Gedroogde worstjes…

worst
Je ziet ze ook bij ons steeds vaker verschijnen in het straatbeeld van de weekmarkten, artisinale markten, boerenmarkten of hoe het ook allemaal heten mag. Kraampjes met stapels worsten; gedroogde, gefermenteerde worsten.

Ze worden aangeboden in allerhande samenstellingen. Met knoflook, met nootjes, met peper, met paddenstoelen. En talloze andere combinaties zijn denkbaar. Soms is het varkensvlees, want dat is het hoofdbestanddeel, vermengd met eend, met kalkoen, met kip of met ezel. In de Ardennen kom je ook hert tegen en wildzwijn. Paard vind je zelden…

Het merendeel van die worsten komt uit Frankrijk, een minderheid uit Italië en Spanje. Op streekmarkten vind je ze, gemaakt van vlees van eigen bodem. De worstboeren rekenen doorgaans een schappelijke prijs, meestal ben je voor € 10,- koopman van vier worsten. Per stuk ben je onvoordeliger uit.

Vier worsten voor een tientje zegt meteen iets over de kwaliteit. Die is wisselend van producent tot producent, maar voor dát geld overstijgt het gebodene zelden de middelmaat. Voor écht grootse worsten leg je een veelvoud op de toonbank.

Ik heb er geen bezwaar tegen om goed geld uit te geven voor een excellente worst, maar die wordt dan slechts genuttigd met de echte liefhebber. Vriend Jan is er zo een. Voor hem kun je een peperduur en kwalitatief exquise worstje op tafel zetten, hij zal het onmiddellijk herkennen en met de grootste egards tot zich nemen. Zo’n worstje aanbieden aan volk dat deelneemt aan jou milde slemppartij is eeuwig zonde. Men eet slechts om de drank te pareren; een olienoot of aardappelchips voldoen ook.

Enfin, die worstjes van vier voor een tientje kun je versnijden voor elk gezelschap. De liefhebber smaakt het best en de maagvuller maakt het toch niet uit.

Ikzelf prefereer de worstjes met een toevoeging van het vruchtvlees van de vijg. Dat geeft de worst een tikkeltje zoet en een typisch oriëntaalse zuurtje. Het schoolvoorbeeld van een geslaagd gemengd huwelijk: Moslim met Christen. Probeer het maar eens, je zult er geen spijt van krijgen…

© paul

Waar is de Coeur de boeuf???

17 april 2007 015
Of je ze kent weet ik niet, maar ze bestaan. Die bolle, wat onooglijke tomaten, gelijkend op een runderhart, maar dan met diepe rimpels. In Frankrijk vind je ze zelfs op het kleinste plattelandsmarktje, bij de meest primitieve groentehandelaar, of gewoon bij het volk thuis. Ook Belgische markten laten zich niet onbetuigd en in het assortiment van hullie Super, groot of klein, zal de vrucht zelden ontbreken. Bij ons zie ik hem nooit. Vreemd toch…

Aan de kwaliteit mag het niet liggen, want die is boven elke verdenking verheven. Misschien heeft het wat met de prijs van doen, die is namelijk iets (maar slechts heel weinig) hoger dan die van onze waterbommen. Een andere reden kan ik niet bedenken. (Of ligt het eraan dat het Ministerie in een uithoek van Nederland huist terwijl de rest van ons land overspoeld wordt met het rode juweel?)

Zie ik die Coeur de Boeufs liggen, in welk buitenland dan ook, ik schaf ze onmiddellijk aan. Je kunt ze met gemak voor enige weken bewaren, mits niet overrijp. De vrucht rijpt overigens van binnen uit; oogt hij van buiten nog wat ontoegankelijk, wanneer je hem opensnijdt geurt de volle rijpheid je tegemoet.

De smaak doet je denken aan de rijpe tomaten uit je kindheid, maar de Coeur de boeuf is net een tikkeltje frisser, net iets minder zoet. En er zit een aardse ondertoon aan die smaak. Geschikt om mee te stoven in elk kostbaar gerecht is hij zeker, maar dat moet je niet doen…

Verreweg de beste manier om de Coeur de boeuf te gebruiken is om er een salade mee te maken. De simpelste manier overigens ook. Die misvormde tomaat weegt al gauw anderhalf tot twee ons. Snijd hem in dunne plakjes, druppel er wat van de beste olijfolie overheen, snipper er wat sjalot bij, peper en zout en wat schaafjes Parmezaanse kaas. Een paar gescheurde blaadjes basilicum mogen ook. Hetgeen je nu hebt is een alleskunner. Er is nauwelijks een maaltijd denkbaar waarbij deze tomatensalade niet de perfecte aanvulling is.
coeur de boeuf

Enfin, ik sla naar bevrediging Coeur de boeufs in, in de Walen, in Vlaanderen, in Luxemburg (in Frankrijk kom ik niet zo vaak…). Maar het moet toch eenvoudiger zijn, gewoon bij ons in de buurt. Wie, oh wie helpt me…

© paul

Ossenstaart in groentesaus…

Langzaam gegaarde ossenstaart met groentensaus...
Er lagen nog twee pakketjes ossenstaart in de vriezer en ik had er al enige tijd niet meer aan gedacht. Waarlijk vergeten vlees dus en de hoogste tijd om er wat mee te doen. Ik liet één portie ontdooien en besloot om het vlees langzaam en bij een relatief lage temperatuur te garen. Ik kon teruggrijpen naar een recept, zoals beschreven op deze website in het najaar van 2012, maar het werd toch weer even anders. We hielden er een stevige maaltijd voor twee personen aan over.

