Lombok, Madame Jeanette en nog iets…

pepers
De pepers stonden alweer ruim een week in de koelkast, ze begonnen een beetje in te drogen. Ik had ze gekocht op de Helmondse zaterdagmarkt, ten behoeve van het vage plan om een pepersaus te maken. Ik had evenwel geen idee waar te beginnen, dus sprak ik er Althea opaan. Althea’s moeder maakte tot voor kort nog haar eigen pepersausen en sambals, zoals ze gewend was te doen in haar geboorteland Indonesië.

Althea deed navraag bij haar moeder, en het antwoord beschreef een soort basisrecept. Het leek me een prima uitgangspunt om mijn experiment mee te starten. Wel drukte Althea me op het hart om ruim pepers te gebruiken, anders zou ik uiteindelijk nauwelijks voldoende overhouden om een jampot mee af te kunnen vullen. Zaterdag kocht ik dan overmoedig nog maar een extra zakje pepers op de markt.

Intussen is de saus klaar, ik maakte hem vanmiddag. Ik ben niet ontevreden over deze eerste keer, en ook Ellen kon hem waarderen. Het is iets heel anders geworden dan ik voor ogen had, en ook iets heel anders dan de moeder van Althea moet hebben bedoeld. Maar ja, zo gaan die dingen. Ik zal de saus morgen beschrijven, hopelijk heb ik dan een goede foto.

© paul

Aardbeien met groene pepersaus

etentje bram en maya 005

Er wordt warm weer voorspelt voor de Pinksterdagen, heel warm weer. Ik wil dan eindelijk weer eens met een flink gezelschap aan onze grote tuintafel eten, Hond Jaros gaat maar eens ergens anders liggen. Het menu staat nog niet helemaal vast, ik laat dat altijd afhangen van het aanbod op de markt, het dessert is duidelijk: aardbeien met groene pepersaus, een prachtig gerecht voor warme dagen, feestelijk genoeg voor Pinksteren en er worden nu volop aardbeien te koop aangeboden. Ik maak dit dessert al jaren, soms wat meer peper, soms wat minder alcohol (als er kinderen mee-eten) het blijft een succes. De combinatie van groene pepertjes met aardbeien is bijzonder lekker. Aardbeien kunnen soms wat weeïg zijn, de pepertjes geven ze weer pit.

  • Voor ongeveer 8 personen:
  • Aardbeienpuree:
  • 1 dl water
  • 500 gram aardbeien
  • 100 gram suiker
  • Saus:
  • 100 gram suiker
  • 1 dl Grand Marnier
  • 2 theelepels groene
  • peperkorrels op sap (in glazen potjes te koop)
  • Om te garneren:
  • 250 gram aardbeien
  • roomijs

Doe het water en de aardbeien in een pan en bestrooi met de suiker. Breng ze
aan de kook en laat ze dan ongeveer 1 minuut op een hoog vuur doorkoken.
Doe de massa in een blender en pureer tot je een mooie massa hebt.
Wrijf de puree
door een haarzeef.

Doe de suiker in een sauspan en laat op een zacht vuur carameliseren. Voeg
de grand Marnier toe en de peperkorrels. Doe de siroop bij de aarbeienpuree en
roer goed.
Laat de saus afkoelen.

Snijd de rest van de aardbeien doormidden en leg ze in een kring op de borden.
Giet de aardbeiensaus binnen de kring en leg in het midden een bolletje
roomijs.

© ellen.

