Hond Max tien jaar bij ons!..

Hond Max 10 jaar bij ons
Stjaa, een echt verjaardagsfeestje voor Hond Max vandaag. Oudejaarsavond 2011 bedachten we al dat 2012 voor ons en onze vrienden een Jubeljaar zal gaan worden. De één wordt vijftig, de ander zestig, twee keer een veertig-jarig huwelijk, een vijfentwintig-jarig huwelijk, de Keizer van Monera wordt vijfenzestig, Vriend Jan viert zijn veertig-jarig jubileum in het onderwijs en de Jongste Bediende is ook zo jong niet meer.

Marleen onthoudt altijd alle, álle verjaardagen, van íedereen, óók die van de Hondjes, Poezen of Kanariepieten. En zij maakte er ons op attent dat ook Hond Max dit jaar een jubileum te vieren heeft. Het is vandaag namelijk tien jaar geleden dat we Hond Max uit het asiel in Smakterheide mochten meenemen.

Ik herinner me nog dat we eigenlijk naar het asiel gingen voor de mooie Dalmatiër die daar achtergelaten was. Maar dat die prachtige hond gewoon zo druk was dat hij niet in ons huishouden zou passen. En dat er toen ook nog een ander, zeer bescheiden hondje onze aandacht trok… En zoals dat soms gaat was er opeens dat gevoel, de klik, dit is de beste hond voor ons! Wij namen het hondje mee en beloofden er goed voor te zorgen. De reis naar ons huis vond Hond Max niet echt fijn, hij zat bibberig aan mijn voeten, en eenmaal in ons huis was het echt wennen… Bij ieder vreemd geluid stoof hij op; de wasmachine, kinderen op rollerscates, de postbode…. Hij had nog nooit ín een huis gewoond. Volgens onze informatie is Hond Max op een boerderij in de buurt van Genk in Vlaanderen geboren. Zijn ouders brachten elke ochtend de koeien naar de wei en ‘s avonds weer naar de stal. Toen de boer te oud werd is de boerderij opgeheven en de jonge honden werden naar het assiel gebracht. Toch heeft Hond Max nog wat van de levenstaak van zijn ouders geërfd.  De eerste vakantie die we met Hond Max doorbrachten in Septfontaines maakten we een wandeling met Ans en Hijn en Hond Max, hij luisterde inmiddels prima en mocht ‘los’ lopen. Alles goed tot we langs de weide met koeien liepen en hij opeens bedacht dat de koeien van Boer Neuss er wel héél slorig bij stonden… Als een ware filmhond dreef hij alle acht “hobbykoeien” van Boer Neuss op een keurig hoopje bij elkaar. Roepen, schreeuwen, het hielp niet; Hond Max deed zijn ‘ding’. Hij dreef de koeien langs de bosrand omhoog en daarna naar beneden tot aan de rivier. Toen alle koeien uiteindelijk keurig bij elkaar stonden ging hij er naast liggen met een tevreden blik en zijn pootjes over elkaar gekruisd. Dat zouden we nog vaker zien…

Natuurlijk moesten we Boer Neuss uitleggen dat we een nieuwe hond hadden en dat hij het nog niet zo goed snapte enzovoorts… Maar boer Neuss zei: “Ach das kostet noch viel Trinkgeld”. Wij dachten nog even dat we de boer een borrel moesten aanbieden wegens geleden schade ofzo, maar nee. Boer Neuss bedoelde dat dit een prima koedrijvershond is, maar dat die hond nog veel drinkgeld (beloning) moest krijgen om te leren wat wél en wat níet kan! Dat heeft hij inmiddels wel geleerd, die Max. Ronddollen met de koeien doet hij niet meer, maar soms, als die stomme koeien hem echt uitdagen, kan hij het toch bijna niet laten… Even alles rechtzetten, allemaal netjes op een hoopje in de wei die koeien, dat is waar Hond Max goed in is… En verder natuurlijk de bewaking van ons huis, de koelkast, de caravan, de camping, en zeker niet te vergeten zijn veilige plek bij storm, onweer; onze auto…

Nou ja…  Reden voor een klein feestje voor Max; Het Kind bracht al in alle vroegte een cadeautje. Een soort pop, sausijzenbroodje… En Hond Max: nog een rondje rond Kerk en Kasteel en dan… Lekker slapen!

© ellen.

Pêkskes maken voor de Carnaval

Pêkskes 2012

Gisteren was het hier alweer de tweede Pêkskesmaakdag. Over een paar weken barst het grote Cranavalsfeest los en dan moeten we er toch een beetje knap bijlopen… Zoals ieder jaar zijn er vooraf vergaderingen om te bespreken hoe en wat we gaan maken en zoals ieder jaar wordt het plan gaande het werk nog een paar keer gewijzigd en/of aangevuld. Eén ding is dit jaar echt anders dan anders; er is geen basis!

