Tripes…

9 maart 2007 011

Een beetje zeuren over je deplorabele staat van zijn en alle erge ziekten die je onder de leden hebt lucht op. Een web-log laat zich daar prima voor gebruiken. Het werkt een beetje als medicijn. Is het allemaal eens gezegd, dan is het al voor de helft over. En daar komt dan nog bij dat de lezer je een hart onder de riem steekt. Met geestelijke raad, met praktische tips of gewoon met een beterschapswens. En met kadootjes: flessen wijn, wat sterkers voor de grock, lekkers voor bij de koffie.

Zaterdagavond, ik was allang weer aan de beterende hand, stond Peter op de stoep. Hij kwam niet binnen, want druk, druk, druk. Hij bracht het bovenstaande blikje. Er zat een lief kaartje bij van Willy, waarop nog eens beterschap gewenst en verder het wat cryptische “durf jij je hieraan bloot te stellen?”

De vraag of ik me aan tripes (pens) waag kan ik volmondig met “ja” beantwoorden. Ellen houdt er niet van, niet omwille van de smaak, maar omwille van de geur. En die wil nog wel eens typisch zijn bij pensgerechten. Lange tijd heb ik gedacht dat met tripes altijd de pensmaag van een rund wordt bedoeld. Intussen weet ik beter. Alle vier de magen van het rund kunnen worden gebruikt, maar ook de maag van lam, schaap of varken. De tripes die hier ingeblikt zitten zijn van het varken, samen met varkenspoot, bouillon, ui, knoflook en groene kruiden. Het blikje komt van de firma Cabrol la Salvetat, een delicatessenzaak in het stadje La Salvetat sur Agout, in het Zuiden van Frankrijk. De zaak laat er zich op voor staan alleen de beste producten te verwerken in de zelfgemaakte spullen en verder alleen producten te verhandelen, zo van de boer. Het zit wel goed met die pens.

De paar keer dat we in Normandië logeerden heb ik me er tegoed gedaan aan de Tripes à la mode de Caen. Vreemd genoeg herinner ik me weinig van de smaak (het is alweer lang geleden), maar ik was er dol op. In het Portugese restaurant in Luxemburg serveren ze soms pensstoofpot (buiten de kaart om). Het ruikt altijd wat typisch, maar smaakt voortreffelijk. Ook de andouillettes die ik van de zomer in Bourgogne at mochten er zijn. In andouillettes zit meestal varkensmaag die in reepjes is gesneden, vandaar die typische structuur van gelaagdheid. Laatst kocht ik nog eens eendenworstjes in Luxemburg. Mijn favoriete merk was verdwenen uit het assortiment. Wel waren er nog andouillettes van eendevlees. Nou, die roken thuis bij het klaarmaken zo penetrant dat ik ze maar aan de hond heb gegeven. Het kan dus ook ooit fout gaan. De hond vond het heerlijk.

Wanneer ik de tripes ga eten weet ik nog niet, maar ik houd je op de hoogte.

© paul

Snelle lunch…

3 maart 2007 002

Heel simpel, heel snel, heel lekker.
Van het vlees van het parelhoen van gisteren was niet zo gek veel meer over, we hadden er vanochtend al van gesneukeld. Het restant sneed ik in kleine brokjes. Snuifje paprika erover, klaar.
Verder had ik nog een peterselie-pensworstje ( ambachtelijk gemaakt). Ik sneed het worstje in schijfjes en bakte die in een beetje olijfolie mooi bruin. Wat behoorlijk brood met voortreffelijke boter en een lik mayonaise (van de Zuurwarenfabriek Devos en Lemmens) en de lunch was klaar. Staartje Bourgogne van gisteren erbij. Prima zo.

© paul

Carpaccio van rund met schapenkaas…

10 april 002

Het kwam er allemaal niet zo van; uitgebreide paasmaaltijden en werken is
niet zo’n combinatie. Wij hebben pasen dus maar in alle rust voorbij laten gaan.
Gisteren was voor paul de laatste werknacht van de week en hebben we lekker
rustig in de tuin zitten lezen. We aten nog een visje, dronken een glas wijn, en
dat was het wel!

