Risotto met brandnetels ofwel Risotto alle ortiche

risotto met brandnetels
Ik schreef gisteren al over dat verschrikkelijke zevenblad dat onze tuin in bezit dreigt te nemen. Sommige mensen eten het, ik heb het een keer geprobeerd maar vond het niet echt lekker. Wat wél lekker is zijn brandnetels en dan verwerkt in een superrijke risotto. We eten het altijd wel een keer in het voorjaar. Vaak in Luxemburg omdat de brandnetels daar precies rond onze deur groeien.
Het is nu ook de goede tijd voor mooie jonge brandnetels. Pluk de jonge exemplaren in je eigen tuin of op een stuk grond waar geen honden gepoept hebben. Doe wel handschoenen aan, of als je die niet in de buurt hebt, een plastic zakje om je hand. Pluk alleen de blaadjes, de steeltjes zijn wat taai. Ik plukte vanmiddag mijn brandnetels in de tuin van De Jongste Bediende, die heeft er genoeg. Ik gebruik het recept van Giorgio Locatelli uit zijn boek “Made in Italy”. De hoeveelheid is volgens Locatelli voor vier personen, ik vind dat nogal veel, zelfs als je de risotto als hoofdmaaltijd zou serveren. Zeker voor ons tweeën was het veel teveel, maar wij vinden de restverwerking zo lekker dat ik maar bij voorbaat een flinke hoeveelheid maak. Van het restant maak ik dan de volgende dag gefrituurde rijsballetjes.

risotto met brandnetels

Voor vier personen;
400 gram risottorijst, Locatelli raadt aan om vialone-nano rijst te gebruiken
2 handenvol jonge brandnetelblaadjes (bewaar een paar blaadjes voor de garnering)
2 1/2 liter bouillon
50 gram boter
1 kleine ui, heel fijngesneden
1 glas droge witte wijn
zout en peper

75 gram koude boter in kleine blokjes gesneden
100 gram geraspte Parmezaanse kaas

Blancheer de brandnetels een paar seconden in ruim kokend water met wat zout. Giet ze af en pureer ze in de foodprocessor.
Breng de bouillon aan de kook en zet die naast de risottopan. Houd de temperatuur van de boullon tegen de kook aan.

Smelt de boter in een pan met een dikke bodem. Fruit hierin de ui zachtjes glazig.
Doe de rijst erbij en roer goed tot alle korrels met boter bedekt zijn. Als alle korreltjes heet zijn kun je de wijn toevoegen. Laat de wijn verdampen tot de ui en rijst droog zijn.

Voeg nu bouillon toe, telkens een á twee soeplepels per keer. Roer voortdurend over de bodem van de pan. Als de bouillon is opgenomen voeg je weer nieuwe toe.
Ga op deze manier 15 tot 20 minuten door. Doe na 10 minuten de brandnetelpuree erbij. en blijf roeren tot de rijst gaar is. De korrels moeten van buiten gaar zijn en van binnen nog wat ‘beet’ hebben.

Draai het vuur uit en laat de risotto een minuut rusten. Meng dan de koude boter en de kaas door de risotto. Breng verder op smaak met wat peper en zout.

Frituur voor de garnering een paar blaadjes brandnetel in een laagje olie.

kopje espresso toe!

© ellen.

Kwartel met linzen

kwartel met linzen
Tijdens ons weekendje Luxemburg kochten we onder andere een paar mooie biologische Label Rouge kwarteltjes. Ik zie hier nooit van die mooie kwarteltjes. Prima kwaliteit, diervriendelijk gefokt Je moet hier al een super goede poelier kennen die zo’n kwaliteit aanbiedt. Een ondergewaardeerd vogeltje eigenlijk, terwijl de smaak juist zo fijntjes kan zijn.

Ik vind kwarteltjes en linzen altijd een mooie combinatie. De linzen heel simpel gekookt. Opzetten met een ruime hoeveelheid koud water. Een stengel bleekselderij, een ui en wat stukjes wortel erbij en een blaadje laurier. Ik gebruikte Puy Linzen van een prima kwaliteit. Die hoef je niet voor te weken. Ze zijn in ongeveer 30 minuten gaar.

