Bacalhau met eiersaus

bacalao
Wij zijn nog steeds in Luxemburg, het land waar zoveel Portugezen wonen dat alle winkels ruim voorzien zijn in Portugese etenswaren; olie, olijven, brood, groenten, ‘platte kippen’ voor op de gril en natuurlijk veel vis. Allerlei soorten vis, octopus, garnalen en schelpen, je vind ze in elke supermarkt. Heel speciaal is de gedroogde kabeljauw, genaamd Bacalhau, ik schreef er al eerder over, ik maakte visballetjes met deze gedroogde kabeljauw: bolinhos de bacalao (Spaanse spelling). Voor de Bolinos gebruikte ik gedroogde bacalhau. Die moet je 48 uur weken in water, het water af en toe verversen. Een tijdje geleden ontdekte ik dat hier in de supermarkten en gespecialiseerde winkels, ook bacalhau uit de diepvries te koop is. Deze vis is al geweekt en ontzout. Na ontdooien dus meteen klaar voor gebruik. Tja,wij hadden wel zin in deze vis maar om nu op de camping gedroogde vis 48 uur in water te weken… Mooie oplossing dus, diepvries bacalhau!

Ik maakte er vandaag een gerecht mee met aardappelen en saffraan en een eiersaus erbij. Voor de eiersaus had ik eigenlijk 5 eetlepels peterselie nodig, helaas, zoveel groeit er nog niet in ons tuintje. Ik gebruikte een paar grote bladeren wilde spinazie die nog over waren van gisteren, dat smaakte prima.

Ik geef je dus het recept voor diepvries bacalao. Als je die niet kunt krijgen gebruik je gewoon gedroogde bacalhau. Die moet je dan wel 48 uur in schoon water weken. Het water af en toe verversen.

  • Voor vier personen
  • De Vis
  • 500 gram bacalao in vier stukken
  • 1 flinke ui, in grove stukken
  • wat peperkorrels, een laurierblad, wat verse tijm.

Schik de vis met in een pan en leg er de ui en kruiden omheen. Giet er zoveel water op dat de vis net onderstaat. Breng aan de kook en schep het schuim af. Laat de vis zo in ongeveer 15 minuten gaar koken. Schep de stukken vis uit de bouillon en houd ze apart.

  • De aardappelen
  • 4 grote of 8 kleine vastkokende aardappelen, geschild en in blokjes gesneden
  • 4 eetlepels olijfolie
  • 2 sjalotten, grof gesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 4 gedroogde chilipepers
  • 1 laurierblad
  • een plukje saffraandraadjes, in de vijzel met wat van de visbouillon fijn geroerd
  • een paar zwarte olijven, Portugese uiteraard…

Verwarm de olie en smoor daarin de ui,de knoflook en de pepertjes. Voeg dan de aardappelstukjes erbij, de saffraan, de olijven en het laurierblad. Giet er zoveel bouillon van de vis bij dat alles net onderstaat. Smoor de aardappels zo in ongeveer 15 minuten gaar.

  • De eiersaus
  • 2 eetlepels olijolie
  • 100 gram gerookt spek in fijne blokjes
  • 1 flinke ui in ringen gesneden
  • 2 gedroogde pepers
  • 2 hardgekookte eieren, fijngeprakt
  • 5 bladeren van wilde spinazie, fijngesneden

viscain
Doe de olijfolie in een sauspan en smoor daarin het spek, de uien en de pepers even aan. Voeg de spinazie toe en de kruimeltjes ei en doe er wat bouillon bij. Smoor nog even tot je een mooie dikke saus hebt.

Leg, als de aardappels bijna gaar zijn de stukken vis op de aardappelen en laat ze zo nog even goed doorwarmen.

Dien het gerecht op in diepe borden en serveer er de saus apart bij.

Kopje Bica toe!

© ellen.

 

 

 

Zoetzure sardientjes

Sadientjes
Je hebt dit recept al een paar weken ‘tegoed’, het kwam er maar niet van om deze overheerlijke sardientjes te beschrijven. Achter de laptop zitten gaat niet goed en publiceren vanaf de bank via de IPad is ook niet echt handig, ik tik nu op de IPad en verstuur dat naar de laptop… omslachtig, maar ik heb tijd genoeg.

Gebruik voor dit recept mooie verse sardines, niet al te klein. Serveer ze als antipasti samen met wat andere lekkere hapjes, of als voorgerecht.

