Ik wilde de doorsteek maken van Maaseik naar Thorn, maar niet via de N 78, ik wilde binnendoor. Dus nam ik in Kessenich een afslag die ons bracht op smalle wegels, langs grijze boerderijen en grauwe nieuwbouw. We reden drie keer fout.
Uit het niets doken dan deze drie Schonen op, aan de rand van een guur en winderig zondags Kessenich. Drie meiden als de Wijzen uit het Oosten, prachtig verkleed en met zorg geschminkt, zoals alleen tieners van die leeftijd dat kunnen. We zagen ze bij een hoeve aanbellen, er werd niet open gedaan. We stopten en nodigden hen uit om te poseren. Dat deden ze maar wat graag. En of ze een driekoningenlied voor ons mochten zingen. Ze hadden er twee op het repertoir, één klassiek, en één van hun zelf. Wij kozen voor het “eigen” lied.
De witte Koning zette met een ijle stem in, daarna vielen de twee zwarte Wijzen (twee?!) bij in een rap-achtig timbre. In grote lijnen kwam het er, aldus het lied, op neer dat wanneer de Wijzen dezer dagen te weinig geld ophaalden, hun alterego’s de komende zomer niet op vakantiekamp zouden kunnen. Tsja, en wat doe je dan als publiek? Je trekt je beurs…
© paul