Gisteren schreef ik over de waanzin van het AH mosselbestek! Het schoot me opeens te binnen dat we mooie voorbeelden van puur natuur bestek in huis hebben; De Jacobsschelp.
Ik vind het altijd jammer om ze zomaar weg te gooien. Van die prachtige schelpen kun je nog jarenlang plezier hebben.
Koop in het seizoen verse Jacobsschelpen en bereid ze als volgt; In weinig water, op een niet al te hoog vuur, pocheren tot de schelpen opengaan. Dan de sluitspier doorsnijden en de vrucht uit de schelp nemen. Je kunt de schelpen ook rauw openen en ze dan verder verwerken. Je kunt de schoongemaakte schelpen gebruiken om de vruchten in op te dienen. Even gratineren met een mooie saus erover en je hebt een feestelijk voorgerecht.
Dit puur natuur keukengereedschap is oven- én vaatwasserbestendig! Dus na gebruik niet weggooien, je kunt er nog veel meer mee doen. Ze zijn bijvoorbeeld ideaal om vis te schubben.
Ze werken beter dan de meest geavanceerde visontschubber uit de keukenwinkel! De schubben worden opgevangen in de schelp, je voorkomt rondspringende schubben, ideaal!
Andere toepassingen voor deze mooie schelpen; gebruik als asbak, opdienschaaltje voor olijven, pinda’s of andere nootjes, goud verven en in de kerstboom hangen.
De naam van de Jacobsschelp vindt zijn oorsprong in het plaatsje Santiago De Compostella in Spanje.
In Santiago De Compostella bevindt zich volgens de verhalen het graf van Jacobus, één van de apostelen. Eeuwen en eeuwenlang is dat graf het reisdoel van pelgrims.
De bedevaartgangers die naar Santiago zijn gelopen hangen ze aan een touwtje om hun hals zodat iedereen kan zien dat zij naar Santiago De Compostella zijn geweest. Langs het laatste deel van de pelgrimsroute zijn overal schelpen te zien opdat de reizigers niet kunnen verdwalen.
Nooit zomaar weggooien dus, deze prachtige schelpen!
Ik kocht vandaag een zakje met diepgevroren vruchten van de Jacobsschelp. Ik ga er iets lekkers van maken. Recept volgt binnenkort!
© ellen.