En hoe het verder ging met “die naam”…

espresso

Het artikel “What’s in a name…” maakte wél een en ander los.
Zoals je terug kunt zien is er volop gereageerd. We zijn onze lezers dankbaar
voor hun reacties, en met name ook voor de hartverwarmende
solidariteitsverklaringen, tips en aanverwanten. Ed Starren van de Wijnerij
zocht contact met de Haarlemse organisatie om zijn ongenoegen te uiten, en er
ontstond een kleine briefwisseling. Ik wilde die eerst gebruiken voor dit
artikel, maar intussen heeft één van de organisatoren uit Haarlem ook gereageerd
op dít web-log. Ik laat de correspondentie van Ed maar even voor wat het is,
want de strekking van de reactie op ons web-log komt er in grote lijnen mee
overeen. En die reactie was de volgende:

Beste Webmaster en bezoekers van deze prachtige site,

Wat een heftige reactie op ons beursinitiatief en wat jammer dat we niet
een beetje het voordeel van de twijfel krijgen.

Ik steek geheel de hand
in eigen boezem wat betreft de naam. Alhoewel iedereen van me aan moet nemen dat
ik die naam, dacht ik, origineel bedacht hebt aan het zwembad van mijn
vakantiehotel afgelopen zomer.

Ik kwam op deze naam omdat ik erg
gecharmeerd ben van de naam ʽHouse of Orangeʼ van een bekend visagisten team.
Daarmee verder filosoferend kwam ik via de naam Minestry of Sound (dancefeest in
het verleden) op de naam Ministerie van Eten en Drinken. In mijn enthousiasme
niet gegoogled maar wel de vrije webnaam geregistreerd en dat is zeker slordig.

Graag wil ik heel graag uit de wereld helpen dat we deze naam door
ordinair jatwerk of kopiegedrag hebben gekozen . Wij zijn geen grote organisatie
of mediathycoon maar een gewoon, mooi Concertgebouw in Haarlem die, naast de
ʽCulinaire Winterʼ, ook een culinair idee van ons, en Phils Kooktheater, een
avond vol lekker eten, drinken en muziek, gewoon het plan hadden om mensen met
een passie voor de goede dingen des levens samen te brengen op een
zondagmiddag.

Gisteren hebben wij naar aanleiding van een mail van een
van uw lezers via via contact opgenomen met de webmaster om te laten weten dat
het echt niet de bedoeling is/was om wie dan ook voor het hoofd te stoten.

We hebben de webmaster direct 100 vrijkaartjes aangeboden voor
leden/bloggers van de site en een gratis stand aangeboden om de site te promoten
bij ons publiek.

Nogmaals ik schrik erg van de heftige reacties op de
site en zal na de beurs zeker nogmaals in contact treden met de webmaster om te
zien hoe wij juist kunnen bijdragen aan het zo wijd mogelijk verspreiden van
onze gezamenlijke passie: eten en drinken en genieten.

Met culinaire groet!

Marc Schultheis

Tsja, denk je dan na het lezen van de brief, tsja…

Laat ik maar beginnen bij het begin. Marc Schultheis schrok van de “heftige”
toon van het artikel. Maar hoe had hij dat dan anders verwacht? Onze naam wordt
gebruikt voor zaken waar wij niks mee van doen hebben, dat is niet niks. (Er
bestaat écht zoiets als intellectueel erfgoed!)

Voorts schrijft Marc Schultheis dat hij contact heeft gehad gehad met de
Web-master. Dat is niet zo, hij heeft contact gehad met Ed Starren van het
wijnweb-log De Wijnerij. (Ed heeft hem gisteren al op zijn fout gewezen.) Zit Ed
nu met honderd kaartjes? Wij weten vooralsnog van niks.