De kwarteltjes maakte ik op de Portugese manier klaar. De kwartels aan de rugkant met een wildschaar openknippen. De binnenkant schoon deppen met keukenpapier, aan allekanten inwrijven met peper en zout en in wat olie zachtjes bruin bakken. Haal de kwarteltjes na 10 minuten uit de pan en leg ze op een rooster. Gril ze nu nog 20 minuten in de oven op 160 graden. Laat ze even rusten en serveer met de linzen en wat kruidenboter.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Risotto: Cime di Rapa

DSC_0020
Iedereen wil lente, het gemopper over Het Weer is tot de top tien van conversatie gestegen… Ook wij hebben behoefte aan Lente, frisse mooi groene groenten… Paul had vorige week in ons Dorp al jonge brandnetels gespot; lekker voor in de risotto. Goed plan, maar we vertrokken dit weekend opeens naar Luxemburg en daar bleek de natuur toch ( zoals altijd) iets achter met die van Nederland. Geen brandnetel te vinden…

En toch hadden wij zin in risotto met iets van ‘lentegroen’!  Het aanbod in de Luxemburgse Supermarches is echt Super; voor ieder wat wils… Portugees, Italiaans, Frans… Ook heel typische producten uit deze landen liggen gewoon in het schap. Ik zie vaak groenten die ik niet ken en wil daar dan graag mee experimenteren. Zo zag ik verpakkingen met Cime di Rapa, mooi groene bossen, groente… Het leek me heel geschikt om als vervanging van de brandnetels te gebruiken in een mooie risotto… Experiment dus! En zeer wel geslaagd, we vonden het lekker! Het recept ging maar een beetje op gevoel (internet werkt meestal niet goed op onze verblijfplaats, dus kon ik niets opzoeken. ) Maar toch, mocht je deze mooie groenten ergens kunnen kopen; aanbevolen!

 

  • Voor vier personen;
  • 400 gram risottorijst
  • 2 handenvol blad van de Cime di Rapa blaadjes
  • de steeltjes apart heel fijn snijden
  • 1 1/2 liter bouillon
  • 50 gram boter
  • 1 kleine ui, heel fijngesneden
  • 1 bolletje verse knoflook, gepeld en fijngesneden
  • een handvol gerookt spek, in kleine blokjes gesneden
  • 1 glas droge witte wijn
  • zout en peper
  • 75 gram koude boter in kleine blokjes gesneden
  • 75 gram geraspte Parmezaanse kaas

Breng de bouillon aan de kook en zet die naast de pan waarin  je de risotto gaat maken. Houd de temperatuur van de boullon tegen de kook aan.

Smelt 50 gram van de boter in een pan met een dikke bodem. Fruit hierin de ui, knoflook en de spekjes zachtjes glazig.
Doe de rijst erbij en roer goed tot alle korrels met boter bedekt zijn. Als alle korreltjes heet zijn kun je de wijn toevoegen. Laat de wijn verdampen tot de ui en rijst weer droog zijn.

Voeg nu bouillon toe, telkens een á twee soeplepels per keer. Roer voortdurend over de bodem van de pan. Als de bouillon is opgenomen voeg je weer nieuwe toe. Doe de steeltjes van de Rapa bij de bouillon en verwarm ze even. Schep ze dan bij de risotto en roer goed om.
Ga op deze manier 15 tot 20 minuten door. Doe na 10 minuten de ook de blaadjes van de Rapa erbij en blijf roeren tot de rijst gaar is. De korrels moeten van buiten gaar zijn en van binnen nog wat ‘beet’ hebben.

Draai het vuur uit en laat de risotto een minuut rusten. Meng dan rest van de koude boter en de kaas door de risotto. Breng verder op smaak met wat peper en zout.

Wij vonden het heel lekker. Ik kan me voorstellen dat je in plaats van deze Cime Rapa wat raapsteeltjes gebruikt (als blad en wat dunne broccolisteeltjes als bite toevoegd… Of gewoon even in Italie of Luxemburg deze mooie groenten kopen…

Ach lezer; reden tot experimenteren met Lentegroenten genoeg… en als er al brandnetels te vinden zijn: “Eat them if you can’t  beat them”! Een prima idee toch?

Toe een stukje Hervékaas

En natuurlijk een kopje espresso!

© ellen.

