Gemarineerde rosbief

rosbief

Ik loop al dagen achter met schrijven, het lijkt bijna of hier niet meer gekookt en gegeten wordt. Het tegendeel is waar, maar steeds als ik wil gaan schrijven op deze nieuwe website, dienen er zich ‘belangrijker’ zaken aan. Ik moet Back-ups maken, de RSS is nog niet ingesteld, er moet nu eindelijk een fatsoenlijk profiel komen mét  een e-mail adres waarop lezers kunnen reageren, Hond Max is een beetje ziek, bezoek van vrienden, cadeautjes kopen voor mijn Zonnenbloempakketje, boek is zo spannend… en ga zo maar door…

Allemaal heel best, maar er glippen zo een aantal recepten/gerechten tussendoor die ik toch niet zomaar voorbij wil laten gaan; zoals deze rosbief bijvoorbeeld.

De slager had mooie rosbief in de reclame en ik kocht  zo’n mooi bol stukje van dit sappige vlees. Zo’n stuk rosbief kan je gewoon braden, laten rusten in dunne plakken snijden, serveren met een sausje en klaar. Lekker, maar een beetje anders kan ook: Gemarineerde Rosbief. Het marineren geeft dit vlees een bijna ‘wildsmaak’ en houdt het vlees toch mooi sappig en mals. (Misschien zelfs een goed alternatief voor ‘wild’ bij het kerstmenu?)

  • mooi bol stukje rosbief van ongeveer 500 gram
  • halve fles rode wijn (ik gebruikte een  Julienas)
  • 1 ui, in grove stukken gesneden
  • 2 tenen knoflook, geplet en gehakt
  • 1 wortel in blokjes gesneden
  • 2 stengels bladselderij
  • peperkorrels
  • 1 laurierblad
  • 4 jeneverbessen
  • 4 kruidnagelen
  • takje tijm en takje rozemarijn
  • scheutje olijfolie
  • geklaarde boter of olijfolie om te braden
  • beure manié om de saus te binden
  • peper en zout

Meng alle kruiden en groenten met de wijn en een scheutje olijfolie in een kleine schaal en laat  het vlees daar zeker 12 uur in marineren. Haal het vlees uit de marinade en dep het goed droog. Laat het op kamer temperatuur komen. Verwarm de oven voor op 170 graden. Verhit een passende braadpan en bak het vlees snel aan alle kanten bruin in wat geklaarde boter of olijfolie. Leg het vlees dan in een ovenschaaltje en laat het in de oven nog even nagaren. Voor een mooi rosé resultaat is het handig om een kernthemometer te gebruiken, heb je die niet probeer dan door middel van een lichte druk op het vlees te voelen hoe gaar het is.

Laat de marinade in een kleine sauspan even zachtjes doorkoken. Zeef de marinade en giet de overgebleven vloeistof bij de aanbaksels in de pan, laat even doorkoken en klop er wat Beurre manié door.

Haal het vlees uit de oven en laat het rusten onder folie. Snijd de rosbief in dunne plakken en giet er de saus over.  Wij aten er gebakken appeltjes bij. (De appelschijfjes even bakken met wat ui, knoflook en ragfijn gesneden rode peper en een scheutje balsamicoazijn.) en lekker smeuige aardappelpuree met knolselderij.

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

 

Eten op de camping deel een; Boeuf Bourguignon

eten op de camping

Ik moet even een flinke inhaalslag maken. Het was hier de laatste weken zo druk dat er nauwelijks tijd overbleef voor het weblog, terwijl er toch van alles en nog wat te melden valt. Onze herfstvakantie brachten we door in Luxemburg en daar is nog wel een en ander over te schrijven.