Dan is er de verklaring over het ontstaan van de Haarlemse naam. Die vind ik
geloofwaardig, ja zelfs aandoenlijk. Ik geloof Marc Schultheis. Blijft staan dat
onze naam al ruim drie jaar gebruikt wordt (en midden jaren negentig werd
uitgevonden door de Keizer van Monera ). “Willem” stelt terecht in een reactie
dat een (merk)naam in beginsel niet hoeft te zijn vastgelegd om beschermd te
zijn. “Anton” wijst erop dat er zoiets bestaat als synchroniteit. Bijvoorbeeld:
twee mensen komen op verschillende plaatsen en tijden tot dezelfde oplossingen.
Ik ben het volkomen met Anton eens, dat gebeurt, dat bestaat. Nou en?

De honderd vrijkaartjes die Marc Schultheis (aan Ed) aanbiedt, dat lijkt heel
genereus. Maar het is natuurlijk flauwe kul. Hoe zou je op zulke korte termijn
überhaupt iets kunnen organiseren (zou je dat al willen)? En hoe dan? Onze
lezers zitten letterlijk over de hele wereld. En verder gebruikt Marc zijn
verhaal heel slim om nog wat reclame te maken…

Ach lezer, wij gaan ons erop beraden óf en hoe we ons verder zullen
beschermen tegen toekomstig gedoe. Ik geloof dat ik het hierbij moet laten, ik
heb er geen zin in dat het allemaal eindeloos gaat voortslepen. Overigens Frans,
de foto bij het vorige artikel toont de visitekaartjes van ons allereigenste
Ministerie. En oh ja, bedankt Ed.

© paul

What’s in a name?…

visitekaartjes

Via de mailbox werden we er al op attent gemaakt, en vandaag ook via een
reactie van Sandrina op het web-log. HET MINISTERIE VAN ETEN EN DRINKEN (niet
ons Ministerie!) organiseert een culinair publieksevenement in de Philharmonie
in Haarlem. Of iemand anders organiseert het en noemt het Ministerie van Eten en
Drinken… Het betreft een beurs waar producenten en leveranciers van bijzondere
culinaire producten zich direct kunnen presenteren aan publiek, en wel op 9
november a.s.

Wij weten van niks, wij hebben er niks mee van doen.

Wat ik kon achterhalen is dat het een nieuw evenement betreft. De organisatie
is ons verder onbekend. Hun internetadres verschilt een paar letters van het
onze, maar de namen zijn gelijk.

Gut, denk je dan, welke creatieve Haarlemse geest bedenkt zo’n leuke naam? En
wat een toeval, dezelfde als de onze… Of zou het misschien toch één van de
554.772 bezoekers zijn die de laatste jaren op ons Ministerie langs kwamen? En
dat die man/vrouw dan dacht: web-logje uit de provincie, leuke naam, kan ik goed
gebruiken, fluit geen boer naar…

En hoe meer ik er over nadenk, hoe meer ik neig naar dat laatste. Gewoon onze
naam gejat, gewoon gejat. Niet even het fatsoen hebben om te vragen of dat wel
kan, of dat wel mag. Misschien is de naam wel gejat door een buro, en dat de
culi-organisatie er dan ook nog een som gelds voor heeft moeten neertellen.
Heling heet zoiets… Ach lezer, je weet het niet, je weet het niet. (Heb ik
ongelijk, ik trek onmiddellijk het boetekleed aan en bestrooi mijn kop met as,
bestrijk mijn lendenen met pek en wentel me in veren! Het zal waarschijnlijk
niet nodig zijn…)

Natuurlijk is het zo dat onze naam niet ergens als onvervreemdbaar eigendom
staat geregistreerd, we zijn Philips niet. En wat we er verder mee aan moeten?
Niks. Het waait wel weer over. Bij Google staat dat andere ministerie op pagina
3, al het andere daarvóór zijn wij. En na a.s. zaterdag hoor je waarschijnlijk
weer een jaar niks van hullie en misschien wel helemaal nooit meer. Het zal wel
loslopen.

Overigens hangt het Ministerie ook als link aan allerlei startpagina’s en
web-site’s, meestal zonder onze toestemming. Ook daarvoor geldt dat we er weinig
aan kunnen doen. Je hebt er een dagtaak aan om alles in het gareel te houden.
Die tijd hebben we niet en willen we er ook niet aan besteden. Komt je echter
ter ore dat we grof worden geschonden in onze belangen en integriteit, dan horen
we dat graag van je.