Bleef over vandaag: twee porties carpaccio. Die hebben we als voorgerecht
gegeten.
Héél tijdig uit de koeling ghaald.
Mooi op een bordje
geschikt.
Een flintertje lente-ui, wat snippertjes basilicum, de allerbeste
olijfolie, een paar super olijven met een zweem van knoflook, mooi zeezout,
zwarte peper, een paar schilfertjes schapenkaas en een goed glas wijn
erbij…

© ellen

Kalfsvlees met salie, ham en kaas…

22  februari 005

Eindelijk weer eens een gewone maaltijd vandaag. Daar waren we wel aan toe na al die dagen feesten.
We aten een flinke salade met ruccola, tomaat en krulsla, een bordje pasta en kalfsvlees met salie.
Voor vier personen ;
4 kalfslapjes
1 bolletje Mozzarella (liefst van buffelmelk)
4 plakken gedroogde ham, bijvoorbeeld Parmaham
2 teentjes knoflook, even pletten en hakken
olijfolie
12 blaadjes salie
1 blik tomaatjes
een paar zwarte olijven
peper en zout

Klop de kalfslapjes flink plat tussen een vel plasticfolie.
Bestrooi ze met peper en zout en leg op elk lapje een plak ham, een plakje mozzarella, drie blaadjes salie. Rol de lapjes op en steek ze met een prikkertje vast.
Verwarm de olijfolie en bak de rolletjes snel aan alle kanten bruin. Voeg de knoflook toe en bak even mee. Dan de tomaatjes en de olijven erbij doen en 20 minuten laten stoven.
Verwarm de gril, leg nog een paar plakjes mozzarella op de rolletjes en lepel de saus erover. Zet de schaal zo 5 minuten onder de hete gril.

We aten een stukje kaas toe.
En espresso.

Boerenkool met worst…

boerenkool
Boerenkool met worst dat aten wij vandaag. Lekker een keer hele gewone stamppot, voor ons bijzonder, wij eten niet zo vaak stamppot omdat Paul meestal geen koolhydraten eet en stamppot zonder koolhydraten dat gaat nu eenmaal niet. Omdat we de komende dagen toch even niet op koolhydraten letten vandaag maar eens stamppot van boerenkool.
Een lekker stukje worst erbij van de biologische varkens en een paar gebakken spekjes.
Aardappelen en boerenkool koken, afgieten en stampen. Extra lekker maak je dit gerecht door veel versgemalen zwarte peper over de stamppot te strooien én een paar drupjes balsimicoazijn toe te voegen.
Espresso toe.

Salade met gerookte eendenborst…

13 januari 2007 004
Gisteren aten we wat restjes van kerstmis. Van het kerstdiner bleef nog een mooie portie wildragout over. Dit soort restjes kun je in de diepvries best een paar weken bewaren. Prima te gebruiken op een moment dat je even geen zin of geen tijd hebt om te koken. We aten er wat tagliatelle bij.
Vooraf een salade met gerookte eendenborst. De salade heb ik aangemaakt met een dressing van mooie olijfolie, frambozenazijn en wat grofgemalen peper en zeezout. Erbij een klein beetje gelei op basis van rode port.
We aten een stukje kaas toe.
Een luxe maaltijd zo op een gewone zaterdag!

© ellen

Beuling, pensen en bloedworst…

Bloedworst van slagerij Verschuren uit Venray...
Een paar lezers namen de moeite om te reageren op mijn pensenartikel. Een van die reactie’s (van ene “P”) luidde: De (Oud-) Nederlandse naam voor pensen is toch “beuling”? En de verspreiding is groter dan Vlaanderen en Walonië hoor, ze zijn heus gedeeld Europees erfgoed. De Engelsen kennen het als “black” and “white pudding”en ik heb ze ook in Duitsland gegeten, bij de “Himmel und Erd”.

Mijn antwoord: De lekkerste bloedworstjes, ooit van m’n leven, at ik in een restaurant in het stadje Lichtenfelz in het Frankenland. Gebakken, geserveerd met brood en een glas Duitse rode wijn.

Het is beslist waar wat betreft het Europese erfgoed. Overal wordt bloedworst gemaakt. En niet alleen in Europa. Er zijn Afrikaanse varianten (onder invloed van koloniale Fransen en Belgen?) en er bestaat een Amerikanse variant: de cajunpens. Het Orietal Hotel in Bangkok serveert een witte pens die behalve de klassieke ingrediënten ook benito, broccoli, tomaat, peterselie en korianderblaadjes bevat. Er bestaan allerlei Nederlandse bloedworsten en er is een Surinaamse variant. En wat te denken van onze eigen Bossche beuling. In Twente heb je de bakleverworst die dan weer familie is van de witte pensen. Ook onze tongenworst (Vlaams: tongenpastei) behoort tot de bloedworstvarianten. Bloedworst heet in Spanje morcilla de sangre, in Italië sanguinaccio, ook wel migliaccion en de Portugezen spreken vanmorcela de sangue. In de Angelsaksische landen heet het black pudding. Dat is een aanduiding voor alle soorten bloedworsten, hard en zacht.