Andere jaren was de basis voor de pêkskes altijd het kersttafelkleed. Dit jaar was er geen groot gezamenlijk kerstdiner, dus ook geen tafelkleed. We moeten ons bij het maken van de pêkskes nu maar behelpen met restjes, de crisis slaat ook hier toe! Het is een beetje puzzelen, maar het gaat helemaal goedkomen met de pêkskes…

Ennuh, Hijn, zoals je ziet heb ik gewoon helemaal zelf het internet weer aan de praat gekregen!!!

© ellen.

Knalkurken…

 

kurken

Gall en Gall houdt een actie; Voor elke knalkurk die je bij deze slijter inlevert krijg je een euro korting op een nieuw aan te kopen fles naar keuze. Je mag per fles twee kurken inleveren. Leuke actie, héél leuk. Laten wij nu net een heleboel knalkurken opgespaard hebben…

Neef Cor, we komen eraan!

© ellen.

 

 

Driekoningen (met dekschaal…)

Ik was het plaatje jaren kwijt, maar het zat daar waar het thuis hoorde, in de schoenendoos met oude kunstkaarten. We kregen het kado van Ute en Cees, samen met de Beste Wensen voor het jaar 2006. De afbeelding prijkte in het stenen tijdperk van het Ministerie nog enkele dagen als “kopfoto” op het web-log. (Tegenwoordig doen we niet meer aan kopfoto’s…)

Ook toen verbaasde me de voorstelling. Kijk ik er met een half historisch oog naar dan kan ik me van alles voorstellen bij de laat-romeinse uitdossing. Maar uiteindelijk blijven het toch antieke obers, druk in de weer met dekschalen, zich spoedend naar tafel zes, alwaar een gezelschap druk keuvelend op de maaltijd wacht. (Die mantels lijken me hoogst hinderlijk in de bediening…)

Driekoningen gaat in dit huis nooit onopgemerkt voorbij. Het feest markeert ons nieuwe jaar. De kerstboom wordt afgetuigd, de zwabber gaat over de vloer, de lichtjes in en om het huis worden weer opgeborgen. Hoogste tijd om de plannen voor het nieuwe jaar te bespreken. En enige bespiegeling is ook op zijn plaats. Hond Max levert zijn steentje bij. Hij is vreselijk in de rui, druk doende zijn wintervacht af te stoten. Ook voor hem een nieuw jaar…

Natuurlijk is er een driekoningenkoek. Benieuwd wie dit jaar het boontje treft. En hoe zou het toch zijn met die Driekoningenpubers in Kessenich ?

(De afbeelding kun je overigens in levenden lijve zien in de Basiliek van Sant’ Apollinare Nuovo in Ravenna. Het mozaïek stamt uit de zesde eeuw.)

 

Mechelen en haar koekoek…

mechelen (b)

Ik ben al de hele week snotverkouden en grieperig, maar om nu de hele vakantie thuis op de bank te zitten is ook niet alles. We besloten dus toch maar een uitstapje te maken. En wel naar onze zuiderburen. In de stad Mechelen loopt een tentoonstelling van de schilder/beeldhouwer Rik Wouters en die wilden we zien. Bovendien hebben we goede herinneringen aan het aardige stadje Mechelen. Het leek ons leuk om na het bekijken van de tentoonstelling nog wat door het centrum van Mechelen te wandelen en de mooie geveltjes te bewonderen.

Na een helse tocht met hevige rukwinden en zware plensbuien kwamen we tegen lunchtijd in Mechelen aan. Een goed restaurant aan de Grote Markt was snel gevonden en we nuttigden  een prima  lunch met oesters en lamskoteletjes met rozemarijnsaus. Mooie oesters (creuses), simpel opgediend met wat citroen.  Het lamsvlees was van een uitmuntende kwaliteit. Bij het lamsvlees een taartje van aardappelgratin, boontjes en geroosterde tomaat. Gewoon een goede maaltijd, verse groenten, a point gebraden vlees en eerlijke saus en dan ook nog een zeer redelijke prijs.