Ons Ministerie blijft gewoon doen wat het al jaren doet. Wees gegroet lezer,
en blijf lezen…

© paul

Rampspoed…

paddenstoelen

Ik bladerde een beetje door mijn ochtendkrant, de koffie stond nog te
trekken. Janneke
Vreugdenhil
schreef vandaag een
“ultiem” najaarsrecept. Risotto met paddestoelen en rode wijn. “Goed gedaan
Janneke,” dacht ik met een tikkeltje ironie, “Maar waar zullen jouw lezers die
paddestoelen vandaan halen…” Het was nog vroeg, en ik was nog niet écht
wakker.

Ellen liep al kwiek door het huis te stampen, op zoek naar een deugdelijk
T-shirt en de strippenkaart. Ze was klaarwakker en moest gaan werken. “Gelezen?”
vroeg ze, duidend op het eetartikel, “We eten vanavond risotto met paddestoelen,
VERSE paddestoelen!”  Ik had er weinig tegen in te brengen, daar ging mijn vrije
ochtend.

Dus stapte ik rond het middaguur op de fiets en peddelde naar mijn gratis
kweektuin in de vrije natuur. Het is goed paddestoelen zoeken in en om de Peel.
En de regen van de laatste dagen zorgt ervoor dat  de paddestoelen letterlijk
als paddestoelen uit de grond ploppen. Vooral boleten vind je met enige kennis
van zaken vrij gemakkelijk. Aangekomen bij mijn beste plukplaats schrok ik met
dood. De hele laan, kilometers lang en aan weerskanten van de weg was bewerkt
door ijverige gemeentewerkers. Er was een laag van tien tot twintig centimeter
diep afgeschaafd. Paddestoelen weg, maar veel erger, het myselium, de eigenlijke
plant onder de grond, vernietigd. Deze laan leverde elk jaar duizenden
paddestoelen, waarvan ik er dan een goede honderd plukte. Niets, nada, niente…
Een gigantisch biotoop vernietigd, kapot gemaakt, opgeschoond! En waarvoor? Ik
heb al eerder op de gemeentewerf navraag gedaan naar dat geschaaf. Tot nu toe
heeft niemand me een afdoende antwoord kunnen geven. Vooralsnog beschouw ik het
als een zinloze daad van agressie.

Mismoedig fietste ik dan maar naar een van mijn andere plekjes. Gelukkig was
daar de omgeving nog ongeschonden. Eekhoorntjesbrood stond er nog niet. Wel twee
andere boletensoorten, bijna net zo goed qua smaak, je moet ze alleen sneller
verwerken, je houdt anders niks over…

©paul

Mosselen en frieten…

mosselen en frieten 016

Woensdagavond konden we even de rust vinden om samen een uurtje televisie te
kijken. Een nieuw culinair programma stond aangekondigd op Canavas (=VRT 2). Het
was alweer de tweede aflevering, het programma heet Plat Préféré.
De in Vlaanderen zeker niet onbekende kok Jeroen Meus presenteert per
aflevering het lievelingsgerecht van een of andere beroemdheid, in dit geval
Jaques Brel: Mosselen met friet.

Het programma zit aardig in elkaar, met de nodige productinformatie. Het is
minder opgefokt gemonteerd dan de meeste van dit soort programma’s en het geheel
wekt een betrouwbare en solide indruk. Volgende week dinsdagavond de volgende
aflevering. Beslist een keer kijken. De recepten zijn terug te vinden op de website van Plat
Préféré
.

Gisteravond was het dus aan ons om mosselen en friet te eten. En deze keer
volgens de methode Meus. Met die mosselen ging het wel goed, Meus’ methode wijkt
niet zo veel af van de onze. Maar met die frieten was het wat anders gesteld.
Belgische frieten zouden 13 mm in het vierkant moeten zijn, de lengte doet er
minder toe. We hebben er wat staan snijden met een meetlat erbij, afijn…,
gedoe. Voorts dien je ze voor te bakken in vet van 140 graden, onder het
voortdurend omschudden van de friet. Je laat ze dan afkoelen terwijl je het vet
opkookt tot 180 graden. Even goudbruin en knapperig afbakken en klaar.