  • 600 gram ossenstaart (runderstaart),
  • 2 stengels bleekselderij,
  • 1 winterwortel,
  • 1 ui,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 flinke kneep tomatenpuree uit de tube,
  • 1 kneepje harissa uit de tube,
  • 1 tak verse rozemarijn,
  • 2 takjes verse tijm,
  • 1 laurierblad,
  • 1/2 theelepel karwijzaad (Kümmel).
  • 1/2 liter rode wijn,
  • 1 scheut bouillon,
  • olijfolie,
  • bloem,
  • peper en zout.

Verwarm olijfolie in een stoofpan met deksel. Dep de staartschenkels droog met keukenpapier en bestuif ze met wat bloem, peper en zout. Bak de staartstukken aan alle kanten bruin, haal ze dan uit de pan en houd ze onder aluminiumfolie warm. Bak in dezelfde pan de fijngesnipperde ui en fijngehakte knoflook tot ze glazig en goudgeel worden. Voeg dan de heel fijn versneden bleekselderij en idem gehakte winterwortel toe, samen met de tomatenpuree, de harissa en het (in de vijzel) verkruimelde karwijzaad. Roer goed om en laat het geheel een minuut of vijf bakken op een niet te hoog vuur. Leg vervolgens de ossenstaart terug in de pan en overgiet het geheel met de rode wijn en de bouillon. Doe er de tijm, rozemarijn en het laurierblad bij en plaats  de pan met gesloten deksel in een op 110 graden voorverwarmde oven. Het gerecht mag nu een uur of vijf stoven. Controleer tussendoor een aantal keren of er nog voldoende vocht in de pan zit en vul eventueel aan.

Haal aan het eind van de stooftijd het vlees uit de pan en zet het warm weg. Schep met een lepel het overtollig vet uit de pan. Indien de saus nog teveel vocht bevat, kook hem dan in op een hoog vuur. Wel erbij blijven want inkoken gaat vanaf een bepaald punt erg snel. Heb je ongeveer de gewenste consistentie bereikt pureer dan met de staafmixer de groenten tot een gladde saus. Breng op smaak met peper en zout en dien warm op…

  • Wij aten er stevig brood bij.
  • Van de groentesaus hielden we een behoorlijke portie over. We hebben de zaak ingevroren om bij een latere gelegenheid te gebruiken. (Als pastasaus of bij een stukje vis, bij een varkenskarbonade of lamsgehaktballetjes bijvoorbeeld.)
  • Ik heb aan de saus geen tomaten toegevoegd, de smaak van de saus was nu mild-zoet.

© paul

 

Lelietjes-van-dalen…

1 mei
Ik ben in de avond nog even gaan kijken. In de tuin van de nonnen, wel te verstaan. Mijn vrees werd bewaarheid, ze stonden nog niet in bloei, die Lelietjes-van-dalen. Of zo je wilt Meiklokjes, want die naam dragen ze ook. (Ook Lelietjes-der-dalen mag, dat vind ik misschien nog mooier.)

De van oorsprong Franse traditie om mensen die je aardig vindt een toefje Lelietjes-van-dalen te schenken op 1 mei zie je ook terug in België en Luxemburg. Het ritueel stamt uit de renaissance; de Fransen hangen er het jaartal 1560 aan. Overal in Frankrijk, België en Luxemburg verschijnen daags vóór 1 mei stalletjes langs de weg waar de bloemetjes per bosje worden verkocht. En in de dagen daaraan voorafgaand zie je allerhand volk door de bossen struinen om de verse bloemetjes te plukken.

Ik wilde Ellen een boeketje schenken op onze Dag-van-de-Arbeid, maar dat kan dus slechts virtueel. Zoals gezegd tonen de bloemetjes in het écht alleen nog maar knopjes.

Vorig jaar moest ik het ook al houden bij een digitale overdracht. Ans en Jan, op weg naar Santiago de Compostella, zwierven door Frankrijk en waren dus fysiek niet in de buurt voor een persoonlijke overhandiging.

De foto maakte Ellen al op 20 april 2014. De natuur was vorig jaar vroeg…

Enfin, zijn ze volgend jaar op tijd dan zal ik een bosje plukken voor Jop. Je moet zo’n kruimel op tijd vertrouwd maken met échte tradities…

© paul

[ Aanvulling 3 mei: Ans en Alex laten vanuit Bourgondië weten dat de late lente ook in delen van Frankrijk problemen geeft. Ook daar zijn de Lelietjes-der-dalen nog niet aan bloeien toegekomen, het is voorpaginanieuws in zowel de lokale als de landelijke dagbladen. Er heerst overigens bar weer in Bourgondië; hevige regens gepaard aan een overdaad aan wind…]