Maandagmiddag was ik even in het grensstadje Kleve (Kleef). Ik zocht een boek, en ik was ervan overtuigd dat ik het daar zou vinden. Ik was echter even vergeten dat de Rijnlanders al aan hun kerstreces toe waren. In de belangrijkste winkelstraten kon je over de koppen lopen. Alsof heel Kleef en omstreken juist op deze dag de kerstinkopen moest doen. Aan de infobalie van de boekhandel stond een lange rij. Een goede twintig mensen voor mij. “Nee”, dacht ik, “Dit gaat-um niet worden.” Ik snuffelde nog wat rond op eigen gelegenheid en vertrok dan maar onverrichter zake.
Ik wandelde naar de Zwanenburgt in het hoger gelegen gedeelte van de stad, een beetje in de luwte van het kerstgedoe. Ik groette het ruiterstandbeeld van Kurfürst Friedrich Wilhelm, hoewel ik niks met keurvorsten van doen heb. Maar het paard is zo mooi, vandaar. En ik vond het eigenlijk allemaal best. Ik genoot van mijn maandags uitje.
Toen ik in een boogje terug kuierde naar de benedenstad besloot ik om nog even aan te gaan bij Cafe Wanders (Stadt Cafe Conditorei Kleve). We dronken er wel eens een kopje espresso en aten er gebak. Het is zo’n typische Deutsche Conditorei, zo een waar je Duitse dametjes ziet lunchen met twee of drie stuks gebak en een kannetje slappe koffie. Maar ook jong volk komt er graag. En het gebak is van de aller-allerbeste kwaliteit.
Ik kocht er een Baumkuchen. Een koek of taartje, dat is opgebouwd uit laagjes. Je maakt het door voor een open vuur deeg aan te brengen op een rol. Vervolgens draai je de rol rond en brengt een nieuw laagje aan. Zo wordt laag over laag gebakken. (Hoe het precies werkt kan ik je hier laten zien…) Als grote koek ziet-ie eruit als een boomstam, doorgesneden lijkt het alsof je de jaarringen kunt tellen van een stammetje. Vandaar de naam.
Het beslag wordt gemaakt van boter, eieren, meel, suiker, vanille en zout. Het gebak wordt in het laatste stadium overdekt met een laag chocolade of suikerglazuur. Het levert heerlijk gebak op, maar het is machtig. Je eet dan ook nooit grote stukken ineens.
Het gebak komt voor op veel plaatsen in Midden-Europa. Voor het eerst werd het beschreven in een Italiaans handschrift uit het begin van de vijftiende eeuw. De naam Baumkuchen duikt voor het eerst op in 1682, in een dieetboek van ene Johann Sigismund Elsholtz. En dat was dan weer de lijfarts van Kurfürst Friedrich Wilhelm, de Keurvorst wiens paard ik zojuist had gegroet. De cirkel was rond, ik kon tevreden naar huis…
Goh, wat leuk, gebak & techniek waar ik nog nooit van gehoord had. Weer wat geleerd.
Blijkbaar kende mijn vrouw het wel uit haar kinderjaren, want dit werd gegeten na haar communie. Een rol van wel een meter hoog/lang voor de hele familie.
Ik zag in de serie op de BBC van de Hairy Bikers iets dergelijks. Daarbij zat binnenin een sliert aan elkaar geregen stukken noot, dadels, vijgen en appel, die werd om een spies gedraaid en voor het vuur gehangen en oip dezelfde manier als in het filmpje het deeg eromheen gefabriceerd. Was al middeleeuws idee. Een zielig detail; vroeger werden er hondjes in een tredmolen gebruikkt om het spies te laten draaien!
We gaan regelmatig in Kleef boodschappen doen, ik zal de conditorei onthouden