Nou, onze frieten waren slap. En dat is erg… Mogelijke oorzaken: ons vet
was oud, en het was zeker geen ossenwit (in het hele dorp niet aan te komen).
Waarschijnlijk hadden we de verkeerde aardappelen en omdat ze in geschilde vorm
erg nat waren dienden we ze droog te deppen. Volgens Meus haal je dan meteen het
laagje zetmeel weg dat nu juist helpt bij het bruin en krokant worden van de
frietjes. De temperatuur van het vet was met onze friteuse ook niet al te best
te regelen.

Bij de mayonaise ging het dan weer allemaal goed. Maar dat hadden we niet
anders verwacht.

© paul

Het Mobieltje van Ferdinand Bol…

amsterdam 2008 052

Er moet een verklaring voor zijn. Sterker nog, er is al veel grondig
wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Maar hoe het komt weet ik nog steeds
niet…

Hoe het ook zij: snacken, we doen het allemaal. Vermalen vleesresten, meel,
gelatine, smaakverstekers, soja en vet. Pseudo-knapperig korstje erom heen en
een nostalgische of exotische naam: vleeskroket, nasibal, lihanboutje, mexicano,
berenlul of Thais teefje (ik verzin het niet!). Daar gaat op de meest rare
tijden ons intense verlangen naar uit. En trek niet zo’n afkeurend gezicht
lezer, uit wel ingelichte kringen weet ik dat jij er ook zo eentje bent. Niemand
ontkomt eraan!

Nederland in reizend vanuit een ver buitenland zal ik niet nalaten om bij het
eerste-het-beste tankstation te stoppen om mij een “bami-blok”  te verschaffen.
Is dat dan zo lekker? Nee, maar dat doet er niet toe. Het zijn andere drijfveren
die me min of meer dwingen tot die kledderconsumptie. Het is een soort
lustbevrediging die ik niet helemaal kan verklaren.

Zo zijn Jan en Ellen échte FEBO-adepten. (Febo komt van Ferdinant Bolstraat te
A’dam, alwaar de eerste vestiging van het snack-concern zich bevond.) Ons
uitstapje, vorige week, naar de Grote Stad bood hen dan ook een keur aan
mogelijkheden om hún lusten te bevredigen. Ook Ans liet zich niet onbetuigd en
snackte vrolijk mee. En ach lezer, ik ben ook de beroerdste niet, ik mag graag
behulpzaam zijn bij het uitoefenen van iemands hobby. “Kijk Jan, daar op de hoek
zit een FEBO, willen jullie nog een kroketje?”

Voor het laatste deel van ons Amsterdam weekend lag het voor de hand om in de
ochtend de auto te stallen in het Transferium onder de Arena. Van daar af is het
slechts een goede honderd meter naar het Metrostation. En ik zag hem het eerst,
die FEBO-automaat. “Kroketje mensen?” “Ja hoor!” We wilden een kroketje. Bij de
automaat aangekomen bleek er echter geen spoor van etenswaar. Achter de luikjes
blonken ons mobiele telefoons tegemoet. Pre-paid mobieltjes. Muntjes in de
gleuf, mobieltje trekken en bellen maar. Een tientje kostten ze. Jan wist zich
een artikel uit de Volkskrant te herinneren over de naarstige zoektocht van
telefonie-aanbieders naar nieuwe verkooppunten. Maar dit vond ik toch wel
bizar.

Toen we rond half vijf terug kwamen bleken er inmiddels zeven mobieltjes
verdwenen uit de automaat (Jan wist dat, hij telt alles en dat de hele dag
door!) Het was niet druk op het plein, en er was die avond geen
voetbalwedstrijd. Wie, in godsnaam, koopt die dingen daar?

© paul

Ich bin ein Oliebol…

oliebol

Dit ding is een oliebol. En zo voel ik me een beetje, als een oliebol.