Ik nam slechts één boek mee, veel tijd om te lezen zou er toch niet zijn in een gezelschap van 12 mensen en vier honden dacht ik zo. In zo’n groot gezelschap glippen de uren zomaar weg. Douchen, ontbijten, afwassen, de hondjes uitlaten en de ochtend is al voorbij… Dan volgen natuurlijk de dagelijkse boodschappen en dan is het alweer tijd voor de middagwandeling en daarop aansluitend het apperatief…

En dan de avondmaaltijd; voor 12 personen koken in een caravan valt niet mee. De ruimte is beperkt, we hebben slechts vier kookpitten en een aanrecht met ongeveer 60 cm werkvlak. Gelukkig staat het verblijf van Eupotours recht tegenover onze caravan. Daar is het binnen iets groter en kunnen we, als we allemaal een beetje inschikken, met 12 personen eten. Bovendien bezit Eupotours ook nog eens vier kookpitten en een koelkast. Koken is dan dus een kwestie van goed plannen en veel heen en weer rennen. Natuurlijk raakt daarbij onze hele huisraad door elkaar. Soms hebben wij nog vier vorken en twintig messen over, of zijn bij Eupotours opeens alle wijnglazen verdwenen. Aan het eind van de vakantie trekken we gewoon een uurtje uit om alles weer op de juiste plaats te krijgen…Tafelkleden en dekschalen daar doen we niet aan, gewoon de pan op tafel. Ieder heeft ook zo zijn vaste rol; Paul maakt de flessen open, Hijn is de proportioneur, Neel ruimt alles op, ik kook, Jeanne regelt de financien en de kinderen die moeten afwassen! Boodschappen doen we altijd samen. Iedereen heeft wel wat te zoeken in de grote supermarché’s. Iedere dag een volle kar. 12 mensen eten en drinken een enorme hoeveelheid en de koelkasten kunnen niet meer bevatten dan leeftocht voor één dag.

En wat we dan eten? Dat wordt tijdens het ontbijt democratisch besloten maar verandert in de loop van de dag nog een aantal keren en als we dan uiteindelijk in de supermarkt zijn besluiten we gewoon weer iets geheel anders klaar te maken…

In dit geval aten we Boeuf Bourguignon, erbij aardappelpuree met knolselderij en rode kool. Toe zelfgemaakte chocoladepudding met slagroom gemaakt door Flora en Ans.

  • Boeuf Bourguignon voor 12 personen
  • 2600 gram rundvlees (succade of de schouder is prima) in flinke dobbbelsten gesneden
  • een stuk ontijtspek in blokjes gesneden
  • 4 grote uien, fijngesneden
  • 4 wortelen
  • 6 tenen knoflook,
  • 2 laurierbladeren, wat tijm, selderie en peterselie
  • olijfolie
  • peper en zout
  • 1 1/2 fles Bourgogne (ik gebruikte in dit geval een andere wijn; een Julienas, die smaakte ons prima en was in de reclame…)

Bak het vlees in een stoofpan in hete olie aan alle kanten bruin en strooi er flink peper en zout over. (Bij zo’n hoeveelheid bak ik telkens een portie in een grote koekenpan). Bak onderwijl het ontbijtspek uit in een andere koekenpan en doe er de uien bij. Als de uien mooi aangefruit zijn dan mogen ze samen met het spek bij het vlees gevoegd worden. Giet een scheutje van de rode wijn in de uienpan en roer de aanbaksels los. Voeg de uien bij het vlees en giet er vervolgens de rest van de wijn bij. Het vlees mag nagenoeg helemaal onder staan. De tenen knoflook gaan in hun geheel in de pan, en ook het boeketje smaakmakers, de selderie, de helft van de peterselie, de tijm en het laurierblad. Op het zachte vuur van het allerkleinste pitje mag het gerecht nu twee en een half uur stoven. De wortelen worden grof geneden en gaan na die twee en half uur bij het vlees. Nog een half uur doorsmoren en het gerecht afmaken met de resterende fijngehakte peterselie en wat peper en zout.

© ellen.