 

 

 

Cime di rapa

DSC_0009
We zagen de groente liggen in de schappen van de Cactus supermarkt  onder de rook van Stad-Luxemburg. En we kenden het niet. Er stond wat anders op het etiket (drukfout), maar het bleek te gaan om cime di rapa, zo noemt men het in het zuiden van Italië. Een bladgroente uit de koolfamilie (Brassica). Je zou de groente ook kunnen vinden onder de naam rapini (rest van Italië), grelos (Portugal), broccoli ravé (Frankrijk) en nog een heel stel fantasienamen, al naar gelang het land of de landstreek waar de groente wordt aangeboden.  De Duitse Stangenkohl is er een zusje van, zo ook de Chinese broccoli. En ook ons eigen raapsteeltje behoort tot de nabije familieleden.

De groente wordt in verschillende fasen van zijn voorkomen aangeboden. Die van ons was in het eerste stadium: blad plus steel. Iets verder in het seizoen kom je ze tegen met gesloten bloemknop, en weer wat later met bloemetjes (denk aan te lang bewaarde broccoli). Bij het doorlopen van de verschillende stadia zal de bitterheid van de groente toenemen.
De smaak vonden wij ronduit aangenaam. Kruidig, wat peperig, licht bitter en mild. Iets tussen raapstelen en broccoli in.
Ellen gebruikte een deel van de groente in een risotto. Ik heb me er ongans aan gegeten…
Vandaag maakt ze haar eigen versie van een klassieker uit Puglia: orecchiette con le cime di rapa. Het recept volgt…
© paul

Lasagne voor 8 personen

lasanga

Je hebt nog wat recepten tegoed beste lezer. Het was hier in het weekend zo druk dat er van schrijven niet veel terecht kwam terwijl er toch een aantal gerechten zeker beschreven moeten worden, zoals deze Zaterdagse Lasagne bijvoorbeeld; makkelijk te maken en genoeg voor een flink gezelschap. Op zaterdag is het hier ‘bezoekdag’, Het Kind, vriend Andy, De Jongste Bediende en vriendin Marleen en niet te vergeten de Keizer van Monera en wie er zoal nog meer even langskomt. We kletsen wat, we borrelen wat en een hapje eten is altijd welkom. Voor mij leuk om ideeën voor meer dan twee personen uit te proberen. Deze zaterdagse maaltijd moet niet te ingewikkeld zijn, niet te duur en aan te passen voor het aantal personen dat te gast is. Zaterdag was ik van plan om een soort Hachis Parmentier te maken met raapsteeltjes maar op de Helmondse markt waar we de boodschappen deden was het zo snijdend koud dat ik de helft van de boodschappen vergeten ben. Het is kermis in Helmond, dat betekent dat de kermis opgebouwd wordt op de plaats waar de markkooplieden normaal staan. Zij moeten dan verhuizen naar de weg langs het kanaal. Ik had oprecht medelijden met de marktmensen; ze stonden daar in de snijdende wind, zonder enige bescherming, brrr. Wij waren in ieder geval zo weer thuis, zonder raapsteeltjes. Dan maar iets zonnigs op tafel, we kunnen wel erwtensoep blijven eten… Lasagne met verse spinazie.

lasanga

  • voor de bechamelsaus
  • 60 gram boter
  • 40 gram bloem
  • ongeveer 500 ml melk
  • nootmuskaat, peper en zout.

Smelt de boter in een kleine pan. Voeg de bloem in een keer toe en roer goed tot de bloem loslaat van de bodem. Voeg er dan de melk met beetjes tegelijk bij en roer tot je een gladde saus hebt. kook even zachtjes door en breng op smaak met peper, nootmuskaat en zout.

  • Voor de vulling
  • 1 kilo verse spinazie
  • 2 uien en 4 teentjes knoflook, fijngesneden
  • 1 kilo gehakt, half om half
  • 3 blikken tomatenstukjes
  • 300 gram lasagne (De Cecco no 112)
  • 200 gram Parmezaanse kaas (of een mengsel van oude Goudse en Parmezaan) geraspt
  • een bolletje buffelmozzarella
  • olijfolie, peper, zout nootmuskaat

Ik had geen zin om zelf lasagne te maken; op zich niet veel werk maar ik koos voor een keertje makkelijk en kocht De Cecco no 112. Mooie dunne vellen die je niet eerst vóór hoeft te koken. Ik gebruikte een bakblik van 39x28x5cm, daar paste alles precies in.

