem van de pan en zet de potten daarop. Zorg dat de potten niet tegen elkaar knotsen. (je kunt eventueel een doek om de potten wikkelen om te voorkomen dat ze tegen elkaar botsen) Giet dan warm water op de potten totdat alles onderstaat en breng het water langzaam naar 88 graden. Laat de potten nu 45 minuten op 88 graden sudderen. Laat dan het water wat afkoelen en til de potten uit de pan. Zet ze op een natte doek en laat ze verder afkoelen.
Haal de volgende dag de klemmetjes van de potten en controleer of ze allemaal goed dicht zijn. Plak etiketten op de potten en zet ze koel en donker weg. Op deze manier geconserveerd blijft de saus zeker een jaar houdbaar.
© ellen.

Gefrituurde Moezelvisjes.

gefrituurde MoezelvisjesZoals je misschien begrepen hebt beste lezer, verblijven wij alweer enige dagen in ons hutje in Luxemburg. Het is hier heerlijk stil op de camping. Er heeft weer eens een wisseling van beheerder plaatsgevonden en door wanbeheer van de vorige exploitant is de loop er een beetje uit. Jammer, maar dat komt wel weer. Alles is brandschoon, de nieuwe beheerders Carola en Paul doen hun best om het ons naar de zin te maken. De wifi werkt ook weer en het gras is gemaaid. Nu nog de vergunning om het café te openen en we zijn weer helemaal blij! Goed, beheerders of niet, wij vermaken ons hier altijd wel. We lopen met Hond Jaros door de prachtige stille bossen, turen naar het snel stromende water van de Eisch, en doen onze boodschapjes in de vele giga supermarkten in de buurt. Voor een Foodlover zijn die supermarkten al een beleving op zich…

We zijn niet helemaal alleen op de camping; ook Lotte en Flora van Eupotours brengen hier een weekje van hun vakantie door. Ze struinen door de bossen en verzamelen botjes en enge beesten, ze gaan met de bus naar de supermarkt en verdwalen een beetje, ze kijken films van bedenkelijk allooi en komen iedere dag even Hond Jaros knuffelen. We drinken een glaasje en praten de belevenissen van de dag door. Zij liepen vandaag naar de grote camping in Simmerschmeltz om Joop en Wilma een bezoekje te brengen en verdwaalden vervolgens op de terugweg… Bijna niet mogelijk, maar toch. Ze zijn weer veilig thuis en ontdooien gehaktballen. Ik bemoei me vooral niet met hun maaltijden!

Op de vraag van Lotte wat wij vandaag gedaan hadden liet ik de foto’s van de Moezelvisjes zien die wij aten in Wormeldange. Ojé, wat gaaf, kan je dat zo eten? Ja dus. In veel restaurants aan de Moezel, zowel aan de Duitse, als aan de Luxemburgse kant staan ze op de kaart; gefrituurde Moezelvisjes. L’Assiette de friture de la Moselle. Meestal is er ook, iets duurder, L’Assiette de friture de la Moselle Fine. Dat zijn de lekkerste! Kleine visjes, ongeveer 8 tot 10 centimeter groot, knapperig goudbruin gefrituurd. Je kunt ze helemaal opeten, met graat en al. Je zou zelfs de kopjes op kunnen eten. wat overblijft...
De visjes smaken heerlijk naar mooie riviervis. Meestal worden ze alleen geserveerd met brood, wat zout en peper, soms frietjes of wat sla erbij. Drink er een mooi glas Riesling bij van de plaatselijke Wintzer en je hebt een voortreffelijke lunch.

Kopje espresso toe en nog een bezoekje aan onze favoriete leverancier van Luxemburgse Crémant Poll Fabaire. Onze dag was prima, dit is vakantie!

© ellen.

Nieuwe aardappeltjes met cantharellen…

Nieuwe aardappeltjes met cantharellen...
Er kwam twee weken terug een berichtje vanuit Luxemburg naar Gemert. Mars Lépine had de eerste Cantharellen van het seizoen gescoord. Mars deelde mijn passie voor paddenstoelen en hij was o zo trots om me een fotootje te tonen.