  • 1 kilo sardines, geschubd, schoongemaakt en  in ‘vleugeltjes gesneden’ *)
  • wat bloem
  • 2 eetlepels olijfolie om de sardines te bakken
  • 1 eetlepel olijfolie om de uien in te bakken
  • 500 gram rode uien, in dunne schijfjes gesneden
  • 60 gram fijne suiker
  • 60 gram geschaafde amandelen
  • 75 gram rozijnen
  • 60 ml witte wijnazijn

Bestrooi de sardines met peper en zout, bestuif ze met bloem. Verhit de olie in een grote koekenpan en bak de sardines in porties goudbruin aan beide kanten. Laat ze uitlekken op keukenpapier en schik ze dan op een grote schaal.

Verwarmde olie en fruit daarin de uien ongeveer 8 minuten op een laag vuur. Roer de suiker, amandelen en de rozijnen erdoor. Roer tot de suiker opgelost is. Voeg dan de azijn erbij en roer nog een minuut. Schep het mengsel over de sardines en laat ze afkoelen. Zet ze minstens 24 uur in de koelkast. Bestrooi voor het opdienen royaal met grof gemalen zout en peper.

Wij konden niet wachten. Ik maakte de visjes klaar en er kwam onverwacht bezoek die avond. Wij aten ze dus maar meteen op. Toch waren ze al heel lekker. Ik kan me voorstellen dat de smaken nog beter mengen als je ze langer laat staan maar na 6 uur zijn ze al prima te eten.

sardines
Tot dusver niet moeilijk, lijkt allemaal een fluitje van een cent, maar… het schoonmaken, schubben en in vleugeltjes snijden is een lastig klusje. Je zou het aan de vishandelaar kunnen vragen, maar ik weet niet of die bereidt zijn om zo’n pietepeuterig werkje te doen voor een kilo sardientjes. Gewoon even de kiezen op elkaar en werken dus! Na het vijfde sardientje ga je er al handigheid in krijgen!

*) Verwijder met een schelp of met een mesje zoveel mogelijk van de schubben, voorzichtig om de huid niet te beschadigen. Snijd met een scherp mes de buikholte open van de darmholte tot de kieuwen en verwijder de ingewanden. Snijd de kop eraf. Sla de sardine op en spoel ze af met koud water. Leg de visjes plat op de snijplank met het vel naar boven. Masseer de ruggengraat door de huid (daardoor komen de graten los van het vlees. Snijd de rugkant in en neem de ruggengraat en de graten die eraan vastzitten eruit. Even werk, maar dan héb je ook iets lekkers!

© ellen.

Restverwerking: cannelloni gevuld met snoekbaars en spinazie

cannelloni gevuld met snoekbaars en spinazie
Als ik toch dat Ipadje niet had… dat ding is al tijden onmisbaar, zowel voor mijn werk als thuis, maar nu, in tijden van gebrekkig heen-en-weer-schuifelen is dat ding onmisbaar! Mijn dagen zijn een beetje saai, op de bank hangen, af en toe een klein wandelingetje, en verder lezen en rusten… Het Ipadje houdt mij op de hoogte wat er zoal in de wereld te doen is én ik kan af en toe een stukje schrijven op dat ding. Het stukje transporteer ik vervolgens naar de mail en dan kan ik dat snel via de laptop op onze website zetten. (Lang achter de laptop zitten gaat nog even niet)
Koken gaat wel, met hulp, maar toch. Rechtop staan kost me geen moeite, dus Paul geeft de pannen aan en de dingen die onder in de koelkast liggen… Ik wist het al van vorige invalide periodes: ik ben geen geduldige patiënt en Paul is een uitstekende verpleger maar niet voor mij. Hij is gewend aan een geheel andere soort patiënten…. Maar goed, zo kibbelen wij gezellig de dag door… “Doe nou eens…” Hou je gemak nou eens!”, “Kun je dan even?..”, “Nee, ik kan toch niet alles tegelijk” enzovoorts…

Goed, gisteren aten we een heerlijke snoekbaars en daar bleef nog zo’n 200 gram mooi visvlees van over, prima voor een mooie restverwerking. Paul verwijderde alle graatjes en deed de boodschappen voor een mooie ovenschotel met de restjes van de vis.