 

Daube met sukadelapjes

daube

Ellen heeft het gewoon druk op haar werk. Ik heb het druk in de privésfeer, ik kom er nog wel eens over te schrijven… Gelukkig kon ik een paar dagen vrij nemen. ‘s Nachts werken en overdag slapen en in de beperkte tussentijd nog regelwerk leveren, dat schiet niet op. Mij lukte het in ieder geval niet. Enfin, er liggen nu een aantal open dagen voor me, en vanaf komende maandag begint mijn “grote” vakantie. Het komt allemaal goed…

Ontspanning haalde ik vandaag uit het bereiden van onze maaltijd. (En er moet per slot óók gegeten worden…) Ik legde vanochtend twee sukadelappen uit de diepvries. Ik besloot ze te langzaam te stoven. Ik vond een gerecht uit Gascogne, helemaal toegesneden op mijn smaak van de dag. Het recept valt of staat bij een flink stuk spekzwoerd, dus vroeg ik bij slagerij Snijders of dat te bekomen was. Ik kreeg een enorme lap zwoerd, gratis en voor niks. Het teveel kon ingevroren worden. En had ik niet nog eens geïnformeerd naar die grote hartvormige patéschaal? Nou die lag nog in de opslag. Die mocht ik ook zomaar meenemen. Enfin…

vorm

Daube uit Gascogne (een stevig eenpansgerecht voor twee personen):

  • 2 sukadelapjes,
  • stuk spekzwoerd,
  • 1 eetlepel olijfolie,
  • 1 ui, klein gesneden,
  • 1 winterwortel, klein gesneden,
  • 2 tomaten, ontveld en in plakken gesneden,
  • 1 glas rode wijn,
  • 2 teentjes knoflook, gepeld en geplet,
  • verse tijm,
  • peterselie,
  • 2 kleine laurierbladeren,
  • verse rasp van een halve sinaasappel,
  • 8 olijven,
  • peper en zout.
Voor het peterseliemengsel:
  • 2 eetlepels gehakte peterselie,
  • 1 teentje knoflook,
  • 2 ansjovisfilets.
Wrijf het vlees in met peper en zout. Bedek vervolgens de bodem van een stoofpan (daube) met een lap spekzwoerd, met de vette kant naar boven. Giet daar de olijfolie op, en bedek de zwoerd met de ui en de wortel. Leg daar het vlees op. Vervolgens bedek je het vlees. Op elke lap een teentje gekneusde knoflook, de afgeriste blaadjes van twee takjes tijm,peterselie, laurierblad en sinaasappelrasp. Schik vervolgens de tomatenschijfjes op het vlees en dek het geheel af met spekzwoerd, de vette kant naar beneden.
Op een laag vuurtje mag het geheel nu (zonder deksel) een goed kwartier stoven. Giet dan de wijn erbij en plaats de deksel op de pan. De pan gaat vervolgens in een op 140 graden voorverwarmde oven. Laat het gerecht ruim 3 uur zachtjes stoven. Kijk af en toe of er nog voldoende vocht in de pan zit.
De laatste 15 minuten mogen de olijven meestoven. Maak een papje van de ansjovis, de knoflook en de peterselie door ze samen héél fijn te hakken of te vijzelen. Verwijder de spekzwoerden en dien het gerecht op in een diepe schaal, mét het kookvocht en de gestoofde groenten. Strooi er als laatste het peterselie/ansjovis mengsel over.

ansjovis/knoflook/peterselie

Geef er gekookte aardappeltjes bij…

© Paul

Pörkölt van rundvlees

pörkölt van rundsvlees

Ik ben nu al weer een paar dagen thuis maar ik kan nog steeds mijn draai niet goed vinden; het huis lijkt zo groot vergeleken bij de caravan. En wat is onze keuken toch super! Bijna alles wat een graag-kokend-mens zich kan wensen is aanwezig! Ook de caravan is voorzien van alle benodigdheden om een goeie maaltijd klaar te maken; een paar degelijke messen, grote en kleine pannen, schalen en borden, glazen in overvloed… Het enige wat ik daar altijd erg mis is mijn oven. Ik had me dan ook voorgenomen om meteen als ik thuiskwam iets in die oven te maken…