Na de lunch bezochten we de tentoonstelling van Rik Wouters. Prachtig werk, we waren onder de indruk! Paul zal er nog wel over schrijven. Het was zeker de moeite van de tocht waard! Van harte aanbevolen Rik Wouters in Mechelen!

mechelen (b)

Onze geplande wandeling door het centrum van Mechelen viel letterlijk in het water. Het kwam met bakken uit de lucht dus liepen we in rap tempo naar de parkeergarage terug. Maar je kunt toch niet in Mechelen zijn geweest zonder een souvenir… En wat is nou een beter aandenken aan Mechelen dan een Mechelse koekoek? We schreven hier al eerder over de beroemde Mechelse kip. Gelukkig zagen we door het regengordijn een poelier. Super gesorteerd; mooi opgebonden fazanten, kwartels, patrijzen, Poule de Bresse en natuurlijk de Mechelse koekoek. We kochten een fraai exemplaar van 2200 gram. De koekoek werd ons getoond mét pootjes en kop, zo kunt ge zien dat het een echte is.

Kop en poten werden er met een deskundige klap afgehakt. Lever en maagje werden in een apart zakje bijgeleverd en zo hoort dat ook!

Ik zal de koekoek met respect in een mooi gerecht verwerken. Later meer dus over deze bijzondere vogel.

 

Jaarwissel…

De laatste keer dat ik oud op nieuw thuis vierde is alweer eeuwen geleden. Ons huis vol volk, “Sientje van Loon” nog compleet, Julia boven in een bedje, de Twins bestonden nog niet, en Sam net zo min. Het sneeuwde en het hele dorp lag onder een witte deken. Vriend Nico had een grote mat Chinees vuurwerk aangeschaft. Illegaal van bij ons over de grens, zo was Nico…

Duizenden en duizenden rotjes via een soort levensslagader met elkaar verbonden. Eenmaal de fik erin en de hele serie ratelde minutenlang, niet te stoppen. We hadden het gevaarte op ooghoogte opgespannen op de brede stoep van het Café aan de Overkant. Om een of andere reden waren ze dat jaar niet open op Oudjaar. Klokke twaalf ontstaken we de kleurige fonteintjes en nog wat losse flodders. En toen dan het klapstuk. Oorverdovend knetterend en een zee van licht verspreidend was dit de apotheose van de Jaarwissel. Vanuit alle hoeken stroomden buren toe, het exploderend gevaarte trok onweestaanbaar publiek aan zoals een olielamp motten. Even was ons vuurwerk het centrum van het universum. Oogverblindend licht en een nevel van giftige dampen.

Niemand had het beest zien aankomen, maar uit het donkere niets was het plots daar. Een reusachtige Bouvier, schofthoogte één meter. Het beest stormde als dol op het vuurwerk af en zette zijn reuzenmuil in de exploderende rotjes. Het jankte van de pijn maar wist van geen ophouden. Telkens opnieuw probeerde het beest met een ongekende furie het inferno te bestrijden, zich steeds heftiger verwondend. Voor de omstanders had het dier geen oog. En plots was de hond weer weg, ons achterlatend in verbijstering. We zijn dan maar naar binnen gegaan. Niemand van ons had ooit in z’n leven zulk vreemd en beangstigend gedrag van een hond gezien, zo gestoord…

De volgende ochtend begon ik vroeg met het opruimen van de rommel. Door de hitte van de explosies was de sneeuw gesmolten, de restanten van de rotjes waren in de prut gevallen en in de loop van de nacht was het zaakje weer bevroren. Ik moest de zooi met een schop en een bijltje losbikken. In de bevroren sneeuw stonden overduidelijk de pootafdrukken van de Bouvier…

We hebben nog wat rondgebeld, maar niemand wist iets van de hond af. En ook had de Dierenartsenpraktijk geen gewonde Bouvier te behandelen gekregen. We hebben er nooit meer iets van gehoord, maar altijd rond de Jaarswisseling spookt het beest door mijn hoofd.

Een Gelukkig Nieuwjaar allemaal.

 

P.s.: En sta je dan vanavond klokke twaalf met een glas bubbels op je stoepje, denk even aan al die mensen die moeten werken…

Kerstnacht 2011…

nieuwjaar 

Waarschijnlijk het lelijkste Engeltje op aarde, maar het blijft een Engeltje.

Ik zit met een kop koffie achter mijn buro. Het is intussen rustig op de afdeling. Dat mag ook wel, het is al over vieren. Ik neem aan dat Ellen ligt te slapen, ik neem eigenlijk aan dat zowat iedereen ligt te slapen.