Ellen zou een verhaal maken over haar feestje. Toen ik dat artikel wat later
op de avond niet zag verschijnen op het web-log dacht ik: “Dan doe ik het maar.”
(Op een andere computer.) Ik schreef mijn stukje, plaatste het en ging terug
naar de web-site. En daar stond intussen dus dat artikel van Ellen. De inhoud
correspondeerde heel aardig met die van mijn stukje.

Je denkt toch niet lezer, dat ik nou mijn artikel ga weg gooien. Ik dacht het
niet, ik heb er te lang aan gewerkt. Je moet zelf maar bedenken welke versie je
wilt lezen. Ikzelf vond het overigens aardig om de stukjes na elkaar te lezen.
Kwestie van hier en daar een lichte verschuiving van de werkelijkheid, een ander
accent, een iets andere kleur.

Maar ik kan me heel goed voorstellen dat je het wel gelooft…

© paul

Hoera voor de Helmondse markt!!!

voorbereidingen 005

De verse catharellen waren op, zelfs Liddl bood geen uitkomst meer. Verse
grijze garnalen, nergens meer te koop! In de buurtsuper een treffen met Ans en
Alex, die zochten gewoon een savoie kool, niet te koop in de supermarkt! Het
lijkt wel of onze grootgrutter ons zoveel mogelijk wil aanzetten tot het kopen
van ver-a-weg-producten. Boontjes uit Kenia of groene asperges uit Egypte liggen
nog steeds volop in het schap, terwijl wij gewoon kool uit Holland willen!

Nou ja niet gezeurd, vandaag was een prima dag. Wij gingen naar de Helmondse
weekmarkt en vonden alles wat wij  graag wilden eten de komende dagen. Paul was
helemaal blij met een kilo ongepelde grijze garnalen. Ze waren nog nooit in
Marokko geweest, die garnalen. Gewoon van het schip op de markt, met schil en
al. Zelf pellen dus. Een kilo garnalen levert zeker een uurtje meditatief pellen
op, én een pannetje lekkere garnaalbisque, én morgen een mooie garnaalsalade!

Let vooral op de techniek; krant in het midden. Twee schaaltjes om de gepelde
garnalen in te werpen. Het schip kan gewoon binnenlopen zonder angstdromen van
de peller!

Verder waren er op de markt catharellen te koop en mooie trossen druiven mét
pit (over die druiven; met pit en zonder pit later meer), verse biet mét groen,
allerlei soorten kool, boontjes groen, paars en dikke snijbonen, schitterende
aubergines. Nou ja, noem maar op…

De cantharellen aten we vanavond, schoonmaken (*1) en even stoven met een
beetje peterselie en knoflook, misschien wat ham of spek. in ieder geval van een
onbesproken varken! )Beetje room erbij, peper en zout en je hebt een
Godenmaal!

voorbereidingen 015

Paul at de cantharellen met een ommelet, ik at ze met een beetje pasta.

Een kopje espresso toe.

© ellen.

)1 * Niet wassen die mooie paddestoelen, Gewoon even afborstelen en niet
mooie stukjes wegsnijden.

Gebakken eieren met Pecorino sardo…

zalm en zeekraal 006

“Shit happens,” pleegt de Jongste Bediende in dit soort situaties te
zeggen.
De verwensing verdient niet de schoonheidsprijs, maar wel drukt ze
tegelijk verontwaardiging en berusting uit, en zoiets was aardig van toepassing
op onze avondmaaltijd van gisteren.

Ik was van plan iets moois te maken met kip en garnalen. Erbij veldsla en
gebakken aardappeltjes. Het pakte anders uit.

Toen Ellen thuis kwam wees ze me op het lamsvlees in de koelkast, dat moest
eerst op. Ze had gelijk.
Gelukkig konden daar ook gebakken aardappeltjes bij,
ware het niet dat de aardappelen zich in het geheel niet leenden om te bakken.
Té kruimig, té lang gekookt. Ik maakte er dus maar puree van. Wel uit de
knijper, dat wel…
Toen ik dan het lamsvlees op een plank legde om even op
temperatuur te laten komen, begon het alras een vreemde geur te verspreiden. Het
was verdorie niet goed meer. ( Zaterdag gekocht, maandag bedorven? En al die
tijd de koelkast niet uit geweest! Moet ik wéér gaan zeuren bij de
slager…)
We bakten dan maar eieren.
Met schaafjes milde Pecorino sardo
maturo, dat wel. Mooie schapenkaas uit Sardinië, bekroond met een DOP
(Denominazione di Origine Protteta). Over die kaas kom later ik nog te
schrijven. (Let op Meneer
Wateetons
: gewoon gekocht bij LIDL.)
De salade had ik
zorgvuldig bereid, maar ondanks dat er zat kraak noch smaak aan. “Tis de tijd
ook niet voor veldsla…”, bromde Ellen.