Het komt er maar niet van want ik mis ook een beetje het overdadige aanbod in de Super-supermarché. Daar was zoveel moois te koop om prachtige ovenschotels mee te maken, zoveel geweldige producten. Inspiratie genoeg! En dat mis ik nu een beetje. We moeten gewoon weer terug naar ‘alledag’, gewoon sucadelapjes. Nou ja, gewoon? Toch ook heel mooi vlees om te stoven op een herfstige zomerdag…

Ik maakte pörkölt, geen goulasch, dat is soep!

pörkölt voor vier personen (of twee dagen voor twee personen)

  • 1 kilo rundersucade in blokken gesneden
  • 2 grote uien, in kleine stukjes gesneden
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 3 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 eetlepel paprikapoeder (edelsüs)
  • 1 eetlepel gerookt paprikapoeder
  • 1 theeleple komijnzaadjes
  • 1 theelepel oregano
  • 1 laurierblad
  • een kop bouillon
  • zout en peper

Verhit de olijolie en bak daarin de uien met de knoflook zachtjes lichtbruin. Schep ze uit de pan en bak dan het vlees in dezelfde pan rondom bruin. Doe de uien er weer bij en voeg de paprikapulp toe en alle kruiden. Bak alles nog even en roer goed om en om. Voeg de bouillon toe en laat het vlees zo ongeveer 2 1/2 uur zachtjes stoven. Voeg zo nodig af en toe wat bouillon toe. Het moet een mooie smeuige stoofpot worden.

Wij aten er gekookte nieuwe aardappelen bij en Dutchman’s Coleslaw.

Kopje espresso toe natuurlijk en Rick Stein (maar daarover later meer)

Morgen maar iets uit de oven. Ik heb lekkeren appelen gekregen uit de boomgaard van Marleen…

© ellen.

Kalfsvlees met salie, ham en kaas…

22  februari 005

Eindelijk weer eens een gewone maaltijd vandaag. Daar waren we wel aan toe na al die dagen feesten.
We aten een flinke salade met ruccola, tomaat en krulsla, een bordje pasta en kalfsvlees met salie.
Voor vier personen ;
4 kalfslapjes
1 bolletje Mozzarella (liefst van buffelmelk)
4 plakken gedroogde ham, bijvoorbeeld Parmaham
2 teentjes knoflook, even pletten en hakken
olijfolie
12 blaadjes salie
1 blik tomaatjes
een paar zwarte olijven
peper en zout

Klop de kalfslapjes flink plat tussen een vel plasticfolie.
Bestrooi ze met peper en zout en leg op elk lapje een plak ham, een plakje mozzarella, drie blaadjes salie. Rol de lapjes op en steek ze met een prikkertje vast.
Verwarm de olijfolie en bak de rolletjes snel aan alle kanten bruin. Voeg de knoflook toe en bak even mee. Dan de tomaatjes en de olijven erbij doen en 20 minuten laten stoven.
Verwarm de gril, leg nog een paar plakjes mozzarella op de rolletjes en lepel de saus erover. Zet de schaal zo 5 minuten onder de hete gril.

We aten een stukje kaas toe.
En espresso.

Sucadelapjes van het Irish Angus rund…

stoofvlees met zilveruitjes

Je ziet ze ook vaker in de Nederlandse wei staan, die Angusrunderen. Prachtig zwart vee, wat aan de ruige kant. Er is overigens ook een rode lijn. Oorspronkelijk komt het ras uit Schotland. Het heet dan Aberdeen Angus, naar de omgeving en “oude” rassen waaruit dit vee in het midden van de negentiende eeuw is ontwikkeld. Maar het heeft zijn weg gevonden over de wereld. Het is een bij uitstek vleesras.