Het Grote Kerstdiner slaan we dit jaar over. Het feit dat ik deze nachten werk haalt een streep door de traditie. De resterende tijd brengen we samen door. Een beetje lezen, een filmpje, lekker eten…

Nog een paar klusjes heb ik te doen en het is alweer tijd. Het Marktmeisje komt me aflossen en ik spoed me naar huis. Ellen heeft me kreeft beloofd, met zalvend zachte mayonaise en een glas Loirewijn. En daarna slaap ik een gat in de dag…

Een Gelukkig Kerstfeest lezer…  

 

Baumkuchen(torte)…

Maandagmiddag was ik even in het grensstadje Kleve (Kleef). Ik zocht een boek, en ik was ervan overtuigd dat ik het daar zou vinden. Ik was echter even vergeten dat de Rijnlanders al aan hun kerstreces toe waren. In de belangrijkste winkelstraten kon je over de koppen lopen. Alsof heel Kleef en omstreken juist op deze dag de kerstinkopen moest doen. Aan de infobalie van de boekhandel stond een lange rij. Een goede twintig mensen voor mij. “Nee”, dacht ik, “Dit gaat-um niet worden.” Ik snuffelde nog wat rond op eigen gelegenheid en vertrok dan maar onverrichter zake.

Ik wandelde naar de Zwanenburgt in het hoger gelegen gedeelte van de stad, een beetje in de luwte van het kerstgedoe. Ik groette het ruiterstandbeeld van Kurfürst Friedrich Wilhelm, hoewel ik niks met keurvorsten van doen heb. Maar het paard is zo mooi, vandaar. En ik vond het eigenlijk allemaal best. Ik genoot van mijn maandags uitje.

Toen ik in een boogje terug kuierde naar de benedenstad besloot ik om nog even aan te gaan bij Cafe Wanders (Stadt Cafe Conditorei Kleve). We dronken er wel eens een kopje espresso en aten er gebak. Het is zo’n typische Deutsche Conditorei, zo een waar je Duitse dametjes ziet lunchen met twee of drie stuks gebak en een kannetje slappe koffie. Maar ook jong volk komt er graag. En het gebak is van de aller-allerbeste kwaliteit.

Ik kocht er een Baumkuchen. Een koek of taartje, dat is opgebouwd uit laagjes. Je maakt het door voor een open vuur deeg aan te brengen op een rol. Vervolgens draai je de rol rond en brengt een nieuw laagje aan. Zo wordt laag over laag gebakken. (Hoe het precies werkt kan ik je hier laten zien…) Als grote koek ziet-ie eruit als een boomstam, doorgesneden lijkt het alsof je de jaarringen kunt tellen van een stammetje. Vandaar de naam.

Het beslag wordt gemaakt van boter, eieren, meel, suiker, vanille en zout. Het gebak wordt in het laatste stadium overdekt met een laag chocolade of suikerglazuur.  Het levert heerlijk gebak op, maar het is machtig. Je eet dan ook nooit grote stukken ineens.

Het gebak komt voor op veel plaatsen in Midden-Europa. Voor het eerst werd het beschreven in een Italiaans handschrift uit het begin van de vijftiende eeuw. De naam Baumkuchen duikt voor het eerst op in 1682, in een dieetboek van ene Johann Sigismund Elsholtz. En dat was dan weer de lijfarts van Kurfürst Friedrich Wilhelm, de Keurvorst wiens paard ik zojuist had gegroet. De cirkel was rond, ik kon tevreden naar huis…

Gerard van Lankveld, Keizer van Monera…

Aankondiging in het Gemerts Nieuwsblad, dinsdag 20 december 2011:

De NCRV zendt donderdag 22 december een portret uit van Gerard van Lankveld, geboren te Gemert in 1947. In het programma Showroom presenteert Joris Linssen de wondere wereld van Gerard van Lankveld, kunstenaar, klokkenmaker, vernufteling.      (Ned 1, 22.20 uur ).

Ja lezer, diezelfde Gerard die je nagenoeg elke zaterdag aantreft aan onze dis, ergo, de Keizer die je ziet verschijnen in nagenoeg elk artikeltje over het verloop van de zaterdagen op het Ministerie…

En er is meer: de Kerstbijlage van het Eindhovens Dagblad (ook die van het Brabants Dagblad?) ruimt fors plaats in voor het fenomeen Monera, komende zaterdag, 24 december aanstaande.

Wij kennen hem als de goedlachse drinker, cabaretesk scherp in zijn observaties, hilarisch in het beschrijven van wat hij zoal weer heeft gezien of beleefd. Maar ook kennen we Gerard als de “Grumpy Old Man”, kankerend op alles wat de wereld te bieden heeft. En als-ie eenmaal kankert, hoed je lezer, wat hij is nauwelijks nog tot de orde te roepen. Enfin, enige directieve vermogens zijn me niet vreemd, dus meestal keert de wal het schip…

Gerard hult zich graag in zijn underdog rol, verstoken van enige aandacht, verschopt en verstoten. Niets is minder waar!