In Het Pensenboek maken Wim van der AA en Raymond Buren niet geheel duidelijk wanneer je spreekt van pensen en wanneer van beuling. Het lijkt erop dat de twee namen nogal gemakkelijk door elkaar gebruikt worden en ook niet eenduidig zijn in wat ze bedoelen.Zo spreek je van Antwerpse bloedpens en die ziet eruit als onze Nederlandse bloedworst en er is de Bossche beuling, die dan weer lijkt op de Vlaamse grijze pensen. De Franse naam boudin is eenduidiger. Daarmee wordt altijd bedoeld: kleine bloedworstjes, rul en zacht van binnen. En dat zijn nu precies de worstjes die ik bedoel, en met mij nagenoeg heel Vlaanderen en Wallonië, wanneer het gaat over pensen. Dat zijn de worstjes die ik beschreef in mijn Pensenartikel.

Het woord beuling zou mogelijk zijn afgeleid van het Latijnse botulus en dat betekende oorspronkelijk ingewanden. Later kreeg het woord de meer algemene betekenis van worst.

Mijn voorkeur gaat uit naar de mooie zwarte pensen. Maar ook op andere bloedworst ben ik dol. Zo kopen we regelmatig in Luxemburg Portugese bloedworstjes. Die zijn hard als droge metworst en bevatten ongeveer dezelfde ingrediënten maar zijn vervolgens afgewerkt met bloed. Ik ken daarvan ook een Spaanse variant. Ook in Luxemburg tref ik regelmatig de groene pensen. Geen bloedworst, maar cullinair geliëerd. De groene kleur krijgen ze van een overdaad aan groene kool in de farce. Het smaakt heel pittig en geurt heerlijk naar groenigheid en grasveld als je de worstjes opensnijdt. Net over de grens in het plaatsje Brüggen in de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen zit een ambachtelijke slager en die maakt prachtige bloedworsten van middelharde consistentie. Hij hakt het spek grof en kruid de worst met majoraan en rozijnen. Ben je in de buurt: aanleggen! (Brüggen is klein, er zit maar één ambachtelijke slager.) Bij ons in het dorp is de bloedworst niet denderend, niemand maakt hem nog zelf. Áls ik hem koop dan is het bij slagerij Snijders. Die is nog het best te pruimen. (Waarom biedt iedereen de worst tegenwoordig in van die dunne schijfjes aan? Even in de pan en je hebt schoenzool!)

Het boek waaraan ik eerder refereerde en waaruit ik voor de bloedworstartikelen heb geput heet: Het Pensenboek. Het is geschreven door Wim van der Aa en Raymond Buren. De uitgeverij is Continental Publishing, Deurne, België. ISBN: 905720 0619.

Weet je een adres waar bijzondere bloedworst wordt verkocht, laat het ons dan weten. We zullen je dankbaar zijn.

© paul

 

Pensen….

pompoenpensen
Zwarte pensen, witte pensen, grijze pensen. Er bestaan zelfs groene en gele pensen. Elke zichzelf respecterende slager in Vlaanderen of Walonië, in Bourgondië of de Elzas, in Luxemburg of de Oostkantons maakt ze en bied ze met name in de wintermaanden aan. In de Franstalige streken noemt men ze boudin.

De zwarte zie je het meest. Het zijn bloedworstjes en ze worden al gemaakt sinds de oudheid. De basis is door de eeuwen dezelfde gebleven, de verfijning is per streek (soms per dorp) verschillend. Het komt er in princiepe op neer dat je van de basisïngrediënten gelijke delen gebruikt. “Van alles evenveel, gekruid met van alles een beetje.” En die ingrediënten zijn: bloed, vet en gestoofde uien. Als kruiderij gebruikt men in ieder geval foelie en thijm. De farce wordt vervolgens in vakensdarm gestopt en in water gekookt.

De witte pensen behoren in feite tot de familie van de kookworsten, maar culinair worden ze gekoppeld aan de zwarte pensen. Ze bestaan uit varkensvlees en brood (of meel). De grijze pensen bevatten gekookt vlees, keelspek en slachtafval (maar dat laatste geld ook vaak voor de andere). De groene zijn familie van de witte, maar er is een overdaad aan kool toegevoegd. De gele pensen heb ik nooit gezien, maar in de middeleeuwen hoorden ze bij elk luxe winterbanket. Ze kregen hun kleur door het gebruik van safraan.