  • 200 gram vis, van graten en vellen ontdaan en in kleine stukjes gepluisd
  • een scheutje olijfolie
  • 1 sjalot, fijngesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngesneden
  • 400 gram spinazie
  • een bekertje crème fraiche
  • bechamelsaus van een lepel boter, een lepel bloem en wat melk
  • een paar kleine tomaatjes
  • cannelloni (ik gebruikte cannelloni van het merk De Cecco, die hoef je niet voor te koken en smaken prima)
  • peper, zout en wat nootmuskaat

Maak eerst een mooie, niet te dikke bechamelsaus. Breng die op smaak met peper, zout en wat nootmuskaat. Vul de bodem van een ovenschaal met de bechamelsaus.

Verwarm de olie in een grote pan en smoor daarin de ui en knoflook even zachtjes aan. Voeg er dan de spinazie bij en smoor tot die helemaal geslonken is. Schep alles uit de pan en hak de groenten massa heel fijn. Schep de helft door de visstukjes en meng er de crème fraiche door. Kruid met peper en zout.

Vul de cannelloni met dit mengsel en leg ze in de ovenschaal. Pas en meet tot de cannelloni mooi over de schaal verdeeld zijn. Schep er de rest van de spinazie over en strooi er de stukjes tomaat over. Zet de schaal 25 minuten op 180 graden in de oven.

Dien dan meteen op en geef er wat groene  salade bij.

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Aprilvis: Snoekbaars met mierikswortelsaus.

snoekbaars met mierikswortelsaus

Omdat ik op dit moment eigenlijk niet veel meer kan dan kreunen en zuchten, en natuurlijk alles lezen wat me voor mijn voeten valt, ben ik in gedachten veel bezig met de wandelaars die naar Compostella lopen; Wat komen ze tegen op hun tocht, hoe voelen ze zich, wat eten ze onderweg en wat krijgen ze mee van de omgeving waarin ze wandelen? Weten ze wel dat het vandaag 1 April is? En weten ze wel dat dat in Belgie en Frankrijk echt gevierd wordt? Ik stuurde Ans een Appje: “Let op de vissen morgen”. Ben benieuwd of ze er iets van snappen.

Twee jaar geleden deden wij nietsvermoedend boodschapppen bij de Cora in Turpange en zagen dat er zelfs reclame gemaakt werd voor ‘Aprilvis’. nou ja, een goeie reden om vandaag maar eens een visje te eten!

snoekbaars met mierikswortelsaus

Gepocheerde snoekbaars met mierikswortelsaus:

Pocheren; Ik maakte een court bouillon van water, 1 fles droge witte wijn uit de Loire, 1 ui, peterselie, selderij, laurier en wat peperkorrels. Daarin heb ik de snoekbaars 30 minuten gepocheerd. Het visboek*) zegt “de pocheertijd van een grote vis bedraagt 10 minuten per 2 1/2 cm dikte”. Dat heb ik aangehouden en dat klopte precies.

Intussen maakte ik een veloutésaus; 1 eetlepel boter,  1 eetlepel bloem wat visfumet (gewoon wat pocheervocht uit de pan scheppen) 2 eetlepels mierikswortel ( uit een potje, vers was vandaag geen optie)en een bekertje zure room, peper en zout.

Neem een sauspan en laat daarin de boter smelten. Roer de bloem erdoor zodat je een mooie roux krijgt en laat deze even doorkoken. Giet de fumet erbij en blijf goed roeren tot de saus kookt. Voeg de zure room toe en laat de saus ongeveer 15 minuten zachtjes doorkoken zodat de bloemsmaak verdwijnt. Voeg de mierikswortel toe en  breng de saus verder op smaak met wat peper en zout.

Na 30 minuten nam ik de pan van het vuur en tilde het rooster omhoog. Ik liet de vis even wat uitlekken en schoof hem toen op de schaal.Ik garneerde met wat peterselie en citroenschijfjes.

Erbij wat aardappeltjes en een salade van komkommer.

Natuurlijk een  kopje espresso toe, en… Vriend Jan met het laatste nieuws over de Pelgrims.

© ellen.