Bacalhau met eiersaus

bacalao
Wij zijn nog steeds in Luxemburg, het land waar zoveel Portugezen wonen dat alle winkels ruim voorzien zijn in Portugese etenswaren; olie, olijven, brood, groenten, ‘platte kippen’ voor op de gril en natuurlijk veel vis. Allerlei soorten vis, octopus, garnalen en schelpen, je vind ze in elke supermarkt. Heel speciaal is de gedroogde kabeljauw, genaamd Bacalhau, ik schreef er al eerder over, ik maakte visballetjes met deze gedroogde kabeljauw: bolinhos de bacalao (Spaanse spelling). Voor de Bolinos gebruikte ik gedroogde bacalhau. Die moet je 48 uur weken in water, het water af en toe verversen. Een tijdje geleden ontdekte ik dat hier in de supermarkten en gespecialiseerde winkels, ook bacalhau uit de diepvries te koop is. Deze vis is al geweekt en ontzout. Na ontdooien dus meteen klaar voor gebruik. Tja,wij hadden wel zin in deze vis maar om nu op de camping gedroogde vis 48 uur in water te weken… Mooie oplossing dus, diepvries bacalhau!

Ik maakte er vandaag een gerecht mee met aardappelen en saffraan en een eiersaus erbij. Voor de eiersaus had ik eigenlijk 5 eetlepels peterselie nodig, helaas, zoveel groeit er nog niet in ons tuintje. Ik gebruikte een paar grote bladeren wilde spinazie die nog over waren van gisteren, dat smaakte prima.

Ik geef je dus het recept voor diepvries bacalao. Als je die niet kunt krijgen gebruik je gewoon gedroogde bacalhau. Die moet je dan wel 48 uur in schoon water weken. Het water af en toe verversen.

  • Voor vier personen
  • De Vis
  • 500 gram bacalao in vier stukken
  • 1 flinke ui, in grove stukken
  • wat peperkorrels, een laurierblad, wat verse tijm.

Schik de vis met in een pan en leg er de ui en kruiden omheen. Giet er zoveel water op dat de vis net onderstaat. Breng aan de kook en schep het schuim af. Laat de vis zo in ongeveer 15 minuten gaar koken. Schep de stukken vis uit de bouillon en houd ze apart.

  • De aardappelen
  • 4 grote of 8 kleine vastkokende aardappelen, geschild en in blokjes gesneden
  • 4 eetlepels olijfolie
  • 2 sjalotten, grof gesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 4 gedroogde chilipepers
  • 1 laurierblad
  • een plukje saffraandraadjes, in de vijzel met wat van de visbouillon fijn geroerd
  • een paar zwarte olijven, Portugese uiteraard…

Verwarm de olie en smoor daarin de ui,de knoflook en de pepertjes. Voeg dan de aardappelstukjes erbij, de saffraan, de olijven en het laurierblad. Giet er zoveel bouillon van de vis bij dat alles net onderstaat. Smoor de aardappels zo in ongeveer 15 minuten gaar.

  • De eiersaus
  • 2 eetlepels olijolie
  • 100 gram gerookt spek in fijne blokjes
  • 1 flinke ui in ringen gesneden
  • 2 gedroogde pepers
  • 2 hardgekookte eieren, fijngeprakt
  • 5 bladeren van wilde spinazie, fijngesneden

viscain
Doe de olijfolie in een sauspan en smoor daarin het spek, de uien en de pepers even aan. Voeg de spinazie toe en de kruimeltjes ei en doe er wat bouillon bij. Smoor nog even tot je een mooie dikke saus hebt.

Leg, als de aardappels bijna gaar zijn de stukken vis op de aardappelen en laat ze zo nog even goed doorwarmen.

Dien het gerecht op in diepe borden en serveer er de saus apart bij.

Kopje Bica toe!

© ellen.