Bak de spinazie in een heel klein beetje olie met een deel van de knoflook en uien tot het geslonken is. Hak de spinazie grof. Giet de bechamelsaus in het bakblik en strooi er wat kaas over. Beleg met een laag lasagnevellen. Bak het gehakt los met de rest van de uien en knoflook. Schep de spinazie op de lasagnevellen en verdeel de helft van het gehakt hierover. Leg hierop weer een laag lasagnevellen. Voeg bij het overgebleven gehakt de tomatenstukjes en kook in tot een mooie saus. Schep de helft van de saus op de lasagnevellen en strooi er met gulle hand kaas over. Leg nog een laag lasagnevellen en bedek die met de rest van de tomatensaus. Leg daarop de mozzarella die je in kleine stukjes verdeelt. Strooi er de rest van de kaas over en zet de schaal 24 minuten in een warme oven (180 graden) .

Geef er een groene salade bij. Genoeg voor 6 tot 8 personen.

Kopje espresso toe.

© ellen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gekonfijte eend met witte bonen…

eend met witte bonen

We lopen achter met beschrijven.  En doorgaans betekent dit dat een aantal gerechten, dranken en belevenissen verdwijnen in de grijze massa van de vergetelheid. We maakten dus zojuist een afspraak dat we zullen werken aan een inhaalslag. Te beginnen met ons maaltje op woensdag (of was het donderdag?): gekonfijte eendenpootjes in een schoteltje van witte bonen… Voor twee personen:

  • gekonfijte eendenpootjes,
  • 1 blik witte bonen (uitgelekt 260 gram),
  • 2 tenen knoflook, fijn gehakt,
  • 1 rode ui, in halve ringen,
  • 6 cherrytomaatjes, gehalveerd,
  • bouillon,
  • peper en zout.

Neem een casserole of een degelijke braadpan met dikke bodem. Stort daarop de uitgelekte bonen. Daarover de rode ui, in halve ringen gesneden. Ook de knoflook uit de knijper, of heel fijn gehakt. De tomaatjes mogen er ook bij. Leg daarop de eendenpoten, zout en peper naar smaak. Gekonfijte eendenpoten zwemmen doorgaans in  het vet. Schraap het merendeel van dat vet weg en bewaar het voor een andere gelegenheid (je kunt er later aardappeltjes in bakken b.v.). Giet nu zoveel bouillon over het gerecht dat de bonen onder staan. Plaats de schotel in een op 170 graden voorverwarmde oven en laat het zaakje warm worden. Na dertig minuten begint je bouillon te pruttelen. Alles is klaar. In de tussentijd had je je eendenpoten nog eens bedropen met de bouillon.

Erbij volstaat wat knapperig brood.

Espresso, een paaseitje en film met Jason Statham toe. Tsja…

© paul

Eindelijk: Zelfgemaakte Zuurkool!!!


Eindelijk, daar is ie dan; De zuurkoolfilm! Je hebt er lang op moeten wachten beste lezer. Eigenlijk net zo lang als het hele fermentatieproces duurde. Een stukje schrijven, en er een foto bij maken, dat lukt ons nog wel, maar een hele film… We hadden het zwaar onderschat. De opnamen zijn gemaakt door Vriend Jan. Dat ging zonder problemen. Het was vooral het monteren en omzetten van de bestanden wat de nodige problemen opleverde. Echt perfect is het filmpje niet, natuurlijk niet, het kan allemaal beter. Maar we hebben ervan geleerd; de volgende film, jazeker die kómt er, zal beslist een strakker scenario krijgen. Minder geklets en meer doeltreffender informatie en wellicht heb jij beste lezer ook nog tips en trucs die we kunnen gebruiken. Maar toch “De Zuurkoolfilm”.

Over de zuurkool zelf kan ik kort zijn; we hebben een eerste portie geproefd en het smaakte ons prima! Je kunt de zuurkool rauw eten, maar even stoven met een smaakje erbij is nog lekkerder. We voegden bewust deze eerste keer alleen zwarte peper als extra smaakmaker toe. Als je de zuurkool dan gaat stoven voeg je bijvoorbeeld witte wijn, kummel, komijn of bedenk maar wat toe. Je kunt ook de hele pot een smaakje geven maar dan heb je meteen een hele pot vol met dezelfde smaak.

We hielden het dus bewust zo simpel mogelijk. We schreven al over wat je nodig hebt om zelf zuurkool te maken:

  • Een zuurkoolpot met waterslot van 3 liter inhoud
  • 3000 gram witte kool; het buitenste blad verwijderen. Een paar mooie bladeren voor onder in de pot heel laten, de rest fijn snijden
  • 40 gram zout
  • 2 eetlepels zwarte peperkorrels.