 

Guazetto di pesce e fagiolio (witvis met bonen en tomaten)…

Guazzetto di pesce e fagioli

Afgelopen najaar kocht ik een boek  van de Australische kookschrijfster en culinair uitgever Loukie Werle. De titel luidt: La Cucina della Mamma. Eronder staat dunnetjes gedrukt: De geheimen van Cucina Povera. Over de Italiaanse volkskeuken dus…

Het boek is mooi uitgegeven. Het is gebonden en omvat zo’n driehonderd pagina’s. De recepten zijn traditioneel, relatief eenvoudig, gemakkelijk na te koken en allemaal prima betaalbaar, naar het Romeinse credo: Più se spenne e pejo se magna. (Hoe meer je uitgeeft, hoe slechter je eet…)

Overdadig, paginagroot fotowerk van Alan Benson. Meestal vind ik een veelvoud aan foto’s zonde van de ruimte. Schrijf maar wat meer over eten denk ik dan, de plaatjes maak ik zelf wel. Maar in dit geval ben ik blij dat er gekozen is voor veel fotoruimte. Het levert schitterende prenten op. Het concept van de vormgeving is: linker pagina het recept, rechter pagina de foto. Dat maakt het boek ook een beetje tot een salontafelboek, maar ik ben er verguld mee.

Er zijn van die combinaties die ik niet verzonnen krijg. Een gerecht van bonen en vis bijvoorbeeld, het kwam nooit in me op. Terwijl, wanneer je er over nadenkt, het helemaal niet zo raar hoeft te zijn. Ik vond een recept van vis met bonen in La Cucina della Mamma. Ik paste het wat aan, omdat ik slechts voor ons tweeën zou koken en het oorspronkelijk recept voor vier personen geschreven is.

  • 300 gram gefileerde schelvis,
  • 200 gram kerstomaatjes,
  • 250 gram (gekookte) cannellinibonen,
  • 150 ml droge witte wijn,
  • 2 tenen knoflook,
  • een gesnipperd vers pepertje,
  • olijfolie,
  • verse platte peterselie,
  • peper en zout.

Verhit de olie en bak daarin de knoflook even aan, bij matig vuur. Voeg dan het pepertje, de gehalveerde tomaatjes en de wijn toe en laat alles een goede tien minuten pruttelen. Voeg dan de bonen toe en laat het geheel nog eens vijf minuten gaan, niet te hard, anders koken de bonen stuk. Maak af met zout en peper en een deel van de gekate peterselie.. De in brokken gesneden vis mag er nu bij. Laat de ingrediënten nog een goede tien à vijftien minuten gaan, totdat de vis gaar is. Heet opdienen in diepe, voorverwarmde borden. Strooi de rest van de peterselie over het gerecht. Voor ieder een partje citroen en een paar sneden geroosterd brood.

  • Door de witte wijn en de tomaatjes wordt je gerecht nogal nat. Het is tussendoor een beetje goochelen met de hitte onder je pan om de zaak in te laten koken, maar zodanig dat het niet droog wordt. Dat lukt best, maar je moet er wel bij blijven. De bedoeling is dat je een ingedikte tomatensaus overhoudt.
  • De smaak van de saus is uiteraard afhankelijk van de tomaten die je gebruikt. Die kerstomaatjes (cherrytomaten) zijn ideaal vanwege het zoet en het zuur wat ze afgeven aan de saus.
  • Beter zou zijn om zelf bonen te koken, maar daarvoor ontbrak me tijd en voorbereiding, ik gebruikte bonen uit blik. Ik koos voor cannellinibonen van Bonduelle. Ze waren stevig en smakelijk.
  • Ik nam schelvis voor dit recept omdat ik die nog had liggen. Elke witvis is echter te gebruiken, dat snap je wel.
  • We dronken er een glas Gewürztraminer bij. Een Pinot gris of blanc zou beter zijn  geweest.

© paul

Mosselen op Bretonse wijze…

mosselen á la Normandie

Soms, als door een dwangmatige speling van het lot, stapelen de toevalligheden zich op tot het geen toevalligheden meer zijn. Je zult het fenomeen beslist kennen, ik beleefde het onlangs weer.