 

 

 

Kip met dragon en trompette de la mort…

kip met paddenstoelensaus
De oplettende lezer zou het kunnen zien aan de bordjes… wij zijn weer in Luxemburg! Ook Ans en Hijn en Evert en Neel zijn hier dus we besloten samen te eten, wel zo gezellig! De voorraad in onze caravan was uitgeput dus moesten we eerst even flink shoppen in één van de grote supermarkten hier. Keuze genoeg, maar wij gaan toch altijd erg graag naar het Shoppingcenter Belle Etoille waar inpandig een grote Cactus super gevestigd is. De Cactus had deze week alle bio artikelen in de reclame gedaan en er lagen prachtige biologische kippen. Niet van die kleintjes, het minste gewicht was zo’n anderhalve kilo. Voor ons zessen volstond een kip van bijna 2 kilo. Ik deelde de kip in 12 stukken; de poten in tweeën, de borststukken ook doormidden, twee vleugels en de rug in tweeën. De rugstukken staan nu op het fornuis, daar trek ik een beetje bouillon van (morgen risotto)

Paul had van thuis wat gedroogde Trompette de la mort meegenomen, die gebruikte ik voor de saus en de dragon uit ons kruidentuintje gaf de saus nog meer smaak, een mooie combinatie!

  • een flinke kip in stukken
  • wat boter en olie om in te braden
  • 2 sjalotten, fijngesneden
  • 2 tenen knoflook, geplet en fijngesneden
  • een klein handje gedroogde Trompette de la mort, even geweekt in wat koud water, fijngesneden
  • een flinke pluk verse dragon, fijngehakt
  • scheutje witte wijn
  • scheut room
  • 1 eetleple vloeiende bloem
  • peper en zout

Neem een grote braadpan en verhit daarin de olie en de boter. Braad alle kipdelen rondom lichtbruin aan. Voeg de sjalot en knoflook toe en laat even mee bruinen. Blus dan af met een scheutje droge witte wijn en het weekvocht van de paddenstoelen. Laat de kip zo een half uurtje sudderen. Voeg er dan de paddenstoelen bij en de helft van de dragon en een flinke scheut room. Laat nog een half uurtje sudderen tot de kip gaar is. Bind de saus zo nodig met wat vloeiende bloem en laat nog even indikken. Strooi er dan de rest van de dragon over en breng verder op smaak met peper en zout.

Wij aten er peterselie aardappeltjes bij en bleekselderij gestoomd in wat boter. Aardbeien toe!

© ellen.

Gegrilde aubergines met saffraansaus

gegrilde aubergines met saffraansaus

Het is prachtig weer buiten, het waait wel flink maar de zon schijnt, het beloven mooie Paasdagen te worden. Voor wie al geen ei meer kan zien dit lekkere vegetarische gerecht; eggplant, whit saffran, nou dat is echt geen ei hoor. Aubergines met saffraansaus. De aubergines worden gegrild en eventueel even nagegaard in de oven. Je zou ze ook op de bbq kunnen klaarmaken. De saus is lekker fris en doet het ook prima bij een stukje gegrild vlees. Je kunt deze aubergines meteen warm opeten, maar je kunt ze bijvoorbeeld ook als onderdeel van een antipasta schotel, koud opdienen.

  • Reken per persoon 1 aubergine, in de lengte in dunne plakken gesneden
  • Olijfolie
  • Voor de saus
  • 1 teentje knoflook uit de knijper
  • een paar saffraandraadjes
  • 2 eetlepels warm water
  • 1/4 liter Griekse yoghurt
  • sap van 1/2 citroen
  • een paar schijfjes citroen, wat munt en wat koriander
  • peper en zout

Wrijf de saffraan met het water in een vijzel tot de draadjes opgelost zijn. Doe de yoghurt in een schaal en giet het saffraanwater erbij. Voeg knoflook en citroensap toe en klopt tot alles mooi gemend is. Proef of er eventueel peper en zout bij moet. Laat de saus zeker een uurtje staan zodat de smaken mooi kunnen mengen.

Kwast de aubergineplakken in met olijfolie en rooster ze kort in een grillpan of tussen een elektrische gril. Leg ze een keer om en om zodat er een mooi ruitje ontstaat. Leg de aubergineplakken dan op een bakblik en gaar ze nog ongeveer 10 minuten in de oven op 180 graden. Je kunt ze ook langzaam grillen op de bbq. Zorg dan wel dat het vuur niet te heet is zodat ze langzaam kunnen garen.