Extreem is het niet dat rond deze tijd de eerste cantharellen verschijnen. Ze hebben hun bloeiperiode van de vroege zomer tot aan het eind van de herfst. Het hangt een beetje van de weersomstandigheden af op welke tijd ze er volop zijn en op welke tijd er sprake is van schaarste.

De cantharellen die bij ons worden aangeboden komen uit Duitsland en Oost-Europa, later in het seizoen ook wel uit Canada en de Verenigde Staten. Maar altijd komen ze uit het wild, met de hand geplukt. Het kweken van deze paddenstoel wil nog steeds niet lukken.

Natuurlijk was ik jaloers op Mars z’n vangst en de gedachte aan verse cantharellen bleef voortdurend een beetje knagen. Ik vond die paddenstoelen nooit in mijn omgeving, hoe goed en gericht ik ook zocht. Van slechts één betrouwbare bron wist ik zeker dat hij elk jaar wel een maaltje bij elkaar sprokkelde in Zuidoost Brabant, al die andere zegslieden vergisten zich (valse hanenkam) of pleegden grootspraak.

Kun je je voorstellen dat ik een gevaarlijk vreugdehuppeltje maakte toen ik enkele dagen na het bericht van Mars in onze eigen AH om de hoek een doosje van die geeloranje vruchtjes zag liggen, ingeklemd tussen Shitaki, Champignons de Paris en Oesterzwammen. En ze waren van een uitstekende kwaliteit. Ze kwamen uit Polen.

Vandaag geen uitgebreid recept, maar een simpele beschrijving van een van de lekkerste gerechten ooit. (Ik schrijf dat élk jaar opnieuw, en ik zal dat blijven doen tot er überhaupt niks meer te schrijven valt!..)

Er ging een klont boter in de koekenpan. Daarin werden wat dobbelsteentjes spek gedaan, die mochten even uitzweten. Dan een gesnipperde sjalot erbij en een fijngehakte teen knoflook. Op een niet te hoog vuur werden sjalot en knoflook glazig en vervolgens gingen de gepoetste cantharellen in de pan. Het geheel mocht eventjes doorbakken. Flink peper uit de molen en een snuifje zout erbij (paddenstoelen houden erg van peper en cantharellen wel in het bijzonder). Er waren nog nieuwe aardappeltjes van de voorgaande dag, het overschot van een wat ingewikkelde maaltijd. Die aardappeltjes werden versneden tot een iets kleiner formaat en vervolgens in de pan gedaan. Op rustig vuur kon het gerecht nu bakken tot het gerecht klaar was.

Je schepte het zo uit de pan op je bord. Er hoefde verder niks bij, dit was het. Oh ja, wat vers gehakte peterselie erover voor smaak en kleur. Een lekkerder maaltijd was nauwelijks te bedenken…

Of om met televisiekok Jeroen Meus te spreken: Meer hoeft dat niet zijn…

© Paul.

Tomatengelei met limoncello en een vleugje peper…

tomatengeleiTja, hoe kwam ik nou aan zoveel tomaten? Ik zal proberen het uit te leggen…

Facebook eergisteren om 22.53; een berichtje van mijn buurvrouw dat ze in een promotiefilm heeft meegespeeld voor onze Blauwe Grootgrutter. “Alles direct uit de buurt”. Mooi, daar zijn wij wel voor. Buurvrouw Angelique, te zien in een tomatenkas, direct in onze buurt. Prima, mooie shots. Ik reageerde op Facebook: “Zullen jullie de komende dagen wel veel tomaten eten”. Ach,grapjes op Facebook, leuk.

Ik ging onder de douche, poetste mijn tanden en surfte nog even door mijn gedoetje…  De bel ging, hond Jaros blafte de longen uit zijn lijf…Elf uur geweest, al gekleed in mijn badjas, zo laat… dan maak ik de deur niet meer open… Tot ik een pb kreeg van de buren; “Leon en ik belden net bij jou aan. We hebben echt heel veel tomaten die je zo kan hebben als je wil” Goed, broek en t-shirt weer aan en naar de buren. En daar kreeg ik zomaar een enorme krat tomaten! Dank Leon en Angelique!