De koolbladeren onder in de schoongemaakte pot leggen. Daarop de gesneden kool met telkens wat zout ertussen en wat peperkorrels. De kool goed aanstampen tot er vocht loskomt. Afsluiten met wat schone koolbladeren. De stenen erop en goed aandrukken. Dan de deksel erop en water in de rand gieten zodat alles goed afgesloten is. De pot een week op kamertemperatuur laten staan. Je hoort af en toe een luchtbelletje uit het water ontsnappen. Na die week zet je de pot op een plek met een lagere temperatuur. Zo moet de kool in totaal zes weken fermenteren. Dan is de zuurkool klaar voor gebruik. Haal de aandruksteen uit de pot en schep er telkens een portie zuurkool uit. Giet schoon water in de rand en sluit de pot tot de volgende keer. Bewaar de zuurkool koel.

© ellen.

 

Geraspte koolraap gratin…

koolraap

Zoeken naar “vergeten groenten“, ik begin er lol in te krijgen. Hernieuwd contact met VELTvoorman Ido opent ongekende mogelijkheden. Vandaag betrok ik via hem twee bonensoorten die misschien eerder onbekend zijn dan vergeten. Je gaat erover lezen lezer…

Maar goed, vergeten groenten… Hoe lang is het geleden dat jij koolraap hebt gegeten? Ja vroeger, bij je oma. In de vorm van frietjes, lang gekookt, en met een wit melk-bloem papje. Dat in ieder geval is mijn herinnering.

Ik dacht er moet toch meer mogelijk zijn, dus ik pluisde er onze kookbibliotheek op na.  Ik vond wel een en ander, maar al met al was het povertjes. Uiteindelijk kwam ik toch weer terecht bij Prosper Montagné, schrijver van de Larousse Gastronomique. Ik zocht ook even bij Escoffier, hij doet hetzelfde gerecht. Het zal dus wel klassiek zijn. Eenvoudig en zwaar. En goddelijk lekker… Ik maakte het gerecht voor twee personen.

  • 400 gram koolraap,
  • 100 gram boter,
  • 1 deciliter room,
  • 20 gram vers broodkruim,
  • zout.

Schil de koolraap. Rasp de groente vervolgens middelgrof (niet te fijn, maar ook niet in te grote plakken). Smelt 60 gram van de boter in een stoofpan en laat daar de koolraap een goede tien minuten in sudderen. Roer voortdurend om. Breng op smaak met zout. Beboter een vuurvaste schaal en stort daarin de gestoofde koolraap. Giet er de room overheen. Bak met de resterende boter in een koekenpan het verse broodkruim. Verdeel het broodkruim over de schotel en plaats die dan in een op 190 graden voorverwarmde oven. Na 30 minuten is je gerecht klaar.

  • Eenvoudiger kan bijna niet.
  • Wel een zwaar gerecht met al die boter en slagroom, maar je eet het per slot niet elke dag. Morgen weer iets lichts..
  • Bij het raspen proefde ik wat van de rauwe groente, het smaakte best. Binnenkort eten we salade van koolraap. dat moet lekker zijn…
  • Ik hield een beetje koolraap over. En ook wat van de aardappelpuree die we erbij aten. Door elkaar gemengd krijg je een geweldige stamppot.
  • Koolraap biedt nog talloze andere mogelijkheden, we gaan ermee experimenteren.

© paul

 

Soepvlees, een tweede leven…

soepvlees/restverwerking

Ik beschreef het gerecht al vaker, maar Ellen vond dat het best nog een keer kon. Het veranderde so-wie-so steeds. Dus ik deed nog maar eens een poging…

Ik trok bouillon, zoals ik elke week deed. Daartoe kocht ik een mooie schenkel bij de slager in het dorp. Runderschenkel. Water, schenkel, wortel, selderij, ui, plakje gember, kruidnagel, tijm, peperkorrels en een ministukje foelie, dat was het wel zo ongeveer. Ergens in  de loop van de trektijd voegde ik naar smaak zout toe. Alles bij elkaar duurde het drie en een half uur voordat de bouillon klaar was.

Ik was niet van plan zondagse soep te maken, de bouillon zou dienen voor geheel andere potten. En dus zat ik weer met een flink restant aan gekookt rundsvlees.