Hak de kruiden fijn en strooi ze op een mooie schaal. Schik daarop de aubergines en lepel wat saus in het midden. Bestrooi de aubergines met wat peper en zeezout en garneer met wat schijfjes citroen

Kopje espresso toe.

© ellen.

 

Aprilvis: Snoekbaars met mierikswortelsaus.

snoekbaars met mierikswortelsaus

Omdat ik op dit moment eigenlijk niet veel meer kan dan kreunen en zuchten, en natuurlijk alles lezen wat me voor mijn voeten valt, ben ik in gedachten veel bezig met de wandelaars die naar Compostella lopen; Wat komen ze tegen op hun tocht, hoe voelen ze zich, wat eten ze onderweg en wat krijgen ze mee van de omgeving waarin ze wandelen? Weten ze wel dat het vandaag 1 April is? En weten ze wel dat dat in Belgie en Frankrijk echt gevierd wordt? Ik stuurde Ans een Appje: “Let op de vissen morgen”. Ben benieuwd of ze er iets van snappen.

Twee jaar geleden deden wij nietsvermoedend boodschapppen bij de Cora in Turpange en zagen dat er zelfs reclame gemaakt werd voor ‘Aprilvis’. nou ja, een goeie reden om vandaag maar eens een visje te eten!

snoekbaars met mierikswortelsaus

Gepocheerde snoekbaars met mierikswortelsaus:

Pocheren; Ik maakte een court bouillon van water, 1 fles droge witte wijn uit de Loire, 1 ui, peterselie, selderij, laurier en wat peperkorrels. Daarin heb ik de snoekbaars 30 minuten gepocheerd. Het visboek*) zegt “de pocheertijd van een grote vis bedraagt 10 minuten per 2 1/2 cm dikte”. Dat heb ik aangehouden en dat klopte precies.

Intussen maakte ik een veloutésaus; 1 eetlepel boter,  1 eetlepel bloem wat visfumet (gewoon wat pocheervocht uit de pan scheppen) 2 eetlepels mierikswortel ( uit een potje, vers was vandaag geen optie)en een bekertje zure room, peper en zout.

Neem een sauspan en laat daarin de boter smelten. Roer de bloem erdoor zodat je een mooie roux krijgt en laat deze even doorkoken. Giet de fumet erbij en blijf goed roeren tot de saus kookt. Voeg de zure room toe en laat de saus ongeveer 15 minuten zachtjes doorkoken zodat de bloemsmaak verdwijnt. Voeg de mierikswortel toe en  breng de saus verder op smaak met wat peper en zout.

Na 30 minuten nam ik de pan van het vuur en tilde het rooster omhoog. Ik liet de vis even wat uitlekken en schoof hem toen op de schaal.Ik garneerde met wat peterselie en citroenschijfjes.

Erbij wat aardappeltjes en een salade van komkommer.

Natuurlijk een  kopje espresso toe, en… Vriend Jan met het laatste nieuws over de Pelgrims.

© ellen.

 

Kip met olijven en tomaat

kip tomaat en olijven
Meestal kook ik op zaterdag voor een groot gezelschap, ik moet nog steeds schrijven over het “stapeleten” van vorige week zaterdag, het komt er maar niet van. Druk, druk, druk. Je houd het tegoed beste lezer. Vandaag eerst over de kip die we gisteren aten, gewoon voor twee personen. Hoewel; Ik kocht poten van de Zwarte kip, Poulet Noir stond er op het etiket. Een label Rouge kip met regio-aanduiding. Omdat ik de poten ingevroren kocht had ik er geen erg in dat ze zo groot waren. Eigenlijk was één poot genoeg voor twee personen. Nou ja, ik besloot er een stoofpot van te maken dan is er in ieder geval genoeg saus voor een mooie restverwerking.