Ellen had sucadelapjes gekocht van Irish Angus, prachtig dooraderd vlees. Ik had me voorgenomen er iets speciaals van te maken. Ik zocht wat recepten bij elkaar en maakte een keuze. Maar steeds weer ontbrak het me aan één of meerdere ingrediënten en tijd of mogelijkheid om naar de winkel te gaan had ik niet. Ik heb dan uiteindelijk maar gekozen voor een eenvoudige en weinig spectaculaire oplossing met de spullen die ik wél in huis had. Uiteindelijk smaakte het er niet minder om. Voor twee personen:

 

  • 2 sucadelapjes (van elk twee ons),
  • 1 ui in ringen gesneden,
  • 2 tenen knoflook, grof gehakt,
  • 1 blik tomatenblokjes,
  • 2 gedroogde pepertjes,
  • tomatenpuree,
  • 1 glas rode wijn,
  • olijfolie,
  • 16 zilveruitjes,
  • 1 takje tijm,
  • peper en zout.

Wrijf het vlees in met peper en zout. Verhit de olie in een stoofpan en bak het vlees aan weerskanten bruin. Neem het vlees uit de pan en bak in het achtergebleven braadvet de uienringen en de knoflook op een matig vuur tot ze mooi glazig worden. Doe dan het vlees terug in de pan, stort er de tomatenblokjes bij, de rode wijn, de tijm en de pepertjes. Doe de deksel op de pan en laat het geheel één uur stoven op een laag pitje. Na dat uur mogen de geschilde zilveruitjes erbij en een flinke kneep tomatenpuree. Laat het gerecht vervolgens op een laag vuurtje nog één uur stoven. Maak eventueel af met peper en zout. De bedoeling is dat de saus indikt en geleiachtig wordt. Blijft het te nat, dan op het laatst even op hoog vuur inkoken.

We aten het vlees samen met een aardappel-spinazietaartje, Ellen zal het nog beschrijven. We dronken er een verschrikkelijk mooie Côtes du Rhône bij bij. Kopje espresso toe.

© paul

Rundertong met tomaten-roomsaus…

rundertong met tomaten-roomsaus

Het kwam er maar niet van om dit recept te beschrijven. Thuis te druk, hier niet meteen zin, maar ik wil dit gerecht hier nu toch even opschrijven voor het weer in de vergetelheid raakt. Bij de Sligro zag ik een rundertong in het schap liggen en bedacht dat het al wel weer erg lang geleden was dat ik tong klaargemaakt had. Je moet er vaak speciaal naar vragen bij de slager. Ze liggen meestal niet zomaar in de winkel uitgestald en dan kom je ook niet zo snel op het idee om eens iets lekkers met tong te maken, terwijl het toch een heerlijk stuk vlees kan zijn. Het begint zowiezo wat uit de mode te raken om orgaanvlees te eten. Niertjes, lever, pootjes en staarten, de meeste mensen trekken er hun neus voor op. Jammer, het kan zo lekker zijn! Orgaanvlees vraagt vaak wel wat meer bewerking vooraf, misschien is dat een reden dat het wat aan populariteit ingeboet heeft?

Spoel de tong onder koud water en neem een grote pan waar de tong ruim in past. Vul de pan met koud water in leg de tong erin. Breng langzaam aan de kook. Schuim het vocht af. Voeg daarna een ui, een blad laurier, wat tijm, wortel, selderie, peterselie, zout en peper toe en laat de rundertong zo in ongeveer 2 uur zachtjes garen.

rundertong

Pel dan het vel van de tong en snijd het keelstuk af. Snijd de tong in mooie plakken van ongeveer twee centimeter en houd ze warm op een dienschaal.

  • Maak intussen een saus van:
  • 1 eetlepel boter
  • 1 eetlepel bloem
  • een eetlepel tomatenpuree
  • een scheutje wittte wijn
  • wat room

Giet de saus over de tong en dien snel op. Wij aten er snijboontjes bij en gekookte aardappelen.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Kerrie van Midden-Java…

nasi goreng en kerrie van midden Jawa

 

Na mijn gerommel in het afvalputje had ik trek gekregen, zin in iets ‘anders dan anders’. Ik had runderlapjes gekocht met het idee om ze te stoven met mosterd. Erbij snijboontjes en aardappelpuree. Niets mis mee, maar ik had opeens m’n zinnen gezet op iets exotisers. Ik besloot maar eens te zoeken in het boek van Beb Vuyk; “Groot Indonesisch kookboek”.