Welke Nederlandse kunstenaar kan zich beroepen op een expositie in het meest prestigieuze Architectuurmuseum ter wereld, het DAM in Frankfurt am Main

So-wie-so, de exposities die de Keizer ten deel vielen roepen de jaloezie op bij de meeste vakgenoten hier ten lande, alsook wereldwijd. Ik ga al die exposities en tentoonstellingen niet opnoemen, het zijn er veel te veel.

Twee biografieën in druk verschenen er tot nog toe over zijn leven. En een kinderroman waarin de hoofdpersoon een afsplitsing is van onze Keizer (of klokkenmaker!).

Het Museum Dr. Guislain te Gent (B) richtte een kabinet in waar permanent topstukken uit het oeuvre van de Gerard  worden geëxposeerd. Een kabinet voor de Keizer alleen!

Films over zijn leven werden er gemaakt, met als hoogtepunt de documentaire van de Belgische cineast Josef Devillé, als aanvulling op de biografie die Ton Thelen schreef in het jaar 2005.

Tijdschriften over Outsider Art, zowel hier als in het buitenland publiceerden toonaangevende artikelen over Monera Carcos Vlado, zoals het keizerrijk van Gerard heet.

Het blog Outsider Environments Europe van Henk van Es besteedt ruim aandacht aan het fenomeen, wereldwijd. Tot in de Oekraïne wordt er over hem gepubliceerd.

Kom je ons dorp binnen gereden of gelopen, je kunt niet voorbij aan de monumentale poort genaamd Klaïda!

Enfin, dit stukje wil niet meer zijn dan een aankondiging van zaken die in het nabije verschiet liggen. Voor inhoudelijke info klik je door naar onze linken. Vergeet daarbij niet ook even te kijken op de web site van de Keizer van Monera….

Hij miskend? Ach lezer, wij weten wel beter…

 

Zigeunermuziek op een zondagavond en andere genoegens…

Zondag vierde ik mijn verjaardag. Met familie, vrienden en vriendinnen. Het feest begon rond drie uur in de middag en liep uit tot een uur of tien in de avond. Er was voldoende te drinken, en netaan genoeg te eten. (Een foute inschatting van mij, en Ellen had nog wel zo gezegd…)

Ik werd bedacht met uitgelezen wijnen, bijzondere spiritualiën, Belgische bieren (inclusief een recept dat erom schreeuwt nagekookt te worden), worsten en kookboeken, stripverhalen en literatuur.

De maaltijd bestond uit Pörkölt, koolsalade en goed brood. En zoals altijd bij dit soort gelegenheden kwam het er weer even niet van om op tijd een foto te maken.

Onze Jongste Bediende had nog een bijzonder kado in petto. Kort na de maaltijd intoduceerde hij aan het gezelschap een muzikaal duo. Adolf Steinbach en zijn zoon Jan. Adolf is nog een van de weinige zigeuners (Sinti) die tot in de jaren zeventig een zwervend bestaan leidden. Het Duitse Rijnland, Limburg en Brabant, met af en toe een uuitstapje naar Vlaanderen. En altijd een paar keer per jaar terug kerend naar het driekantig veldje op de grens van Beek en Donk en Gemert. Een stukje niemandsland, zogezegd…

We kenden Adolf al zo’n dertig jaar, maar ik had hem nog nooit horen spelen. En van zoon Jan wist ik niet eens dat hij een gitaar vast kon houden. Maar dan: Zigeunermuziek, Weense deuntjes, Schrammelmusik en Hongaarse csárdás. Ook het Ave Maria van Bach-Gounod. En Stille Nacht Heilige Nacht. Een viool en een Kontragitarre ( een twaalfsnarige gitaar met twee halzen, die ik alleen maar ken van de Weense Schrammelmusik, en die geloof ik verder op de wereld ook nauwelijks voorkomt). Een heel opmerkelijk concert, en een bijzonder kado.

Er volgde nog een glasheldere vertolking van The Rose door Julia van Eupotours. Neel en Ans zongen Moravisch (of was het Kaukasisch?) en de Jongste Bediende haalde zijn opera repertoir eindelijk weer eens van stal. Ellen en andere Ans hielden het bij Kurt Weill. Toon improviseerde zoals alleen Toon dat kan. En ikzelf, ach ikzelf…

Vriend Jan verkoos een gemakkelijke stoel, min of meer met zijn rug naar het gebeuren. Hij geloofde het allemaal wel.

Zo lezer, ach, zo wil ik wel een keer of zes per jaar jarig zijn…