Ga je uit van een basisworstje dan heb je weinig bijzonders. Waar het opaan komt is de verfijning. En daar heeft elke pensenmaker zo zijn eigen idee over. Mogelijke toevoegingen zijn: appel, honing, room, suiker, kool, prei, muskaat, lauwrier, kaantjes, pekelvlees, bonenkruid, enzoverder enzovoort… Enfin, je snapt het al, alles kan en de verhoudingen maken de smaak.

De meest aannemelijke verklaring voor de oorsprong van het woord pens is dat die is afgeleid van het Latijnse woord “pantex”, hetwelk gewoon ingewanden betekent. Boudin zou komen van het Keltische woord “boden”, dat zoiets betekent als: buik.

In elk land van Europa wordt wel bloedworst gemaakt, maar de pensen zoals hier beschreven vind je in België, Frankrijk en Luxemburg. En nog op een enkele plaats in Zuid Limburg.

6 januari 2007 039“>

Wij kochten begin januari kerstpensen bij slager Gronga, Rue de Liège no 18 in Houfalize. De zwarte zijn de specialiteit van de streek. Ze bestaan uit gekookt buikspek, longen, witte kool en varkensvlees. Dat wordt gemalen en vermengd met gestoofde uitjes, rauw gehakt en peper en zout. Daarna wordt het geheel opgewerkt met melk, beschuiten en bloed. Omwille van Kerstmis waren ze extra fijn gekruid en iets aangezoet. In de witte pensen was room verwerkt en prei.

Je bakt pensen in de pan, in zijn geheel, of in schijfjes. Traditioneel stoof je een appeltje mee. Ook vind ik ze heerlijk met appel- of perenstroop, maar hartig kan ook. Aangezien de worstjes al gekookt zijn kun je ze ook koud eten.

Onze pensen hebben niks van doen met Andouillettes of Tripes. De pensmaag die daarin verwerkt wordt (en die die typische penetrante geur geeft) komt van de koe en onze worsten worden van het varken gemaakt.

Zie ook het artikel: Beuling, pensen en bloedworst.

© paul

Kerstpensen…

6 januari 2007 043

Zaterdag zat het eraan te komen, zondag leek het weer weg. Maar op maandag sloeg het dan in alle hevigheid toe. Ellen werd geveld door een wintergriep. Met alles erop en eraan. De trouwe lezer zal het dan ook de komende dagen met mij moeten doen

Voor een uitgebreide maaltijd was geen plaats, dus heb ik dan maar wat bij elkaar gescharreld. Op de terugweg vanuit Luxemburg willen we nog wel eens stoppen in Houfalize. Daar woont ook slager Gronga. Die maakt nog steeds zijn worsten en paté’s zelf en ook de hammen worden thuis gerookt. We mogen daar graag een kleine voorraad van een en ander inslaan. Tot mijn verbazing en vreugde lagen er nog Kerstpensen in de vitrine. Witte en zwarte, extra verfijnd met prei en kool. We kochten er een paar en vanavond heb ik ze klaar gemaakt. Ik heb ze in plakjes gesneden en daarna in de pan gebakken. Ik liet een appeltje meestoven. Bord sla erbij en een kaasje toe.

Over die pensen zal ik morgen wat meer schrijven.

© paul

Linzen met bloedworst…

26 oktober 008
We konden vandaag niet kiezen waar we zin in hadden. Paul wilde linzen, ik had zin in een biefstuk en we zijn allebei moe en hebben niet veel zin om uitgebreid te koken. Een supersnelle maaltijd dus.
We hadden nog een blikje met linzen, worst en kruiden, een keer door Paul gekocht in een Portugese winkel in Luxemburg. Dat leek Paul wel iets, mits er een paar plakken bloedworst bij gebakken werden.
En omdat een blik toch maar een blik is…
Een paar aardappelen gekookt.
Een salade gemaakt met veldsla, wat snijbiet, tomaat en ui met een dressing van citroensap, olijfolie, grove mosterd, peper en zout.
Bloedworst gebakken in de koekenpan.
De inhoud van het blikje in een pannetje opgewarmd met toevoeging van een blaadje laurier, een pepertje, wat versgehakte platte peterselie en twee tomaatjes.
Voor mij een mooie biefstuk gebakken.
De inhoud van het blikje opgediend met de gekookte aardappelen en de gebakken bloedworst. Bestrooid met nog wat peterselie.
Een prima maaltijd als je weinig inspiratie hebt maar de volgende keer kook ik de linzen zelf, dat is toch lekkerder.
Een stukje kaas toe.
En espresso.

We dronken er een glas Portugese wijn bij, een aanrader van Ed van de Wijnerij.
Domini; Douro. d.o.c. 2003. Azeitâo, Portugal.
Een gouden tip vinden wij. Lees HIER meer over deze Portugese wijn.

© ellen