In mijn geval begon het met een recept in de kookrubriek van Janny van der Heijden in het Eindhovens Dagblad, vorige week. Ze schreef over mosselen, bereid in Bretonse cider. Binnen het tijdsbestek van een goede dag kwam ik de combinatie mosselen en cider nóg drie maal tegen. En ik ben er stellig van overtuigd dat de diverse bronnen niets met elkaar van doen hebben of hadden. Enfin, zoveel toeval noopt tot stellingname, en ik had nog twee flessen cider liggen dus…

In het schap bij mijn buurtsuper, de AH-om-de-hoek, lagen geen mosseltjes op de vertrouwde plaats. Ik vroeg aan het meisje-van-vis-en-vlees hoe dat kwam. Ze vertelde me dat het seizoen voorbij was. Het seizoen voorbij? Januari-februari is juist hartstikke seizoen! Ze verwees me dan maar naar de verantwoordelijke inkoper. Die, op zijn beurt, wist te vertellen dat AH op de “nieuwe oogst” zit te wachten. Nieuwe oogst? Midden in het seizoen? Gekker moet het, geloof ik, niet worden… Ik ben mijn mosseltjes dan maar (probleemloos) in en andere super gaan kopen (een goed gesorteerde visboer is ons dorp niet rijk). Voor twee personen:

  • 2 kilo mosselen,
  • 1 ui,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 sjalot,
  • 1 venkelknol,
  • 1 flinke hand ves gehakte peterselie,
  • 1 flink glas cidre-brut,
  • 1 ferme klont (Bretonse) boter,
  • 1 flinke gulp (Bretonse) room,
  • peper en zout.

Spoel de mosselen in koud water, verwijder de eventuele baarden van de schelpen en controleer op kapotte exemplaren en zandmosselen. (Ook deze keer had ik er eentje te pakken..)

Smelt de klont boter in de mosselpan en fruit daarin de fijngesnipperde ui, knoflook en sjalot op niet te hoog vuur. Wanneer het geheel glazig is geworden mag de in fijne stukjes gesneden venkelknol erbij. Peper uit de molen erover, zuinig met zout. Even de vlam hoog en dan het geheel minstens 10 minuten zachtjes laten stoven op matig vuur. Wanneer de venkel zacht is kunnen de mosselen, de cider en een deel van de peterselie toegevoegd worden. Gaar de mosselen vervolgens op hoog vuur. Dat duurt slechts een minuut of vier, vijf. Schud of schep de mosselen tussendoor een á twee keer om, zodat alle schelpen de kans krijgen om zich te openen. Giet de mosselen af als alle schelpen open zijn.. Vang het vocht op door een zeef. Zet de mosselen warm weg. Neem een deel van het mosselvocht en kook het snel in, bewaar de rest van het vocht voor later. Voeg de room toe en laat nog even doorkoken. Voeg de rest van de peterselie erbij. Schep de saus wanneer die dik genoeg is over de mosselen en dien op. Erbij knapperig brood.

    • Opmerkingen:
    • De cider die je gebruikt hoeft niet persé uit Bretagne te komen. Wel dient hij droog te zijn (brut)… Bedoeld wordt de cider zoals die in West-Frankrijk en in het Verenigd Koninkrijk als begeleider van de maaltijd wordt gedronken, droog en rins.
    • Het inkoken en saus maken moet snel gebeuren, anders zijn je mossels koud, en dat is eeuwig zonde. Mijn saus dikte niet snel genoeg in, dus ik gebruikte wat Johannesbroodmeel voor binding.
    • De toevoeging van die venkelknol is een waar aha-erlebnis. Knol en mossel gaan wonderbaarlijk goed samen, ze versterken elkaars smaakeigenschappen. Beslist uitproberen!

DSC_0009

  • Aardig en wel, die saus over de mosselschelpen, maar uiteindelijk eet je het gerecht het best zoals de foto aan de kop van het artikel toont: peuter een aantal mosseltjes uit de schelp, doop ze in de saus of schep saus, venkel en mossel op een lepel en schuif die smaakbom in je mond.
  • Gebruik niet teveel vocht voor de saus. Bewaar de rest om een dag later prima mosselsoep te maken. Je kunt het vocht ook invriezen, zodat je een uitstekende  bouillon hebt voor de bereiding van een saus bij je toekomstige visschotel.
  • Drink er een glas cider bij…

© paul

 

Mantelschelpen in knoflook-peterselieboter…

mantelschelpenDe Lidl vestiging in ons dorp biedt de schelpen aan rond het Kerst- en Nieuwjaarsfeest. En ook kocht ik ze ook al eens met Pasen. Verder door het jaar krijg je ze niet, ook niet op bestelling. (Geldt dat voor alle Lidlwinkels, ook de grotere?)

Verpakt zijn ze in een doos met twaalf stuks. Mini coquilles facon Saint Jacques staat er op de doos. En eronder in goed Nederlands: Mantelschelpen (Zygochlamys patagonica)… Ze komen in de luxe serie van Lidl, genaamd Deluxe. De schelpen zijn gevangen met duurzame visserij, aan de andere kant van de wereld, in de wateren rond Patagonië.