Maar dan begint het… Wat ga ik er mee doen; Pasasta maken, wecken, invriezen? Invriezen is geen optie, de vriezer zit al ramvol. Wecken dus. Maar dan: Heb ik potten genoeg, deksels, ringen, klemmetjes… Tjaa, natuurlijk moest ik vandaag, eigenlijk mijn vrije dag,  ook nog de hele dag weg, een workshop, een vergadering… De tomaten, overigens in prima verse conditie moesten wachten.

Vanmiddag na thuiskomst diep in de kelder afgedaald en geïnventariseerd wat ik nog aan weckflessen en potten en toebehoren had.  Vervolgens alle potten en flessen in de vaatwasser gezet. Dat was part één. Voor vandaag dus geen tomaatverwerking? Nou ja, die tomaatjes lagen zo mooi rood te lonken, ik bedacht opeens dat tomatenjam ook wel iets zou kunnen zijn. Weer eens wat anders, en jampotjes en geleisuiker zijn hier tegenwoordig altijd op voorraad.   tomatengelei

Ik besloot dus alvast maar wat jam te maken met de tomaatjes in die geweldige pan. Die Pan, die Pan… als ik die Pan toch niet had!

  • Tomatengelei dus:
  • 1300 gram tomaten in stukjes gesneden
  • rasp van een citroen
  • 500 gram geleisuiker
  • 1 borrelglas lemoncello
  • halve theelepel chilivlokken

Doe de stukjes tomaat en de citroenrasp in een wijde pan en breng aan de kook. Laat de massa rustig zo’n 20 minuten inkoken. Giet dan alles door een fijne zeef en voeg 500 gram geleisuiker toe. Roer goed om en om en breng de massa weer aan de kook. Voeg de limoncello en de chilivlokken toe en laat de massa nog drie minuten op hoog vuur inkoken.

Schep de gelei in schone warme potten en schroef er een deksel op. Zet de potten een minuutje op de kop en keer ze dan.
tomatengelei
Wij waren blij verrast door de smaak van deze jam; heerlijk! (en zo komt die limoncello ook eens op)

Kopje espresso en op naar de volgende lading tomaten!

© ellen.

 

Vaderdag…

Vaderdagbier...Vaderdag, ik had er nooit iets mee. Ik vond het een slim bedenksel van ons Nationale Grutterdom en ik wenste daar verre van te blijven. Wij hielden het bij een ontbijt op bed (ik doorsta dat alleen omdat het moet)) en een goede maaltijd in de avonduren.

Toen Het Kind de leeftijd kreeg waarbij er van schoolwege aandacht werd besteed aan Vaderdag kwam ze vaak thuis met de meest vreemde knutsels. Eén herinner ik me speciaal. Het was een tweedimensionaal wijnglas, gezaagd uit plexiglas, betekend en beschreven met viltstift. Het hangt heden ten dage nog aan de wand van een van de boekenkasten in de woonkamer en ik geniet er elke dag van.

De rest van de presentjes, in de jaren van voor het wijnglas en in de jaren erna, heb ik zorgvuldig uit mijn systeem gewist. (Er schiet me nu opeens een stropdas te binnen, beschilderd met acrylverf in de meest expressionistische kleuren. De verf was nog nat… ) Maar het is natuurlijk niet netjes om de welgemeende en oprechte bedoelingen van een klein meisje te frustreren. Ik heb het spelletje dan ook zo lang het noodzakelijk was meegespeeld. Ik probeerde zo oprecht mogelijk te zijn, maar het Kind voelde met de zelden falende intuïtie van een minimensje aan dat er iets niet klopte. Ik hoop dat ik haar niet te kort heb gedaan.

Maar ach, met het gaan der jaren wordt men milder en toegeeflijker, dat geldt ook voor mij. En toen dan onze Jop op zaterdagavond aan kwam zetten met die fles bier was ik oprecht aangedaan. Ik was dan wel niet z’n vader, maar ik kon de geste bijzonder waarderen.

Bestaat er zoiets als Opadag? Ik weet het niet, ik houd die zaken niet goed bij. Maar mocht het zo zijn dan zal ik het spel in volle ernst spelen. Dat ben ik, geloof ik, het Kind wel verschuldigd…

© paul