  • 2 biologische kippenpoten
  • olijfolie
  • 2 sjalotten, fijngesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngesneden
  • een scheut droge witte wijn
  • klein blikje tomatenstukjes
  • 6 chilipepertjes
  • een stuk of tien zwarte olijven
  • een eetlepel tomatenpuree
  • wat gedroogde oregano
  • wat gehakte basilicum
  • peper en zout

Verhit de olie in een stevige braadpan en braad daarin de kip rondom bruin aan. Doe de sjalot en knoflook erbij en bak ze even mee. Voeg de pepertjes toe en blus dan af met de witte wijn. Dan de tomatenstukjes, de tomatenpuree, de olijven en de oregano toevoegen. Stoof de kip nu zeker anderhalf uur op lage temperatuur. Dit soort kippen zijn vaak wat vetter dan de plofexemplaren. Het vet komt vrij bij langzaam stoven. Je kunt het vet er makkelijk afscheppen. Kook dan de saus nog even in en strooi er vlak voor het opdienen wat verse basilicum over.

Wij aten er fusilli bij, een mooie handgemaakte pasta en, natuurlijk vergeten het handige “maatje” te gebruiken, ook dat was teveel.Mooi voor de restverwerking.

De restverwerking:

Pluk het overgebleven vlees van de botjes en snijd het fijn. Beboter een ovenschaal en schik daarin het vlees en de pasta. Giet de saus erover en bewaar deze extra maaltijd in de diepvries. Prima om achter de hand te hebben voor een drukke dag. De schaal dan ontdooien, bestrooien met Parmezaanse kaas en 40 minuten in de oven. Twee maaltijden in één, mooi toch?

Poulet Noir, die onthouden we; prima smaak, heerlijk stevig vlees! Aanbevolen!

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Jambonneau sauce moutarde, beenhammetje in mosterdsaus

jambonneau sauce moutarde

Als wij uit Luxemburg terugkomen is het altijd gedoe wat we zullen eten. Wat we ook bedenken, het komt er altijd op neer dat we rond twaalf uur daar vertrekken en zo rond 3, 4 uur thuis zijn. Snel spullen uit de auto laden en dan loopt ons huis langzaam vol met gasten; De Jongste Bediende en Marleen komen de bestelde sigaretten en Champus ophalen, Het Kind en Vriend Andy, De Keizer van Monera  en wie er verder nog nieuws te melden heeft… Gezellig, een glas wijn, een borrel, wat hapjes… Tot een fatsoenlijke maaltijd komt het nooit, als het bezoek vertrokken is ruimen we de ergste troep op, lopen nog een rondje met Hond Jaros en Thats It! Dit keer zou ik dat eens heel anders oplossen; gewoon in Luxemburg inkopen doen, vroeg vertrekken, thuis netjes koken en dan bezoek…

We vertrokken inderdaad vroeg en we waren dit keer al om stipt 15.00 uur thuis, maar toen moesten we zóveel troep uitladen en opbergen en wassen… Maar snel iets bij de Chinees gehaald! Ja hoor, niets menselijks is ons vreemd!
Maar toch, gisteren de uitgestelde snelle maaltijd gemaakt. Ik kocht in Luxemburg bij een goede slager voorbereide beenhammetjes, Jambonneau heten ze daar. Hier zie je ze soms nog rauw bij de vakslager. Ze heten dan ijsbeen of beenhammetje. In Luxemburg, Belgie en Duitsland kan je ze bij elke goede slager voorbereid kopen. Ze zijn dan gepekeld, van alle vet ontdaan en gegaard. Lekker bij zuurkool of andere winterse groenten. Met een mooie mosterdsaus van Luxemburgse biologische pitjesmosterd.

jambonneau sauce moutarde

Zo had ik dat gepland; zo’n hammetje, wat van die heerlijke eigengemaakte zuurkool, wat aardappelpuree en een mooie mosterdsaus erbij, snel klaar en toch… Goed, een dag later was dit een prima maaltijd