Enfin, gebakken eieren met aardappelpuree is best lekker hoor… Én we
hielden er een mooie foto aan over, dat was ten minste iets.
Vandaag die kip
en garnalen…

© paul

Boer Skukhorzel, de esthetica en chocoladen paprika’s…

paprika

In haar artikel over de paarse boontjes vroeg Ellen zich verwonderd af wat het nut van die kleur is
wanneer hij weer verdwijnt bij het bereiden van de groente.Boer Skukhorzel uit het midden des lands antwoordde haar:

Dag Ellen,
Waarom ik paarse boontjes kweek in mijn
groententuin?
Niet omdat ze zo mooi paars ogen op mijn bord, want dat doen ze
niet.
Niet omdat ze zo’n rijkelijke opbrengst hebben,
want dat hebben ze
niet.
Maar ik verbouw nou eenmaal niet alleen boontjes om het ogen op het
bord, maar vooral ook omdat ze zo mooi ogen in de groentetuin.
Deze boontjes
hebben een lieflijk paars-violet bloempje.
En je zult het er mee moeten
doen…
‘n Tuinier is nou eenmaal geen kokkin!
Skuk

Boer Skukhorzel is een estheticus, ik wist het al langer. En ik moest daar
vandeweek weer aan terug denken toen Piet langs kwam met een chocoladebruine
paprika. Chocatl zou hij heten, een naam afkomstig uit de taal van het Mayavolk
uit zijn stamgebied Mexico. De smaak van de paprika was heel gewoontjes, maar
wat zag hij er mooi uit. Hij lag dagen op een bordje te pronken in de keuken.
Het leek wel Bossche Bol  van De Groot…

© paul

Alweer een andere baan?

meivakantie 074

Precies één jaar geleden plaatste ik een wat verbolgen stukje op dit
web-log. Ik vertrok bij mijn oude baas en begon aan mijn (tweede) carrière in
Nijmegen. En nu, na dat ene jaar, maak ik weer zo’n stukje, maar dan zonder
verbolgen te zijn.

De bezuinigingen die het voor mij onmogelijk maakten om veilig en verantwoord
te kunnen werken bij mijn oude baas zijn voor een deel omgebogen en voor een
deel terug gedraaid. Mijn oude baas liet me weten dat hij het op prijs zou
stellen wanneer ik weer terug zou keren op mijn oude stek. De voorwaarden waren
goed, dus ik besloot om op zijn voorstel in te gaan.

Kijk ik terug op het afgelopen jaar dan kan ik tevreden zijn. Ik vond snel
mijn plaats in het team en de bewonersgroep lag me wel. Ik kreeg met de
regelmaat waardering terug. Ik heb het, denk ik, wel goed gedaan. Ik laat ook
hier weer een hoop achter, en dat stemt tot gemengde gevoelens. Natuurlijk
verheug ik me op de terugkeer naar mijn “oude” afdeling, hier weggaan valt me
evenwel niet zo licht als ik wel dacht.

Cees en Bo kwamen zojuist afscheid nemen. We dronken espresso. Cees had voor
de gelegenheid een geitenkaasje mee gebracht en ikzelf had nog een stuk Stilton.
We snoepten op ons gemak een uurtje van de nacht af.

Het is rustig op de afdeling, iedereen slaapt. Ik ga nu nog wat rommelen, een
rondje lopen, een laatste groet schrijven aan de collega’s, de pillen voor
morgen uitzetten en dan zal het alweer ochtend zijn. Misschien komt Carin nog
koffie drinken…

© paul