Ik kocht het boek ooit in een doos met drie klassiekers; “De klassieke Italiaanse keuken”, van Michella Hazan, “De nieuwe Franse keuken”, van Paul Bocuse en het boek van Beb Vuyk. Ik moet zeggen dat ik van deze drie klassiekers dit laatste boek het minste gebruik. Ik waag me zelden of nooit aan Indonesische gerechten. Niet omdat ik dit eten niet lekker vind, zeker niet. Misschien komt het omdat er hier in de buurt zoveel mensen wonen die vanuit hun eigen achtergrond, of die van hun vrienden en partners, zo vertrouwd zijn met deze keuken dat ik er maar niet aan begin om hun kookkunsten te benaderen. Maar goed, eens moet er een begin gemaakt worden…

Ik koos een recept met runderlapjes, en vooral een recept waarvoor ik alle ingredienten, op een spriet sereh na, in huis had. Dat is trouwens nog een moeilijkheid bij het koken van Indonesische gerechten. De lange lijsten met voor mij onbekende ingredienten. Bij de plaatselijke super zijn ze niet meer te koop. Je moet er voor naar een Toko. Vroeger boden de supermarkten hier nog wel wat kruiden te koop aan, tegenwoordig zijn er alleen nog kant-en-klaar-pakketjes te koop. Ik maakte mijn eigen kruidenmengsel en stampte dat in de vijzel zoals het in het boek stond. Eigenlijk helemaal niet moeilijk. Gewoon even aan beginnen!

vijzel 005

De vijzel, ook wel tjobèk genoemd, heb ik lang geleden geërfd. Kon ik die eindelijk eens gebruiken voor het doel waarvoor hij gemaakt is!

  • 2 eetlepels olie
  • 500 gram rundvlees
  • 1/4 blok santen
  • Kruiden:
  • 3 eetlepels uien, fijn gesnipperd
  • 2 teentjes knoflook, gesnipperd
  • 1 eetlepel sambal oelek
  • 2 theelepels ketoembar
  • 1 theelepel djinten
  • 1 theelepel laos
  • zout
  • 2 theelepels koenjit
  • 1 spriet sereh

Wrijf de uien, de knoflook en de sambal, de ketoembar, de djinten, de laos, wat zout en koenjit met elkaar tot een brij. Bak dit kruidenmengsel in de olie. Snijd het vlees in blokjes en laat even meebakken. Voeg er 3/4 liter water, het blok santen en de sereh bij. Laat het gerecht stoven tot het vlees gaar is en het vocht tot ongeveer de helft is ingedampt. Serveer met witte rijst.

© ellen.

Ossenstaart in groenten-wijnsaus…

ossenstaart in de oven gegaard

“Als ik mee mag eten dan kom ik de deurbel repareren”, riep de Jongste Bediende bij het verlaten van het huis. Die bel was alweer geruime tijd stuk en bezoekend volk kondigde zich nu aan door op het raam te kloppen. Vervolgens sloeg Hond Max dan aan en wij wisten dat er mensen op de stoep stonden. Het systheem funktioneerde eigenlijk prima, maar een deurbel is uiteindelijk toch handiger. De Jongste Bediende mocht overigens altijd al mee eten, maar op het aanbod van voedsel voor werk zijn we toch maar ingegaan. Anders was die bel in december nog stuk…

Ik maakte een runderstaart, langzaam gegaard in de oven. Met overvloedig saus en een torentje van aardappelpuree. Saus en groenten waren één, dus er hoefde verder niks bij. Het bord op de foto is wat kledderig, de smaak van het gerecht was formidabel. Ellen noemt ossenstaart “vergeten vlees”. En dat is het. En dat is jammer. En eerlijk is eerlijk, wij eten het eigenlijk ook veel te weinig. Omdat het alweer even geleden is dat we het gerecht beschreven doe ik het nog maar eens over.