  • 2 hammetjes, gepekeld en gegaard (soms is één jambonneau per persoon wel veel, maar wat er aan vlees overblijft is koud ook heel lekker met wat augurkjes en mosterd.)
  • 1 eetlepel boter
  • 1 lepel bloem
  • 1 kleine sjalot, zéér fijngehakt
  • 2 eetlepels grove mosterd met pitjes (of mosterd zonder pitjes als je die zoals ik bent vergeten mee te nemen…)
  • een kopje bouillon
  • een scheutje room
  • flink wat vers gemalen zwarte peper.

De Saus:

Smoor de sjalot even zachtjes in de boter. Voeg de bloem erbij en smoor die even mee. Dan de mosterd erbij en alles goed roeren zodat alle klontjes weg zijn. De bouillon erbij en roeren tot je een mooie gladde saus hebt. Scheutje room erbij even laten doorkoken en verder op smaak brengen met peper en zout.

Maak mooie luchtige aardappelpuree. Verwarm de oven voor op 180 graden. Schik de aardappelpuree in een ingevette ovenschaal aan de zijkanten. Leg in het midden de uitgelekte zuurkool en daarop de hammetjes. Dek af met alufolie en zet de schotel zo 25 minuten in de oven. Haal de folie eraf en laat de schotel nog 10 minuten verder warmen zodat de hammetjes een beetje kleuren en de puree een mooi korstje krijgt.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Nostalgie op Blue Monday; varkenshaasje met zuurkool en gorgonzolasaus

zuurkool, een varkenshaasje en saus van gorgonzola

Tja, ik heb er persoonlijk niet zo’n last van die Blue Monday, maar het is een gegeven, lees Twitter en Facebook en dan we hebben vandaag een opkikker nodig, dat is wel duidelijk.

Een opkikkertje dus vandaag en tegelijk nou maar eens een recept uit de ‘oude doos’. Een leuk initiatief van Els, van website ‘Eetlust’; zij was haar oude kookboeken aan het doorlezen en besloot een aantal van de hele ‘oude recepten’ nog eens uit te voeren. Dat sprak mij wel aan, goed idee, ga ik ook doen… Vervolgens ontbrak me de tijd om nou weer eens echt in die oude boeken te duiken en was ik het hele plan alweer bijna vergeten… tot ik vandaag besloot dat de diepvries ook weer eens wat leeggemaakt moest worden. Ha, daar lag nog een prima biologisch varkenshaasje van de Sumiranboerderij. Eigenlijk heel nostalgisch zo’n varkenshaas; wie eet dat nog gewoon gebraden? Er was een tijd dat dit stukje varken als heel sjiek werd benoemd, dat at je met Kerst of andere bijzondere feestdagen. Een beetje saai ook zo’n varkenshaas; weinig vet, dus weinig smaak. Smaak moet je zelf toevoegen. Varkenshaas heeft, wat mij betreft, altijd een flinke saus nodig, room, pikant, veel peper…

In de koelkast lag ook nog een mooi stuk Gorgonzola en ik was te lui om verse groenten te gaan kopen, dus resultaat; varkenshaas met gorgonzolasaus en zuurkool, want zuurkool hebben we gewoon zelf in de kelder, handig! Beetje vreemd, maar bijzonder lekker.
zuurkool, een varkenshaasje en saus van gorgonzola

Braad de varkenshaas langzaam rondom bruin en laat even zachtjes doorgaren. (tijd is afhankelijk van dikte grootte enzovoorts, voel of het vlees nog meegeeft… en bedenkt welke garing je wilt. Ik houd niet van helemaal gaar, een beetje rosé mag wel.) haal het vlees uit de pan en laat het onder folie even rusten.