De schelpen worden aangeboden zoals op de foto, de vruchtjes gedrenkt in boter met peterselie en knoflook. De bereiding is een kwestie van de oven voorverwarmen op 200 graden en de schelpen er een goede tien minuten in plaatsten. Als we de kans hebben nemen we wat op voorraad. Je kunt de schelpen prima invriezen.

Vergeleken bij hun grote neef, de Sint Jacobsschelp zijn de Patagoonse mantelschelpen ukkies. Ze smaken evenwel heel behoorlijk. Met goed brood erbij heb je een mooie kleine lunch voor twee personen aan de inhoud van zo’n doos.

Net als vaak bij wijngaardslakken-in-huisjes het geval is, liggen de schelpen op een aluminium bakje met voorgeponste holletjes. Dat moet ze stabiliteit geven zodat ze recht liggen en de boter niet uit de schelpen druipt. En daar gaat het altijd wel een keer mis.

Vandeweek dachten wij het ei van Columbus te hebben uitgevonden. We schoven eenvoudigweg sneden brood op een bakplaat. Je kunt de schelpen daar lichtjes indrukken zodat ze blijven liggen, en tuimelt er alsnog eentje, dan wordt de boter opgevangen door het brood. En terwijl je coquilles garen roostert het brood. Twee vliegen in een klap dus. (Achteraf blijkt natuurlijk dat al duizenden mensen zich van deze truuk bedienden, maar dat mag de pret niet drukken…)

© paul

 

Bolinhos de bachalhau, Portugese visballetjes

Portugesche visballetjes

Restaurant Ribathejo in Wandhaff, Luxemburg is niet sjiek maar wij mogen er graag een maaltijd verorberen. In het jaar (1999) dat wij samen met Ans en Hijn de oude caravan kochten en verbouwden kwamen wij er bijna iedere week om uit te rusten van het werk en daarna een van goede, goedkope maaltijd te genieten. Simpel eerlijk eten, niks mis mee, ontdaan van alle poespas maar met goede wijn en ook veel herrie van de tetterende televisie die altijd aan stond. Resten werden op de grond gekieperd en na het diner werd de restaurandzaal schoongeveegd en gedweild voor het avondmaal. Tegenwoordig is het restaurant onder het bewind van zoon Philippe en dochter Mariëlle gemoderniseerd; een streng anti-rook beleid, er wordt niets meer op de grond gegooid, televisie alleen nog bij hele spannende wedstrijden in de middag. In de avonduren is het steeds meer een gewoon restaurant… Maar wél, nog altijd, vooraf, voor iedereen een schaaltje Bolinhos de Bacalhau.

Al jaren proef ik die lekkere balletjes, iets met vis, een beetje aardappel, kruiden… Moet ik toch maar eens gaan maken…

Eindelijk maar eens de daad bij het woord gevoegd en in Luxemburg Bacalhau gekocht. Bacalhau is gezouten, gedroogde kabeljauw. In Nederland ook te koop in Surinaamse winkels. Je moet de Bacalhau 48 uur in water weken. Ververs het water zeker twee keer.

  • Voor een flinke schaal balletjes:
  • 1000 gram gezouten gedroogde vis, 48 uur weken in koud water. Het water zeker 2 keer verversen
  • 1000 gram kruimige aardappelen
  • 1 flinke ui
  • blaadje laurier
  • wat melk
  • 1 eetlepel gesnipperde ui en1 teen knoflook, even aanfruiten in wat olijfolie
  • 2 eetlepels vers gehakte peterselie
  • peper, zout, eventueel een lepel sambal
  • 1 ui een en teen knoflook, heel fijn gesneden
  • beetje olijfolie
  • 3 eieren
  • bloem
  • 3 losgeklopte eieren
  • paneermeel
  • frituurolie

mengsel voor bolinhos de bacalhau

Het lijkt allemaal ingewikkeld maar dat valt best mee. Schil de aardappels en snijd ze in stukken. Leg de geweekte vis erop met het laurierblad en de ui en kook ze tot de aardappels gaar zijn, ongeveer 20 minuten. Vis het laurierblad eruit. Schep de vis op een bord en maak een luchtige puree van de aardappelsen de ui. Pluk de vis schoon, verwijder graten en vellen en verdeel het visvlees in hele kleine stukjes. Schep de visstukjes door de aardappelpuree.