  • 1 ossenstaart (1,2 kg) in stukken van 6 cm gesneden,
  • 2 flinke uien, grof gehakt,
  • 5 tenen knoflook, gepeld, geplet en grof gehakt,
  • 1 grote winterwortel, grof gesneden,
  • 1 flinke schijf knolselder, grof gesneden,
  • 1 rode peper, ontdaan van zaad en lijsten en fijn gehakt,
  • 1 fles stevige rode wijn,
  • 3 blaadjes laurier,
  • 1 flinke pluk tijm,
  • 1 blik tomaten,
  • tomatenpuree,
  • olijfolie,
  • bloem,
  • peper en zout.

Meng op een bord bloem met peper en zout en bestuif daarmee de stukken ossenstaart. Wijf het teveel aan bloem van het vlees. Neem een stoofpan met deksel, die in de oven kan, en verhit de olie. Bak de stukken ossenstaart aan alle kanten bruin. Voeg de uien, knoflook en het pepertje toe en laat ze een paar minuten meebakken. Dan de rest van de groenten erbij (behalve de tomaten) en het geheel even laten smoren. Voeg de wijn toe en de kruiderij en laat alles even aan de kook komen. Plaats de pan daarna in een voorverwarmde oven bij 140 graden. Laat het gerecht nu twee uur stoven. Haal de pan uit de oven en doe er de tomaten bij en de tomatenpuree. Zet de pan terug en laat nog twee uur stoven. Tussendoor een keer omroeren. Na in totaal 4 uren garen is de wijn samen met de groenten ingedikt tot een heelijke saus en het vlees is botermals. Vindje de saus wat aan de natte kant dan kun je hem net voor het opdienden nog even inkoken op het gas. Het zal waarschijnlijk niet nodig zijn.

Het vlees ging op, van de saus bleef nog wat over. We gebruikten die de volgende dag bij varkensvlees.

© paul

Kalfniertjes in whiskysaus

kalfsnier in whiskeysaus

Natuurlijk was het niet alleen maar kommer en kwel in Luxemburg. we hebben ook weer heerlijk rondgewinkeld in het enorme Belle Etoille shoppingcentre. Het blijft fantastisch wat ze daar allemaal te koop aanbieden. Dit keer hebben we ons maar eens verdiept in wat er zoal op de afdeling ‘abats’ te koop was. Slachtafval, het klinkt niet zo smakelijk maar toch vind je hier de meest heerlijke stukjes vlees. In Nederland meestal niet te koop of je moet een superverhouding met een superslager hebben. Nier en lever van een biologisch kalf, kom daar in Nederland maar eens om. Kalfszwezerik, varkenspootjes, lamsniertjes en zelf hersens lagen gewoon in het schap. Nu is zwezerik klaarmaken op een camping me iets teveel gedoe. Het blijft tenslotte een beperkt klein keukentje. Paul had wel zin in de kalfsnier en we haddden ook een mooie fles Single Malt Scotch Whisky gekocht. De combinatie lag voor de hand; Kalfsnier in Whiskysaus.

  • Voor 2 personen
  • 1 nier van een biologisch kalf, goed schoongemaakt en in stukjes gesneden
  • 2 kleine sjalotten, 1 teentje knoflook, fijngesneden
  • wat bloem
  • peper en zout
  • boter
  • whisky
  • witte wijn
  • wat room
  • eventueel bouillon
  • versgehakte platte peterselie

Kruid de stukjes nier met zout en peper en stuif er een klein beetje bloem over. Verhit de boter en bak daarin de sjalotjes en knoflook even aan. Schep ze uit de pan en bak in dezeflde pan de stukjes nier rondom goudbruin. Voeg ui en knoflook weer toe en giet een een scheutje whisky over. Blus af met wat witte wijn en laat het geheel even sudderen. Voeg een scheutje room toe en laat nog even zachtjes inkoken. Niet te lang anders worden de niertjes taai. Ze moeten mooi rosé zijn. Schep er nog wat platte peterselie over en dien snel op. Wij aten er wat spätzle bij en een salade.

Stukje Camembert d ‘Isigny toe maakte de maaltijd helemaal af. En natuurlijk een kopje espresso.

© ellen.