  • Saus:
  • 1 sjalot, heel fijngesneden
  • lepel boter
  • klein lepeltje bloem
  • wat bouillon
  • scheutje room
  • 75 gram gorgonzola in kleine stukjes gebrokkeld
  • peper, zout en wat vers gehakte peterselie

Verwarm de boter en smoor de sjalot snippers daarin lichtbruin. Voeg de bloem toe en smoor even zachtjes mee. Voeg een paar lepels bouillon toe, een scheut room en de gorgonzolastukjes. Laat alles langzaam aan de kook komen en maak de saus af met peper, zout en wat vers gehakte peterselie.

Samen met de eigengemaakte zuurkool en een paar gekookte aardappelen was dit een mooie maaltijd!

Kopje espresso toe!

© ellen

Dorade met sinaasappelsaus

dorade

Pfoe, wij zijn moe, doodmoe. Dat komt zo beste lezer; Paul en ik kunnen samen uren winkelen, rondstruinen in grote Franse of Luxemburgse supermarches, Nederlandse groothandels of over de Helmondse markt slenteren. Dat is voor ons winkelen. We doen ideeën op, smeden plannen voor een lekkere maaltijd en gaan vervolgens thuis of in ons hutje in Luxemburg of in ons piepkleine caravannetje blij aan de slag met de inkochte etenswaren. Vandaag echter moesten er andere zaken gekocht worden, geen verse vis of prachtig rundvlees, geen truffelolie of mooie Bourgogne, nee, een winterjas, broeken voor Paul, schoenen en nog zowat van die saaie dingen… We lieten Hond Jaros, na een forse wandeling, thuis met zijn superkluif en togen naar shoppingstad Eindhoven. Brr, niets voor ons, maar wél alles met 70 % korting! Dat dan weer wel! Ik heb vandaag zeker 4 flessen mooie Bourgogne uitgespaard! Ik snap nu ook heel goed dat de echte Shopaholics geen tijd hebben om te koken en na afloop bij een Mc Donalds neerstrijken, het vreet energie dat shoppen! Maar goed, we hebben gekocht wat nodig was, we hebben het gevoel veel geld uitgespaard te hebben en gingen toch blij naar huis; daar lag een mooie dorade op ons te wachten! (en Hond Jaros natuurlijk!) Je zou na zo’n vermoeiende dag wensen dat er een kok in je keukentje alvast de gewenste maaltijd klaargemaakt had, maar helaas, we moesten gewoon zelf aan de slag.
Toch allemaal niet zo moeilijk; een visje uit de oven, een mooie saus, een aardappeltje en wat venkel erbij. Eigenlijk ook niet zoveel werk.

Koop mooie verse dorades, schoongemaakt of maak ze zelf schoon. Een per persoon is ruim voldoende.
◾Voor twee personen;
◾2 niet te grote dorades, schoongemaakt
◾olijfolie
◾peper en zout
◾een paar dunnen schijfjes citroen
◾6 verse laurierblaadjes
dorade
Bestrooi de binnenkant van de vis met peper en zout. Maak met een scherp mes drie inkepingen op de flank van de vis en stop daarin een blad laurier. Wrijf de dorades in met olijfolie. Stop een paar schijfjes citroen in de buikholte en leg de vissen in een met olijfolie bestreken ovenschotel. Verwarm de oven voor op 180 graden. Gaar de vissen in ongeveer 25 minuten.

Dien op met deze sinaasappel-dillesaus:
◾een klein bosje verse dille, fijngehakt
◾een eetlepel sinaasappelrasp (een liefst biologische schil van een sinaasappel schoonboenen en de buitenkant raspen)
◾100 gram boter
◾2 theelepeltjes mosterd
◾2 hardgekookte eidooiers

Smelt de boter. Kruimel de eidooiers heel fijn en meng alles door de gesmolten boter. Verwarm de saus nog even (niet laten koken) en dien snel op.
Serveer de dorades op een mooi groot bord. Je fileert de vis aan tafel en schept er dan de saus over.

Kopje espresso toe.
© ellen.