Er moet een verklaring voor zijn. Sterker nog, er is al veel grondig
wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Maar hoe het komt weet ik nog steeds
niet…
Hoe het ook zij: snacken, we doen het allemaal. Vermalen vleesresten, meel,
gelatine, smaakverstekers, soja en vet. Pseudo-knapperig korstje erom heen en
een nostalgische of exotische naam: vleeskroket, nasibal, lihanboutje, mexicano,
berenlul of Thais teefje (ik verzin het niet!). Daar gaat op de meest rare
tijden ons intense verlangen naar uit. En trek niet zo’n afkeurend gezicht
lezer, uit wel ingelichte kringen weet ik dat jij er ook zo eentje bent. Niemand
ontkomt eraan!
Nederland in reizend vanuit een ver buitenland zal ik niet nalaten om bij het
eerste-het-beste tankstation te stoppen om mij een “bami-blok” te verschaffen.
Is dat dan zo lekker? Nee, maar dat doet er niet toe. Het zijn andere drijfveren
die me min of meer dwingen tot die kledderconsumptie. Het is een soort
lustbevrediging die ik niet helemaal kan verklaren.
Zo zijn Jan en Ellen échte FEBO-adepten. (Febo komt van Ferdinant Bolstraat te
A’dam, alwaar de eerste vestiging van het snack-concern zich bevond.) Ons
uitstapje, vorige week, naar de Grote Stad bood hen dan ook een keur aan
mogelijkheden om hún lusten te bevredigen. Ook Ans liet zich niet onbetuigd en
snackte vrolijk mee. En ach lezer, ik ben ook de beroerdste niet, ik mag graag
behulpzaam zijn bij het uitoefenen van iemands hobby. “Kijk Jan, daar op de hoek
zit een FEBO, willen jullie nog een kroketje?”
Voor het laatste deel van ons Amsterdam weekend lag het voor de hand om in de
ochtend de auto te stallen in het Transferium onder de Arena. Van daar af is het
slechts een goede honderd meter naar het Metrostation. En ik zag hem het eerst,
die FEBO-automaat. “Kroketje mensen?” “Ja hoor!” We wilden een kroketje. Bij de
automaat aangekomen bleek er echter geen spoor van etenswaar. Achter de luikjes
blonken ons mobiele telefoons tegemoet. Pre-paid mobieltjes. Muntjes in de
gleuf, mobieltje trekken en bellen maar. Een tientje kostten ze. Jan wist zich
een artikel uit de Volkskrant te herinneren over de naarstige zoektocht van
telefonie-aanbieders naar nieuwe verkooppunten. Maar dit vond ik toch wel
bizar.
Toen we rond half vijf terug kwamen bleken er inmiddels zeven mobieltjes
verdwenen uit de automaat (Jan wist dat, hij telt alles en dat de hele dag
door!) Het was niet druk op het plein, en er was die avond geen
voetbalwedstrijd. Wie, in godsnaam, koopt die dingen daar?
© paul