Fruit de gesnipperde ui met de knoflook in en beetje olijfolie mooi lichtbruin. Hak de peterselie fijn en meng dat alles door de puree. Laat afkoelen en meng nog drie eieren door de puree.

Vorm met de hand balletjes, ongeveer ter grootte van een flinke stuiter en rol die door de bloem, dan door losgeklopt ei en dan door paneermeel. Frituur de balletjes 5 minuten in hete olie. Dien op met knoflookmayonaise.

Portugesche visballetjes

Een glas wijn of een borreltje erbij. Nee, geen espresso…

© ellen.

 

 

Weer thuis…

DSC_0001

We waren er even niet. Zoals je al vermoedde verbleven we in Luxemburg. De mogelijkheden om vanaf onze plek daar te werken met internet zijn nog altijd beperkt tot nagenoeg niks. Een berichtje, via de telefoon geplaatst op Facebook, dat gaat soms net, een artikel publiceren kun je gevoeglijk vergeten.

Enfin, weer thuis zijn betekent weer stukjes schrijven. Het valt ons altijd moeilijk om op gang te komen, want waar moet je in godesnaam  beginnen?…

Het belangrijkst voor ons, de afgelopen week, was het feit dat we een nieuw onderkomen betrokken in Luxemburg en het oude op een nette manier hebben afgestoten.  We bezitten nu een heus huisje. Piepklein, maar toch…

De foto is niet actueel. Hij zat intussen al verstopt in het archief, zonder ook maar één maal te zijn gebruikt. En dat vond ik zonde. Simpele prefab inktvisringen, gefrituurd. Een lik gekruide mayonaise erbij, meer hoeft dat niet te zijn…

© paul

 

Gebakken garnalen met veel knoflook en zeekraal om het ‘januari gevoel’ te verdrijven.

Oud en Nieuw Ik heb eigenlijk een verschrikkelijke hekel aan de maand januari. De knusse, super ruiende kerstboom is weer opgeruimd, het gezellige gedoe moet wijken voor zakelijke rekeningen, financiële jaaroverzichten en meer van dat gedoe. Het is toch nog koud en somber buiten. Brr… mensen moeten weer zo nodig op dieet, stoppen met roken, hardlopen, goeie voornemens uitvoeren… Nou ja, met die goeie voornemens, daar is natuurlijk eigenlijk niets mis mee, ware het niet dat het meestal neerkomt op een heel chagrijnig gezelschap dat zo half januari moet erkennen dat alle goede voornemens mislukt zijn; dieet is alweer wat minder, één sigaretje kan wel, hardlopen in die regen… nou ja daar zou je ook vervelend van worden! En dan wordt het op sommige dagen ook al weer wat eerder licht, daar zit ík dan weer niet op te wachten. Ik doe het liefste dan maar weer de kaarsjes aan, de gordijnen dicht en denk dat het nog midwinter is. Ik heb ook geen zin (en ook geen reden) om op dieet te gaan, en versoberen prima, maar de diepvries ligt nog vol met allerlei lekkers dat ook nog op moet. Superluxe om het januari chagrijn te verdrijven op een doodgewone donderdag:

  • Grote garnalen met zeekraal voor twee personen
  • 500 gram grote rauwe garnalen
  • 300 gram zeekraal
  • 1 sjalotje, heel fijngesneden
  • klontje boter, géén margarine of olie
  • 4 tenen knoflook, geschild en geplet
  • 1 citroen
  • peper en zout
  • eigengemaakte mayonaise
  • arachideolie

Was de zeekraal en snijd eventuele harde stukjes weg. Verwarm de boter en smoor daarin het sjalotje even glazig en voeg daarna de zeekraal erbij. Smoor alles nog een paar minuutjes door.  Niet te lang! De zeekraal moet nog mooi knapperig blijven! Maal er flink wat zwarte peper over. Verhit de olie in een grote platte pan en bak daarin de knoflook even zachtjes aan. Schep ze uit de pan en bak de garnalen snel om en om tot ze mooi roze zijn. Voeg de knoflook weer toe en een paar parten citroen. Dien snel op met mooi knapperig brood en een glas droge witte wijn. Januari depressie verdwijnt als sneeuw voor de zon! Kopje zeer sterke espresso toe en je kunt al uitkijken naar de lente! © ellen