Erg was dat niet, er waren genoeg manieren om het vlees te verwerken. Ik koos voor een simpele, maar effectieve ovenschotel. (Gisteren nog vlees roosteren out-door, vandaag alweer een voorschot genomen op de sneeuw-aanval die eraan kwam…)

  • Soepvlees als overschot van het bouillon trekken,
  • 3 middelgrote uien,
  • 1 ruim pond aardappelen, geschild,
  • 2 eetlepels bloem,
  • 1 eetlepel appelazijn,
  • flink wat bouillon,
  • 2 takjes tijm,
  • vers geraspte nootmuskaat
  • olijfolie,
  • peper en zout.

Snijd de aardappelen in gelijke plakken (of delen) en kook ze gaar. Werk ze door de knijper en voeg aan de massa nootmuskaat en wat olijfolie toe. Schep de massa om, maar zorg ervoor dat je de zaak niet tot pap roert. Luchtig is het credo…

Snijd de uien in ringen en bak ze op een matig vuur tot ze mooi glazig zijn. Strooi dan twee eetlepels meel over de uien en laat dat even meebakken. Voeg scheutsgewijs de bouillon toe. Het is de bedoeling dat het meel de vloeistof opslobbert. Draai het vuur wat hoger, het meel verbindt zich met de vloeistof en het geheel wordt droog, de vloeistof verdampt. Weer een scheut bouillon erbij. Na een minuut of vijf is het meel verzadigd. Je hebt nu een consistentie van een dikke uiensoep. Zet het vuur laag en laat de uien een goede dertig minuten stoven. Voeg de blaadjes tijm toe die je van de takjes hebt gerist en ook de appelazijn (voor de zoet-zuur balans). De uienmassa dikt in tot stoofpotconsistentie.

Stort de uien in een beboterde vuurvaste schaal. Leg daarop het kort gesneden soepvlees. Daarop gaat de aardappelpuree. Zet de schotel in een op 200 graden voorverwarmde oven. Voor ongeveer 30 minuten.

Ach lezer, het is zo lekker.

We hadden daarna nog een kopje espresso te goed, een stukje chocolade en een aflevering van Tatort. Freddy Schenk die z’n grootmoeder inzet als lokaas om zelfdodingscriminelen te compromieteren. Nou vraag ik je toch…

© paul

 

Verse artisjokken met aardappeltjes en erwtjes

 

verse artisjokken met aardappeltjes en erwtjes
Zaterdag lagen er op de Helmondse markt bosjes verse artisjokken. Van die mooie uit Zuid Spanje… ik kon de verleiding niet weerstaan! Zomaar tussen alle knollen, kolen en rapen zo’n bosje lente-eten… Ik maakte vandaag een stoofpotje met de artisjokken, wat ui, knoflook en wat diepvrieserwtjes. Een bijna-lente-schoteltje!

Voor twee personen

  • 1 bosje kleine artisjokken
  • sap van 1 citroen
  • 300 gram aardappelen, geschild en in stukjes gesneden
  • 1 sjalotten fijn gesneden
  • 2 teentjes verse knoflook, geplet en fijngehakt
  • 2 eetlepels  platte peterselie, fijngehakt
  • 2 eetlepels erwtjes (diepvries, jammer verse erwtjes is echt nog geen optie)
  • zwarte peper en zout
  • 4 eetlepels olijfolie

bosje artisjokken

Pers de citroen uit en giet het sap met water in een schaal. Maak de artisjokjes schoon. Verwijder de buitenste blaadjes. Snijd ze dan in vieren en knip de bovenste randjes eraf. Leg de partjes meteen in het citroenwater anders verkleuren ze. Schil de steeltjes en snijd die in stukjes. Gebruik een stoofpan met een dikke bodem en verhit daarin de olijfolie. Smoor de uitjes op een zacht vuurtje glazig. Doe de knoflook erbij en smoor die ook even mee. Doe er dan de aardappelstukjes, de artisjokkenpartjes, de steeltjes, zout peper en peterselie bij en bak alles zachtjes aan. Schep een aantal keren om en om. Voeg dan wat water toe en zet het vuur zo dat alles zachtjes pruttelt en leg de deksel op de pan. Reken op ongeveer 30 minuten stooftijd. Voeg na ongeveer 25 minuten de diepvrieserwtjes toe.
Erbij vandaag een mooie rib-eye, even snel om en om gebakken, laten rusten en opdienen… Heerlijk.
Kopje espresso toe!
© ellen.